HIRLEY Antiek" -echt en nep- is „in" bij de Duitsers PANDA EN DE MEESTEE-LEERLING RAI zondag één groot hondenhok AUTOMONTEURS door Charlotte Brontë Puzzel nr 60 Ons vervolgverhaal Fantastische prijzen voor prullaria en krullaria99 Twaalfhonderd rashonden nemen deel aan grootse ffschoonheidswedstrijd Hond en baas Zeldzaamheden Rashonden-rage Lassies VRIJDAG 20 NOVEMBER 1964 19 Pak maar in Kitsch? Ook prima! Leeuwen AANGEBODEN AFWISSELEND, AANTREKKELIJK EN INTERESSANT WERK in een moderne omgeving NOORD-ZUID-HOLLANDSE VERVOER MAATSCHAPPIJ n.v. STAAT UW AUTO 'sNACHTS BUITEN? - V <r> o ir v v, K v - 63) „Is hij tiranniek?" „In 't geheel niet; hij is niet tiran niek en ook niet huichelachtig; hij is gewoon een man die meer vrijgevig dan goedhartig is, meer geestig dan hartelijk, meer nauwgezet onpartijdig dan echt rechtvaardig, indien je dergelijke fijne onderscheiden kunt begrijpen." „O ja! Goedhartigheid sluit toegeef lijkheid in, en die heeft hij niet; har telijkheid betekent een warm hart, wat hij niet bezit; en de ware recht vaardigheid komt voort uit sympathie en kieshied, waarvan mijn gebronsdé vriend niets af weet, dat begrijp ik wel." „Ik heb er dikwijls over nagedacht, Shirley, of de meeste mannen op mijn oom lijken in hun huiselijke verhou dingen; of het noodzakelijk is om nieuw en onbekend voor hen te zijn om genade te vinden in hun ogen; en of het met hun karakter onmogelijk is om een duurzame belangstelling en genegenheid te voelen voor hen, die zij iedere dag zien." „Dat weet ik zo niet; ik kan je moeilijkheid niet ophelderen. Ik denk zelf soms over dergelijke kwesties. Maar, om je een geheim te vertellen, als ik ervan overtuigd was dat de mannen noodzakelijkerwijze en over de hele wereld anders zijn dan wij wispelturig, snel afkoelend, niet mee voelend zou ik nooit trouwen. Ik zou het niet prettig vinden te merken dat hij, die ik liefhad, niet van mij hield, dat hij genoeg van mij had en dat alle pogingen die ik zou doen om hem te behagen erger dan nutteloos zouden zijn, daar het onvermijdelijk in zijn aard lag om te veranderen en onverschillig te worden. Wanneer die ontdekking eenmaal was gedaan, waar zou ik dan nog naar verlangen? Weggaan mij terugtrekken van iemand, die aan mijn gezelschap geen genoegen meer beleefde." „Maar dat zou je niet kunnen, als je getrouwd was „Nee, dat zou niet kunnen daar heb je het. Ik zou nooit meer mijn eigen baas kunnen zijn. Een ver schrikkelijke gedachte ik stik er in! Ik vind niets zo hinderlijk als de gedachte dat ik een lastig en ver velend gezelschap ben een onver mijdelijke last een voortdurende verveling! Wanneer ik nu het gevoel heb dat ik overbodig ben, kan ik be haaglijk mijn onafhankelijkheid als een mantel om mij heen slaan, mijn trots laten zakken als een sluier en mij in de eenzaamheid terugtrekken. Als ik getrouwd was zou dat niet kunnen." „Ik begrijp niet waarom wij niet allemaal besluiten ongetrouwd te blij ven," zei Caroline; „wij zouden het doen als wij naar wijze ervaringen luisterden. Mijn oom spreekt altijd over 't huwelijk als over een last en ik geloof dat hij, telkens wanneer hij hoort dat iemand gaat trouwen, hem als een dwaas beschouwt, of althans als iemand die een dwaze stap doet." „Maar Caroline, de mannen zijn niet allemaal zoals je oom zeker niet; ik hoop van niet." Zij hield op en dacht na. „Ik vermoed dat elk van ons een uitzondering vindt in hem die wij lief hebben, totdat we getrouwd zijn," opperde Caroline. „Ik