SHIRLEY
Uit de jeugd van Sinter Claesje
en zijn 15-eeuwse „lieverdjes"
DE STERRENHEMEL IN DECEMBER
PANDA EN DE MEESTER-LEERLING
Puzzel no. 61
AUTOMONTEURS
MEUBELSHOW
door Charlotte Brontë
21
Ons vervolgverhaal
CoeckverbocT
Ruige pret
Vrijerspoëzie
„Zuyckercent"
Maansverduistering
op 19 december
v. DUIVENBODEN N.V.
VRIJDAG 27 NOVEMBER 1964
1. W.
POOLSTERE
walvis
y"n ii
AANGEBODEN
AFWISSELEND, AANTREKKELIJK
EN INTERESSANT WERK
in een moderne omgeving
NOORD-ZUID-HOLLANDSE VERVOER MAATSCHAPPIJ n.v.
BEZOEKT DE
PERMANENTE
';ïv:
69)
„Goed! Zonder enige hulp zelfs
met tegenstand of afkeuring uwer
zijds geloof ik dat ik precies het
zelfde zou doen als wat ik nu van
plan ben; maar in een andere geest.
Ik ben nu tevreden. Over het alge
meen bevalt de toestand mij wel."
„Ja, dat zou ik ook zeggen; het is
duidelijk te zien. U hebt meer beha
gen in het werk, dat voor u ligt, dan
u zoudt hebben in de uitvoering van
een regeringsbestelling voor uniform-
stof."
„Ik vind het inderdaad sympa
thiek."
„Dat zou de oude Helstone ook vin
den. Weliswaar met een klein ver
schil in uw beweegredenen veel
verschillen misschien. Zal ik er met
meneer Helstone over praten? Als u
het wilt, zal ik het doen." „Doe maar
wat u wilt; uw oordeel zal u wel de
juiste weg wijzen, juffrouw Keeldar.
Ik zelf zou er op kunnen vertrouwen
in een moeilijker crisis; maar ik moet
u wel zeggen, dat de heer Helstone
enigszins een vooroordeel tegen mij
heeft."
„Dat weet ik, ik heb alles verno
men over uw onenigheden. Weest u
er maar zeker van dat ze zullen ver
dwijnen; hij kan onder de tegenwoor
dige omstandigheden de verleiding
van een bondgenootschap niet weer
staan."
„Ik wil hem graag mee hebben; hij
is van 't goede hout gesneden."
„Dat vind ik ook."
„Een oud lemmet en ietwat roes
tig; maar de snede en harding zijn
nog uitstekend."
„Wie kunt u niet overhalen?"
„Misschien de predikant niet; maar
ik zal mijn best doen."
„Uw best! Hij geeft al toe wanneer
u één woord gezegd hebt of even
hebt geglimlacht."
„O nee. Het zal mij verscheidene
kopjes thee, wat geroosterd brood en
cake kosten en een ruime hoeveelheid
vertogen, vermaningen en overredin
gen. Het begint een beetje kil te wor
den."
„Ik zie dat u huivert. Is het ver
keerd van mij u hier te houden? Maar
het is zo kalm ik vind het zelfs
warm, en gezelschap als het uwe is
een zo zeldzaam genoegen voor mij.
Indien u een dikkere doek om
had
„Dan zou ik misschien langer blij
ven en vergeten hoe laat het is, wat
mevröuw Pryor naar zou vinden. Wij
houden ons aan vroege en geregelde
tijden op Fieldhead, meneer Moore;
en dat zal ook wel voor uw zuster gel
den, in de Cottage".
„Ja, maar Hortense en ik hebben
afgesproken dat wij beiden doen
waar wij zin in hebben en dat is bui
tengewoon gemakkelijk."
„En waar heb u dan zin in?"
„Drie nachten per week slaap ik
in de weverij maar ik heb weinig
rust nodig en als de maan schijnt
en het is zacht weer, loop ik dikwijls
tot de ochtendstond in de Hollow".
