EEN JAAR GELEDEN WERD PRESIDENT
JOHN KENNEDY IN DALLAS VERMOORD
Hart van groeiende legende
is wat had kunnen zijn
r hoe is het ontstaan?
„Kerk en Wereld" en Katholieke
Actie hebben elkaar gevonden
Minister Toxopeus en de Bijlmermeer
Bij de B^iviD is het
goed sparen.
Dallas
De heer C. van Geel
met pensioen
Monument voor
Kennedy in
Amsterdam
Dr.Vondeling sprak
in de V.S. met
prominente politici
„Geen strafbaarheid voor
volwassenenprostitutie"
van
Twee arrestaties
in vleesschandaal
NEDERLANDSCHE
MIDDENSTANDSBANK
ZATERDAG 21 NOVEMBER 1964
Omstreden
Stimulerend
Realist
Dit woord:
INDUSTRIE
Dit woord:
HANNESEN
Dit woord:
INFLUENZA
Dit woord: FILIAAL
,Das Kapitalals huwelijksgeschenk
U krijgt daar het beste persoonlijke
spaaradvies en...een goede rente.
de bank waar u zich thuis voelt!
C ommissie-Stoffels:
Dr. E. van Raalte
f
WASHINGTON. 22 NO\ EMBER 1963. Washington lag onder een strak-
b auwe hemel in afwachting van een rustige, bijna zomerse dag. De politieke
zaken konden even rusten. De hoofdstad gunde zich op deze vrijdag een pauze.
President Kennedy was in Texas om stemmen te winnen voor de presidentsver
kiezingen, die over elf maanden zouden plaatsvinden.
Secretaresse Helen Ganss was op het kantoor van de persdienst van het Witte
Huis en had zich op een rustige dienst voorbereid, toen om tien over halfeen
de telefoon belde. „De president is neergeschoten". Een minuut eerder was
het bericht over de telexlijnen geflitst. „Kennedy door kogels zwaar gewond,
wellicht dodelijk 8
Ook in Dallas was het warm en zonnig. Tijdens de rit door de hoofdstraten
zei de echtgenote van de gouverneur van Texas, Conally: „U kunt niet zeggen
dat men u hier niet vriendelijk begroet".
..Zeker niet", antwoordde de president.
Enkele seconden later, om vijf voor halfeen, flitsten drie kogels door de
blauwe lucht. „Mijn God, ik ben getroffen", steunde Kennedy na de eerste
treiter. Een tweede raakte hem in het achterhoofd. Over haar dodelijk betroffen
man gebogen kreet Jacqueline Kennedy: „Oh God, ze hebben mijn man geraakt.
Ik houd van je Jack. Wat hebben ze met je gedaan".
Een halfuur later stelde dokter Kemp Clark in het Parklandziekenhuis de
dood van de president vast.
DIE DAG, EEN JAAR GELEDEN (al
dus onze correspondent in Washington)
was één van de zwartste uit Amerika's
geschiedenis. Een schok ging door de na
tie en de wereld. Een golf van emotie ont
laadde zich, voor het overgrote deel uit
verdriet over het verlies van de stijlvolle,
briljante president, voor een klein deel uit
opluchting dat de voortvarende jonge man
in het Witte Huis van het wereldtoneel
was verdwenen.
WANT KENNEDY was in Amerika
men vergisse zich niet, een sterk omstre
den figuur, die door miljoenen bewonderd
en bemind, maar ook door miljoenen ge
haat werd. In het afgelopen jaar hebben
de vele aanhangers en bewonderaars van
Kennedy een mythe rondom hem doen
ontstaan, die het voor zijn vroegere tegen
standers moeilijk maakt hem nog post-
huum te kritiseren en die het voor el
huum te kritiseren en die het voor elke
bijna onmogelijk maakt te analyseren
wat Kennedy's historische betekenis is ge
weest en hoe zijn positie zou zijn, als hij
nu nog leefde.