vermoed dat ook; en wij den ken dat deze uitzondering van onver valst materiaal is; wij denken dat hij is zoals wij; wij dromen van harmo nie. Wij denken dat zijn stem de zoet ste, de oprechtste belofte geeft van een hart dat nooit ongevoelig voor ons zal worden; wij lezen in zijn ogen dat trouwe gevoel genegenheid. Ik ge loof dat wij helemaal niet zouden moeten vertrouwen op wat men hartstocht noemt, Caroline. Ik geloof dat het alleen maar een vuurtje van droge takken is, dat opvlamt en weer verdwijnt. Maar wij slaan hem gade en zien dat hij vriendelijk is voor die ren, voor kleine kinderen, voor arme mensen. Hij is ook vriendelijk tegen ons goed zorgzaam; hij vleit de vrouwen niet, maar hij is geduldig met hen en hij schijnt zich op zijn gemak te voelen in hun aanwezigheid, en hun gezelschap opwekkend te vin den. Hij houdt van hen, niet alleen om ij dele en zelfzuchtige redenen, maar zoals wij van hem houden MULmMuirannfumimnnnnnnnnnnnriiifinfinnfiiiJiiuiiUMinnnnnrinnnnnnn omdat wij van hem houden. Dan mer ken wij op dat hij rechtvaardig is dat hij altijd de waarheid spreekt dat hij nauwgezet is. Wij zijn ver heugd en vredig gestemd als hij de kamer binnenkomt; wij voelen ons bedroefd en verontrust wanneer hij weggaat. Wij weten dat deze man een goede zoon is geweest, dat hij een goede broeder is zal iemand het wagen tegen mij te zeggen, dat hij niet een goede echtgenoot zal zijn?" „Mijn oom zou dat zonder aarzelen bevestigen. „Binnen een maand heeft hij genoeg van je" zou hij zeggen." „Mevrouw Pryor zou in alle ernst hetzelfde te kennen geven." „Mevrouw Yorke en juffrouw Mann zouden het in alle somberheid voor spellen." „Indien zij ware orakels zijn, is het goed nooit verliefd te worden." „Heel goed, als je het kunt ver mijden." „Maar ik geef er de voorkeur aan de waarheid ervan te betwijfelen." „Dan vrees ik dat je al gevangen bent." „Ik niet; maar als ik het was, weet je welke waarzeggers ik dan zou raadplegen?" „Vertel het me maar." „Noch man noch vrouw, oud noch jong: het kleine Ierse bedelaartje dat op blote voeten aan mijn deur komt, de muis die uit 'n spleet in de lambri- zering kruipt, de vogel die in vorst en sneeuw tegen mijn raam pikt om kruimels, de hond die mijn hand likt en naast mijn knie zit." „Heb je ooit iemand gezien die vriendelijk was tegen al deze we zens?" „Heb jij ooit iemand .gezien die door zulke wezens instinktief gevolgd en vertrouwd werd en van wie ze hiel den?" „In de pastorie hebben wij een zwarte kat en een oude hond. Ik ken iemand op wiens knie de zwarte kat graag klimt, tegen wiens schouder en wang ze graag zit te spinnen. De oude hond komt altijd uit zijn hok en kwis pelt met zijn staart en jankt van ge negenheid als die iemand voorbij komt." „En wat doet die iemand dan?" „Hij aait de kat rustig en laat haar zitten zolang het kan en als hij op moet staan, zet hij haar zachtjes neer en gooit haar nooit zo maar van zich af; hij fluit de hond altijd en liefkoost hem ook." „Zo? Het is toch niet Robert?" „Het is wel Robert „Knappe kerel!" zei Shirley geest driftig. Haar ogen schitterden. „Ziet hij er niet knap uit? Heeft hij geen mooie ogen en goed gesneden trekken en een open, vorstelijk voor hoofd?" „Ja, dat heeft hij allemaal, Caro line. God zegene hem! Hij is zowel een knappe als een goede man." „Ik wist zeker dat je dat zou zeg gen; toen ik je gezicht voor de eerste maal zag wist ik het al." „Ik was al ingenomen met hem voordat ik hem zag. Toen ik