FILATELIE i mmm m: Hl tui „Ik ben blij dat ïk niet meer op het scherm kom Bridge "'"""■w" Ü1 1 mi m fi a til Gebundelde novellen van Hubert Lampo ZATERDAG 21 NOVEMBER 1964 Erbij PAGINA NEGEN m wat. 'mm, 'mm. if 8 ■Mm, mm W. JL m WÊ Wb B. Dukel m_ Mr. Ed. Spanjaard 91 JAN WILLEM HOF5TRA: Publiek niet onderschatten Vervolg van pagina drie C. J. E. Dinaux Voorlopig geen boeken schrijven Operazanger Dualistisch karakter NEDERLAND. Met ingang van 1 janu ari 1965 worden de volgende in 1963 uit gegeven postzegels ongeldig en voor de frankering waardeloos: a. anti-honger- serie (12 en 30 cent), b. zomerserie (4, 6, 8, 12 en 30 cent), c. eeuwfeest eer ste internationale postale bijeenkomst te Parijs (30 cent), d. Rode Kruisserie (4, 6, 8, 12 en 30 cent), e. Europa (12 en 30 cent) en f. kinderserie (4, 6, 8, 12 en 30 cent). MONACO. Ter nagedachtenis van president Kennedy zal binnenkort een postzegel van 0.50 fr. worden uitgegeven. De zegel vertoont rechts zijn portret en links een deel van de wereldbol, een sterrenhemel en een raket. (Afbeelding) ISRAËL. Behalve de in onze vorige rubriek gemelde zegel voor de nationale postzegel tentoonstelling TABAI zal op 30 november ook een souvenirvelletje verschijnen, dat deze zegel bevat. De verkoopprijs van het velletje bedraagt I Isr. pond. UMM AL QUIWAIN (ARABIË). Het derde deel van de eigen serie frankeer zegels is in omloop gebracht (zie de rubrieken van 26 september en 17 okto ber 1964). De waarden zijn: 1.50, 3 en 10 r. Op de zegels komen verschillende dieren en het portret van de sjeik voor. mwwwmmwwwvw ZWITSERLAND. Op 27 november zal de jaarlijkse Pro Juventute-serie worden uitgegeven. De 5 5 rp. ver toont een meisjesportret naar een schil derij van Albert Anker (afbeelding); met de overige vier waarden wordt de in 1958 begonnen reeks „Weide- en tuinbloemen" voortgezet: 10 10 rp. gele narcis, 20 10 rp. roos, 30 10 rp. rode klaver en 50 10 rp witte waterlelie. GUINEA. De Afrikaanse republiek Guinea heeft een serie van vier zegels, 30, 40, 50 en 75 fr., het licht doen zien ter gelegenheid van de Wereldtentoon stelling te New York. De zegels laten het paviljoen van Guinea zien. Twee souvenirvelletjes, 100 en 200 fr., zijn eveneens verschenen. FIDZJI-EILANDEN. De 25ste ver jaardag van de eerste luchtpostdienst tussen de Fidzji-eilanden en Tonga is herdacht met een serie van drie waar den. Het zijn een 3 d., 6 d. en 1 sh. De zegels brengen een De Havilland-vlieg- boot in beeld; op de 1 sh. ziet men bovendien een kaart van de Fidzji- en Tonga (Vriendschaps)-eilanden. MONACO. Eind november zal een Olympische serie van vijf waarden verkrijgbaar worden gesteld: 0.01 fr. gewichtheffen, 0.02 fr. judo, 0.03 fr. polsstokhoogspringen, 0.04 fr. boog schieten en 5 fr. bobsleeën. ZAMBIA. Een serie van veertien frankeerzegels, lopende van Vi d. tot en met 1 pond, is in roulatie gebracht. De voorstellingen hebben betrekking op het economische leven van het pas onaf hankelijk geworden Noord-Rhodesië. (Afbeelding: Visserij) FRANKRIJK. Op 14 december zullen de jaarlijkse Rode-Kruis postzegels in omloop worden gebracht. De 0.20 0.10 fr. zwart en rood) toont het portret van Jean Nicolas Corsivart (17551821), hoogleraar te Parijs en lijfarts van Napoleon en de 0.25 0.10 fr. (zwart en rood) dat van Dominique Larrey (1766 1842), de beroemdste