Elisabeth Koolaart-Hoofman
FILATELIE
SVERICE
6
30
e
Dammen
Engelse hertog klapt
uit het slaapsalet
i
een vergeten Haarlemse dichteres
ZATERDAG 28 NOVEMBER 1964
PAGINA ZEVEN
TOKYO
6#
Filar ski
Éip-< iü
f
Mr. Ed. Spanjaard
NOBEL? RJS1904
KW
ZWEDEN. De jaarlijkse serie gewijd
aan Nobelprijswinnaars zal op 10 de
cember in omloop worden gebracht. Dit
maal zijn de winnaars van de in 1904
uitgereikte prijzen aan de beurt. Op de
30 ore (blauw) de Franse dichter Frede
ric Mistral (18301914) en de Hongaarse
toneelschrijver José Echegaray y Eiza-
guirre (18331914), op de 40 ore (rood)
(afbeelding) de Britse natuurkundige
John William Strutt, lord Raleigh (1842
1919), de Britse scheikundige sir Wil
liam Ramsay (18521916) en de Rus
sische fysioloog Iwan P. Pavlov (1849
1936).
VATICAANSTAD. Ter viering van
het eeuwfeest van het Internationale
Rode Kruis is een serie van drie waar
den, 10, 30 en 300 lire, verschenen. Het
ontwerp is ontleend aan een schilderij
van El Greco, voorstellende de Barm
hartige Samaritaan die zich over een
gewonde ontfermt Lucas 10 33).
VERENIGDE STATEN. Volgend jaar
zal een postzegel van 5 cents in circu
latie worden gebracht ter gelegenheid
van het honderdjarig bestaan van de
Amerikaanse Sokol-organisatie (een or
ganisatie voor lichamelijke opvoeding).
De zegel vertoont het bronzen stand
beeld van een discuswerper, dat bij het
gebouw van het State Department in
Washington staat.
GHANA. Ter gelegenheid van de Dag
van de Mensenrechten zal op 10 decem
ber een serie van drie zegels worden
uitgegeven. De 6 d. en 5 sh. tonen het
portret van de plantkundige George
Washington Carver (18641943) en een
bataat (Spaanse aardappel); op de 1 sh.
3 d. ziet men het portret van Albert
Einstein en zijn beroemde formule E
mc2, alsmede het atoomsymbool. De
zegels zijn ontworpen door de Israëliër
M. Shamir.
MONACO. Eind van deze maand zal
een postzegel van 1 fr. worden uitge
geven naar aanleiding van de 34ste Ral-
ley Monte Carlo. Afgebeeld zijn een
kaartje van Europa, waarop de route
MinskMonte Carlo is aangegeven, als
mede gebouwen te Minsk en Monte
Carlo.
KENYA, OEGANDA, TANGANYIKA
en ZANZIBAR. Deze vier landen heb
ben een gemeenschappelijke Olympische
serie het licht doen zien. De reeks om
vat de waarden: 30, 50 cents en lsh. 30
en 2 sh. 50. De 30 (afbeelding) en 50
cents laten een zonnebloem en de vijf
Olympische ringen zien en de 1 sh. 30
en 2 sh. 50 de vlaggen van de vier
landen.
ITALIË. Ter gelegenheid van de zeven
de bijeenkomst van de staten-generaal
van de Europese gemeenten, georgani
seerd door de Italiaanse afdeling van de
Raad van Europese gemeenten en ge
houden in Rome, is een serie van drie
waarden in roulatie gebracht. Het zijn
een 30 lire (bruin en groen), een 70 lire
(bruin en blauw) en een 500 lire (rood).
Afgebeeld zijn de Big Ben te Londen,
het Capiiool te Rome, de stadhuistoren
van Brugge, de Römer het raadhuis)
van Frankfort, het stadhuis van Parijs,
de Klokketoren van Zurich en de
Koornmarkipoort te Kampen (Neder
land) (afbeelding).
NIGERIA. Een serie van drie zegels
is verschenen ter viering van de eerste
verjaardag van de republiek. De zegels
laten de portretten zien van de kam
pioenen van Nigeria's onafhankelijkheid
en yjel president Azikiwe op de 3 d.,
Herbert Macaulay op de 1 sh. 3 d. en
koning Jaja Ofopobo op de 2 sh. 6 d.
POLEN. Ter herinnering aan het feit,
dat 25 jaar geleden de Duitsers Polen
binnenvielen is een serie van vijf zegels,
twee van 40 gr. en drie van 60 gr., ver
schenen. De zegels brengen monumen
ten en gevechtsscènes in beeld.
REDDING.
Wanneer de troefkleur in een scherp
manehecontraot onfortuinlijk voor de lei
der is verdeeld, betekent dat meestal de
ondergang van het contract. Een enkele
maal kan de redding nog slechts verwacht
worden, als een speciale kaartverdeling de
ongunstige troefpositie weet te elimineren.
Het onderstaande partijtje werd snel
„gezien" door een Nederlandse meester
klasse-speler helaas echter na afloop
van het spel, toen één down een feit was
geworden. Doet u het beter?