hem zag vond ik hem aardig; nu bewonder ik hem. In schoonheid op zichzelf ligt al een bekoring, Caroline; wanneer ze samengaat met goedheid is de beko ring onweerstaanbaar." „Wanneer er ook verstand bij komt, Shirley?" „Wie is er dan tegen bestand?" „Denk aan mijn oom, aan de da mes Pryor, Yorke en Mann." „Denk aan het kwaken van de kik vorsen van Egypte. Hij is een edel mens. Ik zeg je, dat èls zij goed zijn, dan zijn ze de heren van de schep ping, ze zijn de zoons van God. Gevormd naar het beeld van hun Schepper, heft het kleinste sprankje van Zijn Geest hen bijna boven de sterfelijkheid uit. Zonder twijfel is een groot, goed, knap man het hoogste van al het geschapene." „Staat hij boven ons?" „Ik zou 'het versmaden hem de heerschappij te betwisten, ik zou het versmaden. Zal mijn linkerhand om de voorrang strijden met mijn rechter? zal mijn hart twisten met mijn pols? zullen mijn aderen ja loers zijn op het bloed waarmee ze ge vuld zijn?" (Wordt vervolgd KEULEN. Verandert de Duitse smaak? Dringt het pluche de woningen weer binnen en verdrijft het „neo-krul- larium" de nuchtere zakelijkheid van moderne meubels? Het lijkt er op. Nee, het is al het geval. Het grote verlangen van de hedendaagse Duitser gaat uit naar een eigen, comfortabel huis weg uit de flat in de grote anonieme woon blokken. Een eigen huis met een imi tatiepark Engelse gazons, een ruim terras en braaf-Duitse tuinkabouters. Horizontaal: 1. stotteren, 9. tijdperk, 10. Eng. bier, 11. muzieknoot, 13. loot, 15. mu zieknoot, 16. Bijb. fig., 18. bij, 20. snuit, 22. onnozel mens, 24. roemen, 26. beteuterd, 29. meisjesnaam, 31. familielid, 32. aard rijkskundige aanduiding (afk.), 34. ruil middel, 36. bitter vocht, 37. papiermaat. Verticaal: 2. voorzetsel, 3. vlaktemaat, 4. korf, 5. bergplaats, 6. meisjesnaam, 7. ont kenning (Duits), 8. lol, 12. jubelkreet bij de Bacchusfeesten, 14. bergplaats, 17. tijd perk, 19. Europeaan, 21. nakomeling, 23. deel van het hoofd, 25. orgaan, 27. amphi- bie, 28. traag, 30. hogepriester, 33. muziek' noot, 35. lidwoord. Oplossingen, uitsluitend per briefkaart, dienen voor woensdag a.s. in ons bezit te ztfn. OPLOSSING PUZZEL NO. 59: Horizontaal: 1. stralen, 8. loper, 10. Ra, 12. bes, 13. kr., 14. Est, 16. Daf, 17. stan daard, 18. Sem, 19. Rie, 20. er, 21. mos, 23. ne, 24. karig, 26. pronker. Verticaal: 2. tl, 3. rob, 4. Apeldoorn, 5. les, 6. er, 7. pressen, 9. erfdeel, 11. aster, 13. Karin, 15. tam, 16. dar, 21. Mao, 22. sik, 24. Kr., 25. Ge. PRIJSWINNAARS PUZZEL NO. 59: 7,50: Mej. L. v .d. Putte, Zeeweg 192, IJmuiden-Oost; 5,M. Smit, J. J. Hame- linkstraat 68, Haarlem; 2,50: Mevr. M. Olyerhoek-v. Voorst, Eendrachtstraat 7, Haarlem. 81. „Ik begrijp er niets van", mompelde Dongadil. „Waar Is opeens mijn meesterklacht gebleven?" Het ventje zat bij de restanten van de reuzenblob en tracht te vergeefs deze weer in zijn kolossale omvang te doen oprijzen. Het lukte hem slechts om een veel kleinere blob samen te stellen en dat kostte hem al zoveel moeite, dat hij hem nauwelijks kon laten bewegen. „Ik heb nog maar de kracht van een leerling," dacht Dongadil verdrietig, „net als eerst. Ach, waarom..." Plots deed de blbb een stap vooruit en greep Dongadil met zijn vertakte arm. „Hola!" riep het ventje ver schrikt. „Laat me los! Laat los, zeg ik!" Maar in plaats van te gehoorzamen verstevigde de blob zijn greep en tilde hem van de grond. Vervolgens keerde het logge ding zich naar Panda, die onopgemerkt gena derd