Gereformeerden en hun toekomst Kalenders „Rare godsdienstleer" Oral Roberts en zijn bril Ether-bi jbe KORT NIEUWS Rapport over struktuurverandering Boeken over het geestelijk leven Antepedium DE OPEN WEG KALENDER k ZATERDAG 21 NOVEMBER 1964 Erbij Kringwerk 1591 predikanten Recreatie - JïJK f Geluidloos eclipseren Emigratie Beroepsgroepen Beat-Onze Vader Gereformeerden en Rome Vrouwen en het ambt Recreatieschap Vrijmetselaren Het gereformeerd sociologisch instituut heeft een om vangrijk, uit drie delen bestaand rapport uitgebracht over de structuurveranderingen in Nederland en hun consequen ties voor het kerkelijk leven. Bij deze studie is samen gewerkt door de gereformeerde kerken (803.792 leden), de christelijk-gereformeerde kerken en de gereformeerde ge meenten (elk 65.000 leden). Een populaire samenvatting van deze „kerkelijke planologie" is toegestuurd aan alle predikanten en kerkeraden van de betrokken kerken. Uit voerig beschrijft het rapport de problemen, die samen hangen met de „mentale verstedelijking" ten gevolge van de trek naar de stad, de industrialisatie en de geografische en sociale mobiliteit (in Nederland verhuizen jaarlijks 500.000 mensen naar een andere gemeente). Het rapport waarschuwt tegen het ge vaar van een zekere „sociale gebonden heid" van de kerk waarbij zij zich als het ware vereenzelvigt met een bepaal de sociale groepering. De confrontatie van kerk en samenleving in die zin, dat de verhouding zich toespitst op de situatie waarin het individuele kerklid zich met zijn dagelijkse bezigheden mid den in de wereld bevindt, is een nog verre van bereikt ideaal. Voor veler ge voel is de industriële wereld de kerk bijvoorbeeld totaal vreemd. De rappor teurs achten het dan ook dringend ge wenst, dat men zich vanuit kerk en evangelie intensief bezighoudt met de industrie. Volgens hen zal dit onder meer betekenen, dat de kerk er met een volstrekt negatief oordeel over ver schijnselen als ploegen- en zondagsar- beid niet komt: degenen die op zondag noodzakelijke arbeid verrichten verdie nen juist medeleven. In het rapport wordt gepleit voor het inschakelen van specialisten, die op al lerlei terreinen deskundig zijn en voor een coördinatie van alle kerkelijke ac tiviteiten, bijvoorbeeld in een „perma nente synode" of in een permanent or gaan van de generale synode. Op de vraag, of een nieuwe manier van gemeentevorming gewenst is, ant woordt het rapport ontkennend. De op stellers zijn geen voorstanders van zo genaamde para-parochiale gemeenten voor verschillende groepen zoals arbei ders, intellectuelen of mensen die via het evangelisatiewerk tot de kerk zijn gekomen: de geloofsgemeenschap veron derstelt 'n principiële overbrugging van alle sociale en sociaal-culturele ver schillen. Wel zal de kerk alles in het werk moeten stellen om de oorzaak van de vraag naar dit soort gemeenten weg te nemen. De rapporteurs zijn tegen een split sing van kerken die te groot worden (als het ledental bijvoorbeeld de dui- Opnieuw kunnen we enkele nieuwe kalenders aankondigen. Na de dagblok- kalender van de Nederlandse Bijbelki- oskvereniging, die we vorige maal be spraken, is er nu aanleiding iets te zeg gen over de „Open Weg-kalender", die is uitgegeven door „De Open Deur" en de genoemde vereniging. Deze veertien daagse fotokalender munt uit door fraaie foto's van bekende fotografen, die aanleiding zijn geworden tot vaak zeer geslaagde stukjes op de achterzij de. Uitgekomen is ook weer de traditi onele hervormde dagkalender, ditmaal met een mooi schild van Bert Bouman. De inhoud van het blok bevat „voor elk wat wils", en is up to date gehouden. zend overschrijdt). Ze voelen veel meer voor een decentralisatie door de vor ming van een kerkeraad voor algemene zaken en wijkkerkeraden die grote zelf standigheid krijgen. Op