militaire arts van zijn tijd. EGYPTE. Ter gelegenheid van de Olympische Spelen te Tokio is een serie van vier zegels uitgekomen, die gewijd zijn aan de Faraonische Spelen. De 5 en 10 mills vertonen atletische oefeningen (afbeelding), die in het oude Egypte werden beoefend, de 35 mills brengt worstelen in beeld en de 50 mills Amon in zijn wagen die met pijl en boog op leeuwen schiet. AIRBORNE. Eén van de populaire wedstrijden waar mee jaarlijks in september het bridge- seizoen wordt geopend, is de Airborne- drive te Arnhem. Dit jaar werd de wed strijd voor de 19e maal gehouden en vele bridigeliefhebbers gaven weer blijk van hun belangsteling voor een evenement, dat als weinig andere de herinnering levend houdt aan de heldhaftigheid en de grote offers die Arnhem in 1944 aanschouwde bij de luchtlandingen van 'n keurkorps van onze bevrijders: de Airborne-divisie. De Arnhemse organisatoren van dit evenement mogen er een eer in stellen, dat zij in de Nederlandse bridgewereld reeds lange (en hopelijk nog zeer vele) jaren de fakkel van een grote herinnering brandend houden. Tijdens deze 19e Airbornedrive diende zich een probleem aan, waar de meeste deelnemers gieen oplossing voor zagen. Feitelijk was het een veelzijdig vraagstuk, waarvan ik u één der aardigste facetten als tegenspelprobleem laat zien: 4» V 9 S 10 O B 9 7 2 H 10 9 8 3 A H 7 2 O AH83 A 7 5 2 Zuid gever, allen kwetsbaar. Ik zal u niet lastirg vallen met de vraag waarmee het zuidspel geopend moet worden, maar laat ik een biedverloop geven dat vrij redelijk is: zuid één harten - west twee schoppen - noord vier harten - oost vier schoppen. Op dit moment moet u als zuid natuurlijk nog niet doubleren, vooral niet omdat vijf harten er nog best in kan zitten en omdat bij het tegenspel de hartenaas en heer wellicht niet zo bijster veel waard zijn. Dus gaat u als zuid verder met Laten we zeggen - zuid vijf ruiten - west vijf schoppen - noord piekert, maar fast - oost past - en daar het u thans te gortig geworden is, doubleert u, iedereen past verder. Noord komt dan uit met harten drie, slag 1 wint u als zuid met hartenheer (west de vier) en wat moet nu verder het tegenspel zijn? De normale hebzucht zou u in slaap kunnen wiegen met de gedachte, dat het incasseren van twee hoge ruitens (mis schien kan noord de derde troeven, denkt Jantje Simpel) goed bridge is. Erop tegen is, dat het verschrikkelijk onwaarschijnlijk is dat noord slechts vier hartens meeheeft - en waarom is hij dan toch met zijn laag ste, de harten drie, uitgekomen? En waar om zou noord zélf niet met ruiten zijn be gonnen als hij zo nodig een aftroefslag in die (door zuid geboden) kleur dacht te kunnen maken Met enige moeite zou zuid op de ge dachte kunnen komen, dat het noordspel er misschien wel zó uitzag als het in wer kelijkheid deed: *754 PVB9863 O V 10 6 4 - Als zuid nu maar in diie tweede slag dat klaveraas op tafel legt, wordt het koek en ei tussen NZ. Want noord gooit een rode kaart bij, troeft de volgende klaver af, brengt zijn partner met ruiten aan slag en troeft nóg klavertje af: drie down - 800 punten en praktisch een topscore. Halt, zult u zeggen - er zit zes harten voor NZ in, waarom hebben ze die niet ge boden? Beste lezers, ik weet slechts dat het héél erg lastig is om in dat (onver- liesbare) slembod terecht te komen. Pun- tentellers