Gereformeerden en hun toekomst
Kalenders
„Rare godsdienstleer"
Oral Roberts en zijn bril
Ether-bi jbe
KORT NIEUWS
Rapport over struktuurverandering
Boeken over het
geestelijk leven
Antepedium
DE OPEN WEG KALENDER
k
ZATERDAG 21 NOVEMBER 1964
Erbij
Kringwerk
1591 predikanten
Recreatie
- JïJK f
Geluidloos eclipseren
Emigratie
Beroepsgroepen
Beat-Onze Vader
Gereformeerden
en Rome
Vrouwen en het ambt
Recreatieschap
Vrijmetselaren
Het gereformeerd sociologisch instituut heeft een om
vangrijk, uit drie delen bestaand rapport uitgebracht over
de structuurveranderingen in Nederland en hun consequen
ties voor het kerkelijk leven. Bij deze studie is samen
gewerkt door de gereformeerde kerken (803.792 leden), de
christelijk-gereformeerde kerken en de gereformeerde ge
meenten (elk 65.000 leden). Een populaire samenvatting
van deze „kerkelijke planologie" is toegestuurd aan alle
predikanten en kerkeraden van de betrokken kerken. Uit
voerig beschrijft het rapport de problemen, die samen
hangen met de „mentale verstedelijking" ten gevolge van
de trek naar de stad, de industrialisatie en de geografische
en sociale mobiliteit (in Nederland verhuizen jaarlijks
500.000 mensen naar een andere gemeente).
Het rapport waarschuwt tegen het ge
vaar van een zekere „sociale gebonden
heid" van de kerk waarbij zij zich als
het ware vereenzelvigt met een bepaal
de sociale groepering. De confrontatie
van kerk en samenleving in die zin,
dat de verhouding zich toespitst op de
situatie waarin het individuele kerklid
zich met zijn dagelijkse bezigheden mid
den in de wereld bevindt, is een nog
verre van bereikt ideaal. Voor veler ge
voel is de industriële wereld de kerk
bijvoorbeeld totaal vreemd. De rappor
teurs achten het dan ook dringend ge
wenst, dat men zich vanuit kerk en
evangelie intensief bezighoudt met de
industrie. Volgens hen zal dit onder
meer betekenen, dat de kerk er met
een volstrekt negatief oordeel over ver
schijnselen als ploegen- en zondagsar-
beid niet komt: degenen die op zondag
noodzakelijke arbeid verrichten verdie
nen juist medeleven.
In het rapport wordt gepleit voor het
inschakelen van specialisten, die op al
lerlei terreinen deskundig zijn en voor
een coördinatie van alle kerkelijke ac
tiviteiten, bijvoorbeeld in een „perma
nente synode" of in een permanent or
gaan van de generale synode.
Op de vraag, of een nieuwe manier
van gemeentevorming gewenst is, ant
woordt het rapport ontkennend. De op
stellers zijn geen voorstanders van zo
genaamde para-parochiale gemeenten
voor verschillende groepen zoals arbei
ders, intellectuelen of mensen die via
het evangelisatiewerk tot de kerk zijn
gekomen: de geloofsgemeenschap veron
derstelt 'n principiële overbrugging van
alle sociale en sociaal-culturele ver
schillen. Wel zal de kerk alles in het
werk moeten stellen om de oorzaak
van de vraag naar dit soort gemeenten
weg te nemen.
De rapporteurs zijn tegen een split
sing van kerken die te groot worden
(als het ledental bijvoorbeeld de dui-
Opnieuw kunnen we enkele nieuwe
kalenders aankondigen. Na de dagblok-
kalender van de Nederlandse Bijbelki-
oskvereniging, die we vorige maal be
spraken, is er nu aanleiding iets te zeg
gen over de „Open Weg-kalender", die
is uitgegeven door „De Open Deur" en
de genoemde vereniging. Deze veertien
daagse fotokalender munt uit door
fraaie foto's van bekende fotografen,
die aanleiding zijn geworden tot vaak
zeer geslaagde stukjes op de achterzij
de. Uitgekomen is ook weer de traditi
onele hervormde dagkalender, ditmaal
met een mooi schild van Bert Bouman.
De inhoud van het blok bevat „voor elk
wat wils", en is up to date gehouden.
zend overschrijdt). Ze voelen veel meer
voor een decentralisatie door de vor
ming van een kerkeraad voor algemene
zaken en wijkkerkeraden die grote zelf
standigheid krijgen. Op die manier blijft
er op de punten waarop dat nodig is
samenwerking bestaan tussen de wijk-
gemeenten.
