Elisabeth Koolaart-Hoofman FILATELIE SVERICE 6 30 e Dammen Engelse hertog klapt uit het slaapsalet i een vergeten Haarlemse dichteres ZATERDAG 28 NOVEMBER 1964 PAGINA ZEVEN TOKYO 6# Filar ski Éip-< iü f Mr. Ed. Spanjaard NOBEL? RJS1904 KW ZWEDEN. De jaarlijkse serie gewijd aan Nobelprijswinnaars zal op 10 de cember in omloop worden gebracht. Dit maal zijn de winnaars van de in 1904 uitgereikte prijzen aan de beurt. Op de 30 ore (blauw) de Franse dichter Frede ric Mistral (18301914) en de Hongaarse toneelschrijver José Echegaray y Eiza- guirre (18331914), op de 40 ore (rood) (afbeelding) de Britse natuurkundige John William Strutt, lord Raleigh (1842 1919), de Britse scheikundige sir Wil liam Ramsay (18521916) en de Rus sische fysioloog Iwan P. Pavlov (1849 1936). VATICAANSTAD. Ter viering van het eeuwfeest van het Internationale Rode Kruis is een serie van drie waar den, 10, 30 en 300 lire, verschenen. Het ontwerp is ontleend aan een schilderij van El Greco, voorstellende de Barm hartige Samaritaan die zich over een gewonde ontfermt Lucas 10 33). VERENIGDE STATEN. Volgend jaar zal een postzegel van 5 cents in circu latie worden gebracht ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan van de Amerikaanse Sokol-organisatie (een or ganisatie voor lichamelijke opvoeding). De zegel vertoont het bronzen stand beeld van een discuswerper, dat bij het gebouw van het State Department in Washington staat. GHANA. Ter gelegenheid van de Dag van de Mensenrechten zal op 10 decem ber een serie van drie zegels worden uitgegeven. De 6 d. en 5 sh. tonen het portret van de plantkundige George Washington Carver (18641943) en een bataat (Spaanse aardappel); op de 1 sh. 3 d. ziet men het portret van Albert Einstein en zijn beroemde formule E mc2, alsmede het atoomsymbool. De zegels zijn ontworpen door de Israëliër M. Shamir. MONACO. Eind van deze maand zal een postzegel van 1 fr. worden uitge geven naar aanleiding van de 34ste Ral- ley Monte Carlo. Afgebeeld zijn een kaartje van Europa, waarop de route MinskMonte Carlo is aangegeven, als mede gebouwen te Minsk en Monte Carlo. KENYA, OEGANDA, TANGANYIKA en ZANZIBAR. Deze vier landen heb ben een gemeenschappelijke Olympische serie het licht doen zien. De reeks om vat de waarden: 30, 50 cents en lsh. 30 en 2 sh. 50. De 30 (afbeelding) en 50 cents laten een zonnebloem en de vijf Olympische ringen zien en de 1 sh. 30 en 2 sh. 50 de vlaggen van de vier landen. ITALIË. Ter gelegenheid van de zeven de bijeenkomst van de staten-generaal van de Europese gemeenten, georgani seerd door de Italiaanse afdeling van de Raad van Europese gemeenten en ge houden in Rome, is een serie van drie waarden in roulatie gebracht. Het zijn een 30 lire (bruin en groen), een 70 lire (bruin en blauw) en een 500 lire (rood). Afgebeeld zijn de Big Ben te Londen, het Capiiool te Rome, de stadhuistoren van Brugge, de Römer het raadhuis) van Frankfort, het stadhuis van Parijs, de Klokketoren van Zurich en de Koornmarkipoort te Kampen (Neder land) (afbeelding). NIGERIA. Een serie van drie zegels is verschenen ter viering van de eerste verjaardag van de republiek. De zegels laten de portretten zien van de kam pioenen van Nigeria's onafhankelijkheid en yjel president Azikiwe op de 3 d., Herbert Macaulay op de 1 sh. 3 d. en koning Jaja Ofopobo op de 2 sh. 6 d. POLEN. Ter