HIRLEY
Antiek" -echt en nep-
is „in" bij de Duitsers
PANDA EN DE MEESTEE-LEERLING
RAI zondag één groot hondenhok
AUTOMONTEURS
door Charlotte Brontë
Puzzel nr 60
Ons vervolgverhaal
Fantastische prijzen
voor prullaria
en krullaria99
Twaalfhonderd rashonden nemen deel
aan grootse ffschoonheidswedstrijd
Hond en baas
Zeldzaamheden
Rashonden-rage
Lassies
VRIJDAG 20 NOVEMBER 1964
19
Pak
maar in
Kitsch? Ook prima!
Leeuwen
AANGEBODEN
AFWISSELEND, AANTREKKELIJK
EN INTERESSANT WERK
in een moderne omgeving
NOORD-ZUID-HOLLANDSE VERVOER MAATSCHAPPIJ n.v.
STAAT UW AUTO
'sNACHTS BUITEN?
- V <r> o ir
v v, K
v -
63)
„Is hij tiranniek?"
„In 't geheel niet; hij is niet tiran
niek en ook niet huichelachtig; hij is
gewoon een man die meer vrijgevig
dan goedhartig is, meer geestig dan
hartelijk, meer nauwgezet onpartijdig
dan echt rechtvaardig, indien je
dergelijke fijne onderscheiden kunt
begrijpen."
„O ja! Goedhartigheid sluit toegeef
lijkheid in, en die heeft hij niet; har
telijkheid betekent een warm hart,
wat hij niet bezit; en de ware recht
vaardigheid komt voort uit sympathie
en kieshied, waarvan mijn gebronsdé
vriend niets af weet, dat begrijp ik
wel."
„Ik heb er dikwijls over nagedacht,
Shirley, of de meeste mannen op mijn
oom lijken in hun huiselijke verhou
dingen; of het noodzakelijk is om
nieuw en onbekend voor hen te zijn
om genade te vinden in hun ogen; en
of het met hun karakter onmogelijk
is om een duurzame belangstelling en
genegenheid te voelen voor hen, die
zij iedere dag zien."
„Dat weet ik zo niet; ik kan je
moeilijkheid niet ophelderen. Ik denk
zelf soms over dergelijke kwesties.
Maar, om je een geheim te vertellen,
als ik ervan overtuigd was dat de
mannen noodzakelijkerwijze en over
de hele wereld anders zijn dan wij
wispelturig, snel afkoelend, niet mee
voelend zou ik nooit trouwen. Ik
zou het niet prettig vinden te merken
dat hij, die ik liefhad, niet van mij
hield, dat hij genoeg van mij had en
dat alle pogingen die ik zou doen om
hem te behagen erger dan nutteloos
zouden zijn, daar het onvermijdelijk
in zijn aard lag om te veranderen en
onverschillig te worden. Wanneer die
ontdekking eenmaal was gedaan,
waar zou ik dan nog naar verlangen?
Weggaan mij terugtrekken van
iemand, die aan mijn gezelschap geen
genoegen meer beleefde."
„Maar dat zou je niet kunnen, als
je getrouwd was
„Nee, dat zou niet kunnen daar
heb je het. Ik zou nooit meer mijn
eigen baas kunnen zijn. Een ver
schrikkelijke gedachte ik stik er
in! Ik vind niets zo hinderlijk als de
gedachte dat ik een lastig en ver
velend gezelschap ben een onver
mijdelijke last een voortdurende
verveling! Wanneer ik nu het gevoel
heb dat ik overbodig ben, kan ik be
haaglijk mijn onafhankelijkheid als
een mantel om mij heen slaan, mijn
trots laten zakken als een sluier en
mij in de eenzaamheid terugtrekken.
Als ik getrouwd was zou dat niet
kunnen."
„Ik begrijp niet waarom wij niet
allemaal besluiten ongetrouwd te blij
ven," zei Caroline; „wij zouden het
doen als wij naar wijze ervaringen
luisterden. Mijn oom spreekt altijd
over 't huwelijk als over een last en
ik geloof dat hij, telkens wanneer hij
hoort dat iemand gaat trouwen, hem
als een dwaas beschouwt, of althans
als iemand die een dwaze stap doet."
„Maar Caroline, de mannen zijn
niet allemaal zoals je oom zeker
niet; ik hoop van niet."
Zij hield op en dacht na.
