FILATELIE
i mmm m:
Hl tui
„Ik ben blij dat ïk niet
meer op het scherm kom
Bridge
"'"""■w"
Ü1
1
mi
m fi a til
Gebundelde novellen
van Hubert Lampo
ZATERDAG 21 NOVEMBER 1964
Erbij
PAGINA NEGEN
m wat. 'mm, 'mm.
if 8
■Mm, mm W.
JL
m WÊ Wb
B. Dukel
m_
Mr. Ed. Spanjaard
91
JAN WILLEM HOF5TRA:
Publiek niet
onderschatten
Vervolg van pagina drie
C. J. E. Dinaux
Voorlopig geen boeken
schrijven
Operazanger
Dualistisch karakter
NEDERLAND. Met ingang van 1 janu
ari 1965 worden de volgende in 1963 uit
gegeven postzegels ongeldig en voor de
frankering waardeloos: a. anti-honger-
serie (12 en 30 cent), b. zomerserie
(4, 6, 8, 12 en 30 cent), c. eeuwfeest eer
ste internationale postale bijeenkomst
te Parijs (30 cent), d. Rode Kruisserie
(4, 6, 8, 12 en 30 cent), e. Europa (12 en
30 cent) en f. kinderserie (4, 6, 8, 12 en
30 cent).
MONACO. Ter nagedachtenis van
president Kennedy zal binnenkort een
postzegel van 0.50 fr. worden uitgegeven.
De zegel vertoont rechts zijn portret
en links een deel van de wereldbol, een
sterrenhemel en een raket. (Afbeelding)
ISRAËL. Behalve de in onze vorige
rubriek gemelde zegel voor de nationale
postzegel tentoonstelling TABAI zal op
30 november ook een souvenirvelletje
verschijnen, dat deze zegel bevat. De
verkoopprijs van het velletje bedraagt
I Isr. pond.
UMM AL QUIWAIN (ARABIË). Het
derde deel van de eigen serie frankeer
zegels is in omloop gebracht (zie de
rubrieken van 26 september en 17 okto
ber 1964). De waarden zijn: 1.50, 3 en
10 r. Op de zegels komen verschillende
dieren en het portret van de sjeik voor.
mwwwmmwwwvw
ZWITSERLAND. Op 27 november
zal de jaarlijkse Pro Juventute-serie
worden uitgegeven. De 5 5 rp. ver
toont een meisjesportret naar een schil
derij van Albert Anker (afbeelding);
met de overige vier waarden wordt de
in 1958 begonnen reeks „Weide- en
tuinbloemen" voortgezet: 10 10 rp.
gele narcis, 20 10 rp. roos, 30 10
rp. rode klaver en 50 10 rp witte
waterlelie.
GUINEA. De Afrikaanse republiek
Guinea heeft een serie van vier zegels,
30, 40, 50 en 75 fr., het licht doen zien
ter gelegenheid van de Wereldtentoon
stelling te New York. De zegels laten
het paviljoen van Guinea zien. Twee
souvenirvelletjes, 100 en 200 fr., zijn
eveneens verschenen.
FIDZJI-EILANDEN. De 25ste ver
jaardag van de eerste luchtpostdienst
tussen de Fidzji-eilanden en Tonga is
herdacht met een serie van drie waar
den. Het zijn een 3 d., 6 d. en 1 sh. De
zegels brengen een De Havilland-vlieg-
boot in beeld; op de 1 sh. ziet men
bovendien een kaart van de Fidzji- en
Tonga (Vriendschaps)-eilanden.
MONACO. Eind november zal een
Olympische serie van vijf waarden
verkrijgbaar worden gesteld: 0.01 fr.
gewichtheffen, 0.02 fr. judo, 0.03 fr.
polsstokhoogspringen, 0.04 fr. boog
schieten en 5 fr. bobsleeën.
ZAMBIA. Een serie van veertien
frankeerzegels, lopende van Vi d. tot en
met 1 pond, is in roulatie gebracht. De
voorstellingen hebben betrekking op het
economische leven van het pas onaf
hankelijk geworden Noord-Rhodesië.
(Afbeelding: Visserij)
FRANKRIJK. Op 14 december zullen
de jaarlijkse Rode-Kruis postzegels in
omloop worden gebracht. De 0.20 0.10
fr. zwart en rood) toont het portret
van Jean Nicolas Corsivart (17551821),
hoogleraar te Parijs en lijfarts van
Napoleon en de 0.25 0.10 fr. (zwart en
rood) dat van Dominique Larrey (1766
1842), de beroemdste militaire arts van
zijn tijd.