zullen vaststellen, dat NZ slechts 21 punten aan hoge kaarten bezitten en dat is voor deze tellers dan een héle handicap om naar een manche, laat staan naar slem te komen. Als u zegt, dat u met uw vaste partner die slem - ondanks al het tegenbieden - toch had uitgeboden, verzuim dan niet het volgende jaar aan de 20ste Airborne- wedstrijd mee te doen. Om zulke goede spelers zit men ook in Arnhem dringend verlegen. F ilarskl Bridgevraag dezer week: West gever, niemand kwetsbaar, viertallenwedstrijd. Zuid heeft: *6 9 B 8 3 O 7 4 AHVB853 Biedverloop: west één harten - noord doublet - oost past - zuid drie klaver - west drie ruiten - noord en oost passen - wat moet zuid doen? En stemt u in met zuids eerste bod van drie klaver? tegen zijn clubgenoot W. v. d. Sluis. Het spelverloop had een sensationeel slot kun nen hebben indien de spelers (in tijdnood) alles hadden doorzien. W. v. d. Sluis, zwart: dam op 41, twee stukken op 2 en 16. Wit, J. Verhey: dam op 12, stukken op 15, 20, 33. Wit aan zet. Spelverloop: 1) 12-45 2-7. Moet wel. 2) 45x1 16-21. 3) 1-45 21-27. 4) 33-29 27-32. 5) 15-10 41-47. 6) 29-24 19-13. 7) 45-34 47-36. Nu is het beslist een weinig voorkomend geval, dat zwart met de volgende zet ver loren komt te staan en dat dit door beide spelers voor het bord niet wordt gezien. Stand na de zevende zet van zwart: W. v. d. SLUIS 8 wn Mm i DOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOC P. v. HEERDE concc' - -,:x:cor"x^r.-*Toco In de tiende ronde van het damtoernooi om het persoonlijk kampioenschap van Noord-Holland behaalde de heer H. Smit een problematische winst op A. Grooteman. Het was in de volgende stand. A. GROOTEMAN oooooccooccooooooooocooooooooooooooooooococooooocococooc DOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOCOOOOOOOCOf H. SMIT Zwart: 6, 7, 8, 10, 11, 12, 13, 14, 17, 18, 19, 23, 24, 25. Wit: 16, 26, 28, 31, 32, 33, 35, 36, 38, 39, 40, 42, 45, 49. Wit aan zet vervolgde met 1) 49-44 10-15? 2) 28-22 17x48. 3) 39-34 48x30. 4) 33-28 23x43. 5) 44-39 43x34. 6) 40x9 13x4. 7) 35x2, waarna wit een gewonnen eindspel over houdt, doch door een foutje de partij nog remise laat lopen. Een „overmachtseindspel" had J. Verhey Bouwmeester duizenden partijen, ken merken, essentiële stellingen, technieken en tal van andere belangrijke schaakzaken, keurig op een rijtje en voor het grijpen in zijn geordend brein. Het is dan ook geen wonder, dat er wederom een zeer lezenswaardig boek uit zijn pen is gevloeid, waarin de beste pres taties van de beste spelers der laatste 100 jaren voortreffelijk zijn geselecteerd en met aardige anekdotes zijn verlucht. Uit de veelheid van materiaal kozen wij enkele relatief eenvoudige slotcombinaties, bij het bestuderen waarvan vele lezers zich „in het diepst van hun gedachten" grootmeesters kunnen wanen! Allereerst een combinatie van dr. Euwe, de enige wereldkampioen, die Nederland ooit bezat. Zwart: DR. EUWE (aan zet) OOOOCXDOCOOOOOOOOOOOOOOOOCXXDOCXDOOOOOCXXXDOOOOOOO BK 8 X ^8 OOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOO" J. VERHEY Zwart: dam op 36, stuk op 38. Wit: dam op 10, 20, 24; dam op 34. 8) 10-4 38-42. 