Deze mythe heeft een beeld geschapen
van een overintelligente, onfeilbare jonk
man. die met stijl en kloeke hand de V.S.
voortstuwde naar een stralende toekomst,
daarbij geleid door een idealistische visie
en daarin bijgestaan door een jonge,
mooie vrouw en een opofferende diep loya
le familie. En ook al zijn er elementen
van waarheid in deze sage van jeugd, op
offeringsgezindheid, succes en idealisme,
het ware beeld van John F. Kennedy toont
de mythe niet.
De miljoenen mensen echter, die Kenne
dy's graf op het militaire ereveld van Ar
lington het afgelopen jaar bezochten, er
bloemen op legden en er vaak bij bleven
mijmeren, zijn in dit ware beeld wellicht
ook niet geïnteresseerd.
Voor hen is Kennedy een symbool van
hoop en verlangen naar een betere wereld,
een symbool van jeugd, succes en schoon
heid, van alle dingen die het leven de
moeite waard maken. Voor hen is Kenne
dy een Lancelot, een Parcifal, een stralen
de figuur uit een heldensage.
MIN OF MEER wordt de nagedachte
nis van Kennedy ook zo hoog in ere ge
houden in de 700.000 inwoners tellende
stad Dallas, waar de fatale kogels hem
troffen.- In deze tweede stad van Texas
die de afgelopen tien jaar een verbluffen
de bloei en groei te zien heeft gegeven,
is namelijk een monument in ontwerp ter
ere van Kennedy en op de plek waar de
president in zijn auto vermoord werd
liggen steeds verse bloemen.
Ondanks al deze pogingen om iets goed
te maken aan de slechte naam, die Dallas
uiteraard in de hele wereld heeft gekre
gen sinds de moord op Kennedy, is de
stad echter een broeinest van reactionai
ren gebleven. Het Goldwater-conservatis-
me stond er in hoog aanzien en, ook al
distantieert men zich natuurlijk volko
men van de moord op de president, er is
geen twijfel aan dat deze stad met het
hoogste moordpercentage van heel Ameri
ka nog steeds niets moet hebben van de
Kennedyvooruitstrevendheid.
Journalisten en historici hebben het afge
lopen jaar natuurlijk gepoogd de reke-
n|qg yan de Kennedy-ers op te maken.
Zij zijn daarbij tot de conclusie geko
men dat de belangrijkste prestaties van
de jonge president op het terrein van de
buitenlandse politiek lagen en dat zijn be
handeling van de Cuba-crisis en zijn toe
naderingspolitiek tegenover Rusland ge
schiedenis maakten.
OP BINNENLANDS politiek en econo
misch gebied valt het volgens velen tegen
wat Kennedy werkelijk heeft bereikt.
Zijn belangrijkste wetsvoorstellen (bur
gerrechten, belastingverlaging, medische
zorg voor ouden van dagen) waren geen
van alle door het parlement aanvaard,
toen hij stierf. En het is de vraag of het
hem zelf ooit gelukt zou zijn ze aanvaard
te krijgen, zoals dat ten dele gelukte aan
zijn in parlementaire zaken doorgewinter
de opvolger Lyndon Johnson.
Met deze critiek ziet men echter over
het hoofd welk een groot belang er ge
hecht moet worden aan inspirerende ini
tiatieven als de burgerrechtenwetgeving,
terwijl men ook wel eens al te gemakke
lijk over het hoofd ziet dat Kennedys
economisch beleid tot de langste periode
van economische bloei zonder inzinking
geleid heeft sinds de tweede wereldoor
log.
Bovendien had Kennedy een kwaliteit,
die vaak over het hoofd wordt gezien door
historici en commentatoren die nu probe
ren de rekening van zijn presidentschap op
te maken. Namelijk zijn stimulerende,
opvoedende werking via grote redevoerin
gen en kleine speeches op de totale be
volking.