„Ik vermoed dat elk van ons een
uitzondering vindt in hem die wij lief
hebben, totdat we getrouwd zijn,"
opperde Caroline.
„Ik vermoed dat ook; en wij den
ken dat deze uitzondering van onver
valst materiaal is; wij denken dat hij
is zoals wij; wij dromen van harmo
nie. Wij denken dat zijn stem de zoet
ste, de oprechtste belofte geeft van
een hart dat nooit ongevoelig voor ons
zal worden; wij lezen in zijn ogen dat
trouwe gevoel genegenheid. Ik ge
loof dat wij helemaal niet zouden
moeten vertrouwen op wat men
hartstocht noemt, Caroline. Ik geloof
dat het alleen maar een vuurtje van
droge takken is, dat opvlamt en weer
verdwijnt. Maar wij slaan hem gade
en zien dat hij vriendelijk is voor die
ren, voor kleine kinderen, voor arme
mensen. Hij is ook vriendelijk tegen
ons goed zorgzaam; hij vleit de
vrouwen niet, maar hij is geduldig
met hen en hij schijnt zich op zijn
gemak te voelen in hun aanwezigheid,
en hun gezelschap opwekkend te vin
den. Hij houdt van hen, niet alleen
om ij dele en zelfzuchtige redenen,
maar zoals wij van hem houden
MULmMuirannfumimnnnnnnnnnnnriiifinfinnfiiiJiiuiiUMinnnnnrinnnnnnn
omdat wij van hem houden. Dan mer
ken wij op dat hij rechtvaardig is
dat hij altijd de waarheid spreekt
dat hij nauwgezet is. Wij zijn ver
heugd en vredig gestemd als hij de
kamer binnenkomt; wij voelen ons
bedroefd en verontrust wanneer hij
weggaat. Wij weten dat deze man een
goede zoon is geweest, dat hij een
goede broeder is zal iemand het
wagen tegen mij te zeggen, dat hij
niet een goede echtgenoot zal zijn?"
„Mijn oom zou dat zonder aarzelen
bevestigen. „Binnen een maand heeft
hij genoeg van je" zou hij zeggen."
„Mevrouw Pryor zou in alle ernst
hetzelfde te kennen geven."
„Mevrouw Yorke en juffrouw Mann
zouden het in alle somberheid voor
spellen."
„Indien zij ware orakels zijn, is het
goed nooit verliefd te worden."
„Heel goed, als je het kunt ver
mijden."
„Maar ik geef er de voorkeur aan
de waarheid ervan te betwijfelen."
„Dan vrees ik dat je al gevangen
bent."
„Ik niet; maar als ik het was, weet
je welke waarzeggers ik dan zou
raadplegen?"
„Vertel het me maar."
„Noch man noch vrouw, oud noch
jong: het kleine Ierse bedelaartje dat
op blote voeten aan mijn deur komt,
de muis die uit 'n spleet in de lambri-
zering kruipt, de vogel die in vorst en
sneeuw tegen mijn raam pikt om
kruimels, de hond die mijn hand likt
en naast mijn knie zit."
„Heb je ooit iemand gezien die
vriendelijk was tegen al deze we
zens?"
„Heb jij ooit iemand .gezien die door
zulke wezens instinktief gevolgd en
vertrouwd werd en van wie ze hiel
den?"
„In de pastorie hebben wij een
zwarte kat en een oude hond. Ik ken
iemand op wiens knie de zwarte kat
graag klimt, tegen wiens schouder en
wang ze graag zit te spinnen. De oude
hond komt altijd uit zijn hok en kwis
pelt met zijn staart en jankt van ge
negenheid als die iemand voorbij
komt."
„En wat doet die iemand dan?"
„Hij aait de kat rustig en laat haar
zitten zolang het kan en als hij op
moet staan, zet hij haar zachtjes neer
en gooit haar nooit zo maar van zich
af; hij fluit de hond altijd en liefkoost
hem ook."
„Zo? Het is toch niet Robert?"
„Het is wel Robert
„Knappe kerel!" zei Shirley geest
driftig. Haar ogen schitterden.
„Ziet hij er niet knap uit? Heeft hij
geen mooie ogen en goed gesneden
trekken en een open, vorstelijk voor
hoofd?"
„Ja, dat heeft hij allemaal, Caro
line. God zegene hem! Hij is zowel
een knappe als een goede man."