die manier blijft er op de punten waarop dat nodig is samenwerking bestaan tussen de wijk- gemeenten. Voor wat de gemeenschapsvorming betreft spreekt het rapport zich uit voor de groepering van de gemeen teleden rondom de functies van de kerk, dus in kringen die bepaalde ac tiviteiten (zending, bejaardenzorg) voor hun rekening nemen en in krin gen die zich op de vorming richten. Als het kringwerk goed functioneert houdt de predikant meer tijd over voor zijn zuiver pastorale arbeid. Tegenover een groeiende behoefte aan „gewone" en gespecialiseerde pre dikanten staat een geringe toeloop naar de universiteiten en theologische oplei dingsscholen. De gevolgen van deze dis crepantie tussen vraag en aanbod kun nen volgens het rapport ernstig zijn. Het is niet uitgesloten dat de kerk in de toekomst haar taak niet meer volle dig kan vervullen. Het instituut heeft berekend dat de gereformeerde kerken in 1981 op zijn minst 1591 predikanten nodig hebben. Nu zijn er 1077. Ais men uitgaat van het ideaal van één dominee per vijfhon derd (inplaats van duizend) gemeentele den, zijn er in 1981 bijna 2450 predikan ten nodig. Voor de christelijk gerefor meerde kerken geldt dat zij over een kleine twintig jaar behoefte zullen heb ben aan 192 predikanten, 86 meer dan nu. Rekening houdend met 't steeds groter wordend tekort aan predikanten zullen meer andere kerkelijke werkers in vol ledige dienst aangetrokken moeten wor den (het rapport vestigt bijvoorbeeld de aandacht op het instituut van de wi- ka's in de hervormde kerk). Deson danks blijft een grondige bezinning op de oorzaken van de dalende belangstel ling voor het predikantenambt nodig. De kern van het probleem is waar schijnlijk de veranderende positie van de dominee in de kerkelijke en wereld lijke samenleving; zijn beroep heeft in de loop der jaren een functieverlies ondergaan. Dat de kerken zich ook gaan bezig houden met de recreatie vinden de rap porteurs vooral urgent in die gemeen ten die veel toeristen trekken. Met hun WWWllllillHWlwlliiywiiiiifyiiwiiiiyyiiiiiiiiyMuiiMiyMUMM» aanwezigheid zal rekening gehouden moeten worden. Het rapport ziet hier een taak voor de kerken gezamenlijk. Van alle 805 gereformeerde kerken hebben er ongeveer zeshonderd minder dan duizend leden. In verband met het vraagstuk van de „leeglopende" kerken op het platteland noemt het rapport het een zwakheid van de bestaande kerke lijke organisatie, dat bovengemeentelij- ke herzieningen (samenvoegen van twee of meer gemeenten, een verande ring van de kerkelijke grenzen of een combinatie van bepaalde onderdelen van de kerkelijke arbeid) slechts sporadisch voorkomen. Zeer belangrijk is het opvangen van kerkleden die zich in een andere ge meente vestigen. Elk jaar vertrekken enkele honderden personen zonder een attestatie en het merendeel maakt van de verhuizing vermoedelijk gebruik om zich geruisloos aan de kerk te onttrek ken. Voor het opgang brengen van het kerkelijk leven in nieuwe wijken sug gereert het rapport onder meer de be noeming van een predikant, die speciaal wordt belast met dit werk (analoog aan de rooms-katholieke bouwpastoor). De groei van de gereformeerde ker ken is in het recente verleden achter gebleven bij die van de bevolking. De voornaamste oorzaak daarvan was de emigratie: uit de gereformeerde kerken emigreerden relatief viermaal zoveel mensen als uit de bevolking in het algemeen. De laatste tijd groeien de gerefor meerden in aantal echter iets sterker dan de totale bevolking. Zo weré de al gemene bevolkingsgroei vorig jaar op 1.28 pet. berekend en die van de ge reformeerde kerken op 1,58 percent. Het geboortecijfer ligt bij de gereformeer den iets boven het Nederlandse gemid delde, maar de daling ervan loopt pa rallel met die van het algemene ge boortecijfer. Zeer