„Toen ik een heel klein meisje was,
meneer Moore, vertelde mijn kinder
juffrouw mij verhalen van feeën, die
in de Hollow waren gezien. Dat was
voordat mijn vader de weverij had
gebouwd, toen het nog een volkomen
eenzaam ravijn was. U zult stellig be
toverd worden."
„Ik vrees dat het algebeurd is," zei
Moore op zachte toon.
„Maar er zijn ergere dingen dan
feeën waar men voor op moet passen",
ging juffrouw Keeldar door.
„Gevaarlijker dingen," vulde hij
aan.
„Veel gevaarlijker. Hoe zou u het
bijvoorbeeld vinden om Michael Hart
ley tegen te komen, die krankzinni
ge Calvinist en Jacobijnse wever?
Men zegt dat hij verslaafd is aan
stropen en vaak 's nachts onderweg
is met zijn geweer."
„Ik heb al het geluk gehad hem te
gen te komen. Wij hebben in een nacht
een lang twistgesprek gehouden. Het
was een vreemd geval; ik vond het
wel aardig."
„Aardig? Ik bewonder uw smaak!
Michael is niet goed wijs. Waar bent
u hem tegengekomen?"
„Op de diepste schaduwrijkste plek
van het dal waar water in de diepte
stroomt, onder kreupelhout. Wij gin
gen zitten naast die vonder. Er was
maan, maar er waren ook wolken en
het was erg winderig. Wij hadden een
gesprek."
„Over politiek?"
„En over de godsdienst. Ik geloof
dat het volle maan was en Michael
was bijna zo gekrenkt in zijn geest
vermogens als het maar kan. Hij uit
te vreemde lastertaal op zijn Antino-
miaanse manier."
„Neemt u me niet kwalijk, maar
ik geloof dat u bijna even gek moet
zijn geweest als hij, om daar naar
hem te zitten luisteren."
„Er is een interessante wildheid in
zijn geraaskal. De man zou half een
dichter zijn als hij niet helemaal een
waanzinnige was. Hij verzekerde mij
plechtig dat de hel mij onvermijde
lijk was voorbeschikt, dat hij het te
ken van het beest op mijn voorhoofd
had gelezen, dat ik van het begin af
aan een verworpeling was geweest.
God's wrake, zei hij, werd voor mij
gereed gemaakt en hij beweerde dat
hij in een nachtelijk visioen gezien
had hoe en waardoor ik mijn lot zou
ondergaan. Ik wilde nog meer weten,
maar hij ging weg met deze woorden:
„Het einde is nog niet gekomen."
„Hebt u hem daarna nog wel eens
gezien?"
„Zowat een maand later, toen ik
van de markt terug kwam, ontmoette
ik hem en Mozes Barraclough in een
vergevorderde staat van dronken
schap: zij waren op een dolzinnige
manier aan het bidden aan de kant
van de weg. Ze spraken mij toe als
Satan, bevalen mij weg te gaan en
schreeuwden dat zij bevrijd wilden
worden van de verzoeking. Nog maar
enkele dagen geleden nam Michael
weer de moeite bij de deur van het
kantoor te verschijnen, zonder hoed,
in zijn hemdsmouwen zijn jas en
vilthoed had de kroegbaas achterge
houden als pand. Hij uitte de plezieri
ge boodschap dat hij meneer Moore
nu kon opdragen zijn huis in orde te
maken daar zijn ziel binnenkort van
hem afgenomen zou worden."
„Neemt u deze dingen niet ernstig
op?"
„Die arme man had wekenlang ge
dronken en hij was in een staat die
grensde aan delirium tremens."
„Wat dan nog? Dan is het nog
waarschijnlijker dat hij zijn eigen
voorspellingen tracht uit te voeren."
„Men kan zulke gevallen toch niet
op zijn zenuwen laten werken?"
„Meneer Moore, u moet naar huis
gaan!"
„Nu al?"
„Ga recht door de velden, niet door
de laan en de aanplantingen."
„Het is nog vroeg."