EGYPTE. Ter gelegenheid van de
Olympische Spelen te Tokio is een serie
van vier zegels uitgekomen, die gewijd
zijn aan de Faraonische Spelen. De 5 en
10 mills vertonen atletische oefeningen
(afbeelding), die in het oude Egypte
werden beoefend, de 35 mills brengt
worstelen in beeld en de 50 mills
Amon in zijn wagen die met pijl en
boog op leeuwen schiet.
AIRBORNE.
Eén van de populaire wedstrijden waar
mee jaarlijks in september het bridge-
seizoen wordt geopend, is de Airborne-
drive te Arnhem. Dit jaar werd de wed
strijd voor de 19e maal gehouden en vele
bridigeliefhebbers gaven weer blijk van
hun belangsteling voor een evenement, dat
als weinig andere de herinnering levend
houdt aan de heldhaftigheid en de grote
offers die Arnhem in 1944 aanschouwde
bij de luchtlandingen van 'n keurkorps van
onze bevrijders: de Airborne-divisie. De
Arnhemse organisatoren van dit evenement
mogen er een eer in stellen, dat zij in de
Nederlandse bridgewereld reeds lange (en
hopelijk nog zeer vele) jaren de fakkel van
een grote herinnering brandend houden.
Tijdens deze 19e Airbornedrive diende
zich een probleem aan, waar de meeste
deelnemers gieen oplossing voor zagen.
Feitelijk was het een veelzijdig vraagstuk,
waarvan ik u één der aardigste facetten
als tegenspelprobleem laat zien:
4» V 9 S
10
O B 9 7 2
H 10 9 8 3
A H 7 2
O AH83
A 7 5 2
Zuid gever, allen kwetsbaar. Ik zal u
niet lastirg vallen met de vraag waarmee
het zuidspel geopend moet worden, maar
laat ik een biedverloop geven dat vrij
redelijk is: zuid één harten - west twee
schoppen - noord vier harten - oost vier
schoppen. Op dit moment moet u als zuid
natuurlijk nog niet doubleren, vooral niet
omdat vijf harten er nog best in kan zitten
en omdat bij het tegenspel de hartenaas en
heer wellicht niet zo bijster veel waard
zijn. Dus gaat u als zuid verder met
Laten we zeggen - zuid vijf ruiten - west
vijf schoppen - noord piekert, maar fast -
oost past - en daar het u thans te gortig
geworden is, doubleert u, iedereen past
verder.
Noord komt dan uit met harten drie,
slag 1 wint u als zuid met hartenheer
(west de vier) en wat moet nu verder het
tegenspel zijn?
De normale hebzucht zou u in slaap
kunnen wiegen met de gedachte, dat het
incasseren van twee hoge ruitens (mis
schien kan noord de derde troeven, denkt
Jantje Simpel) goed bridge is. Erop tegen
is, dat het verschrikkelijk onwaarschijnlijk
is dat noord slechts vier hartens meeheeft
- en waarom is hij dan toch met zijn laag
ste, de harten drie, uitgekomen? En waar
om zou noord zélf niet met ruiten zijn be
gonnen als hij zo nodig een aftroefslag in
die (door zuid geboden) kleur dacht te
kunnen maken
Met enige moeite zou zuid op de ge
dachte kunnen komen, dat het noordspel
er misschien wel zó uitzag als het in wer
kelijkheid deed:
*754 PVB9863 O V 10 6 4 -
Als zuid nu maar in diie tweede slag dat
klaveraas op tafel legt, wordt het koek en
ei tussen NZ. Want noord gooit een rode
kaart bij, troeft de volgende klaver af,
brengt zijn partner met ruiten aan slag en
troeft nóg klavertje af: drie down - 800
punten en praktisch een topscore.
Halt, zult u zeggen - er zit zes harten
voor NZ in, waarom hebben ze die niet ge
boden? Beste lezers, ik weet slechts dat
het héél erg lastig is om in dat (onver-
liesbare) slembod terecht te komen. Pun-
tentellers zullen vaststellen, dat NZ slechts
21 punten aan hoge kaarten bezitten en dat
is voor deze tellers dan een héle handicap
om naar een manche, laat staan naar slem
te komen.