herinnering aan het feit, dat 25 jaar geleden de Duitsers Polen binnenvielen is een serie van vijf zegels, twee van 40 gr. en drie van 60 gr., ver schenen. De zegels brengen monumen ten en gevechtsscènes in beeld. REDDING. Wanneer de troefkleur in een scherp manehecontraot onfortuinlijk voor de lei der is verdeeld, betekent dat meestal de ondergang van het contract. Een enkele maal kan de redding nog slechts verwacht worden, als een speciale kaartverdeling de ongunstige troefpositie weet te elimineren. Het onderstaande partijtje werd snel „gezien" door een Nederlandse meester klasse-speler helaas echter na afloop van het spel, toen één down een feit was geworden. Doet u het beter? 6 5 CA32 9 8 5 3 A 7 5 4 A H 4 O H 10 8 7 5 10 2 4 H V 10 Zuid gever, allen kwetsbaar. Het bieden was zeker niet modern, doch zeker goed: OW pasten - zuid één harten - noord twee harten - zuid drie harten - noord vier har ten. Het zuid-spel met de goede vijfkleur in harten, vijftien punten en vele hoge controles, is net te sterk om al op twee harten te passen. Noord, die ondanks de korte hartensteun een royale tweede har ten kon geven, was zeker gerechtigd part ners uitnodiging tot het manchebod te accepteren. West speelt ruitenheer voor die hem bleef en in slag 2 speelde west een kleine ruiten voor oosts ruitenaas. In slag 3 trok oost schoppenboer, zuid won met schop penaas. De zaak leek zéér eenvoudig - twee maal troef trekken en dan een derde schoppentje op tafel introeven. In slag 4 speelde zuid daarom harten vijf, west harten zes, noord hartenaas en oost harten vier. In slalg 5 werd harten twee uit noord gespeeld, oost legde harten boer, zuid won met hartenheer en bij west werd een ruitentje afgegooid. Dit beteken de dus, dat oost nog hartenvrouw en negen in troef overhad, wat de zuidspeler voor ernstige problemen stelde. Hoe verder? Zorgvuldige analyse van het spel kan u doen blijken, dat oost bepaald drie klave ren in handen moet hebben, wil zuid nog een kans maken het spel te winnen. Maar zelfs die vaststelling is niet voldoende men moet de resterende slagen in déze volgorde afspelen. Éérst in de slagen 6, 7 en 8 moeten NZ hun drie hoge klaveren meenemen, eindigend op tafel (noord). Daarna moet van noord uit ruiten worden gespeeld, die oost vermoedelijk niet meer heeft (anders zou hij in slag 3 die kleur wel vervolgd hebben) en die zuid introeft met harten zeven. Nu volgt in slag 10 schoppenheer van zuid, in slag 11 wordt zuids schoppen viertje in noord met harten drie getroefd. Als slotstuk van dit vuur werk speelt noord dan ruiten of klaver oost krijgt van zijn twee hartens nog maar één slag, daar zuid er met harten tien en acht achter zit. Noodzakelijk voor het slagen van dit speelplan is, dat oost oorspronkelijk begon met vier schoppens, vier harten, twee rui tens en drie klaveren en die had hij. Onjuist is het bijv. in de slagen 6 en 7 eerst de schoppen te spelen en af te troe ven om daarna met ruiten uit noord te vervolgen. Weliswaar lukt het zuid dan zich in te korten in troef, maar oost krijgt de gelegenheid op de derde ruiten een klavertje op te ruimen en het contract zal dan sneuvelen. Als u dit spel in de praktijk vlot had ge maakt, speelt u uitstekend bridge. Bridgevraag dezer week: Oost, gever, OW kwetsbaar, parenwedstrijd. OW spelen de z.g. zwakke klaver, met een afwijzend bod