„Ik wist zeker dat je dat zou zeg
gen; toen ik je gezicht voor de eerste
maal zag wist ik het al."
„Ik was al ingenomen met hem
voordat ik hem zag. Toen ik hem zag
vond ik hem aardig; nu bewonder ik
hem. In schoonheid op zichzelf ligt al
een bekoring, Caroline; wanneer ze
samengaat met goedheid is de beko
ring onweerstaanbaar."
„Wanneer er ook verstand bij komt,
Shirley?"
„Wie is er dan tegen bestand?"
„Denk aan mijn oom, aan de da
mes Pryor, Yorke en Mann."
„Denk aan het kwaken van de kik
vorsen van Egypte. Hij is een edel
mens. Ik zeg je, dat èls zij goed zijn,
dan zijn ze de heren van de schep
ping, ze zijn de zoons van God.
Gevormd naar het beeld van hun
Schepper, heft het kleinste sprankje
van Zijn Geest hen bijna boven de
sterfelijkheid uit. Zonder twijfel is een
groot, goed, knap man het hoogste
van al het geschapene."
„Staat hij boven ons?"
„Ik zou 'het versmaden hem de
heerschappij te betwisten, ik zou
het versmaden. Zal mijn linkerhand
om de voorrang strijden met mijn
rechter? zal mijn hart twisten met
mijn pols? zullen mijn aderen ja
loers zijn op het bloed waarmee ze ge
vuld zijn?"
(Wordt vervolgd
KEULEN. Verandert de Duitse
smaak? Dringt het pluche de woningen
weer binnen en verdrijft het „neo-krul-
larium" de nuchtere zakelijkheid van
moderne meubels? Het lijkt er op. Nee,
het is al het geval. Het grote verlangen
van de hedendaagse Duitser gaat uit
naar een eigen, comfortabel huis weg
uit de flat in de grote anonieme woon
blokken. Een eigen huis met een imi
tatiepark Engelse gazons, een ruim
terras en braaf-Duitse tuinkabouters.
Horizontaal: 1. stotteren, 9. tijdperk, 10.
Eng. bier, 11. muzieknoot, 13. loot, 15. mu
zieknoot, 16. Bijb. fig., 18. bij, 20. snuit, 22.
onnozel mens, 24. roemen, 26. beteuterd,
29. meisjesnaam, 31. familielid, 32. aard
rijkskundige aanduiding (afk.), 34. ruil
middel, 36. bitter vocht, 37. papiermaat.
Verticaal: 2. voorzetsel, 3. vlaktemaat, 4.
korf, 5. bergplaats, 6. meisjesnaam, 7. ont
kenning (Duits), 8. lol, 12. jubelkreet bij
de Bacchusfeesten, 14. bergplaats, 17. tijd
perk, 19. Europeaan, 21. nakomeling, 23.
deel van het hoofd, 25. orgaan, 27. amphi-
bie, 28. traag, 30. hogepriester, 33. muziek'
noot, 35. lidwoord.
Oplossingen, uitsluitend per briefkaart,
dienen voor woensdag a.s. in ons bezit te
ztfn.
OPLOSSING PUZZEL NO. 59:
Horizontaal: 1. stralen, 8. loper, 10. Ra,
12. bes, 13. kr., 14. Est, 16. Daf, 17. stan
daard, 18. Sem, 19. Rie, 20. er, 21. mos, 23.
ne, 24. karig, 26. pronker.
Verticaal: 2. tl, 3. rob, 4. Apeldoorn, 5.
les, 6. er, 7. pressen, 9. erfdeel, 11. aster, 13.
Karin, 15. tam, 16. dar, 21. Mao, 22. sik, 24.
Kr., 25. Ge.
PRIJSWINNAARS PUZZEL NO. 59:
7,50: Mej. L. v .d. Putte, Zeeweg 192,
IJmuiden-Oost; 5,M. Smit, J. J. Hame-
linkstraat 68, Haarlem; 2,50: Mevr. M.
Olyerhoek-v. Voorst, Eendrachtstraat 7,
Haarlem.
81. „Ik begrijp er niets van", mompelde Dongadil.
„Waar Is opeens mijn meesterklacht gebleven?" Het
ventje zat bij de restanten van de reuzenblob en tracht
te vergeefs deze weer in zijn kolossale omvang te doen
oprijzen. Het lukte hem slechts om een veel kleinere
blob samen te stellen en dat kostte hem al zoveel
moeite, dat hij hem nauwelijks kon laten bewegen.