Als u zegt, dat u met uw vaste partner
die slem - ondanks al het tegenbieden -
toch had uitgeboden, verzuim dan niet
het volgende jaar aan de 20ste Airborne-
wedstrijd mee te doen. Om zulke goede
spelers zit men ook in Arnhem dringend
verlegen.
F ilarskl
Bridgevraag dezer week: West gever,
niemand kwetsbaar, viertallenwedstrijd.
Zuid heeft:
*6 9 B 8 3 O 7 4 AHVB853
Biedverloop: west één harten - noord
doublet - oost past - zuid drie klaver -
west drie ruiten - noord en oost passen -
wat moet zuid doen? En stemt u in met
zuids eerste bod van drie klaver?
tegen zijn clubgenoot W. v. d. Sluis. Het
spelverloop had een sensationeel slot kun
nen hebben indien de spelers (in tijdnood)
alles hadden doorzien.
W. v. d. Sluis, zwart: dam op 41, twee
stukken op 2 en 16.
Wit, J. Verhey: dam op 12, stukken op
15, 20, 33.
Wit aan zet. Spelverloop: 1) 12-45 2-7.
Moet wel. 2) 45x1 16-21. 3) 1-45 21-27. 4)
33-29 27-32. 5) 15-10 41-47. 6) 29-24 19-13.
7) 45-34 47-36.
Nu is het beslist een weinig voorkomend
geval, dat zwart met de volgende zet ver
loren komt te staan en dat dit door beide
spelers voor het bord niet wordt gezien.
Stand na de zevende zet van zwart:
W. v. d. SLUIS
8 wn Mm i
DOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOC
P. v. HEERDE
concc' - -,:x:cor"x^r.-*Toco
In de tiende ronde van het damtoernooi
om het persoonlijk kampioenschap van
Noord-Holland behaalde de heer H. Smit
een problematische winst op A. Grooteman.
Het was in de volgende stand.
A. GROOTEMAN
oooooccooccooooooooocooooooooooooooooooococooooocococooc
DOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOCOOOOOOOCOf
H. SMIT
Zwart: 6, 7, 8, 10, 11, 12, 13, 14, 17, 18, 19,
23, 24, 25.
Wit: 16, 26, 28, 31, 32, 33, 35, 36, 38, 39,
40, 42, 45, 49.
Wit aan zet vervolgde met 1) 49-44 10-15?
2) 28-22 17x48. 3) 39-34 48x30. 4) 33-28
23x43. 5) 44-39 43x34. 6) 40x9 13x4. 7) 35x2,
waarna wit een gewonnen eindspel over
houdt, doch door een foutje de partij nog
remise laat lopen.
Een „overmachtseindspel" had J. Verhey
Bouwmeester duizenden partijen, ken
merken, essentiële stellingen, technieken
en tal van andere belangrijke schaakzaken,
keurig op een rijtje en voor het grijpen in
zijn geordend brein.
Het is dan ook geen wonder, dat er
wederom een zeer lezenswaardig boek uit
zijn pen is gevloeid, waarin de beste pres
taties van de beste spelers der laatste
100 jaren voortreffelijk zijn geselecteerd
en met aardige anekdotes zijn verlucht.
Uit de veelheid van materiaal kozen wij
enkele relatief eenvoudige slotcombinaties,
bij het bestuderen waarvan vele lezers
zich „in het diepst van hun gedachten"
grootmeesters kunnen wanen!
Allereerst een combinatie van dr. Euwe,
de enige wereldkampioen, die Nederland
ooit bezat.
Zwart: DR. EUWE (aan zet)
OOOOCXDOCOOOOOOOOOOOOOOOOCXXDOCXDOOOOOCXXXDOOOOOOO
BK
8
X
^8
OOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOO"
J. VERHEY
Zwart: dam op 36, stuk op 38.
Wit: dam op 10, 20, 24; dam op 34.
8) 10-4 38-42. 9) 34-48 42-47. In de hevige
spanning vervolgde wit met 48-31 en het
was remise. Direct toonden de meesters
R. C. Keller en W. C. Beeke aan, dat 48-37
gewonnen is. Op 47-29 24x33 36-47 37-41
47x15 en 41-47.
In dezelfde ronde had ik tegen P. v.
Heerde de volgende gunstige stand.