van één ruiten. Zuid heeft: A B 6 3 9H4 V62 AV83 Oost opent met één klaver (conv.) Wat moet zuid doen? Antwoord elders op deze bladzijde. De overige bij varianten moeten de lezers zelf maar onderzoeken en uitvinden of er toch nog remise aanwezig is. Een viertal problemen volgt nu ter op lossing. H. J. LIZE (Heemstede) óoooó6öCoooocooooooocococ<x>>ccc-ooooocoooc oocccccöccr. Zwart: dam op 45, stukken op 9, 12, 16, 19, 25. Wit: dam op 26, stukken op 21, 32, 33, 34, 40. H. J. LIZE (Heemstede) xx3ceoooeoawo3ceooooöMceoooooc£OOoöC!C©3Ceoc>ïeöa*»5eoö Zwart: 8. 9, 16, 17, 18, 19, 25, 30, 37. Wit: 28. 32, 33, 41, 43, 44, 45, 48, 50. Voor alle vier vraagstukken geldt: wit speelt en wint. H. J. LIZE (Heemstede) 000<X)OCOOOOOOCOOOOCOCOCCOC)OOC^OOGCODCOCOr DCC OOQOOOOOÖCÖC lijk wel eens afleggen tegen de minder knappe, die met name in de tijdnoodfase door psychische en fysieke factoren een grotere slagvaardigheid weet op te bren gen. Uiteindelijk geeft de totaliteit van kennis plus ervaring plus een conglome- rant van nog een reeks andere eigenschap pen de doorslag, zoals dit alles te voor schijn komt op het kritieke moment, te midden van het strijdgewoel, in het wed strijdlokaal, met alle bij-invloeden zoals het belang van de uitslag, het rumoer, de lichamelijke conditie en duizend andere zaken. Daarom kan men slechts relatieve waarde hechten aan de resultaten van papieren tests, van welke er weer zestig voor ons liggen. Het gaat om het boekje: „Zo leert u goed schaken" van dr. M. Euwe en W. J. Muhring (tweede serie, tweede druk) 4,50, uitg. n.v. v. Goor. De eerste dertig tests behelzen uitvoeriger partij ge deelten, waarbij de lezer bijvoorbeeld wit heeft, telkens de juiste zet moet vinden en voor iedere goede vondst wordt gecredi teerd met een aantal punten. Het punten totaal is tenslotte bepalend voor iemands speelsterkte. Wij achten de opzet van dit boekje zeer goed, maar menen aan de andere kant, dat men aan de eindscore niet al te grote betekenis mag toekennen. Daarvoor wijkt de toestand, in welke wordt gestudeerd, te veel af van die tijdens het werkelijke wed strijdspel. Wij noemden reeds: de zenuwen, het belang, het rumoer en dergelijke en voegen daar nog bij: beziet men een in het boekje opgegeven stelling, dan weet men zeker dat er iets „in" zit, waardoor het zoeken naar de juiste zet volkomen anders gericht wordt. In de praktijk weet men nooit of men vergeefs zoekt en tast. De één wordt hierdoor extra geprikkeld, de ander daarentegen gedeprimeerd. Een tweede punt is, dat de geselecteerde voor beelden alle werkelijk gespeelde partijen dan wel bestaande composities zijn. Wie deze toevallig kent. boekt een geflatteerd resultaat; de factor kennis speelt een groter rol dan bij een echte ontmoeting, welke altijd weer nieuwe, nog nooit geziene, si tuaties brengt. Een derde factor is de aard van de selectie. Wij ondervonden de in vloed daarvan aan den lijve toen we ons onderwierpen aan de slagvaardigheids tests (drie series van tien, die betrekking hebben op de drie fasen van de partij: opening, middenspel en eindspel). Zeven van de tien openingstests betroffen de e2- e4-opening, welke wij nooit toepassen, met navenant resultaat. De drie d2-d4-tests daarentegen konden wij vrijwel in één oogopslag oplossen. Toen wij vervolgens de tien middenspeltests beproefden, lag het eindcijfer