Nog kan men in Amerika merken welk
een overweldigende en inspirerende in
vloed de korte schittering in het Witte Huis
tijdens Kennedy's duizend dagen heeft
gehad. Ook na een jaar zijn er nog mil
joenen Amerikanen, die in de met humor
gekruide humane stijl van John Kennedy
hun politieke maatstaf zien. En om zijn
grote opvoedende, menselijke en inspire
rend werking op het Amerikaanse volk en
in mindere mate ook op leidende kringen
van de westelijke bondgenootstaten is het
vooral zo diep te betreuren dat op 22 no
vember 1963 schoten vielen in Dallas
Elmstreet.
DE ESSENTIE van Kennedy's talenten
was wellicht zijn kritische blik, die op
geen sjablone of fagade afketste en die
hem met intelligentie de mogelijkheden en
de richting van een ontwikkeling deed
doorzien. Visies voor een verre toekomst
interesseerden hem, ondanks wat de mythe
vertelt, weinig. Cuba, Vietnam, het rassen
probleem, het economisch evenwicht, dat
waren de thema's waarvoor hij belang
stelling had. Deze kritische op de realiteit
van het moment gerichte instelling maak
te dat waar lijkt, wat een van de plaats
vervangende hoofdredacteuren van de
New York Times, James Reston, dezer
dagen schreef:
,Het hart van de Kennedy-legende is
wat had kunnen zijn. Zijn intelligentie
deed de mensen denken dat de komende
generatie de wereld rationel zou kunnen
maken. Zij maakte het zelfs moeilijk voor
intellectuelen in Europa anti-Amerikaans
te zijn. Zijn knappe uiterlijk en welbe
spraaktheid legden een stralender glans op
de politiek als zodanig en maakten haar
aanvaardbaar en aantrekkelijk voor jonge
mensen overal ter wereld."
De heer C. van Geel, directeur van het
rijkskuststation Scheveningen Radio te
IJmuiden, zal per 1 december de P.T.T.-
dienst wegens pensionering verlaten. On
der de bekwame en energieke leiding van
de heer Van Geel heeft, vooral na de
tweede wereldoorlog, Scheveningen-Radio
op het IJmuider Sluiseiland zich ontwik
keld tot een der belangrijkste kuststations
ter wereld. Ter gelegenheid van het af
scheid van de heer Van Geel zal op vrij
dag 27 november, van 16.30 tot 18 uur,
in de theeschenkerij Velserbeek in het
Velserbeekpark een receptie worden ge
houden.
De Amerikaanse zaakgelastigde in Ne
derland, de heer Fisher Howe, heeft van
daag op één dag na een jaar na de
dood van de president van de Verenigde
Staten een monument onthuld ter nage
dachtenis aan John F. Kennedy. Wethou
der Den Uyl aanvaardde het beeld na
mens de gemeente. Aan de plechtigheid
werd medewerking verleend door de voor
drachtkunstenaar Otto Sterman.
Het monument, dat geplaatst is aan de
president Kennedy-laan bestaat uit een
bronzen kop, vervaardigd door de Amster
damse beeldhouwer Renze Hettema, en een
sokkel van Juschel-kalksteen. Op het voet
stuk is in het Engels en Nederlands een
citaat uit de installatierede van president
Kennedy gegraveerd. Dit luidt: „Alle na
ties, of zij ons goed of kwaad gezind zijn,
dienen dit te weten, wij zullen iedere prijs
betalen, iedere last dragen, iedere moei
lijkheid trotseren, elke vriend steunen, el
ke vijand weerstaan om het voortleven en
de overwinning van de vrijheid te verze
keren.'"
De kosten van het gedenkteken zijn ge
financierd uit gelden die voornamelijk in
Amsterdam ingezameld zijn.