„Het is laat, ik ga in elk geval naar
binnen. Wilt u mij beloven, dat u
vannacht niet in de Hollow gaat rond
dwalen?"
„Indien u dat wenst."
„Ja, dat wens ik. Mag ik vragen
of u het leven waardeloos vindt?"
„Geenszins; de laatste tijd be
schouw ik mijn leven als zeer waar
devol."
„De laatste tijd?"
„Het bestaan is nu noch doelloos
noch hopeloos voor mij; en dat was
het drie maanden geleden wel. Ik was
toen bezig te verdrinken en ik hoopte
maar dat de operatie gauw voorbij
zou zijn. Opeens werd mij een hand
toegestoken zulk een fijn handje
dat ik er nauwelijks op durfde te ver
trouwen; maar de kracht ervan
heeft mij van de ondergang gered."
„Bent u werkelijk gered?"
„Voorlopig; uw hulp heeft mij nog
weer een kans gegeven."
„Leef dan om er gebruik van te
maken. Bied uzelf niet aan als doel
wit voor Michael Hartley; en goeden-
nacht!"
Juffrouw Helstone had beloofd de
volgende avond op Fieldhead door te
brengen; zij hield haar belofte. Zij
had ondertussen enige sombere uren
doorgebracht. Het grootste deel van
de tijd had zij zich opgesloten in haar
eigen kamer, en zij kwam er alleen
uit om de maaltijden met haar oom
te gebruiken, en om vragen van Fan
ny te voorkomen vertelde zij haar,
dat zij een japon aan het veranderen
was en dat liever boven deed om niet
gestoord te worden.
(Wordt vervolgd)
innnnnnnnnnnnnrM—■■■■■■«■■■■■■■■■■■■■■■wuwMimwii
„Aenschouwt dees marsepijn,
vol poppegoet en bloemen,
Verguit, gekieremiert,
men kan 't niet alles noemen,
Mear wat er binnen schuylt,
dat wert den snoeper wijs
Sinter Claesje biscop
Settie hooge muts op
Geef die soete kynders wat
En de stouten op hun gat
ZO ZONGEN ze het in de 14de en de
15de eeuw als de goede Sint voet aan
wal zette in Amsterdam, de stad, die
hem tot stadspatroon had verheven.
Er is sedertdien wel van alles veran
derd in de wereld en de Goedheiligman
zal ongetwijfeld bij het doorlezen van
de verlanglijsten die hij, naast het
korstje brood voor zijn paard, in de
kinderschoenen vindt, wel eens even
met de ogen knipperen. Maar niet voor
niets gaat van hem de legende dat hij
drie knapen, door een wrede herbergier
onthalsd en in de vleeskuip ingezouten,
op wonderbare wijze weer tot leven
wekte. Zijn hart is door de eeuwen
heen steeds even warm blijven kloppen
voor verdrukten, armen en kinderen en
daarom, wat er ook veranderd mag
zijn, het gejuich waarmee onze heden
daagse kinderschare hem ontvangt is
nog even geestdriftig als dat van 14de
en 15de-eeuwse jeugd. Dat het overi
gens in die dagen ook niet altijd even
rustig en braaf toeging, kan men uit
allerlei geschriften uit die tijd verne
men. En dat de Goede Sint met de
toenmalige lieverdjes ook wel het een
en ander te stellen had, lijdt geen
twijfel.
In de 15de eeuw werd het Sinterklaas
feest niet alleen door de kleintjes met
kloppend hart tegemoet gezien, maar
met even grote spanning door de oude
re jeugd. Aan de vooravond van het
feest nl. verzamelden zich de buurtge
noten, vrijers en vrijsters bij de buurt-
bakker om gezamenlijk diens Sinter
klaaskoeken met goud en zilver te be
plakken. Het ging op deze avonden
meestal jolig toe, want men bepaalde
zich niet alleen tot het versieren van
de koeken maar er werd, naar de ge
woonte van die tijd, ook een fiks hapje
gegeten en een nog fikser slokje ge
dronken. Later op de avond waagde
men zich dan aan een lustig dansje en
niet zelden ontaardden deze bijeenkom
sten in ruwe dronkemansgelagen. De
kerkeraden fronsten de wenkbrauwen,
en schudden het hoofd. Vervolgens
waarschuwden ze met steeds groter na
druk de ouders, hun kinderen van deze
feesten weg te houden. Toen na enkele
jaren dit wenkbrauwfronsen en de
waarschuwingen geen enkele uitwer
king bleken te hebben, werden de plak-
avonden kort en bondig verboden. Later
ZO VIERDEN onze voorvaderen het
Sinterklaasfeest en dit dikwijls zo opge
wekt, dat de overheid zich ermee be
moeide, waarbij uiteraard ook de ker
keraden een duit in het zakje deden.