voor „slagvaardigheid midden spel" liefst twee klassen hoger dan dat voor de opening. Een enkel voorbeeld om het bovenstaan de toe te lichten. OOOOOOCXXDCOOOOOOCX" - C^XXDOOOOC'CGC'OCCClCC/~^r Zwart: 2, 6, 8, 9, 10, 12, 18, 19, 23, 24, 30, 35. Wit: 16, 21, 25, 27, 28, 32, 34, 38, 39, 42, 43, 44. H. J. LIZE (Heemstede) dMOOAMOeoooooooocctóeoooeeoeoccoMoooc ---ccrrrrc'-rrr Heemstede herbergt een aantal damlief hebbers, die internationale vermaardheid hebben verworven in de damproblematiek. De heren J. C. Bus en D. Kleen hebben reeds tal van buitenlandse wedstrijden ge wonnen. Van de groep gematigde proble- misten is de heer H. J. Lize de beste compo nist. Het is ons dan ook een groot genoegen een viertal problemen ter oplossing aan te bieden en twee eindspelen, alle door de heer H. J. Lize voor onze rubriek samen gesteld. Hier volgen eerst de twee eindspelen. caoccccco. ooooooc■y.ccoocc<xj..C'iuocc% soooasooooooaSöoöóooóoooöooocöt*^^ Zwart: 8, 9, 15, 18, 20, 23, 25, 26, 33, 40. Wit: 29, 30. 31, 32, 34. 37, 38, 43, 45, 49. Wij danken de heer H. J. Lize voor zijn medewerking en het beschikbaar stellen van zijn problemen. B. Dukel Oplossingen van deze serie zijn welkom aan het adres van de damredacteur: B. Dukel, Wijk aan Zeeërweg 125, lJmuiden. OCOMOOOOOOOOCOOOSOOOOOOOGOOCÖOOOOÖMÖOOOOOCÖC Zwart aan zet Oplossing: 1) 2) y?000co000000000c00(!000<^000000000<!x>00c)000<!>^0000000000000 Zwart: 22, 28, 30, 34. Wit: 33, 37, 42, 43, 47, 50. Wit heeft twee stukken voor dóch de opgedrongen zwarte stand wordt geestig overwonnen door 1) 43-39 34x43. 2) 37-31 28x39. 3) 31-27 22x31. 4) 42-37 31x42. 5) 47x49 gewonnen. Het tempo-eindspel van drie tegen drie is het volgend eindspel. Wit: 13, 26, 28. Zwart: 11, 12, 14. Wit speelt en wint. De winst is geestig en leerzaam. 1) 28-22 12-18 of? 2) 13-8 18x27. 3) 8-2 11-16 of? 4) 2-24 27-32. 5) 24-42 14-19. 6) 42-15 19-23. 7) 15-20 23-28. 8) 15-42. SLAGVAARDIGHEIDSTESTS „Schaken leert men alleen door te scha ken", aldus luidt een uitspraak van de Amsterdamse schaker-zanger Tabe Bas, die daarmee de spijker recht op de kop sloeg. Slechts volstrekt-ondeskundigen denken hier anders over en koesteren wa zige gedachten over bezitters van zo genoemde schaakknobbels, die „zo maar" zeer sterk schaken kunnen, gedachten die wanprodukten als „Schachnovelle" van Stephan Zweig doen ontstaan. Terecht rekende prof. De Groot in zijn proefschrift „Het denken van de schaker" met die outsiders-opvatting af. Hij gaat zelfs zover, de speelsterkte geheel te kop pelen aan de grootte van het arsenaal van kennis en ervaring, dat de speler, al scha kend en studerend, zich heeft verworven. Dit andere uiterste is onzes inziens wat al te rechtlijnig gezien. Wij geloven niet dat het totaal van kennis en ervaring ge heel parallel loopt aan de speelsterkte. Daarvoor zijn er te veel andere factoren bijvoorbeeld de wedstrijdzenuwen. De man die er het meeste van weet kan het waar- 3) 4) 5) 6) mat. RUIM 300 JAAR geleden, 23 fe bruari 1664, werd in Haarlem een meisje geboren, dat als dichteres in haar tijd naam zou maken, ook al is zij nu dan zo goed als vergeten: Elisabeth Hoofman, dochter van een aanzienlijk en welgesteld koopman. In haar jonge jaren viel zij reeds op door haar intelligentie en veelzijdige begaafdheid. Zij werd onderwezen in de klassieke talen. Er is een hand schrift