merkwaardig is, dat bij het on derzoek bleek dat het sterftecijfer in de gereformeerde kerken (6,5 promille) de afgelopen tien jaar regelmatig lager was dan dat van de totale bevolking (7,6 promille). Waarschijnlijk houdt dit verband met een van de Nederlandse bevolking afwijkende leeftijdsopbouw en sociale samenstelling („gezondere" beroepen en woonplaatsen). Volgens de laatste volkstelling was 6.6 percent van de Nederlanders gere formeerd, terwijl 0,55 percent tot de christelijk gereformeerde kerken en eveneens 0,55 percent tot de gerefor meerde gemeenten behoorde. De ver wachting is, dat het percentage voor de gereformeerden in 1981 gestegen zal zijn tot 6,95 en dat voor de christelijk gereformeerden tot 0,56, terwijl het aandeel van de gereformeerde gemeen ten waarschijnlijk gelijk blijft. Uit de door het instituut verzamel de gegevens blijkt, dat verschillende beroepsgroepen een voorkeur hebben voor een bepaalde kerk. Zo is 40,2 percent van de gereformeerde arbei der maar van de totale Nederlandse beroepsbevolking maken de arbeider: 49,9 percent uit. In de „overige" ge reformeerde kerken ligt het percen tage juist hoger, namelijk op 50,8. Onder de beroepsgroep „bedrijfs- hoofd" valt in de gereformeerde ker ken 23,3 percent van de leden, in de „overige" gereformeerde kerken 26,6 percent en in heel Nederland 19,2 percent. Voor de groep „vrije beroe pen plus employé's" zijn de percenta ges respectievelijk 36,5, 22,6 en 30,9. Het rapport zal door het bureau kerkopbouw, dat adviezen uitbrengt aan de plaatselijke gemeenten, als basismateriaal worden gebruikt. Het wordt ook een studieobjectin Kam pen gaat een groep studenten zich er een jaar mee bezighouden, er wordt een jeugdconferentie aan gewijd en het zal ook worden bestudeerd door werkgroepen van predikanten in het gereformeerd evangelisatiecentrum in Baarn. lil Kerken in de steeds meer ontvolkte oude binnensteden hebben hun functie verloren. In het orgaan van de „Bond zonder Naam", het „Blad zonder Naam" staat een rubriek onder het motto „Bureau van Goede Raad". In een van de laat ste nummers staan een vraag en een antwoord onder het kopje „Rare godsdienstleer", die duidelijk aan tonen, dat de snelle ontwikkeling in de r.-k. kerk voor vele gelovigen haast of helemaal niet te volgen is. Mysterieuze eenheid Speciaal oudere mensen vinden het moeilijk de zaak bij te benen en een treffende uitspraak in dit opzicht is: „We weten tegenwoordig niet meer wat we nog moeten biechten". Zo luidden vraag en antwoord nr. 2061: In de godsdienstoefening voor de schooljeugd van de anglicaanse kerk te Ndola (Zambia) waarin de hele mis op pop-muziek zal worden gezongen, zal dit jaar ook een beat-versie van het Onze Vader ten gehore worden ge bracht. De eerwaarde heer John Brooks heeft een boodschap tot zijn parochianen ge richt, waarin hij te kennen gaf dat de kerk moet experimenteren met haar vormen van eredienst. ,,In de eerstvolgende dienst voor de schooljeugd op 6 december zullen we dat op grote schaal doen", aldus de eerwaarde Brooks. Ter toelichting merkte hij op dat de diensten voor de schooljeugd de laatste tijd niet goed werden bezocht en hij gaf als zijn mening te kennen dat de „eerste pop-mis" van Zambia, die de plaats zal innemen van een mis met de traditionele muziek, het jongvolk wel naar de dienst zal lokken. In de moderne versie van de avond maalsviering zullen elektrische gitaren en andere „beat" instrumenten worden gebruikt voor de begeleiding van een speciaal opgeleid koor en ter aanvul ling van het traditionele orgel. „Ik heb de pop-mis zelf doorgespeeld en ik was verrast en verrukt. De me lodieën zijn mooi en, ofschoon modem, eerbiedig", aldus de predikant. Onlangs is de Amerikaanse pinkster evangelist Oral Roberts in ons land geweest. In „Stromen van Kracht" wordt