9) 34-48 42-47. In de hevige spanning vervolgde wit met 48-31 en het was remise. Direct toonden de meesters R. C. Keller en W. C. Beeke aan, dat 48-37 gewonnen is. Op 47-29 24x33 36-47 37-41 47x15 en 41-47. In dezelfde ronde had ik tegen P. v. Heerde de volgende gunstige stand. B. DUKEL CXXXOOOOOOOOOC)COOOC<XXXXXXX)C)OOOOOOOOOOOOOCOOOOOCOCOOCOOOC coocoooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooc Wit: TARTAKOWER Deze stelling ontstond in 1948 te Venetië. Ziet u, hoe zwart er geforceerd een einde aan maakte? 39) Pd6-c4f! 40) b3xc4 Ge dwongen. 40) Ta8xa4f! 41) Ka3xa4 Dd2-a2f. 42) Ka4-b4 Da2-b2f en wit gaf het op. Na 43) Ka5 volgt Da3 mat en na 43) Kc5 wint zwart met Df2:f de dame. Niet zo moeilijk te vinden zult ge, groot meester in het diepst enz., zeggen. Doch probeert u eerst maar eens een dergelijke positie te krijgen tegen een speler van Tartakowers kracht! Iets lastiger is het slot van no II Zwart: SPASSKI OOOOOOOOOOC :/OOOOOCOf aC<-oc<xxxxxcoooooooooooocoo - 'fy?77Zv. xx3^^oooooocxxxxxx3<xxx)^^ooc)OC)<^^^)ooooo^^TOboooooot Zwart: 7, 10, 12, 13, 15, 17, 18, 19, 36. Wit: 16, 21, 26, 29, 30, 42, 43, 45, 47. Wit aan zet verlobr door 45-40 te spelen. Er volgde 18-23 en 10-14 met 15x44. Het onderzoek stelde vast, dat zwart winnend voordeel behaalt. Voor partij spelers en liefhebbers van de problematiek heeft Derk Vuurboom een stelling gecreëerd van bijzondere schoon heid. Het is in de volgende stelling. ooooooooocxxoooooooooooooooooooooooooooooooooc Wit: PANNO (aan zet) Er volgde 28) Pd3xe5! Veel sterker dan het voor de hand liggende 28) Tg7:f, dat de meeste volgelingen van Kloos zou den hebben gespeeld. Na 28) Kh8 staat de witte dame in en krijgt zwart allerlei tegenkansen. De tekstzet maakt het in grijpen van Db2 langs de lange diagonaal mogelijk, hetgeen op fraaie wijze beslist. 28) f6xe5. 29) Rg2xe4 Rg6xe4. 30) Tb7xg7t Nu is dit wel zeer sterk. 30 )Kg8-h8. 31) Tg7xh7f!Dit ver rassende offer is mogelijk dank zij de zo juist gememoreerde diagonale werking van Db2. Zie 31) - Rh7:. 32) De5:f en mat. 31 )Kh8-g8. 32) Th7-h8!Hetzelfde in het groen. Na Kh8: wint 33) De5: on middellijk. Een fraaie afwikkeling. Tenslotte nog een combinatie van de tegenwoordig zo populaire Deen Larsen, bekend om zijn bizarre en originele con cepties. Dat deze behoren bij de „aard van het beestje", moge worden geïllustreerd met een partij fragment, daterend van acht jaar geleden, toen Larsen pas 21 was. Zwart: LARSEN DOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOI Zwart: 1, 9, 13, 14, 18, 19. Wit: 17, 25, 26, 28, 30, 31. Wit speelt en wint door het volgende partijsspel: 1) 17-11 18-23 of? 2) 30-24 23x32 of? 3) 11-7 1x12. Op 19x30 25x34 1x12 31-27 met de slag naar 10 met winst. 4) 31-27 32x21. 5) 26x8 19x30. 6) 8x10 en nu is de twee-om-twee-stand steeds verloren. Op 9-14 25x34 14x5 en nu niet 34-30 maar 34-29 5-10 en 29-23 wint. Onze auteur uit Glanerbrug onze op rechte bewondering voor zoveel schoons in een contactloze partij stelling. Oplossingen en correspondentie te zen den aan het adres van de damredacteur B. Dukel, Wijk aan Zeeërweg 125, IJmuiden. TOPPRESTATIES VAN VIJFTIG GROTE MEESTERS „Wie volledig beseft hoe ver hij nog van de grote meesters verwijderd staat is op weg om een goede schaker te worden". Ziehier de eerste regel van het Prisma schaakboek 5, dat eindigt met: „het schaak spel telt miljoenen vurige aanhangers en allen zijn zij in hun beste ogenblikken grootmeesters! Zoals de grote Tachtiger, Willem Kloos, in het diepst van hun ge dachten. Deze