B. DUKEL
CXXXOOOOOOOOOC)COOOC<XXXXXXX)C)OOOOOOOOOOOOOCOOOOOCOCOOCOOOC
coocoooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooc
Wit: TARTAKOWER
Deze stelling ontstond in 1948 te Venetië.
Ziet u, hoe zwart er geforceerd een einde
aan maakte?
39) Pd6-c4f! 40) b3xc4 Ge
dwongen. 40) Ta8xa4f! 41) Ka3xa4
Dd2-a2f. 42) Ka4-b4 Da2-b2f en wit gaf
het op. Na 43) Ka5 volgt Da3 mat en na
43) Kc5 wint zwart met Df2:f de dame.
Niet zo moeilijk te vinden zult ge, groot
meester in het diepst enz., zeggen. Doch
probeert u eerst maar eens een dergelijke
positie te krijgen tegen een speler van
Tartakowers kracht!
Iets lastiger is het slot van no II
Zwart: SPASSKI
OOOOOOOOOOC :/OOOOOCOf aC<-oc<xxxxxcoooooooooooocoo
- 'fy?77Zv.
xx3^^oooooocxxxxxx3<xxx)^^ooc)OC)<^^^)ooooo^^TOboooooot
Zwart: 7, 10, 12, 13, 15, 17, 18, 19, 36.
Wit: 16, 21, 26, 29, 30, 42, 43, 45, 47.
Wit aan zet verlobr door 45-40 te spelen.
Er volgde 18-23 en 10-14 met 15x44. Het
onderzoek stelde vast, dat zwart winnend
voordeel behaalt.
Voor partij spelers en liefhebbers van de
problematiek heeft Derk Vuurboom een
stelling gecreëerd van bijzondere schoon
heid. Het is in de volgende stelling.
ooooooooocxxoooooooooooooooooooooooooooooooooc
Wit: PANNO (aan zet)
Er volgde 28) Pd3xe5! Veel sterker
dan het voor de hand liggende 28) Tg7:f,
dat de meeste volgelingen van Kloos zou
den hebben gespeeld. Na 28) Kh8 staat
de witte dame in en krijgt zwart allerlei
tegenkansen. De tekstzet maakt het in
grijpen van Db2 langs de lange diagonaal
mogelijk, hetgeen op fraaie wijze beslist.
28) f6xe5. 29) Rg2xe4 Rg6xe4. 30)
Tb7xg7t Nu is dit wel zeer sterk.
30 )Kg8-h8. 31) Tg7xh7f!Dit ver
rassende offer is mogelijk dank zij de zo
juist gememoreerde diagonale werking van
Db2. Zie 31) - Rh7:. 32) De5:f en mat.
31 )Kh8-g8. 32) Th7-h8!Hetzelfde
in het groen. Na Kh8: wint 33) De5: on
middellijk. Een fraaie afwikkeling.
Tenslotte nog een combinatie van de
tegenwoordig zo populaire Deen Larsen,
bekend om zijn bizarre en originele con
cepties. Dat deze behoren bij de „aard van
het beestje", moge worden geïllustreerd
met een partij fragment, daterend van acht
jaar geleden, toen Larsen pas 21 was.
Zwart: LARSEN
DOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOI
Zwart: 1, 9, 13, 14, 18, 19.
Wit: 17, 25, 26, 28, 30, 31.
Wit speelt en wint door het volgende
partijsspel: 1) 17-11 18-23 of? 2) 30-24 23x32
of? 3) 11-7 1x12. Op 19x30 25x34 1x12 31-27
met de slag naar 10 met winst. 4) 31-27
32x21. 5) 26x8 19x30. 6) 8x10 en nu is de
twee-om-twee-stand steeds verloren. Op
9-14 25x34 14x5 en nu niet 34-30 maar
34-29 5-10 en 29-23 wint.
Onze auteur uit Glanerbrug onze op
rechte bewondering voor zoveel schoons
in een contactloze partij stelling.
Oplossingen en correspondentie te zen
den aan het adres van de damredacteur
B. Dukel, Wijk aan Zeeërweg 125, IJmuiden.
TOPPRESTATIES VAN VIJFTIG
GROTE MEESTERS
„Wie volledig beseft hoe ver hij nog van
de grote meesters verwijderd staat is op
weg om een goede schaker te worden".