een verslag gegeven van zijn be zoek en een treffend detail uit dat ver slag was wel „Rustig zet hij zijn bril op wanneer hij uit zijn bijbel iets voor leest, onder het grapje: „Een groot vader mag zich dit wel permitteren." In „De Christen", weekblad van de Unie van Baptistengemeenten, haakt ds. J. van Dam op deze zin in: We vonden dit een opmerkelijke uit spraak. Toen we 't lazen dachten we even aan een andere pinkster-evange list, de Duitser Herman Zaiss (nu al weer enkele jaren geleden verongelukt bij een auto-ongeval) die in 1952 bij een dergelijke campagne in Nederland zei: Op de neus van Zaiss zal nooit een bril komen Voor Zaiss was een bril, be wijs van oogzwakte, teken van onge loof! Oral Roberts daarentegen zei: „Een grootvader mag zich wel een bril per mitteren." Nu, van ons mag het. Hij mag zelfs een kunstgebit hebben en een gehoor apparaat, steunzolen, elastieken kousen en al die andere dingen die men heeft uitgevonden om een zwakker wordend lichaam op een of andere wijze te ondersteunen en te helpen. En van God mag het ook, dachten we. Sommigen zullen menen, dat we bezig zijn te spotten. Niets is minder waar. We signaleren deze uitspraak van een vooraanstaande pinksterleider met dankbaarheid. Zo ook deze: „De aarde is des Heren en de medicijnen die zij voortbrengt, zijn door God geschonken." Voor velen die onder het beslag van de rechtlijnige verkondiging van sommige pinksterevangelisten zijn gekomen en sindsdien gezondheid moesten simu lerenen zich vertwijfeld pijnigden met de vraag of ze wel werkelijk ge loven, betekenen deze uitspraken op zijn minst verademing. Wij stellen met voldoening vast, dat tenzij de komst van de Roberts naar Nederland een vergissing bleek te zijn (en dat geloven we voorshands niet) de leiding van de Nederlandse pinkster beweging bezig is zich te bevrijden van een extremisme, dat deze vleugel van dopers christendom ontsierde en on aanvaardbaar deed zijn. Dat dit proces van matiging overigens nog niet door iedere pinksterchristen wordt toege juicht blijkt uit hetzelfde verslag in Kracht van Omhoog, waarin de (ano nieme) verslaggever opmerkt: „Wij kun nen begrijpen dat vele pinkstermensen het met deze opvattingen niet eens zijn. Bij het stellen van de vragen bleek dit duidelijk." Intussen slaan we met belangstelling de ontwikkeling gade in deze beweging, waarmee we ons als dopers verwant weten." In alle provincies van ons land krij gen de gereformeerde kerken speciale voorlichting over de nieuwere ontwik kelingen in de rooms-katholieke kerk. Dit gebeurt in een reeks provinciale conferentiedagen, die georganiseerd zijn onder auspiciën van het deputaatschap „Reformatie-Rome" van de generale synode der gereformeerde kerken. Bij zondere aandacht wordt daarbij gewijd aan het concilie in Rome. De nationale vrouwenraad heeft een adres gezonden aan de generale synode van de Nederlandse hervormde kerk. Hierin verzoekt de raad (die 52 vrou wenorganisaties omvat) de synode met klem, de volledige openstelling van het ambt van predikant voor de vrouw nog eens onder ogen zien. In de brief wordt onder meer gezegd, dat de vrouw nu toch op alle terreinen haar gelijkwaar digheid aan de man wel heeft bewezen en dat openstelling van 't predikanten ambt voor haar de positie van de kerk in de huidige geseculariseerde wereld zal versterken. Zeereerwaarde pater, Naar aanleiding van de brief „Moe derzorg" wilde ik u ook schrijven. Tegenwoordig hoor je zeggen, dat de kinderen op de scholen zulke rare gods dienstleer krijgen. Bijvoorbeeld Adam en Eva hebben nooit bestaan, Veronica heeft ook nooit bestaan, Jezus heeft geen kruis maar een balk gedragen, enzovoort. Ik houd mijn hart vast, dat ze het geloof en vertrouwen uit de harten van onze kinderen rukken met al die onzin en de kinderen gaan