Voor wat de gemeenschapsvorming
betreft spreekt het rapport zich uit
voor de groepering van de gemeen
teleden rondom de functies van de
kerk, dus in kringen die bepaalde ac
tiviteiten (zending, bejaardenzorg)
voor hun rekening nemen en in krin
gen die zich op de vorming richten.
Als het kringwerk goed functioneert
houdt de predikant meer tijd over
voor zijn zuiver pastorale arbeid.
Tegenover een groeiende behoefte
aan „gewone" en gespecialiseerde pre
dikanten staat een geringe toeloop naar
de universiteiten en theologische oplei
dingsscholen. De gevolgen van deze dis
crepantie tussen vraag en aanbod kun
nen volgens het rapport ernstig zijn.
Het is niet uitgesloten dat de kerk in
de toekomst haar taak niet meer volle
dig kan vervullen.
Het instituut heeft berekend dat de
gereformeerde kerken in 1981 op zijn
minst 1591 predikanten nodig hebben.
Nu zijn er 1077. Ais men uitgaat van
het ideaal van één dominee per vijfhon
derd (inplaats van duizend) gemeentele
den, zijn er in 1981 bijna 2450 predikan
ten nodig. Voor de christelijk gerefor
meerde kerken geldt dat zij over een
kleine twintig jaar behoefte zullen heb
ben aan 192 predikanten, 86 meer dan
nu.
Rekening houdend met 't steeds groter
wordend tekort aan predikanten zullen
meer andere kerkelijke werkers in vol
ledige dienst aangetrokken moeten wor
den (het rapport vestigt bijvoorbeeld de
aandacht op het instituut van de wi-
ka's in de hervormde kerk). Deson
danks blijft een grondige bezinning op
de oorzaken van de dalende belangstel
ling voor het predikantenambt nodig.
De kern van het probleem is waar
schijnlijk de veranderende positie van
de dominee in de kerkelijke en wereld
lijke samenleving; zijn beroep heeft in
de loop der jaren een functieverlies
ondergaan.
Dat de kerken zich ook gaan bezig
houden met de recreatie vinden de rap
porteurs vooral urgent in die gemeen
ten die veel toeristen trekken. Met hun
WWWllllillHWlwlliiywiiiiifyiiwiiiiyyiiiiiiiiyMuiiMiyMUMM»
aanwezigheid zal rekening gehouden
moeten worden. Het rapport ziet hier
een taak voor de kerken gezamenlijk.
Van alle 805 gereformeerde kerken
hebben er ongeveer zeshonderd minder
dan duizend leden. In verband met het
vraagstuk van de „leeglopende" kerken
op het platteland noemt het rapport het
een zwakheid van de bestaande kerke
lijke organisatie, dat bovengemeentelij-
ke herzieningen (samenvoegen van
twee of meer gemeenten, een verande
ring van de kerkelijke grenzen of een
combinatie van bepaalde onderdelen van
de kerkelijke arbeid) slechts sporadisch
voorkomen.
Zeer belangrijk is het opvangen van
kerkleden die zich in een andere ge
meente vestigen. Elk jaar vertrekken
enkele honderden personen zonder een
attestatie en het merendeel maakt van
de verhuizing vermoedelijk gebruik om
zich geruisloos aan de kerk te onttrek
ken. Voor het opgang brengen van het
kerkelijk leven in nieuwe wijken sug
gereert het rapport onder meer de be
noeming van een predikant, die speciaal
wordt belast met dit werk (analoog aan
de rooms-katholieke bouwpastoor).
De groei van de gereformeerde ker
ken is in het recente verleden achter
gebleven bij die van de bevolking. De
voornaamste oorzaak daarvan was de
emigratie: uit de gereformeerde kerken
emigreerden relatief viermaal zoveel
mensen als uit de bevolking in het
algemeen.
De laatste tijd groeien de gerefor
meerden in aantal echter iets sterker
dan de totale bevolking. Zo weré de al
gemene bevolkingsgroei vorig jaar op
1.28 pet. berekend en die van de ge
reformeerde kerken op 1,58 percent. Het
geboortecijfer ligt bij de gereformeer
den iets boven het Nederlandse gemid
delde, maar de daling ervan loopt pa
rallel met die van het algemene ge
boortecijfer.