citaten zijn typerend voor de leven dige stijl, waarin Bouwmeesters vijfde prisma, getiteld „Topprestaties van vijftig grote meesters", is geschreven. Daarbij komt dat de auteur beschikt over een uitgesproken pedagogisch talent. Hij is met dr. Euwe één van de beste zogenoemde „rechtlijnige" denkers in de schaakwereld. Alles wat hij schrijft is even helder en logisch, kwalificaties welke ook voor zijn spel gelden. Door deze eigenschappen heeft X300000000000000000000000000000000000000000000 Wit: PORATH (aan zet) Wit denkt, aldus Bouwmeester, met een aftrekschaak voordeel te krijgen. Hij ver volgt namelijk met 14) Ddl-b3, waarna het aftrekschaak d5-d6f vernietigend lijkt. Op Df7 ligt dan immers Rc4 gereed. Larsen trekt zich daarvan echter niets aan en in casseert het stuk, omdat hij over een dui velse tussenzet beschikt welke de vijande lijke dame over het kritieke veld c4 heen trekt. „Een briljant staaltje, dat men meest al slechts in de schaakproblematiek tegen komt, in iets gewijzigde vorm als veldrui- ming. Hier zien we eigenlijk het tegen overgestelde", zo schrijft Bouwmeester. Komt u op Larsens idee? 14) c5xd4! Schijnt te verliezen. 15) d5-d6t Zie nu 15) Df7. 16) Rc4 dc3:. 17) Rf7:t Tf7:. 18) Rc3: met voordeel voor wit. 15) Rc8-e6ü Een buitengewoon ver rassend contra-offer, dat Rc4 uit de stel ling haalt. 16) Db3xe6f Dc7-f7. 17) De6xf7t Tf8xf7. 18) e3xd4 Tf7-d7 en zwart won na circa 15 zetten het eindspel. Bespreking daarvan valt buiten het bestek van dit artikel en is ook overbodig, want het heden be sproken boekwerk behoort in uw biblio theek en Sinterklaas is nabij! (Van onze radio- en televisiemedewerkster HILVERSUM (GVD). Jan Willem Hofstra, hoofd van de afdeling drama, hoofd van de afdeling muziek, dramaturg, maker van de wekelijkse kunst rubriek voor de radio en spreker van alle mogelijke t.v.-teksten en dat alles bij de KRO, bovendien schrijver van de wekelijkse rubriek „Kunstlicht" bij de Tijd-Maasbode, zei ons: „Ik ben blij dat ik niet meer voor het scherm kom. Je moet jonge mensen ook eens een kans geven. Ik heb zelf gemerkt, dat als je met je gezicht regelmatig voor de t.v. verschijnt, de mensen je niet appre ciëren om wat je zegt maar omdat je een deel van hun leven wordt. Daarom krijg ik zoveel merkwaardige telefoontjes. Mensen, die hun puzzel niet kunnen oplossen. Ouders met lastige kinderen, echtparen met huwelijksmoeilijkheden ze bellen je op omdat ze denken, Hofstra weet het". Jan Willem, zoals het kijkend en luis terend publiek hem amicaal noemt, is een bijzonder veelzijdig man. Bij de K.R.O., waar hij sinds 10 jaar t.v.-me- dewerker en sinds mensenheugenis ra diomedewerker is, doet hij de drama tische produkties, wijst hij de regisseurs en de vertalers aan, kiest hij in over leg met de dirigenten de solisten en het repertoire van de concerten, die op het scherm komen en stelt hij de kleine solisten-concerten samen. Hij leest alle. stukken en selecteert wat voor welke groep luisteraars of kijkers gèschikt is. „Overigens moet men het publiek niet onderschatten," zegt hij, „Ik heb dikwijls meegemaakt drager van de verantwoordelijkheid, die zijn mens-zijn hem oplegt. HET WERK VAN HUBERT LAMPO - men leze er de laatste twee novellen uit deze bundel op na, die uit de jaren 1962-1963 dateren is steeds bewuster geworden, niet in de zin