Het opkomende protestantisme zag in de
verering van de bisschop een verkapte
vorm van de zo verfoeide paperij. Zo
werd in 1607 in Dordrecht en iets later
ook in Amsterdam en andere plaatsen
een verbod uitgevaardigd tegen het
bakken van „broot, coeck, zuycker, ofte
andere eetwaren, hebbende het facoen
van eenige-(heiligen-)beelden ofte daer
eenich beelt ofte beelden in, ofte opge-
backen ofte gestelt syn." Ook het „op-
slaen van craemen op het marctvelt",
waar al dat lekkers werd verkocht
werd verboden.
Aldus waakten de vroede vaderen in
het oude Nederland over het zieleheil
van het volk. Wanneer men de aard
van onze vrijgevochten voorvaderen in
aanmerking neemt, kan het nauwelijks
verwondering wekken, dat hierdoor de
nodige wrijving ontstond en het lijdt
ook geen twijfel dat Sinterklaas ten
slotte toch altijd weer als overwinnaar
uit het strijdperk trad, al duurde dat
soms wel even.
kwamen ze echter weer in zwang, ge
tuige de verhalen van Hildebrand.
VOOR DE SCHOOLJEUGD waren de
Sinterklaasdagen van bijzonder groot
belang om meer dan één reden. Niet
alleen kregen ze een dag vrijaf, (heel
wat, in die dagen) doch tevens werd
hun op verschillende plaatsen in Neder
land door het stadsbestuur een subsidie
geschonken zodat zij het feest in vro
lijkheid konden vieren. Er bestaat nog
een oude rekening in de stad Dordrecht,
daterend uit de jaren 1360, die als volgt
luidt:
„Op St.he Claes dach 2.gr.aen die
scholers voer het oerlof".
In het jaar 1450 werd deze gewoonte
afgeschaft.
Het zetten van de schoen bij vrienden
en verwanten was ook toen al gebrui
kelijk. Des nachts bracht de Sint dan
evenals nu nog, zijn gaven, meestal be
staande uit „zuyckeren" versnaperin
gen.
Een der meest geliefkoosde lekker
nijen was het „amandelbrood", waar
schijnlijk ons marsepein. Men ging zich
aan deze versnapering kennelijk nog
wel eens tebuiten, want een prent uit
de 15de eeuw, waarop men een „snoe
per" ziet afgebeeld die eenvoudig door
het marsepein geveld werd, is voorzien
van de volgende wijsgerige regels:
Voor de jongeling in die dagen was
het feest van de Goede Sint niet zelden
een welkome gelegenheid om aan zijn
„vrijster" niet alleen een hart van
„zuycker" maar ook zijn eigen liefde
volle hart aan te bieden. Het volgende
lyrische dichtwerk ontlenen wij aan die
tijd:
„Mijn schoen sent ick U niet alleen
Maer ziel en lichaem beyd te saem
Het lichaem dat U aengebe'en
So heftich wenscht na 't lieve aemen
Dat van U lipjes nederdaelt
En 't dorstich hert ten hemel haelt."
TENSLOTTE voor de dames nog een
15de-eeuws recept voor marsepein. Iets
om uw krachten op te beproeven!
„Neem amandelen die eenen dach en
nacht in schoon water hebben geweeckt,
die also schoon gemaeckt zyn als moge
lick is: stoot die, altijt wat vers water
insprengende, dat geen olie en worde.