was, salueerde en sprak: „Prrrresent meesterrrr. De ondeugende leerrrrrling is gegrrrrrepen!" Dit maakte grote indruk op Dongadil. „Dus Panda is toch een meester...", dacht hij bedrukt. „Wat een kracht! Hij fupt pitsen en plauds op mijn eigen blob!" Het woord bungalow heeft een magische klank. Een bungalow, schuilgaande ach ter heesters en bomen, een zwembad in de tuin, op het terras de schommelstoel bekend uit Holly wood-films en de houts koolgrill dat is de droom van honderdduizenden goed - verdienende mensen in de bondsrepubliek. SLECHTS een droom? Neen al hon- derdduizendvoudig werkelijkheid. Men be hoeft maar even de grote steden uit te rij den, naar de buitenwijken en voorsteden om de vele landhuizen met grote glazen deuren en smeedijzeren hekken te zien. Huizen waarin de gotische madonna stee vast aan de wit-gesausde muur hangt, waar melancholieke boedha's uit gesoig neerde nisjes kijken, waar ikonen uit de tsjarentijd of kakimono's schering en in slag zijn evenals rococo-stoeltjes a la Sans- souci. Er is geen stijl of de industrie maakt hem na. De dynamische drang naar sociaal prestige, naar „status", ont plooide al zijn verleidingskunsten. De mottenkist viert haar come-back. Uit eigen Alles uit „opoe's tijd" vindt men op het Amsterdamse Waterlooplein:een der vermaardste rommelmarkten van West- Europa en als zodanig vooral bij de Duitse en Amerikaanse toeristen in trek. Zelfs voor regelrechte kitsch wordt dik geld betaald, mits het maar „oud" en krullerig is. familiebezit geredde kostbaarheden uit hout, steen of brons vormden in vele ge vallen de grondslag voor een „voorname" atmosfeer binnen de eigen burgerlijke wanden. En wie dat niet heeft wel, die kan al dergelijke dingen immers gaan ko pen? AANVANKELIJK waren uitdragers en antiquairs ietwat verbaasd over de in maatkostuum gestoken, Mercedessen be sturende nieuwe klandizie. De goed-gekle- de heren en dames haalden duistere spe lonken overhoop: „we zoeken een echte Vlaamse keukenbank.„Heeft u die?" „Of een sjieke Provengaalse vaas met ingebouwde zonnewijzer". „Oh, maar u u heeft wel een boedha met een smaragd in zijn navel?" „Pakt u maar in.Geld speelt geen rol. Niet lang daarna kwamen de velen, die in Volkswagens rijden en gretig en regel matig de vele geïllustreerde bladen le zen om daaruit te ervaren dat „antiek" in is. DE VOORRADEN slonken snel. Daar om trokken dé uitdragers het land op, naar de boeren die allang hun beste ka mers en keukens hadden ontdaan van al- ie spullen „van vroeger". Wat zij had den geërfd van ouders en voorouders was naar zolders en kelders verbannen, naar schuren of tuinhuisjes. De boeren waren met de tijd meegegaan en hadden de melkkast van hun betovergrootmoeder al lang afgeschaft. Nu rommelden de hande laren op zolders en vlieringen en in kel ders van boerderijen en landgoederen. Tot grote verbazing van de boeren wilden die mensen alles kopen het deed er niet toe of het wormstekig, gammel of verroest was. Integendeel, hoe meer hoe beter. De opkopers telden flinke bedragen neer. Het duurde trouwens niet lang of uitdragerijen verhuisden naar de betere winkelstraten, waar men dan de naam „antiquair" ging dragen. De antiek-rage heerst in West-Duitsland thans even hef tig als de griep. De rommelmarkt is in de mode. SPROOKJESACHTIGE prijzen worden gevraagd en betaald. En de vraag stijgt al meer en meer. De antiek-beurzen in München en Stuttgart werden bedevaarts oorden voor duizenden. Alles uit „opoe's