„Ik heb nog maar de kracht van een leerling," dacht
Dongadil verdrietig, „net als eerst. Ach, waarom..."
Plots deed de blbb een stap vooruit en greep Dongadil
met zijn vertakte arm. „Hola!" riep het ventje ver
schrikt. „Laat me los! Laat los, zeg ik!" Maar in
plaats van te gehoorzamen verstevigde de blob zijn
greep en tilde hem van de grond. Vervolgens keerde
het logge ding zich naar Panda, die onopgemerkt gena
derd was, salueerde en sprak: „Prrrresent meesterrrr.
De ondeugende leerrrrrling is gegrrrrrepen!" Dit
maakte grote indruk op Dongadil. „Dus Panda is toch
een meester...", dacht hij bedrukt. „Wat een kracht!
Hij fupt pitsen en plauds op mijn eigen blob!"
Het woord bungalow heeft een magische
klank. Een bungalow, schuilgaande ach
ter heesters en bomen, een zwembad in
de tuin, op het terras de schommelstoel
bekend uit Holly wood-films en de houts
koolgrill dat is de droom van
honderdduizenden goed - verdienende
mensen in de bondsrepubliek.
SLECHTS een droom? Neen al hon-
derdduizendvoudig werkelijkheid. Men be
hoeft maar even de grote steden uit te rij
den, naar de buitenwijken en voorsteden
om de vele landhuizen met grote glazen
deuren en smeedijzeren hekken te zien.
Huizen waarin de gotische madonna stee
vast aan de wit-gesausde muur hangt,
waar melancholieke boedha's uit gesoig
neerde nisjes kijken, waar ikonen uit de
tsjarentijd of kakimono's schering en in
slag zijn evenals rococo-stoeltjes a la Sans-
souci. Er is geen stijl of de industrie
maakt hem na. De dynamische drang
naar sociaal prestige, naar „status", ont
plooide al zijn verleidingskunsten. De
mottenkist viert haar come-back. Uit eigen
Alles uit „opoe's tijd" vindt men op het
Amsterdamse Waterlooplein:een der
vermaardste rommelmarkten van West-
Europa en als zodanig vooral bij de
Duitse en Amerikaanse toeristen in trek.
Zelfs voor regelrechte kitsch wordt
dik geld betaald, mits het maar „oud"
en krullerig is.
familiebezit geredde kostbaarheden uit
hout, steen of brons vormden in vele ge
vallen de grondslag voor een „voorname"
atmosfeer binnen de eigen burgerlijke
wanden. En wie dat niet heeft wel, die
kan al dergelijke dingen immers gaan ko
pen?
AANVANKELIJK waren uitdragers en
antiquairs ietwat verbaasd over de in
maatkostuum gestoken, Mercedessen be
sturende nieuwe klandizie. De goed-gekle-
de heren en dames haalden duistere spe
lonken overhoop: „we zoeken een echte
Vlaamse keukenbank.„Heeft u die?"
„Of een sjieke Provengaalse vaas met
ingebouwde zonnewijzer". „Oh, maar u
u heeft wel een boedha met een smaragd
in zijn navel?" „Pakt u maar in.Geld
speelt geen rol.
Niet lang daarna kwamen de velen, die
in Volkswagens rijden en gretig en regel
matig de vele geïllustreerde bladen le
zen om daaruit te ervaren dat „antiek"
in is.
DE VOORRADEN slonken snel. Daar
om trokken dé uitdragers het land op,
naar de boeren die allang hun beste ka
mers en keukens hadden ontdaan van al-
ie spullen „van vroeger". Wat zij had
den geërfd van ouders en voorouders was
naar zolders en kelders verbannen, naar
schuren of tuinhuisjes. De boeren waren
met de tijd meegegaan en hadden de
melkkast van hun betovergrootmoeder al
lang afgeschaft. Nu rommelden de hande
laren op zolders en vlieringen en in kel
ders van boerderijen en landgoederen.
Tot grote verbazing van de boeren wilden
die mensen alles kopen het deed er
niet toe of het wormstekig, gammel of
verroest was. Integendeel, hoe meer hoe
beter. De opkopers telden flinke bedragen
neer. Het duurde trouwens niet lang of
uitdragerijen verhuisden naar de betere
winkelstraten, waar men dan de naam
„antiquair" ging dragen. De antiek-rage
heerst in West-Duitsland thans even hef
tig als de griep. De rommelmarkt is in
de mode.