van Elisabeth Hoofman be waard gebleven waaruit blijkt dat zij in staat was foutloos in het Latijn verzen te schrijven. Ook vertaalde zij reeds op jeugdige' leeftijd gedichten van Anakreon en een groot gedeelte van de Oden van Horatius, in dicht maat. In diezelfde tijd schreef zij ook gedichten in het Nederlands. Haar gedichten uit deze eerste tijd zijn zeer eenvoudig en sterk geïnspireerd op de natuur. Haar vader was eigenaar van de buitenplaats Veenberg bij Bloemendaal waar de familie Hoof man zomers woonde. Elisabeth no digde ook daar haar vriendinnen uit om „een poos te komen vermeien in de klaverweien van 't lustig Bloemen- dael". Een van deze uitnodigingen vervatte zij in een omvangrijk ge dicht dat zij in 1690 schreef onder de langademige titel: Uitnodiging aan myne Gespeelen, Dat ze my op Veen- berg, in Aalbregtsberg, komen be zoeken. In haar gedicht beschrijft zij de genoegens van het buitenleven en het plezier dat haar vriendinnen zul len kunnen maken. „Hoe lustig is 't, bij helder weer, Al glijen wij gestadig neêr, Te klimmen, langs een trap van duinen, Op 't hoogst van de Aalbertsberger kruinen: Daar zig 't opmerkzaam oog vermeit, In allerlei bekoorlijkheid; En 't puik der Hollandsche Landsdou wen, Als in één opslag kan beschouwen. Tenslotte een eindspeltest. TOOOOOOOOOOOC 000ax0000000000000000000000000c)00000c3000c)c00c Wit aan zet Deze stelling ontstaat na 1) e4 e5. 2) Pf3 Pc6. 3) Rc4 Rc5. 4) c3 Pf6. 5) d4 ed4:. 6) cd4: Rb4f. 7) Pc3 Pe4:. 8) 0-0 Pc3:. 9) bc3: Rc3:. 10) Db3 Ral:. De opgave nu luidt als volgt: Wit zet de aanval voort met: 1) 2) 3) en niet met 3) De lezer probere zelf, het juiste antwoord (hieronder met ons commentaar te vinden) in te vullen. mat. uaAaS uauumi 31 3I1U3AU00 31lp3JS 3p dO pjOOM -)Ue apoog iaq jeAaS puauiojpiooA ui uro '3f3T}5p31 3Z3p J3U}JEd 3p 13UI SjpjdSSq U0]A[ uappaj usSjoz ap jm qoiz MO joojS sue5( ap st 'ipaiq s^ai paaip pinz sjv 'UMop jeeqsi3A«i jaiA ua paoou joop uaiejagui 'pmz joop pjaaiqnopag - vs u?9 )soo- a^sed pjoou - uapru uaa }ssm - a}sed pin? - jsABffi uap ;soo :;aq guig ijCn^e-id ap ui 'i^eeui ^CijasuaAV iep ajienps ap sieo? 'uadtijgui uaui uejf eujeep ua uapnqiuo uaiaoui uauuaqaS ufiz fez aapaiqjaAep] ap uba jaupjBd ad 'uassBd a; ;sjaa paoS aaaz lagaj sib 'pds gpqoiA.uaAa 3pia;s uaa ja ui 'uaui ;aop uaguipaiq ajauopuaAuoo aqCq -agjap uaSax :2BBJAaSpuq do pjooAvjuy Oplossing: Wit wint als volgt: 1) 2) 3) 4) En nu de oplossingen: AD DIAGRAM 1 De hier weergegeven stelling is in ieder theorieboekje te vinden. De variant werd reeds in het begin van de 17de eeuw aan gegeven door Greco. Wit zet de aanval voort met 1) Rf7:t Kf8. 2) Rg5 Pe7. 3) Pe5 met de dodelijke dreiging 4) Rg6. (Óp 3) d5 volgt 4) Df3). Minder sterk is 3) Tel wegens 3) d5 en na 4) Re7:f De7:. 5) Te7: Ke7: heeft zwart voldoende com pensatie voor de verloren dame. Haast iedere beginnende schaakstudent, die een leerboek ter hand nam, zal aan stonds deze oplossing kunnen oplepelen, zonder dat dit iets zegt over zijn slagvaar digheid. Menig vergevorderde echter, in wiens openingsrepertoire de variant niet past, zal er eerst op moeten puzzelen en misschien wel misgrijpen. AD DIAGRAM 2 Deze stand ontstond in 1897 te St. Péters- burg tussen Scheffers en Tsjigorin. De zwartspeler was professional an Ruslands beste speler. Niettemin miste hij de vol gende