Zeer merkwaardig is, dat bij het on
derzoek bleek dat het sterftecijfer in de
gereformeerde kerken (6,5 promille) de
afgelopen tien jaar regelmatig lager
was dan dat van de totale bevolking
(7,6 promille). Waarschijnlijk houdt dit
verband met een van de Nederlandse
bevolking afwijkende leeftijdsopbouw
en sociale samenstelling („gezondere"
beroepen en woonplaatsen).
Volgens de laatste volkstelling was
6.6 percent van de Nederlanders gere
formeerd, terwijl 0,55 percent tot de
christelijk gereformeerde kerken en
eveneens 0,55 percent tot de gerefor
meerde gemeenten behoorde. De ver
wachting is, dat het percentage voor de
gereformeerden in 1981 gestegen zal
zijn tot 6,95 en dat voor de christelijk
gereformeerden tot 0,56, terwijl het
aandeel van de gereformeerde gemeen
ten waarschijnlijk gelijk blijft.
Uit de door het instituut verzamel
de gegevens blijkt, dat verschillende
beroepsgroepen een voorkeur hebben
voor een bepaalde kerk. Zo is 40,2
percent van de gereformeerde arbei
der maar van de totale Nederlandse
beroepsbevolking maken de arbeider:
49,9 percent uit. In de „overige" ge
reformeerde kerken ligt het percen
tage juist hoger, namelijk op 50,8.
Onder de beroepsgroep „bedrijfs-
hoofd" valt in de gereformeerde ker
ken 23,3 percent van de leden, in de
„overige" gereformeerde kerken 26,6
percent en in heel Nederland 19,2
percent. Voor de groep „vrije beroe
pen plus employé's" zijn de percenta
ges respectievelijk 36,5, 22,6 en 30,9.
Het rapport zal door het bureau
kerkopbouw, dat adviezen uitbrengt
aan de plaatselijke gemeenten, als
basismateriaal worden gebruikt. Het
wordt ook een studieobjectin Kam
pen gaat een groep studenten zich er
een jaar mee bezighouden, er wordt
een jeugdconferentie aan gewijd en
het zal ook worden bestudeerd door
werkgroepen van predikanten in het
gereformeerd evangelisatiecentrum in
Baarn.
lil
Kerken in de steeds meer
ontvolkte oude binnensteden hebben hun
functie verloren.
In het orgaan van de „Bond zonder
Naam", het „Blad zonder Naam" staat
een rubriek onder het motto „Bureau
van Goede Raad". In een van de laat
ste nummers staan een vraag en een
antwoord onder het kopje „Rare
godsdienstleer", die duidelijk aan
tonen, dat de snelle ontwikkeling in
de r.-k. kerk voor vele gelovigen haast
of helemaal niet te volgen is.
Mysterieuze eenheid
Speciaal oudere mensen vinden het
moeilijk de zaak bij te benen en een
treffende uitspraak in dit opzicht is:
„We weten tegenwoordig niet meer
wat we nog moeten biechten".
Zo luidden vraag en antwoord nr.
2061:
In de godsdienstoefening voor de
schooljeugd van de anglicaanse kerk
te Ndola (Zambia) waarin de hele mis
op pop-muziek zal worden gezongen, zal
dit jaar ook een beat-versie van het
Onze Vader ten gehore worden ge
bracht.
De eerwaarde heer John Brooks heeft
een boodschap tot zijn parochianen ge
richt, waarin hij te kennen gaf dat de
kerk moet experimenteren met haar
vormen van eredienst.
,,In de eerstvolgende dienst voor de
schooljeugd op 6 december zullen we
dat op grote schaal doen", aldus de
eerwaarde Brooks.
Ter toelichting merkte hij op dat de
diensten voor de schooljeugd de laatste
tijd niet goed werden bezocht en hij
gaf als zijn mening te kennen dat de
„eerste pop-mis" van Zambia, die de
plaats zal innemen van een mis met
de traditionele muziek, het jongvolk wel
naar de dienst zal lokken.
In de moderne versie van de avond
maalsviering zullen elektrische gitaren
en andere „beat" instrumenten worden
gebruikt voor de begeleiding van een
speciaal opgeleid koor en ter aanvul
ling van het traditionele orgel.
„Ik heb de pop-mis zelf doorgespeeld
en ik was verrast en verrukt. De me
lodieën zijn mooi en, ofschoon modem,
eerbiedig", aldus de predikant.