Dr. A. Vondeling, fractieleider van de
P.v.d.A., in de Tweede Kamer, is uit New
York teruggekeerd op Schiphol. Hij sprak
in de Verenigde Staten met vele zeer voor
aanstaande regeringsfunctionarissen, on
der wie de onderminister van Buitenland
se Zaken, Tyler, en met oud-minister Her
ter. Dr. Vondeling vertelde dat de M.L.F.
een zaak is die de Amerikanen bijzonder
ter harte gaat. Hoe groter de integratie
van gemengde bemanningen aan boord
van deze NAVO-vloot met kernwapens zou
zijn, hoe beter zij dat vinden. Dr. Vonde
ling was verbaasd over de ijver waarmee
men in Amerika voor dit denkbeeld vecht.
De grote vraag is wat de nieuwe La-
bourregering in Engeland zal gaan doen
en of het de Polarisduikboten, die er thans
worden gebouwd in de M.L.F. wil inbren
gen of er voorkeur aan geven een on
afhankelijke nucleaire mogendheid te blij
ven.
Een ander onderwerp van gesprek was
Het Latijnse woord industria, waar
van ons woord industrie is efgeleid, be
stond uit twee delen: endo (indu, in) en
een vorm van het werkwoord struere
dat: opstapelen, bouwen betekende en
dat in de verte verwant is met het Ne
derlandse werkwoord strooien.
Industria betekende: vlijt, ijver, be
drijvigheid. In uitgebreider zin is men
er onder gaan verstaan: de gezamen
lijke ijver die nodig is om de rijkdom
men van een land te vermeerderen en
vandaar: de waardeverhoging van na-
tuurprodukten, het fabrieksbedrijf.
Het werkwoord hannesen, dat wordt
gebruikt in betekenissen als: ergens
doelloos mee bezig zijn, de tijd doorbren
gen met nutteloos gepraat,beuzelen, leu
teren, is een jonge vorm bij de eigen
naam Hannes die een verkorting is van
Johannes. Een Hannes is een lamlendige
vent, een lummel, een sul. Er is wel eens
gedacht dat met deze Hannes of Johan
nes bedoeld is de evangelist Johannes
die zich, vooral in zijn eerste zendbrief,
maar ook in het vierde evangelie, een
man van grote mensenliefde heeft ge
toond. Het is evenwel niet duidelijk,
waarom de naam dan in de betekenis
sul wordt gebruikt.
Andere eigennamen waarvan werk
woorden zijn gevormd, zijn jonassen en
judassen. Jonassen is: iemand heen en
weer slingeren en judassen: iemand
sarren.
De ziekte die vroeger influenza heette
en nu meestal griep wordt genoemd,
heeft een eigenaardige naam. Het Ita
liaanse woord influenza is immers het
zelfde als het Franse influence, dat: in
vloed betekent en ook gebruikt wordt
voor: epidemie. Men spreekt in Italië
dus van een influenza di febbre scarla
tina voor een roodvonkepidemie. Met
het woord invloed bedoelde men de in
vloed der sterren, in welker constellatie
men de oorzaak van allerlei ziekten
zocht. Men geloofde namelijk dat de
mensen werden „bezocht" door een van
de hemellichamen afstromende vloei
stof. Vandaar nog ons woord bezoeking
en de afstamming van influenza van het
Latijnse werkwoord influere, instro
men.
Een filiaal is een handelszaak of win
kel uitgaande en afhankelijk van een
elders gevestigde zaak waar gelijksoor
tige waren worden verkocht. Filiaal is
een koopmanswoord uit de negentiende
eeuw dat via het Franse woord filiale
is ontleend aan het Latijn. In die taal
betekent filius: zoon en filia: dochter.
Filialis, het bijvoeglijk naamwoord, wil
zeggen: kinderlijk, afhankelijk, staande
in de verhouding van kind tot ouder.
Men brengt het woord in verband met
het werkwoord fellare: zogen en met
femina: vrouw, eigenlijk: zij die een
kind zoogt, moeder. En de verhouding
van moeder tot kind vindt men dan
ook terug in die van het hoofdbedrijf
tot het filiaal.