twijfelen en denken: dan is het zeker ook niet waar, dat Jezus in het H. Sacrament tegenwoordig is. Als het waar was, dat Adam en Eva niet hebben bestaan, waar komt dan de erfzonde vandaan? Dan heeft het Doopsel ook afgedaan. Ik wil hier nu niet verder op ingaan. Ik blijf bij mijn geloof wat ik altijd geleerd heb en waarbij ik me gelukkig voel. Ik schrijf het u alleen maar in de hoop, dat u er iets aan kunt doen, dat ze de jeugd niet bederven. Na beleefde groeten met de meeste hoogachting, Mevr. H. te B. Antwoord: In alle oprechtheid kan ik u volkomen geruststellen. Ik ben er namelijk van overtuigd, dat de jeugd niet wordt bedorven, althans niet door de moderne godsdienstleer. Daarnaast is er nog een geruststel ling. U kunt „alles vasthouden zoals u het hebt geleerd en waarbij u zich gelukkig voelt". Het staat iedereen namelijk volkomen vrij te geloven, dat Christus een kruis gedragen heeft. Hij mag ook aannemen, dat het een balk is geweest. De geschiedvorser kan mis schien uitmaken, wie er gelijk heeft. Het gelóóf blijft hierdoor onaangetast. Hoofdzaak is, dat Christus voor ons is gestorven (al of niet aan een balk of kruis!). En zo is het ook gesteld met die andere kwesties. Als wij ge loven, dat God de wereld uit het niet heeft geschapen, dan zijn we verder vrij ons van de wijze waarop God dit deed een voorstelling te maken. Een andere kwestie is, of wij er verstandig aan doen ons vast te houden aan de oude vertrouwde voorstelling als recenter geschiedvorsingen aan het licht brengen, dat het zeer waarschijn lijk anders is geweest. Maar nogmaals, het geloof verplicht niemand een be paalde voorstelling van de bijkomstige verschijnselen en gebeurtenissen als de enig juiste te aanvaarden. Het zijn vrije kwesties die aan het geloof niets éf of toé doen. De kwestie van Veronica bijvoor beeld. U zult er niets over in de Heilige Schrift vinden. Zeer waarschijnlijk is het dus alleen maar een stichtelijk ver haal, in de loop van de eeuwen ont staan uit de liefde van de mensen voor de lijdende Christus. U mag gerust aannemen, dat het werkelijk zó ge beurd is. Maar u zult begrijpen, dat nu de mensen over het algemeen meer in de gelegenheid zijn zich te ontwik kelen en daardoor wat nuchterder en zakelijker zijn ingesteld, de geloofs verkondiging zich daarbij aanpast en in een ik zou bijna zeggen vol- wassener vorm zich uit. Dat gebeurt ook op ander gebied. Als wij onze kleuters willen leren voorzichtig te zijn en op straat maar niet met iedereen mee te lopen, dan vertellen wij hun het verhaal van roodkapje en de boze wolf. Later, als de kinderen wat groter geworden zijn, dan hebben ze nog onze waarschuwing nodig, maar dan doen we dat op een „meer volwassen" wijze, aangepast aan de kinderen, die intus sen ook meer volwassen zijn gewor den. Hopelijk hebben wij u in deze wat gerust gestel^. En mocht dit niet het geval zijn en bent u het niet met ons eens, dan vertrouwen wij er op, dat u ons dit laat weten. Rondom het Veerse Meer is thans een Kerkelijk Recreatieschap opgericht door, hervormde en gereformeerde kerkeraden van de eilanden Noord en Zuid Beveland en Walcheren. Volgend jaar wil men reeds beginnen met kerkdiensten of samenkomsten voor de duizenden mensen, die in vakantietijd en weekende ontspanning zoeken op en rondom het Veerse Meer, dat een der belangrijkste recreatiegebieden van Nederland wordt. Men denkt o.a. aan de aankoop van een motorboot voor de dagelijkse praktijk van het kerkelijke werk. Een werkcomité is gevormd tij dens een vergadering van hervormde en gereformeerde predikanten en ker- keraadsleden. Tijdens deze vergadering spraken de directeuren van het maat schappelijk werk der kerken in Zeeland en werd de film „En de zee was niet meer" van Bert Haanstra vertoond. MARIE KILLILEA: „Veel liefs van