SPROOKJESACHTIGE prijzen worden
gevraagd en betaald. En de vraag stijgt
al meer en meer. De antiek-beurzen in
München en Stuttgart werden bedevaarts
oorden voor duizenden. Alles uit „opoe's
tijd" is in. Alles wat in de zeventiende,
achttiende en negentiende eeuw aan krul
len en kronkels, aan tierelantijnen en stijl
grapjes werd bedacht en vervaardigd
wordt grif gekocht. Is het een reactie op
elektronische breinen, de automatisering
en de robots dit verlangen naar krul
len en versiersels, naar schoorsteenman
tels met wapens, naar kandelaars, naar
porseleinen popjes en oude samovars?
„Verleden tijd" is duur. De zeer begeer
de Luikse meubelen (tafel en vier stoelen)
uit de achttiende eeuw brachten op een
veiling in Keulen 1800 tot 12.000 D.M. op.
Voor Nederlandse meubels uit de acht
tiende eeuw telt men even grif 6.000 tot
32.000 D.M. neer. Voor alle voorwerpen uit
koper hiervan wordt veel uit Nederland
ingevoerd uit tin en brons telt men
honderden marken neer. Particuliere ver
zamelaars kijken niet op geld. Op een
veiling in Hamburg gingen een gildekan
en een gildebokaal voor 380 resp. 400
D.M. van de hand
DE KOOPLUST is nog lang niet uitge
put Kostbare kannen uit Meissner porse
lein zijn onder de dertigduizend mark niet
te koop. Houten beeldjes als ze maar
heel oud lijken en de sporen van voor
bije eeuwen vertonen brengen 15.000,
18.000, 25.000 en zelfs 36.000 D.M. op. Hou
ten tempelpaarden uit India, Chinese
aquarellen en tuinvazen alles fabel
achtige prijzen. Naar Delftse tegels be
staat enorme vraag. Voor uit een Romein
se villa opgediepte vondst een paar
enorme leeuwen die eens een zuil droegen
moest de koper 75.000 D.M. neertellen
per stuk wel te verstaan. De volgroei
de monsters wogen per stuk liefst 250 ki
logram. Echt iets om bij de open haard
te plaatsen, meende de trotse koper.
In het RAl-gebouw te Amsterdam zullen zondag 1200 honden uit geheel West-
Europa strijden om de titel Winner 1964 Deze :5ste internationale honden
tentoonstelling van de Koninklijke Nederlandse Kennelclub Cynophilia wordt
in kringen van de hondensport beschouwd als een der belangrijkste van het
continent. Er zijn 169 buitenlandse deelnemers. Niet minder dan 38 in bepaalde
rassen gespecialiseerde keurmeesters uit vele landen komen naar Amsterdam om
uit de 106 rassen en 126 variëteiten de beste hond aan te wijzen.
(Van onze correspondent)
VAN DE ZELDEN of nooit getoonde
honden is een drietal Japanse poolhon-
den (Akita-Inu) een attraktie op zich
zelf. Zij zijn een groot slag japanse
keeshond met een indrukwekkend uiter
lijk en vast staat dat zij reeds 2000 jaar
voor Christus in Japan voorkwamen.
Uit Frankrijk komen twee Bordeaux-dog
gen, die verwant zijn aan de doggen
waarmee de Romeinen ten strijde trok
ken. Bijzonder zijn ook de Clumber-
spaniels, een ras welks wieg oorspron
kelijk in Engeland stond. In tegenstel
ling tot de andere Engelse spanielras-
sen hebben zij een zware bouw. De
grootste hond van de tentoonstelling zal
zijn de Ierse wolfshond (een meter
schofthoogte) en de kleinste de Chihua
hua.
De hondenshow is behalve kam
pioenwedstrijd ook een tentoonstel
ling die veel publiek wil trekken.
Cynophilia wil hiermee de belang
stelling voor de rashond stimuleren
en vooral bevorderen dat iedere
hondenliefhebber zich door kennisma
king met de vele rassen en varië
teiten die hond kiest, die qua karak
ter het best bij hem of haar past.