(van onze redacteur geestelijk leven) i dag werd ook bekend, dat in de redactie
t-v i ,iivan het nieuwe Europese theologische tijd-
De katholieke actie en de academie I schrift „Euros", door de Horstink uitgege-
„De Horst" van Kerk en Wereld hebben ven, nu ook de protestantse dr. Van Leeu-
besloten tot een zeer nauwe samenwer- wen is opgenomen. Allemaal tekenen van
[king, waarbij men niet alleen tezamen- ^entiendf d?eT™ Kerk en Werefd* dan
torgen, maar
jij in samenwerking
Advertentie
De prostitutie als zodanig behoort niet
strafbaar te worden gesteld, voorzover
daar alleen volwassenen bij zijn betrok
ken, aldus de eenstemmige mening van
de commissie-Stoffels, die rapport heeft
uitgebracht aan de minister van Justitie,
mr. Y. Scholten, over prostitutie en straf
recht. De grootst mogelijke meerderheid
van de commissie neigt tot het oordeel
dat de niet-actieve souteneur buiten de
strafwet behoort te vallen.
Volgens dit oordeel lijkt het weinig re-
eel dat een souteneur de ontucht van der
den zou bevorderen indien hij niet anders
doet dan zich laten onderhouden. Omdat
over de persoonlijkheid van de prostituée
en de souteneur wetenschappelijk nog
uiterst weinig vaststaat, zou men, aldus het
rapport, voorlopig aan handhaving van
de strafrechtelijke status quo kunnen den
ken.
De commissie adviseert echter de huidi
ge bepaling over te brengen van de over
tredingen naar de misdrijven. Het is on
logisch dat het souteneurschap als over
treding wordt gestraft, terwijl de hande
lingen van een koppelaar en een kamer
exploitant misdrijven zijn.
De commissie stelt voor het volgende in
te voegen in het wetboek van strafrecht
(als art 250 bis a): „Hij die als souteneur
een ander beweegt hem uit diens ontucht
te bevoordelen, wordt gestraft met gevan
genisstraf van ten hoogste drie jaren",
De minister van Binnen
landse Zaken is thans, naar
gebleken is, voornemens zo
spoedig mogelijk hij hoopt
dit in vier maanden tijds te
kunnen bereiken een wets
ontwerp in te dienen, waar
door de Bijlmermeer en bo
vendien de strook tussen dat
gebied en Amsterdam, aan de
hoofdstad zullen worden toe
gevoegd. In dat opzicht zal
hij dus aan een door een
meerderheid in de Kamer uit
gesproken wens tegemoet
komen. Het eind oktober door
die tak van de Staten-Gene-
raal aangenomen amende-
ment-Scheps beoogde immers
de vereniging van de Bijlmer
meer met Amsterdam. De mi
nister van Binnenlandse Za
ken, die dat aanvankelijk juist
niet had gewild, geeft nu dus
toch toe aan hetgeen de Ka
mermeerderheid bleek voor te
staan en zelfs gaat hij zich
nog royaler tonen door de Am-
stelstad nog groter te maken
dan de voorstanders van ge
noemd amendement hadden
bepleit.
Tegen die verder gaande
uitbreiding zal men in 's lands
vergaderzaal, naar te ver
wachten valt, op zichzelf geen
bezwaar hebben.
Intussen wil dit nog niet
zeggen, dat minister Toxopeus
door het voorgenomen wets
ontwerp de zekerheid zal krij
gen, dat de strijdbijl nu ook
voorgoed begraven zal zijn.
Het door hem gekoesterde
plan houdt namelijk iets in,
dat allicht in de Kamer, en
zulks om meer dan één reden,
wel tegenstand zal ontmoeten.
Te weten de opneming in het
beloofde wetsontwerp van een
bepaling, waardoor de ge
meente Amsterdam na negen
jaar weer een verkleining zal
ondergaan doordat dan het
gebied in kwestie, als gevolg
van de tot stand te brengen
wet, niet langer deel zal uit
maken van de gemeente Am
sterdam, maar zal komen te
behoren tot een aldus te
scheppen grote gemeente Die-
men.