tijd" is in. Alles wat in de zeventiende, achttiende en negentiende eeuw aan krul len en kronkels, aan tierelantijnen en stijl grapjes werd bedacht en vervaardigd wordt grif gekocht. Is het een reactie op elektronische breinen, de automatisering en de robots dit verlangen naar krul len en versiersels, naar schoorsteenman tels met wapens, naar kandelaars, naar porseleinen popjes en oude samovars? „Verleden tijd" is duur. De zeer begeer de Luikse meubelen (tafel en vier stoelen) uit de achttiende eeuw brachten op een veiling in Keulen 1800 tot 12.000 D.M. op. Voor Nederlandse meubels uit de acht tiende eeuw telt men even grif 6.000 tot 32.000 D.M. neer. Voor alle voorwerpen uit koper hiervan wordt veel uit Nederland ingevoerd uit tin en brons telt men honderden marken neer. Particuliere ver zamelaars kijken niet op geld. Op een veiling in Hamburg gingen een gildekan en een gildebokaal voor 380 resp. 400 D.M. van de hand DE KOOPLUST is nog lang niet uitge put Kostbare kannen uit Meissner porse lein zijn onder de dertigduizend mark niet te koop. Houten beeldjes als ze maar heel oud lijken en de sporen van voor bije eeuwen vertonen brengen 15.000, 18.000, 25.000 en zelfs 36.000 D.M. op. Hou ten tempelpaarden uit India, Chinese aquarellen en tuinvazen alles fabel achtige prijzen. Naar Delftse tegels be staat enorme vraag. Voor uit een Romein se villa opgediepte vondst een paar enorme leeuwen die eens een zuil droegen moest de koper 75.000 D.M. neertellen per stuk wel te verstaan. De volgroei de monsters wogen per stuk liefst 250 ki logram. Echt iets om bij de open haard te plaatsen, meende de trotse koper. In het RAl-gebouw te Amsterdam zullen zondag 1200 honden uit geheel West- Europa strijden om de titel Winner 1964 Deze :5ste internationale honden tentoonstelling van de Koninklijke Nederlandse Kennelclub Cynophilia wordt in kringen van de hondensport beschouwd als een der belangrijkste van het continent. Er zijn 169 buitenlandse deelnemers. Niet minder dan 38 in bepaalde rassen gespecialiseerde keurmeesters uit vele landen komen naar Amsterdam om uit de 106 rassen en 126 variëteiten de beste hond aan te wijzen. (Van onze correspondent) VAN DE ZELDEN of nooit getoonde honden is een drietal Japanse poolhon- den (Akita-Inu) een attraktie op zich zelf. Zij zijn een groot slag japanse keeshond met een indrukwekkend uiter lijk en vast staat dat zij reeds 2000 jaar voor Christus in Japan voorkwamen. Uit Frankrijk komen twee Bordeaux-dog gen, die verwant zijn aan de doggen waarmee de Romeinen ten strijde trok ken. Bijzonder zijn ook de Clumber- spaniels, een ras welks wieg oorspron kelijk in Engeland stond. In tegenstel ling tot de andere Engelse spanielras- sen hebben zij een zware bouw. De grootste hond van de tentoonstelling zal zijn de Ierse wolfshond (een meter schofthoogte) en de kleinste de Chihua hua. De hondenshow is behalve kam pioenwedstrijd ook een tentoonstel ling die veel publiek wil trekken. Cynophilia wil hiermee de belang stelling voor de rashond stimuleren en vooral bevorderen dat iedere hondenliefhebber zich door kennisma king met de vele rassen en varië teiten die hond kiest, die qua karak ter het best bij hem of haar past. Er zijn zelfs mensen, die op een hondententoonstelling niet alleen naar de honden kijken maar voor al ook naar de bezitters. Kenners kunnen uit de hond en zijn gedra gingen soms afleiden, rakter van de baas hoe is en het ka- omge- HET BEST vertegenwoordigd zijn de