Dan neemt also veel goet wit zuyckers
als amandelen. Alst al wel 't saemen
gestooten is en met rooswater gelenget,
so doeget 't saemen in eenen ydelen
dop ende settet in een panne en latet
backen in den oven ende b esprenget dit
wel met zuycker-en rooswater gemengt,
dat niet al te seer en verdroge. Ghij
moget ook backen in een panne over
't vuyr, maer siet dan wel toe, dat niet
en verberne."
Eenvoudig nietwaar, dames? Voor u
gevonden in oude geschriften.
nnnnnnnumnnnnitinnnnnnnnnnnni
Mercurius moet in het begin van de maand 's avonds
na zonsondergang laag boven de zuidwestelijke horizon
worden opgezocht met behulp van een veldkijker. Van
1 tot 10 december gaat Mercurius ongeveer één uur na
de zon onder.
's Morgens is de heldere planeet Venus nog zichtbaar
in het zuidoosten, maar geleidelijk nadert zij de zon.
Mars is na middernacht in de Leeuw zichtbaar, daarna
in de Maagd. (Op onze kaart, die de avond-sterrenbeelden
voorstelt, komt Mars niet voor). In de loop van decem
ber verandert de afstand Aarde-Mars van 206 tot 162
miljoen km.
Jupiter is 's avonds het helderste hemellichaam (na
de maan, natuurlijk); de planeet is een groot deel van
de nacht zichtbaar in de Ram.
Saturnus, veel minder dan Jupiter, is 's avonds zicht
baar in het sterrenbeeld Waterman; geleidelijk komt
Saturnus dichter bij de zon.
Op 1 december 's morgens zal de maan in conjunctie
zijn met Venus een mooie samenstand.
Op 16 december is Jupiter in conjunctie met de maan.
Dit verschijnsel heeft overdag plaats. Als men op de
avond van 15 december kijkt zal men dus bemerken dat
de conjunctie nog moet komen en de volgende avond,
dat de maan Jupiter reeds voorbij is.
Op 19 december is er een totale maansverduistering,
die in ons land zichtbaar is. Ziehier de fasen van dit
hemel verschij nsel
1.59 u. De maan begint in de aardschaduw te treden;
een tiental minuten vroeger kan men de aan
wezigheid van de bijschaduw op de maan reeds
bemerken.
3.08 u. Begin van de totaliteit. Let op de helderheid
»VP «V. „,evFL
VISSEN
ECLIPTICA
10
en op de kleur van de geheel
verduisterd maan. (Bij de eclips
van 25 juni j.l. werd de maan
tijdens de totaliteit geheel on
zichtbaar, een zeer uitzonder
lijke gebeurtenis).
3.37 u. Maximum van de verduistering.
87. Jolliepop was opgelucht, toen hij hoorde, dat Don-
gadil voorgoed de grens over was. „Hij was een on
rustig persoontje, als ik mij zo mag uitdrukken", sprak
hij. „En in zijn gedrag jegens mij heeft hij reeds vele
malen de grens overschreden." „Ja, hij was wat on
deugend," gaf Panda toe. „Hij hield ervan om reuzen
te plagen. Eh... ik bedoel om de groteren te plagen.
Maar hij was ook nog zo jong; pas 98. Eh... ik bedoel:
jong voor een DongadiL Te jong voor een meester.
steen, bedoel ik." Joris Goedbloed dacht daar anders
over. „Ik had beter moeten weten," bromde hij. „Ik
ben te oud, om me met wensstenen en dergelijke sprook
jes bezig te houden. Als een volwassene in het open
baar tovergebaren gaat maken, kan hij verwachten,
dat hij hier terecht komt... in het „Tehuis voor Over
spannen Dirigenten"! Maar ja, dat had ik nu eenmaal
eerder moeten bedenken. Volgende keer beter...!"
EINDE VAN DIT VERHAAL
4.07 u. Einde van de totaliteit; de
maan begint uit de schaduw
van de Aarde te treden.