Ziehier de eerste regel van het Prisma
schaakboek 5, dat eindigt met: „het schaak
spel telt miljoenen vurige aanhangers en
allen zijn zij in hun beste ogenblikken
grootmeesters! Zoals de grote Tachtiger,
Willem Kloos, in het diepst van hun ge
dachten.
Deze citaten zijn typerend voor de leven
dige stijl, waarin Bouwmeesters vijfde
prisma, getiteld „Topprestaties van vijftig
grote meesters", is geschreven.
Daarbij komt dat de auteur beschikt over
een uitgesproken pedagogisch talent. Hij is
met dr. Euwe één van de beste zogenoemde
„rechtlijnige" denkers in de schaakwereld.
Alles wat hij schrijft is even helder en
logisch, kwalificaties welke ook voor zijn
spel gelden. Door deze eigenschappen heeft
X300000000000000000000000000000000000000000000
Wit: PORATH (aan zet)
Wit denkt, aldus Bouwmeester, met een
aftrekschaak voordeel te krijgen. Hij ver
volgt namelijk met 14) Ddl-b3, waarna het
aftrekschaak d5-d6f vernietigend lijkt. Op
Df7 ligt dan immers Rc4 gereed. Larsen
trekt zich daarvan echter niets aan en in
casseert het stuk, omdat hij over een dui
velse tussenzet beschikt welke de vijande
lijke dame over het kritieke veld c4 heen
trekt. „Een briljant staaltje, dat men meest
al slechts in de schaakproblematiek tegen
komt, in iets gewijzigde vorm als veldrui-
ming. Hier zien we eigenlijk het tegen
overgestelde", zo schrijft Bouwmeester.
Komt u op Larsens idee? 14) c5xd4!
Schijnt te verliezen. 15) d5-d6t Zie
nu 15) Df7. 16) Rc4 dc3:. 17) Rf7:t Tf7:.
18) Rc3: met voordeel voor wit.
15) Rc8-e6ü Een buitengewoon ver
rassend contra-offer, dat Rc4 uit de stel
ling haalt.
16) Db3xe6f Dc7-f7. 17) De6xf7t Tf8xf7.
18) e3xd4 Tf7-d7 en zwart won na circa
15 zetten het eindspel. Bespreking daarvan
valt buiten het bestek van dit artikel en
is ook overbodig, want het heden be
sproken boekwerk behoort in uw biblio
theek en Sinterklaas is nabij!
(Van onze radio- en televisiemedewerkster
HILVERSUM (GVD). Jan Willem Hofstra, hoofd van de afdeling drama,
hoofd van de afdeling muziek, dramaturg, maker van de wekelijkse kunst
rubriek voor de radio en spreker van alle mogelijke t.v.-teksten en dat alles bij
de KRO, bovendien schrijver van de wekelijkse rubriek „Kunstlicht" bij de
Tijd-Maasbode, zei ons: „Ik ben blij dat ik niet meer voor het scherm kom.
Je moet jonge mensen ook eens een kans geven. Ik heb zelf gemerkt, dat als
je met je gezicht regelmatig voor de t.v. verschijnt, de mensen je niet appre
ciëren om wat je zegt maar omdat je een deel van hun leven wordt. Daarom
krijg ik zoveel merkwaardige telefoontjes. Mensen, die hun puzzel niet kunnen
oplossen. Ouders met lastige kinderen, echtparen met huwelijksmoeilijkheden
ze bellen je op omdat ze denken, Hofstra weet het".
Jan Willem, zoals het kijkend en luis
terend publiek hem amicaal noemt, is
een bijzonder veelzijdig man. Bij de
K.R.O., waar hij sinds 10 jaar t.v.-me-
dewerker en sinds mensenheugenis ra
diomedewerker is, doet hij de drama
tische produkties, wijst hij de regisseurs
en de vertalers aan, kiest hij in over
leg met de dirigenten de solisten en het
repertoire van de concerten, die op het
scherm komen en stelt hij de kleine
solisten-concerten samen.
Hij leest alle. stukken en selecteert
wat voor welke groep luisteraars of
kijkers gèschikt is. „Overigens moet
men het publiek niet onderschatten,"
zegt hij, „Ik heb dikwijls meegemaakt
drager van de verantwoordelijkheid,
die zijn mens-zijn hem oplegt.