Karen" (J. H. Gottmer). Karen is een spastisch meisje. Met oneindig geduld, verstandige liefde, humor en een hart verwarmend godsvertrouwen slagen haar ouders erin haar te doen opgroeien tot een zelfstandige jonge vrouw, die haar handicap moedig draagt en voor een belangrijk deel weet te overwinnen. Haar moeder, Marie Killilea, schreef daarover destijds een boek, „Karen". Dat werd een bestseller. Waarschijn lijk, omdat het getuigde van een stille dapperheid en de voortdurende strijd die in een goed gezin jaar-in-jaar-uit werd gevoerd om een hulpbehoevend meisje een overwinning te doen behalen op zichzelf en op het leven. In het nieuwe boek volgen wij Karen op haar moeilijke weg naar de volwas senheid. Leed wordt haar niet bespaard. Maar haar ouders, broers en zusters en vooral zijzelf slagen erin al de moei lijkheden te boven te komen. Maria Killilea bezit de gave over haar spas tische dochter Karen te schrijven met objectieve liefde. Zij geeft het meisje de plaats die haar toekomt in haar ge zin, zonder sentimentaliteit. De waar heid in deze roman van een voortref felijk gezin is daardoor veel wonder baarlijker dan welk verdichtsel ook. Jammer, dat de vertaling van F. van Oldenburg Ermke niet vlekkeloos is. Het Doopsgezind Weekblad signaleert een lezing, die de doopsgezinde predi kant dr. S. S. Smeding op een gemeen te-avond in Franeker heeft gehouden over het „antepedium". Dit is een ge kleurde lap stof of een kleedje (paars, wit, groen, rood of zwart), afhangende van de lezenaar, waarop de bijbel ligt, naar de gemeente toe. De kleuren wis selen met de tijd van het kerkelijk jaar. Op de doek of het kleedje staat een passend en sprekend christelijk symbool. In Franeker is men door de voor dracht die werd toegelicht door een twintigtal schetsmodellen overtuigd van het nut hiervan en de Franeker zusterkring heeft besloten de antepe- diums te gaan maken. De Amerikaanse bijbelsociëteit heeft opnamen van één minuut gemaakt van het voorlezen door een zes jaar oude jongen van delen uit „De juiste tijd", een nieuwe vertaling van het Marcus- evangelie in eenvoudig Engels. De op namen zijn door radiostations enthousi ast begroet, en er is al voor gezorgd, dat de uitzendingen van deze voor drachten zullen samenvallen met de verschijning van de vertaling op de markt. Het fonds Eksteen-Cort Heyligers, een der fondsen voor liefdadigheid van de Orde van Vrijmetselaren onder het Grootoosten der Nederlanden, heeft in 1964 een totaal van 9.500,— aan giften uitgekeerd. Tot de gebeneficiëerde in stellingen behoorden onder meer de Voogdij vereniging „Kinderhulp", Stich ting Vreugd voor gebrekkige Jeugd, Bond ter bevordering van de belangen van Spastici, Koninklijke Noord en Zuidhollandse Redding Mij, Landelijke stichting voor de Thuislozenzorg en Stichting Kinderdagverblijven. Op de conferentie die gehouden is door lutherse kerken in Azië heeft men drie voorwaarden vastgesteld die ver vuld moesten worden, wil men tot een heid komen met andere kerken: 1. Aanvaarding van de bijbel als Gods woord en als enige bron en norm voor leer en handelen van de kerk. 2. Aanvaarding van de oecumenische belijdenissen (zoals Apostolicum en Ni- caenum). 3. Aanvaarding van de wezenlijke stukken van de lutherse belijdenisge schriften. (Ev. Luthers Weekblad) Lutherse eenheid in India Vijf lutherse kerken in Noord-India zullen zich aaneensluiten tot één kerk met ruim 300.000 leden. Pas nadat deze eenheid tot stand gekomen is wil men eenwording met niet-lutherse kerken in overweging nemen. (Ev. Luthers Weekblad) Mejuffrouw L. H. A. M. Bonke (zus ter Maria Josephina), overste van de zusters Auxiliatricen van de zielen van het vagevuur, is benoemd tot ridder in de orde van Oranje-Nassau.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1964 | | pagina 14