Reeds nu kan men in en
buiten de parlementaire wan
delgangen hierover kritische
geluiden opvangen. In de eer
ste plaats ontbreekt het niet
aan de opmerking, dat het
wel een buitengewoon vreem
de figuur is, om bij de wet
een slechts tijdelijke uitbrei
ding van een gemeente vast
te stellen, door aan die tijde
lijke uitbreiding na zekere
termijn die van negen jaar
in het onderhavige geval
het opgaan van het gebied in
kwestie in een andere ge
meente vast te knopen. De
bewoners van het desbetref
fende gebied zullen dus slechts
negen jaar Amsterdammers
mogen zijn en daarna inge
volge wetsvoorschrift Dieme-
naren worden.
Nu valt niet te ontkennen,
dat een dergelijke figuur al
iets heel buitenissigs heeft.
Bovendien wordt thans al een
tweede bezwaar tegen zulk
een methode van wetgeving
aangevoerd, hierop neerko
mende dat de wetgever van
heden toch heel moeilijk kan
voorzien of inderdaad over
negen jaar voldoende gegron
de redenen voorhanden zullen
zijn om dan de andere, door
minister Toxopeus voorge
stane gemeentelijke indeling
haar beslag te doen krijgen.
Ben ik goed ingelicht, dan
geeft minister Toxopeus op
het ogenblik nog steeds uit
bestuurlijke overwegingen de
voorkeur aan het stelsel van
grote gemeenten met daar
naast sterke randgemeenten,
om die dan samen een „groot
district" met een districts-
bestuur te doen uitmaken,
boven de opslokking van klei
nere gemeenten door een aan
grenzende grote stad, die dan
een zijns inziens onmogelijk
goed hanteerbare mammoet
gemeente zou worden.
Gesteld nu echter, dat de
Tweede Kamer mettertijd met
behulp van een amendement
de door de minister beraamde
bepaling inzake slechts een
tijdelijke uitbreiding van Am
sterdam uit zijn wetsontwerp
zou willen gaan werken, zou
dat dan heus voor de bewinds-
van gespieK was 1.., geimeiiue uies van jverK en wereld dan
de handel van Amerika met landen achter J1Jk Pockets zal gaan verzorgen, maar ook niet onder stoelen of banken werd ge-
het IJzeren Gordijn geweest. waarbij in samenwerking met de uit- stoken.
gevers Paul Brandt, Ten Have en De
tT„on T i i_ i n Zeer veelzeggend was vooral een pas-
ook gezamenlijk boeken zullen sage uit de rede van mr. Baas, waarin hij
worden uitgegeven. Dit worden nieuwe zei, dat wie zijn oor te luisteren legt bij
activiteiten naast de reeds bestaande in de vooruitgeschreven posten, hoort dat
de vorm van een gezamenlijke cursus !?T d,e fase vfn oecumenische problema-
nvpr Itiek a's "°S s,echts P^ktisch te regelen
acht. Ze is vooral oplosbaar naarmate de
kerken niet meer zo druk zijn met hun
Dat de cursus over communisme het be- onderlinge verhoudingen als wel samen
gin van een belangrijke ontwikkeling is ge- druk met de wereld, waartoe zij beide be-
weest werd donderdagavond tijdens de vie- horen,
ring van de „bruiloft" van de Horstink,
centrum van de katholieke actie, en de Mr. Baas gaf een uitvoerig overzicht
Horst gedemonstreerd toen het „huwe- van het concilie en zei dat het probleem
lijksgeschenk" werd aangeboden tijdens „Kerk en wereld" in het begin van het
een cabaretavond. Het was „Das Kapital" concilie vrijwel geen aandacht kreeg. Na
van Karl Marx. een initiatief van kardinaal Suenens kwam
het schema meer in de belangstelling te
Welke vormen de samenwerking tussen staan, en nu is wel gebleken, dat de te-
protestant en rooms-katholiek de laatste genstelling progressief-conservatief juist
tijd heeft aangenomen is dit jaar tweemaal bij dit schema dertien duidelijk
zeer duidelijk geworden: eerst op de land- ren komt.