matcombinatie, welke thans voor een geschoold speler gesneden koek is, om dat de afwikkeling overbekend is gewor den. Bepaaldelijk mag men daar niet uit concluderen, dat die huidige onderlegde schaker slagvaardiger is dan indertijd de Rus! Deze bereikte met 1) b6 slechts remise, terwijl hij als volgt had kunnen matzetten: 1) Thlf! 2) Phl: Rh2f! 3) Kh2: Th8f. 4) Rh6 Th6:|- 5) Kg3 Pf5t- 6) Kf of g4 Th4 mat. AD DIAGRAM 3 Dit is een compositie van A. Troitzky. Het vinden van de verrassende oplossing heeft onzes inziens nauwelijks iets met slagvaardigheid te maken. Vereist is niet zozeer wedstrijdervaring en slagvaardig heid, dan wel kennis van de problematiek respectievelijk eindspelcompositie, die op een geheel ander terrein ligt. Oplossing: 1) g8Df Kg8:. 2) Ke6 Kh8. 3) Kf7 e5. 4) Rg7 mat. Summa summarum: het boekje is zeer onderhoudend en leerzaam. Maar wil men aan de tests waarde gaan toekennen, welke enig verband houdt met de werkelijke schaakkracht en de slagvaardigheid waar lijk toetsen, dan neme men fragmenten die nog nimmer werden gepubliceerd. Nü kon den wij niet nalaten in gedachten een ver gelijking te maken, welke (als iedere ver gelijking) mank gaat en toch een kern van waarheid behelst: de mogelijkheid dat een vlijtige stuntelaar slaagt voor het rij examen, terwijl de buitenlander met een dertigjarige onberispelijke rij-ervaring er voor zakti 't Is alles keurlijk, wat men ziet Daar toont zig Haarlem in 't verschiet; In verre en bijgelegen Landen, Vermaard door schoone bloem-waran- den". Uit diezelfde tijd stamt ook de mu zikale Veenberger Beekzang, kennelijk geïnspireerd op de stroomgedichten van Vondel, waarin zij ook weer het genoegen beschrijft van het buiten zijn, zoals dat in die tijd zo in zwang was. Het mag zijn dat Vondel hier peet staat, toch getuigt ook dit gedicht van een eigen visie. Een paar jaar later kwamen er grote veranderingen in het leven van Elisabeth Hoofman. In 1693 trouwde zij met de Haarlemse koopman Pieter Koolaart, een wat oudere en rijke man. Hoe groot de populariteit van Elisabeth in die dagen was wordt wel bewezen door de vele bruiloftsliederen die voor haar en haar man in het Nederlands en in het Latijn geschreven werden. Ja ren lang was Elisabeth Koolaart-Hoof man het middelpunt van de Haarlemse kunstkring. Haar man was rijk en ook Elisabeth zelf had een vermogen, zo dat er heel wat feesten werden gege ven, waar dichters ook uit Amsterdam en Leiden graag geziene gasten waren. Pieter Koólaart heeft niet zo'n goede pers. Hij wordt verkwistend en praal ziek genoemd. Als voorbeeld noemt men dan het feit dat hij in 1717 als privé-persoon de Russische Tsaar Pe ter en diens echtgenote Catharina bij het tweede bezoek van de Tsaar aan Nederland in zijn huis een schit terend feestmaal aanbood. Elisabeth bood als gastvrouw aan de Tsaar een Pindarische ode aan, waarin zij hem beschrijft als „d'Atlas, die het wigtig Noorden schraegt, der Russen held, van wien de wereld waegt". DEZE VERKWISTENDE levenswijze maar ook tegenslagen in de handel maakten dat het echtpaar Koolaart moest gaan bezuinigen. Zij vertrok ken mede om hun gezicht te red den uit Haarlem en vestigden zich in Lisse waar zij een „kleine buitenwoó- ning" betrokken. Maar de financiële positie van Koolaart werd er niet beter door. In 1721 moest Pieter een betrek king aannemen bij de