5.15 u. Laatste aanraking met de
schaduw.
Op 21 december begint de astronomi
sche winter.
Maan: Nieuwe Maan: 4 dec. te 2.18.
Eerste Kwartier: 12 dec. te 7.01.
Volle Maan: 19 dec. te 3.41.
Laatste Kwartier: 25 dec. te 20.27.
Om de kaart te richten moet men ze
boven het hoofd houden, en het N laten
samenvallen met de noordelijke horizon.
De stand van de hemel is die op 15 decem
ber te 20 uur. Voor vroegere tijdstippen,
de kaart draaaien in de richting van de
wijzers van een uurwerk, voor latere
waarnemingen in tegenovergestelde rich'
ting. De plaats van de maan is voor enkele
avonden aangegeven; de getallen duiden de
dag van de maand aan. De posities van
Jupiter (J) en Saturnus (S) zijn eveneens
aangegeven. De stippellijn die door de
Zwaan gaat duidt de hartlijn van de Melk
weg aan. De andere gestippelde lijn is de
ecliptica (Dierenriem of Zodiak); de zon,
de maan en de voornaamste planeten be
vinden zich steeds in de nabijheid van deze
lijn.
Advertentie
In onze gemakkelijk bereikbare hoofdwerkplaats aan de Leidsevaart te Haarlem
is plaats voor
Vijfdaagse werkweek. Uitstekende sociale voorzieningen en gunstige
toeslagregelingen. Vrij vervoer gehele lijnennet.
Sollicitaties schriftelijk of mondeling aan de afdeling Personeelszaken van ons
hoofdkantoor.
HOOFDKANTOOR LEIDSEVAART 396 - HAARLEM - TELEFOON 18460
Advertentie
SPAARNE 11
t.o. Damstraat en Teylermuseum
STEEDS TOONAANGEVEND
IN STIJL EN KLASSE
INTERIEUR-ADVISEURS
Ged. Oude Gracht 108-110 - Kruisstr. 22
Horizontaal: 1. armoedzaaier, 7. slede, 8.
aardrijkskundige aanduiding (afk.), 10. ri
vier in Italië, 12. vlaktemaat, 14. deel van
de bijbel (afk.), 15 loksijs, 17. groente,
18. dagblad, 19. scheepstouw, 21. zoogdier,
23. boom, 24. wandversiering, 26. muziek
noot, 27. bijwoord, 28. jongensnaam, 30.
oefenen.
Verticaal: 2. bergplaats, 3. bid (Lat.), 4.
uitroep, 5. oude lengtemaat, 6. wilde as
perge, 9. deel van een bloem, 11. bekende
afkorting, 13. bekoorlijk, 14. Nederland
(afk.), 16. sneeuwschaats, 17. bevel, 20. ver
laagde toon, 22. voertuig, 24. tijdperk, 25.
vreemde munt, 27. bijwoord, 29. lidwoord.
Oplossingen, uitsluitend per briefkaart,
dienen vóór woensdag a.s. in ons bezit te
zijn.
OPLOSSING PUZZEL NO. 60
Horizontaal: 1. stamelen, 9. era, 10. ale,
11. re, 13. ent, 15. si, 16. eva, 18. dar, 20.
toet, 22. sul, 24. eren, 26. sip, 29. Alie, 31.
pa, 32. o.l., 34. geld, 36. gal, 37. riem.
Verticaal: 2. te, 3. are, 4. mand, 5. la, 6.
Els, 7. nein, 8. pret, 12. evoë, 14. tas, 17.
aera, 19. Rus, 21. telg, 23. lip, 25. nier, 27.
pad, 28. log, 30. Eli, 33. la, 35. de.
PRIJSWINNAARS PUZZEL NO. 60:
7.50: Mej. B. Kleefman, Kruisstraat 44 i,
Haarlem, 5.00: Mevr. A. Westerwal, Sant-
poortse Dreef 128 Santpoort. 2.50: EL
Paap Ruslandstraat 155 Haarlem.