Onlangs is de Amerikaanse pinkster
evangelist Oral Roberts in ons land
geweest. In „Stromen van Kracht"
wordt een verslag gegeven van zijn be
zoek en een treffend detail uit dat ver
slag was wel „Rustig zet hij zijn bril
op wanneer hij uit zijn bijbel iets voor
leest, onder het grapje: „Een groot
vader mag zich dit wel permitteren."
In „De Christen", weekblad van de
Unie van Baptistengemeenten, haakt ds.
J. van Dam op deze zin in:
We vonden dit een opmerkelijke uit
spraak. Toen we 't lazen dachten we
even aan een andere pinkster-evange
list, de Duitser Herman Zaiss (nu al
weer enkele jaren geleden verongelukt
bij een auto-ongeval) die in 1952 bij een
dergelijke campagne in Nederland zei:
Op de neus van Zaiss zal nooit een bril
komen Voor Zaiss was een bril, be
wijs van oogzwakte, teken van onge
loof!
Oral Roberts daarentegen zei: „Een
grootvader mag zich wel een bril per
mitteren."
Nu, van ons mag het. Hij mag zelfs
een kunstgebit hebben en een gehoor
apparaat, steunzolen, elastieken kousen
en al die andere dingen die men heeft
uitgevonden om een zwakker wordend
lichaam op een of andere wijze te
ondersteunen en te helpen. En van God
mag het ook, dachten we.
Sommigen zullen menen, dat we bezig
zijn te spotten. Niets is minder waar.
We signaleren deze uitspraak van een
vooraanstaande pinksterleider met
dankbaarheid. Zo ook deze: „De aarde
is des Heren en de medicijnen die zij
voortbrengt, zijn door God geschonken."
Voor velen die onder het beslag van de
rechtlijnige verkondiging van sommige
pinksterevangelisten zijn gekomen en
sindsdien gezondheid moesten simu
lerenen zich vertwijfeld pijnigden
met de vraag of ze wel werkelijk ge
loven, betekenen deze uitspraken op
zijn minst verademing.
Wij stellen met voldoening vast, dat
tenzij de komst van de Roberts naar
Nederland een vergissing bleek te zijn
(en dat geloven we voorshands niet)
de leiding van de Nederlandse pinkster
beweging bezig is zich te bevrijden van
een extremisme, dat deze vleugel van
dopers christendom ontsierde en on
aanvaardbaar deed zijn. Dat dit proces
van matiging overigens nog niet door
iedere pinksterchristen wordt toege
juicht blijkt uit hetzelfde verslag in
Kracht van Omhoog, waarin de (ano
nieme) verslaggever opmerkt: „Wij kun
nen begrijpen dat vele pinkstermensen
het met deze opvattingen niet eens zijn.
Bij het stellen van de vragen bleek dit
duidelijk."
Intussen slaan we met belangstelling
de ontwikkeling gade in deze beweging,
waarmee we ons als dopers verwant
weten."
In alle provincies van ons land krij
gen de gereformeerde kerken speciale
voorlichting over de nieuwere ontwik
kelingen in de rooms-katholieke kerk.
Dit gebeurt in een reeks provinciale
conferentiedagen, die georganiseerd zijn
onder auspiciën van het deputaatschap
„Reformatie-Rome" van de generale
synode der gereformeerde kerken. Bij
zondere aandacht wordt daarbij gewijd
aan het concilie in Rome.
De nationale vrouwenraad heeft een
adres gezonden aan de generale synode
van de Nederlandse hervormde kerk.
Hierin verzoekt de raad (die 52 vrou
wenorganisaties omvat) de synode met
klem, de volledige openstelling van het
ambt van predikant voor de vrouw nog
eens onder ogen zien. In de brief wordt
onder meer gezegd, dat de vrouw nu
toch op alle terreinen haar gelijkwaar
digheid aan de man wel heeft bewezen
en dat openstelling van 't predikanten
ambt voor haar de positie van de kerk
in de huidige geseculariseerde wereld
zal versterken.
Zeereerwaarde pater,
Naar aanleiding van de brief „Moe
derzorg" wilde ik u ook schrijven.
Tegenwoordig hoor je zeggen, dat de
kinderen op de scholen zulke rare gods
dienstleer krijgen. Bijvoorbeeld Adam
en Eva hebben nooit bestaan, Veronica
heeft ook nooit bestaan, Jezus heeft
geen kruis maar een balk gedragen,
enzovoort.
Ik houd mijn hart vast, dat ze het
geloof en vertrouwen uit de harten
van onze kinderen rukken met al die
onzin en de kinderen gaan twijfelen
en denken: dan is het zeker ook niet
waar, dat Jezus in het H. Sacrament
tegenwoordig is. Als het waar was,
dat Adam en Eva niet hebben bestaan,
waar komt dan de erfzonde vandaan?