Kasselse Land graaf Karei I die hem tot „commer- ziënrath" benoemde. Het jaar daarop volgde Elisabeth haar man naar Hes sen-Kassei. Karei I was een maecenas die graag iets voor de kunst en de kunstenaars deed en Elisabeth beloonde hem dan ook met een groot aantal lof- en dankliederen. In 1724 toen de vorst zeventig jaar werd schreef zij in Ne derlandse en Latijnse verzen een groot lofdicht op de stichting van Karlshaven. IN 1730 OVERLEED de landgraaf, door Elisabeth betreurd in een omvang rijke lijkzang. De opvolger van de land graaf voelde er niet veel voor Koolaart op zijn post met ere-loon te handha ven en verminderde zijn inkomen tot op de helft. In 1732 overleed ook Pie ter Koolaart, zijn weduwe bleef zonder enig vermogen achter. De laatste jaren van haar leven zij stierf op 4 juli 1736 op 72-jarige leeftijd in de diepste armoede heeft zij als hofdichteres bij verschillende Duitse vorsten in haar onderhoud trachten te voorzien. BEHALVE NATUURLYRIEK schreef Elisabeth Hoofman ook veel religieuze verzen, waarin zij zich evenzeer een kind van haar tijd toonde. Tot het wei nige dat op het laatst van haar leven gebundeld uitkwam (zij bekostigde steeds zelf de uitgaven van haar werk) behoort Gedagten over eenige spreu ken des Koning Salomon mitsgaders uit zyn Prediker, een bundel die in 1734 verscheen. Hierin vindt men onder meer de volgende omschrijving van Spreu ken 14: 10, een omschrijving die ken merkend is voor deze dichteres, ook voor haar vertrouwen en berusting. „Elk kent op 't allernaauwst zyn bit ter hartsverdriet. Zo weet ook ieder best zyne oorzaak van verblijden. Des meldt zo ligt uw pijn of vreugd een ander niet: Dien smert misschien uw heil of deez' groeit in uw lijden; Maar keer u tot uw God, die uw behoeften weet; Zeg hem in blyschap dank, klaag hem in nood uw leed". In 1744 werden in Haarlem De naa- gelaatene gedichten van Elisabeth Koolaart geboren Hoofman uitgegeven, een laatste eerbetoon aan deze dichte res Het zou niet lang duren of haar naam raakte vergeten. Niet helemaal terecht want onder haar tijdgenoten behoort zij zeker tot de bovenlaag van de middelmatigen. Wim Simons LONDEN (AP) Margaret hertogin van Argyll heeft de rechtbank verzocht, haar ex-gemaal de hertog te verbieden zijn mémoires over hun stormachtige hu welijksleven te publiceren. Haar advocaat. Sir Andrew Clark, heeft voor de Londense rechtbank verklaard, dat zij wil voorkomen, dat haar slaapkamer geheimen openbaar gemaakt worden. Hij zei: „In vroeger dagen was dit moreel verboden. Ik weet niet of men er nog zo over denkt, maar ik geloof, dat het Ho gerhuis deze leerstelling wel wil handha ven." De hertog is verleden jaar gescheiden van de hertogin, die hij van overspel be schuldigde. Sindsdien is hij hertrouwd. Verleden week is de eerste aflevering van de mémoires van de hertog versche nen in The People, een Brits zondags blad met een grote oplaag. In deze afle vering ging de deur van de slaapkamer nog niet open. Sir Andrew zei te begrijpen, dat het ver zoek van de hertogin om een publikatie- verbod niet accuut behandeld kon worden. De publikatie in „The People" kan echter zondag doorgaan indien de hertogin voor inzage van de tekst krijgt en daar geen bezwaren tegen heeft. De rechter was het eens met deze regeling.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1964 | | pagina 21