HET WERK VAN HUBERT LAMPO -
men leze er de laatste twee novellen
uit deze bundel op na, die uit de jaren
1962-1963 dateren is steeds bewuster
geworden, niet in de zin gelukkig van
het veelgeroemde „met-de-beide-benen-
op-de-grond-staan, maar van de eigen
lijke levenskern, waarop de zich in en
buiten de litteratuur voltrekkende ac
tualiteiten geen vat hebben.
In zijn reactie op het verzoek van
Herman Teirlinck om in het Nieuw
Vlaams Tijdschrift een uitspraak te
doen omtrent de mening van Harold
Nicholson dat de roman heeft uitge
diend, heeft Hubert Lampo onder meer
geschreven: „Ik vraag mij in gemoede
af, wat de hedendaagse massavoorlich
ting of het ingrijpen van de toegepaste
wetenschap aan het innerlijke wezen
van de mens, dit is ook van de roman
schrijver, zou veranderd hebben. Zolang
de essentiële problemen als daar zijn:
leven, liefde, dood, God (of Nihil) niet
door de vooruitschrijdende technocrati-
sering worden aangetast en persoon
lijk heb ik het gevoel, dat zij nooit
zullen kunnen ondermijnd worden, zo
lang er mensen geboren worden
blijft de roman zijn souvereine positie
bekleden." Wat in dit verband voor de
roman geldt is, waar het op dit levens
gevoel aankomt, ook van kracht voor
de novelle.
Lampo houdt stand. Deze bundel no
vellen, deze „Dochters van Lemurië",
wijzen, over een in zichzelf verward
tijdsbestek heen, op een mens-zijn dat
vroeg of laat zichzelf zal hervinden.
Lampo is, als prozaïst van de eerste
orde, een lichtgevend symptoom.
l uaqtsaaq aj ;obj)uoo aaeqsaq
-jaAuo ;ep uio jsjubui a;qoipaaiBM uaa
n vasM jeeui - ys sup agppfnpS uag 'srm
Itpni ap uee noq uaa.8 aa ;apoz aaaq 'sea
-uajmj peq isayy^ 'paog g.ia ;aq uapap 'ptfn
pjaaAt^ouiag ys aiap jepoz tjaaq uajnajq
apoj ap ui iqosaq agiua qfqapaouiaaA paoou
'uapaiq ;aq uaizag ';ep uaqqoaj aisnp
-una ap aip saazai op ua - z i 6 nAó
S H V l 01 H H peq pjoojq
i uep )bav 'uaddoqos aiap qfJiapaouiaaA
paoou ua pSezaS uaqqaq uajinr aup qooj
noz 7S9AV iubaa 'uadjoqag uaqqaq [aaA Saa
;aiu pinz qp noz qooj, 'uaqnz uazaiqjaA
(Sutdjoj - CrpieduaSej aap anaiq ui poq) ua;
-aeq aeAV) uba poq uaa uaSjuiuios jaA\aoq -
poq qCqapa-i uaa (om snp si aaABpj aijQ -si
uaqeur a; ^[qaqqetuag aaAB(j( jCia ua ;aiu
VS aup iep 'qfqaSoui }saq si iaq jbb]A[
•uaaniuoAB uauunsj uaqqaq ys aup loaaip
spaaa pinz noz 'paoou [jq uaiaeq ui djnq
afiaaq uiapi u, do uaSeM uaqtM. peq af^oS
iaq pjnz spy :SeBUAaSpiaq do paooAviuy
dat toneelwerken voor de „highbrow"
of wat er voor doorgaat ook bij de bre
de massa goed ontvangen worden." Of
hij nog wel tijd heeft voor schrijven?
„Neen, eigenlijk niet. Ik heb vijf ro
mans en twee toneelstukken geschreven
en daar zal het voorlopig wel bij blij
ven. Ik zou in de toekomst zo graag
eens een goede detective willen schrij
ven. Ik heb diep respect voor de men
sen, die dat werkelijk goed doen, zoall
die Engelse dames.
Ik ben b.v. een groot bewonderaar
van Majorie Elling. Maar helaas, van
het schrijven komt niets voorlopig, want
ik vertaal veel toneelstukken en boe
ken, maak bewerkingen en ben dan
ook nog jurylid van de vereniging van
amateurtoneel. Daar kom je automa
tisch in terecht als je grijze haren hebt.