Er zijn zelfs mensen, die op een
hondententoonstelling niet alleen
naar de honden kijken maar voor
al ook naar de bezitters. Kenners
kunnen uit de hond en zijn gedra
gingen soms afleiden,
rakter van de baas
hoe
is en
het ka-
omge-
HET BEST vertegenwoordigd zijn de
teckel (98 exemplaren), de poedel (91)
en de Duitse herder (77). In 1963 werd
in het Nederlandse hondenstamboek een
record-aantal van 22.471 rashonden inge
schreven, waarvan 4085 poedels, 3354
collies of schotse herders (Lassie), 2769
Duitse herders, 2204 boxers, 1787 das
honden en 1012 Cocker Spaniels.
De meeste rashonden zijn in ons land
te vinden in Tilburg en in Rijssen en
omstreken, waar ook de meeste ken
nels zijn. Van de grote steden staat
Amsterdam aan de top.
DE HOND-met-stamboom blijkt een
nieuw statussymbool te zijn geworden
in ons land. De ervaringen van de KO'
ninklijke Nederlandse kennelclub „CynO'
philia" en de raad van beheer op kynO'
logisvh gebied in de laatste jaren leren
dat steeds meer hondenbezitters hun van
onduidelijke afkomst zijnde viervoeter
vervangen door een rashond „omdat de
buren ook een hond met een stamboom
hebben".
De hondensport-organisaties slaan deze
ontwikkeling met enige zorg gade. Een
te grote vraag naar rashonden kan lei
den tot de groei van het aantal commer
ciële kennels, waardoor de kans op on
zuiverheid van de rassen wordt ver-
Advertentie
In onze gemakkelijk bereikbare hoofdwerkplaats aan de Leidsevaart te Haarlem
is plaats voor
Vijfdaagse werkweek. Uitstekende sociale voorzieningen en gunstige
toeslagregelingen. Vrij vervoer gehele lijnennet.
Sollicitaties schriftelijk of mondeling aan de afdeling Personeelszaken van ons
hoofdkantoor.
HOOFDKANTOOR LEIDSEVAART 396 - HAARLEM - TELEFOON 18460
groot. Het fokken van honden is in Ne
derland overigens nog grotendeels in
handen van de amateurs. Er zijn onge
veer twintig kennels, die geheel voor de
handel werken, maar op een enkele uit
zondering na zijn deze van beperkte om
vang. Het toezicht op de raszuiverheid
is bijzonder streng. Cynophilia streeft
naar een controlesysteem volgens het
welk ieder nest rashonden, waar ook in
Nederland, wordt geïnspecteerd. Than»
geschiedt dit uitsluitend in Noord-Bra
bant en Zuid-Gelderland.
EEN ANDERE ZORG van de honden
liefhebbers is het verschijnsel van de
mode-hond. Film- en t.v. hond Lassie
is hiervan een voorbeeld: de vraag naar
Schotse collies is groot en er wordt
van dit ras zoveel gefokt, dat de kwali
teit op den duur achteruit zal gaan.
Verwacht wordt, dat over enkele jaren
een dieptepunt zal zijn bereikt waaruit
het ras zich eerst na lange tijd zal heb
ben hersteld.
Cynophilia schat dat er in Nederland
600.000 tot 1 miljoen honden zijn. Op
merkelijk is, dat ondanks de vele be
perkende bepalingen in de grote steden
zeer veel honden zijn te vinden en hier
zelfs een toeneming is te bespeuren.
Verklaring van Cynophilia's voorzitter
prof. dr. W. K. Hirschveld: „naarmate
een stad groter wordt komen er meer
eenzamen en onder dezen zijn er velen
die een hond als huisgenoot nemen".
Zet uw
auto altijd met zijn
motor van de wind af.
gebri
wacht dan tot demo.
tor wat is afgekoeld,
(anders krijgt u mis.
schien last van vocht
ui kt
t uw auto niet op de
(handrem maar ineen
Bedek het chroom
versnellingde kabels met vet of een be_
van uw handrem kuni schermingsmiddelSt
|nen n.l. bevriezen, luw lak goed in de was
Laat uwbougiedra.'
den en andere onste.
kings apparatuur met
plasticlak isoleren.
(Dit kan u veelrL,».
narigheid helpen
iiiïii
voorkomen I
Dekt u in de winter uw
ruiten af om dichtvrie
zen te voorkomen, ge.
bruik dan een krant of
karton maar geen tex.
tiel.( Textiel kan aan
I uw ruft vastvriezen)