Dan heeft het Doopsel ook afgedaan.
Ik wil hier nu niet verder op ingaan.
Ik blijf bij mijn geloof wat ik altijd
geleerd heb en waarbij ik me gelukkig
voel. Ik schrijf het u alleen maar in
de hoop, dat u er iets aan kunt doen,
dat ze de jeugd niet bederven.
Na beleefde groeten met de meeste
hoogachting,
Mevr. H. te B.
Antwoord: In alle oprechtheid
kan ik u volkomen geruststellen. Ik
ben er namelijk van overtuigd, dat de
jeugd niet wordt bedorven, althans niet
door de moderne godsdienstleer.
Daarnaast is er nog een geruststel
ling. U kunt „alles vasthouden zoals
u het hebt geleerd en waarbij u zich
gelukkig voelt". Het staat iedereen
namelijk volkomen vrij te geloven, dat
Christus een kruis gedragen heeft. Hij
mag ook aannemen, dat het een balk
is geweest. De geschiedvorser kan mis
schien uitmaken, wie er gelijk heeft.
Het gelóóf blijft hierdoor onaangetast.
Hoofdzaak is, dat Christus voor ons
is gestorven (al of niet aan een balk
of kruis!). En zo is het ook gesteld
met die andere kwesties. Als wij ge
loven, dat God de wereld uit het niet
heeft geschapen, dan zijn we verder
vrij ons van de wijze waarop God dit
deed een voorstelling te maken.
Een andere kwestie is, of wij er
verstandig aan doen ons vast te houden
aan de oude vertrouwde voorstelling
als recenter geschiedvorsingen aan het
licht brengen, dat het zeer waarschijn
lijk anders is geweest. Maar nogmaals,
het geloof verplicht niemand een be
paalde voorstelling van de bijkomstige
verschijnselen en gebeurtenissen als de
enig juiste te aanvaarden. Het zijn
vrije kwesties die aan het geloof niets
éf of toé doen.
De kwestie van Veronica bijvoor
beeld. U zult er niets over in de Heilige
Schrift vinden. Zeer waarschijnlijk is
het dus alleen maar een stichtelijk ver
haal, in de loop van de eeuwen ont
staan uit de liefde van de mensen voor
de lijdende Christus. U mag gerust
aannemen, dat het werkelijk zó ge
beurd is. Maar u zult begrijpen, dat
nu de mensen over het algemeen meer
in de gelegenheid zijn zich te ontwik
kelen en daardoor wat nuchterder en
zakelijker zijn ingesteld, de geloofs
verkondiging zich daarbij aanpast en
in een ik zou bijna zeggen vol-
wassener vorm zich uit. Dat gebeurt
ook op ander gebied. Als wij onze
kleuters willen leren voorzichtig te zijn
en op straat maar niet met iedereen
mee te lopen, dan vertellen wij hun
het verhaal van roodkapje en de boze
wolf. Later, als de kinderen wat groter
geworden zijn, dan hebben ze nog onze
waarschuwing nodig, maar dan doen
we dat op een „meer volwassen" wijze,
aangepast aan de kinderen, die intus
sen ook meer volwassen zijn gewor
den.
Hopelijk hebben wij u in deze wat
gerust gestel^. En mocht dit niet het
geval zijn en bent u het niet met ons
eens, dan vertrouwen wij er op, dat
u ons dit laat weten.
Rondom het Veerse Meer is thans
een Kerkelijk Recreatieschap opgericht
door, hervormde en gereformeerde
kerkeraden van de eilanden Noord en
Zuid Beveland en Walcheren. Volgend
jaar wil men reeds beginnen met
kerkdiensten of samenkomsten voor de
duizenden mensen, die in vakantietijd
en weekende ontspanning zoeken op en
rondom het Veerse Meer, dat een der
belangrijkste recreatiegebieden van
Nederland wordt. Men denkt o.a. aan
de aankoop van een motorboot voor de
dagelijkse praktijk van het kerkelijke
werk. Een werkcomité is gevormd tij
dens een vergadering van hervormde
en gereformeerde predikanten en ker-
keraadsleden. Tijdens deze vergadering
spraken de directeuren van het maat
schappelijk werk der kerken in Zeeland
en werd de film „En de zee was niet
meer" van Bert Haanstra vertoond.