teckel (98 exemplaren), de poedel (91) en de Duitse herder (77). In 1963 werd in het Nederlandse hondenstamboek een record-aantal van 22.471 rashonden inge schreven, waarvan 4085 poedels, 3354 collies of schotse herders (Lassie), 2769 Duitse herders, 2204 boxers, 1787 das honden en 1012 Cocker Spaniels. De meeste rashonden zijn in ons land te vinden in Tilburg en in Rijssen en omstreken, waar ook de meeste ken nels zijn. Van de grote steden staat Amsterdam aan de top. DE HOND-met-stamboom blijkt een nieuw statussymbool te zijn geworden in ons land. De ervaringen van de KO' ninklijke Nederlandse kennelclub „CynO' philia" en de raad van beheer op kynO' logisvh gebied in de laatste jaren leren dat steeds meer hondenbezitters hun van onduidelijke afkomst zijnde viervoeter vervangen door een rashond „omdat de buren ook een hond met een stamboom hebben". De hondensport-organisaties slaan deze ontwikkeling met enige zorg gade. Een te grote vraag naar rashonden kan lei den tot de groei van het aantal commer ciële kennels, waardoor de kans op on zuiverheid van de rassen wordt ver- Advertentie In onze gemakkelijk bereikbare hoofdwerkplaats aan de Leidsevaart te Haarlem is plaats voor Vijfdaagse werkweek. Uitstekende sociale voorzieningen en gunstige toeslagregelingen. Vrij vervoer gehele lijnennet. Sollicitaties schriftelijk of mondeling aan de afdeling Personeelszaken van ons hoofdkantoor. HOOFDKANTOOR LEIDSEVAART 396 - HAARLEM - TELEFOON 18460 groot. Het fokken van honden is in Ne derland overigens nog grotendeels in handen van de amateurs. Er zijn onge veer twintig kennels, die geheel voor de handel werken, maar op een enkele uit zondering na zijn deze van beperkte om vang. Het toezicht op de raszuiverheid is bijzonder streng. Cynophilia streeft naar een controlesysteem volgens het welk ieder nest rashonden, waar ook in Nederland, wordt geïnspecteerd. Than» geschiedt dit uitsluitend in Noord-Bra bant en Zuid-Gelderland. EEN ANDERE ZORG van de honden liefhebbers is het verschijnsel van de mode-hond. Film- en t.v. hond Lassie is hiervan een voorbeeld: de vraag naar Schotse collies is groot en er wordt van dit ras zoveel gefokt, dat de kwali teit op den duur achteruit zal gaan. Verwacht wordt, dat over enkele jaren een dieptepunt zal zijn bereikt waaruit het ras zich eerst na lange tijd zal heb ben hersteld. Cynophilia schat dat er in Nederland 600.000 tot 1 miljoen honden zijn. Op merkelijk is, dat ondanks de vele be perkende bepalingen in de grote steden zeer veel honden zijn te vinden en hier zelfs een toeneming is te bespeuren. Verklaring van Cynophilia's voorzitter prof. dr. W. K. Hirschveld: „naarmate een stad groter wordt komen er meer eenzamen en onder dezen zijn er velen die een hond als huisgenoot nemen". Zet uw auto altijd met zijn motor van de wind af. gebri wacht dan tot demo. tor wat is afgekoeld, (anders krijgt u mis. schien last van vocht ui kt t uw auto niet op de (handrem maar ineen Bedek het chroom versnellingde kabels met vet of een be_ van uw handrem kuni schermingsmiddelSt |nen n.l. bevriezen, luw lak goed in de was Laat uwbougiedra.' den en andere onste. kings apparatuur met plasticlak isoleren. (Dit kan u veelrL,». narigheid helpen iiiïii voorkomen I Dekt u in de winter uw ruiten af om dichtvrie zen te voorkomen, ge. bruik dan een krant of karton maar geen tex. tiel.( Textiel kan aan I uw ruft vastvriezen)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1964 | | pagina 19