gelukkig van het veelgeroemde „met-de-beide-benen- op-de-grond-staan, maar van de eigen lijke levenskern, waarop de zich in en buiten de litteratuur voltrekkende ac tualiteiten geen vat hebben. In zijn reactie op het verzoek van Herman Teirlinck om in het Nieuw Vlaams Tijdschrift een uitspraak te doen omtrent de mening van Harold Nicholson dat de roman heeft uitge diend, heeft Hubert Lampo onder meer geschreven: „Ik vraag mij in gemoede af, wat de hedendaagse massavoorlich ting of het ingrijpen van de toegepaste wetenschap aan het innerlijke wezen van de mens, dit is ook van de roman schrijver, zou veranderd hebben. Zolang de essentiële problemen als daar zijn: leven, liefde, dood, God (of Nihil) niet door de vooruitschrijdende technocrati- sering worden aangetast en persoon lijk heb ik het gevoel, dat zij nooit zullen kunnen ondermijnd worden, zo lang er mensen geboren worden blijft de roman zijn souvereine positie bekleden." Wat in dit verband voor de roman geldt is, waar het op dit levens gevoel aankomt, ook van kracht voor de novelle. Lampo houdt stand. Deze bundel no vellen, deze „Dochters van Lemurië", wijzen, over een in zichzelf verward tijdsbestek heen, op een mens-zijn dat vroeg of laat zichzelf zal hervinden. Lampo is, als prozaïst van de eerste orde, een lichtgevend symptoom. l uaqtsaaq aj ;obj)uoo aaeqsaq -jaAuo ;ep uio jsjubui a;qoipaaiBM uaa n vasM jeeui - ys sup agppfnpS uag 'srm Itpni ap uee noq uaa.8 aa ;apoz aaaq 'sea -uajmj peq isayy^ 'paog g.ia ;aq uapap 'ptfn pjaaAt^ouiag ys aiap jepoz tjaaq uajnajq apoj ap ui iqosaq agiua qfqapaouiaaA paoou 'uapaiq ;aq uaizag ';ep uaqqoaj aisnp -una ap aip saazai op ua - z i 6 nAó S H V l 01 H H peq pjoojq i uep )bav 'uaddoqos aiap qfJiapaouiaaA paoou ua pSezaS uaqqaq uajinr aup qooj noz 7S9AV iubaa 'uadjoqag uaqqaq [aaA Saa ;aiu pinz qp noz qooj, 'uaqnz uazaiqjaA (Sutdjoj - CrpieduaSej aap anaiq ui poq) ua; -aeq aeAV) uba poq uaa uaSjuiuios jaA\aoq - poq qCqapa-i uaa (om snp si aaABpj aijQ -si uaqeur a; ^[qaqqetuag aaAB(j( jCia ua ;aiu VS aup iep 'qfqaSoui }saq si iaq jbb]A[ •uaaniuoAB uauunsj uaqqaq ys aup loaaip spaaa pinz noz 'paoou [jq uaiaeq ui djnq afiaaq uiapi u, do uaSeM uaqtM. peq af^oS iaq pjnz spy :SeBUAaSpiaq do paooAviuy dat toneelwerken voor de „highbrow" of wat er voor doorgaat ook bij de bre de massa goed ontvangen worden." Of hij nog wel tijd heeft voor schrijven? „Neen, eigenlijk niet. Ik heb vijf ro mans en twee toneelstukken geschreven en daar zal het voorlopig wel bij blij ven. Ik zou in de toekomst zo graag eens een goede detective willen schrij ven. Ik heb diep respect voor de men sen, die dat werkelijk goed doen, zoall die Engelse dames. Ik ben b.v. een groot bewonderaar van Majorie Elling. Maar helaas, van het schrijven komt niets voorlopig, want ik vertaal veel toneelstukken en boe ken, maak bewerkingen en ben dan ook nog jurylid van de vereniging van amateurtoneel. Daar kom je automa tisch in terecht als je grijze haren hebt. Het is nu eenmaal een wijd verbreid misverstand, dat ouderen het beter zou den weten." „T.v.," zo mijmert hij ver der, „is een heerlijk medium, maar het is een bijzonder sleets vak. Het is een vak, dat eigenlijk alleen geschikt is voor jonge mensen. Het is emotioneel, alles hangt op de seconde en het resultaat is een accident. Neemt u bij voorbeeld de t.v.