MARIE KILLILEA: „Veel liefs van
Karen" (J. H. Gottmer). Karen is een
spastisch meisje. Met oneindig geduld,
verstandige liefde, humor en een hart
verwarmend godsvertrouwen slagen
haar ouders erin haar te doen opgroeien
tot een zelfstandige jonge vrouw, die
haar handicap moedig draagt en voor
een belangrijk deel weet te overwinnen.
Haar moeder, Marie Killilea, schreef
daarover destijds een boek, „Karen".
Dat werd een bestseller. Waarschijn
lijk, omdat het getuigde van een stille
dapperheid en de voortdurende strijd
die in een goed gezin jaar-in-jaar-uit
werd gevoerd om een hulpbehoevend
meisje een overwinning te doen behalen
op zichzelf en op het leven.
In het nieuwe boek volgen wij Karen
op haar moeilijke weg naar de volwas
senheid. Leed wordt haar niet bespaard.
Maar haar ouders, broers en zusters en
vooral zijzelf slagen erin al de moei
lijkheden te boven te komen. Maria
Killilea bezit de gave over haar spas
tische dochter Karen te schrijven met
objectieve liefde. Zij geeft het meisje
de plaats die haar toekomt in haar ge
zin, zonder sentimentaliteit. De waar
heid in deze roman van een voortref
felijk gezin is daardoor veel wonder
baarlijker dan welk verdichtsel ook.
Jammer, dat de vertaling van F. van
Oldenburg Ermke niet vlekkeloos is.
Het Doopsgezind Weekblad signaleert
een lezing, die de doopsgezinde predi
kant dr. S. S. Smeding op een gemeen
te-avond in Franeker heeft gehouden
over het „antepedium". Dit is een ge
kleurde lap stof of een kleedje (paars,
wit, groen, rood of zwart), afhangende
van de lezenaar, waarop de bijbel ligt,
naar de gemeente toe. De kleuren wis
selen met de tijd van het kerkelijk
jaar. Op de doek of het kleedje staat
een passend en sprekend christelijk
symbool.
In Franeker is men door de voor
dracht die werd toegelicht door een
twintigtal schetsmodellen overtuigd
van het nut hiervan en de Franeker
zusterkring heeft besloten de antepe-
diums te gaan maken.
De Amerikaanse bijbelsociëteit heeft
opnamen van één minuut gemaakt van
het voorlezen door een zes jaar oude
jongen van delen uit „De juiste tijd",
een nieuwe vertaling van het Marcus-
evangelie in eenvoudig Engels. De op
namen zijn door radiostations enthousi
ast begroet, en er is al voor gezorgd,
dat de uitzendingen van deze voor
drachten zullen samenvallen met de
verschijning van de vertaling op de
markt.
Het fonds Eksteen-Cort Heyligers,
een der fondsen voor liefdadigheid van
de Orde van Vrijmetselaren onder het
Grootoosten der Nederlanden, heeft in
1964 een totaal van 9.500,— aan giften
uitgekeerd. Tot de gebeneficiëerde in
stellingen behoorden onder meer de
Voogdij vereniging „Kinderhulp", Stich
ting Vreugd voor gebrekkige Jeugd,
Bond ter bevordering van de belangen
van Spastici, Koninklijke Noord en
Zuidhollandse Redding Mij, Landelijke
stichting voor de Thuislozenzorg en
Stichting Kinderdagverblijven.
Op de conferentie die gehouden is
door lutherse kerken in Azië heeft men
drie voorwaarden vastgesteld die ver
vuld moesten worden, wil men tot een
heid komen met andere kerken:
1. Aanvaarding van de bijbel als Gods
woord en als enige bron en norm voor
leer en handelen van de kerk.
2. Aanvaarding van de oecumenische
belijdenissen (zoals Apostolicum en Ni-
caenum).
3. Aanvaarding van de wezenlijke
stukken van de lutherse belijdenisge
schriften.
(Ev. Luthers Weekblad)
Lutherse eenheid in India
Vijf lutherse kerken in Noord-India
zullen zich aaneensluiten tot één kerk
met ruim 300.000 leden. Pas nadat deze
eenheid tot stand gekomen is wil men
eenwording met niet-lutherse kerken
in overweging nemen.
(Ev. Luthers Weekblad)
Mejuffrouw L. H. A. M. Bonke (zus
ter Maria Josephina), overste van de
zusters Auxiliatricen van de zielen van
het vagevuur, is benoemd tot ridder in
de orde van Oranje-Nassau.