dag van de Sint Adelbertvereniging, waar
de rector van Kerk en Wereld, dr. ,T. van Bedrijfsblind
Veen, een rede uitsprak, en gisteren op
de negentiende dies van Kerk en Wereld, Men kan volgens mr. Baas bij de dis
waar mr. L C. Baas, voorzitter van het cussie duidelijk merken, wie het meest
landelijk centrum voor katholieke actie, de met de concrete werkelijkheid te maken
diesrede hield, hetgeen voor Kerk en We- hebben. Dat is niet de curie en dat zijn
reld een novum betekende. Tijdens deze ook nog niet zozeer de bisschoppen, (be-
halve in Noordwest-Europa) maar vooral
de lagere geestelijkheid en met name de
I leken.
Het blijkt heel moeilijk te zijn een ant
woord te geven op de vraag hoe de kerk
het gebeuren in de wereld religieus moet
begeleiden en in het gehele heilsplan zijn
plaats geven. Vooral omdat de kerk door
haar langdurig isolement vreemd staat in
de wereld en welhaast aan bedrijfsblind
heid lijdt.
naar vo-
man onaanvaardbaar zijn?
Sommigen menen die vraag
gerust ontkennend te kunnen
beantwoorden. En wel, aan
gezien minister Toxopeus zich
dan toch nog altijd zou kun
nen troosten met de gedachte,
dat ingeval de wetgever over
een jaar of acht inderdaad tot
de slotsom zou komen dat er
inderdaad reden bestaat om
het heden ten dage door hem
voorgestane ideaal te gaan
verwezenlijken, die wetgever
dan zelf wel mans genoeg zal
zijn om daarvoor met behulp
van een nadere wet alsnog
zorg te dragen.
Daarentegen zijn er echter
ook vrij wat lieden die het
allesbehalve onwaarschijnlijk
achten, dat de tegenwoordige
minister van Binnenlandse
Zaken niet voor zijn verant
woordelijkheid zou willen ne
men een aldus geamendeerd
ontwerp verder te verdedigen,
gegeven nu eenmaal zijn over
tuiging omtrent de beste ge
meentelijke bestuursindeling;
voor hem zou er, aldus de
redenering van hen die er zo
over denken, werkelijk een
beginselopvatting in het ge
ding zijn.
In dat geval zou, indien een
meerderheid in de Kamer dat
beginselinzicht niet zou delen
en zij dus bepaling inzake
een termijn van negen jaar
door middel van een amende
ment zou schrappen, de nor
male gang van zaken met zich
meebrengen, dat mr. Toxopeus
zijn portefeuille zou neerleg
gen en het kabinet-Marijnen
de benoeming van een, libe
rale, opvolger van hem zou
bevorderen.
Dat ware normaal. Doch
helaas bestaat er enige be
duchtheid, dat bij een
strijd tussen de minister van
Binnenlandse Zaken en de
Kamer over zijn streven om
slechts toevoeging-op-termijn
van de Bijlmermeer bij Am
sterdam in de wet vastgelegd
te krijgen, de kabinetskwestie
zou worden gesteld.
Ongetwijfeld zijn er ver
schillende gevallen denkbaar,
waarin het heel begrijpelijk
en logisch is dat de overige
ministers zich eensgezind
scharen achter een bepaalde,
door één hunner mede-minis
ters tegenover de volksver-
woordiging ingenomen stand
punt. Zo is het bijvoorbeeld
heel gewoon, dat een kabinet
in zijn geheel ten opzichte
van het algemene financiële,
economische en sociale beleid
en ook met betrekking tot de
richting, die het internationaal
wil bewandelen, een gemeen
schappelijke zienswijze koes
tert. Daarbij gaat het inder
daad om aangelegenheden, die
van nature als zaken te be
schouwen vallen die het ka
binetsbeleid raken. Dan is,
ingeval van verwikkelingen
met één der Kamers, op een 1
gegeven ogenblik het stellen
van de kabinetskwestie staat
kundig volkomen oorbaar.