-bewerking van „Oompjes droom" van Dostojewski, die met alle figuraties noodgedwongen in de kleine Vitusstudio opgenomen moest worden. Ik zal u eer lijk vertellen, we waren blij dat de floormanager zo mager was. Een dikke zou er niet ingepast hebben. Toch kreeg de kijker de indruk van een immense ruimte en daar ben ik trots op. Maar dat neemt niet weg, dat een dergelijke produktie veel te veel gekost heeft aan energie en aan mankracht. Dat kunnen alleen jonge mensen opbrengen. Soms voel ik me dan ook in deze sfeer als Methusalem." Jan Willem Hofstra is eigenlijk van huis uit operazanger. Hij kreeg zijn mu zikale opleiding o.a. bij Cornelie van Zanten, lerares van Jo Vincent. „Ik heb maar kort gezongen. Ik was er fysiek niet tegen opgewassen. Zingen is zwa re lichamelijke arbeid. Maar oude liefde roest niet en vandaar dat ik nog zoveel muzikale bemoeienissen bij de K.R.O. heb." Door toeval heeft de heer Hofstra medewerking verleend aan de nieuwe bijbelvertaling van Sint Willibrordus. „Dat is het enige blijvende dat ik ge daan heb," zegt hij. „Mijn boeken, och daar heb ik geen al te hoge dunk van. Ik schrijf niet voor de eeuwigheid. Mis schien worden ze nog tien, twintig jaar gelezen maar dan is het op. Wie leest er nu b.v. nog Perk? Het is ook hele maal niet erg om je dat te realiseren. Ik leef nu in 1964 en ik ben me ervan bewust, dat de lancering van de drie Russen in de ruimte belangrijker is dan enkele culturele toppen van nu. Vroe ger schreven de mensen uit een soort van heilige roeping, neem Flaubert. Hij ging de letteren in alsof hij in een klooster ging. Maar nu wordt het leven zo primair gesteld, moet het ook ge steld worden, dat de kunst niet meer kan zijn dan een arabesk van het le ven. Ik geloof niet in ,.1'art pour l'art". De kunst van nu is functioneler dan vroeger het geval was en dat is zeer nuttig." Mijmerend over zijn grijze haren zegt hij: „Ik ben echt iemand die op de kentering der tijden geboren is. Ik ben te jong om bij de ouderen te horen en te oud voor de jongeren. Ik weet niet of de grachten gedempt of behou den moeten worden en het is symbo lisch voor mijn dualistisch karakter, dat ik in een 17e eeuw huis woon met een schitterende oude gevel waarachter een modern interieur schuil gaat. Mijn huis staat aan de Egelantiersgracht midden in de Jordaan vlak bij het wa ter. Ik word onrustig als ik geen water in de buurt zie." Is de t.v. erg veranderd in die tien jaren? „Enorm. Vroeger werden er in veel „pourparlers" voorzichtige vraag jes gesteld. Tegenwoordig wordt de kij ker niet meer lastig gevallen met dit soort versierseltjes er omheen. Alles gaat veel sneller en exacter. Niemand ontkomt meer aan de tendens de men sen op schokkende manier uit hun on verschilligheid te halen. Ze springen da delijk in de zaak. Er is geen tijd meer voor omzichtigheden. Zo is het ook met boeken. Ik zou er wat voor geven om te weten hoeveel mensen nog de sfeerbeschrijvingen in een boek lezen. Men wil tegenwoordig de sfeer proeven uit de dialogen en uit het dadelijk contact. Men wil de zaken niet voorgekauwd krijgen. Ja mijn be zigheden zijn langzamerhand ontaard in werk. Vroeger zei mqn vrouw: „Mijn man is naar zijn betrekking". Tegen woordig zegt ze: „Hij komt straks thuis van zijn werk.""

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1964 | | pagina 21