Het is nu eenmaal een wijd verbreid
misverstand, dat ouderen het beter zou
den weten." „T.v.," zo mijmert hij ver
der, „is een heerlijk medium, maar het
is een bijzonder sleets vak. Het is een
vak, dat eigenlijk alleen geschikt is voor
jonge mensen. Het is emotioneel, alles
hangt op de seconde en het resultaat
is een accident. Neemt u bij voorbeeld
de t.v.-bewerking van „Oompjes droom"
van Dostojewski, die met alle figuraties
noodgedwongen in de kleine Vitusstudio
opgenomen moest worden. Ik zal u eer
lijk vertellen, we waren blij dat de
floormanager zo mager was. Een dikke
zou er niet ingepast hebben. Toch kreeg
de kijker de indruk van een immense
ruimte en daar ben ik trots op. Maar
dat neemt niet weg, dat een dergelijke
produktie veel te veel gekost heeft aan
energie en aan mankracht. Dat kunnen
alleen jonge mensen opbrengen. Soms
voel ik me dan ook in deze sfeer als
Methusalem."
Jan Willem Hofstra is eigenlijk van
huis uit operazanger. Hij kreeg zijn mu
zikale opleiding o.a. bij Cornelie van
Zanten, lerares van Jo Vincent. „Ik heb
maar kort gezongen. Ik was er fysiek
niet tegen opgewassen. Zingen is zwa
re lichamelijke arbeid. Maar oude liefde
roest niet en vandaar dat ik nog zoveel
muzikale bemoeienissen bij de K.R.O.
heb."
Door toeval heeft de heer Hofstra
medewerking verleend aan de nieuwe
bijbelvertaling van Sint Willibrordus.
„Dat is het enige blijvende dat ik ge
daan heb," zegt hij. „Mijn boeken, och
daar heb ik geen al te hoge dunk van.
Ik schrijf niet voor de eeuwigheid. Mis
schien worden ze nog tien, twintig jaar
gelezen maar dan is het op. Wie leest
er nu b.v. nog Perk? Het is ook hele
maal niet erg om je dat te realiseren.
Ik leef nu in 1964 en ik ben me ervan
bewust, dat de lancering van de drie
Russen in de ruimte belangrijker is dan
enkele culturele toppen van nu. Vroe
ger schreven de mensen uit een soort
van heilige roeping, neem Flaubert. Hij
ging de letteren in alsof hij in een
klooster ging. Maar nu wordt het leven
zo primair gesteld, moet het ook ge
steld worden, dat de kunst niet meer
kan zijn dan een arabesk van het le
ven. Ik geloof niet in ,.1'art pour l'art".
De kunst van nu is functioneler dan
vroeger het geval was en dat is zeer
nuttig."
Mijmerend over zijn grijze haren zegt
hij: „Ik ben echt iemand die op de
kentering der tijden geboren is. Ik ben
te jong om bij de ouderen te horen
en te oud voor de jongeren. Ik weet
niet of de grachten gedempt of behou
den moeten worden en het is symbo
lisch voor mijn dualistisch karakter,
dat ik in een 17e eeuw huis woon met
een schitterende oude gevel waarachter
een modern interieur schuil gaat. Mijn
huis staat aan de Egelantiersgracht
midden in de Jordaan vlak bij het wa
ter. Ik word onrustig als ik geen water
in de buurt zie."
Is de t.v. erg veranderd in die tien
jaren? „Enorm. Vroeger werden er in
veel „pourparlers" voorzichtige vraag
jes gesteld. Tegenwoordig wordt de kij
ker niet meer lastig gevallen met dit
soort versierseltjes er omheen. Alles
gaat veel sneller en exacter. Niemand
ontkomt meer aan de tendens de men
sen op schokkende manier uit hun on
verschilligheid te halen. Ze springen da
delijk in de zaak. Er is geen tijd meer
voor omzichtigheden.
Zo is het ook met boeken. Ik zou er
wat voor geven om te weten hoeveel
mensen nog de sfeerbeschrijvingen in
een boek lezen. Men wil tegenwoordig
de sfeer proeven uit de dialogen en uit
het dadelijk contact. Men wil de zaken
niet voorgekauwd krijgen. Ja mijn be
zigheden zijn langzamerhand ontaard in
werk. Vroeger zei mqn vrouw: „Mijn
man is naar zijn betrekking". Tegen
woordig zegt ze: „Hij komt straks thuis
van zijn werk.""