Daarentegen zou dit laatste
geheel en al misplaatst zijn
bij een punt als dat van de
Bijlmermeer. Wil men een ge
zonde werking van ons par
lementaire stelsel werkelijk
behartigen en bevorderen, dan
moet het voor het parlement
mogelijk blijven om, zonder
buitenissige kabinetsdwinge
landij, een bepaalde minister
met wiens zeer speciale in
zichten op een terrein dat
allerminst als zodanig binnen
het gebied van de kabinets-
politiek te beschouwen valt,
de Kamer het oneens is tot
heengaan te nopen waarop hij
door een nieuwe minister zal
worden vervangen. Gaat men
echter ook al in gevallen, zo
als hier bedoeld, schermen
met het dreigement dat een
kabinetscrisis zou ontstaan
wanneer de aanvankelijke
meerderheid niet bereid zou
zijn haar eigen opvatting te
verloochenen, dan maakt men
in feite een gezonde werking
van het parlementaire stelsel
onmogelijk. Terecht is, nu
reeds een aantal maanden ge
leden, oud-minister Cals te
gen het eventueel insluipen
van een dergelijk „misbruik"
te velde getrokken. Zie ik het
goed, dan geeft de nog te
verwachten strijd over de
kwestie Bijlmermeer reden te
over om thans al een waar
schuwend woord te laten ho
ren tegen een mogelijk in het
kabinet voorhanden zijnde
neiging om eventueel een
Kamermeerderheid te willen
dwingen onder het Caudijnse
juk van een bedreiging, een
kabinetscrisis te laten door
gaan bij een aangelegenheid
die er ten hoogste een is tus
sen een meerderheid in de
Kamer en de persoon van
minister Toxopeus.
Alles te vroeg
Grote indruk maakte de wijze waarop
mr. Baas het probleem voor de heden
daagse r.k. gelovige beschreef:
,Nog voor de mens tot de jaren van
verstand gekomen Is, wordt hij opgeno
men in een tot in alle details geïnstitu
tionaliseerde kerk. Nog voor hij Gods spre
ken in de dingen rondom hem heeft ver
staan wordt hem ingeprent dat God op een
zeer bijzondere wijze gesproken heeft in
de profeten en in Christus. Nog voor hij
woordeloos geworden is om een antwoord
te geven op het zich geraakt weten door
de wezende God krijgt hij het formulier,
het gebaar en de bijbehorende frequentie
aangeleerd van de gestileerde dialoog in
de liturgie.
Nog voor hij ordeverstoring als verbo
den aanvaardt leert men hem alle cate
gorieën van zonder onderscheiden. Nog
voor hij zich verloren voelt, wordt ver
lossing hem aangeboden. Nog voor hij kan
gaan zoeken, wordt hem de waarheid over
handigd. Nog voor hij in verwachting op
kan bloeien, is hem al gezegd wat te ver
wachten. Nog voor het leed hem grijpt is
de zin al ontvouwd. Nog voor hij een
vreemde kent, moet hij alle mensen be
minnen. Nog voor hij de dood vermoedt,
wordt een eindpunt al begin genoemd
Nog voor hij weet dat hij afvalt, is hij
al afgevallen."
En aan het slot van zijn rede wees mr.
Baas erop dat het mensdom zijn eigen
voortbestaan in handen heeft. „Zal het no
dig zijn dat eerst de rekening van het
falen van de kerk ons aan onze huisdeu
ren door Chinese soldaten gepresenteerd
wordt? Of zullen we gezamenlijk heils-
brengers mogen zijn?"
Weer zijn er arrestaties verricht in het
geruchtmakende vleesschandaal in Willes-
kop. Op last van de officier van Justitie te
Utrecht, zijn twee inwoners van Montfoort
aangehouden, die de reeds gearresteerde
exploitant van de clandestiene kadaver
slachterij geassisteerd zouden hebben.