6 5
CA32
9 8 5 3
A 7 5 4
A H 4
O H 10 8 7 5
10 2
4 H V 10
Zuid gever, allen kwetsbaar. Het bieden
was zeker niet modern, doch zeker goed:
OW pasten - zuid één harten - noord twee
harten - zuid drie harten - noord vier har
ten. Het zuid-spel met de goede vijfkleur
in harten, vijftien punten en vele hoge
controles, is net te sterk om al op twee
harten te passen. Noord, die ondanks de
korte hartensteun een royale tweede har
ten kon geven, was zeker gerechtigd part
ners uitnodiging tot het manchebod te
accepteren.
West speelt ruitenheer voor die hem
bleef en in slag 2 speelde west een kleine
ruiten voor oosts ruitenaas. In slag 3 trok
oost schoppenboer, zuid won met schop
penaas. De zaak leek zéér eenvoudig -
twee maal troef trekken en dan een derde
schoppentje op tafel introeven.
In slag 4 speelde zuid daarom harten
vijf, west harten zes, noord hartenaas en
oost harten vier. In slalg 5 werd harten
twee uit noord gespeeld, oost legde harten
boer, zuid won met hartenheer en bij west
werd een ruitentje afgegooid. Dit beteken
de dus, dat oost nog hartenvrouw en negen
in troef overhad, wat de zuidspeler voor
ernstige problemen stelde. Hoe verder?
Zorgvuldige analyse van het spel kan u
doen blijken, dat oost bepaald drie klave
ren in handen moet hebben, wil zuid nog
een kans maken het spel te winnen. Maar
zelfs die vaststelling is niet voldoende
men moet de resterende slagen in déze
volgorde afspelen. Éérst in de slagen 6, 7
en 8 moeten NZ hun drie hoge klaveren
meenemen, eindigend op tafel (noord).
Daarna moet van noord uit ruiten worden
gespeeld, die oost vermoedelijk niet meer
heeft (anders zou hij in slag 3 die kleur
wel vervolgd hebben) en die zuid introeft
met harten zeven. Nu volgt in slag 10
schoppenheer van zuid, in slag 11 wordt
zuids schoppen viertje in noord met harten
drie getroefd. Als slotstuk van dit vuur
werk speelt noord dan ruiten of klaver
oost krijgt van zijn twee hartens nog maar
één slag, daar zuid er met harten tien en
acht achter zit.
Noodzakelijk voor het slagen van dit
speelplan is, dat oost oorspronkelijk begon
met vier schoppens, vier harten, twee rui
tens en drie klaveren en die had hij.
Onjuist is het bijv. in de slagen 6 en 7
eerst de schoppen te spelen en af te troe
ven om daarna met ruiten uit noord te
vervolgen. Weliswaar lukt het zuid dan
zich in te korten in troef, maar oost krijgt
de gelegenheid op de derde ruiten een
klavertje op te ruimen en het contract zal
dan sneuvelen.
Als u dit spel in de praktijk vlot had ge
maakt, speelt u uitstekend bridge.
Bridgevraag dezer week: Oost, gever,
OW kwetsbaar, parenwedstrijd. OW spelen
de z.g. zwakke klaver, met een afwijzend
bod van één ruiten. Zuid heeft:
A B 6 3 9H4 V62 AV83
Oost opent met één klaver (conv.) Wat
moet zuid doen? Antwoord elders op deze
bladzijde.
De overige bij varianten moeten de lezers
zelf maar onderzoeken en uitvinden of er
toch nog remise aanwezig is.
Een viertal problemen volgt nu ter op
lossing.
H. J. LIZE (Heemstede)
óoooó6öCoooocooooooocococ<x>>ccc-ooooocoooc oocccccöccr.
Zwart: dam op 45, stukken op 9, 12, 16,
19, 25.
Wit: dam op 26, stukken op 21, 32, 33,
34, 40.
H. J. LIZE (Heemstede)
xx3ceoooeoawo3ceooooöMceoooooc£OOoöC!C©3Ceoc>ïeöa*»5eoö
Zwart: 8. 9, 16, 17, 18, 19, 25, 30, 37.
Wit: 28. 32, 33, 41, 43, 44, 45, 48, 50.
Voor alle vier vraagstukken geldt: wit
speelt en wint.
H. J. LIZE (Heemstede)
000<X)OCOOOOOOCOOOOCOCOCCOC)OOC^OOGCODCOCOr DCC OOQOOOOOÖCÖC
lijk wel eens afleggen tegen de minder
knappe, die met name in de tijdnoodfase
door psychische en fysieke factoren een
grotere slagvaardigheid weet op te bren
gen. Uiteindelijk geeft de totaliteit van
kennis plus ervaring plus een conglome-
rant van nog een reeks andere eigenschap
pen de doorslag, zoals dit alles te voor
schijn komt op het kritieke moment, te
midden van het strijdgewoel, in het wed
strijdlokaal, met alle bij-invloeden zoals
het belang van de uitslag, het rumoer, de
lichamelijke conditie en duizend andere
zaken. Daarom kan men slechts relatieve
waarde hechten aan de resultaten van
papieren tests, van welke er weer zestig
voor ons liggen. Het gaat om het boekje:
„Zo leert u goed schaken" van dr. M. Euwe
en W. J. Muhring (tweede serie, tweede
druk) 4,50, uitg. n.v. v. Goor. De eerste
dertig tests behelzen uitvoeriger partij ge
deelten, waarbij de lezer bijvoorbeeld wit
heeft, telkens de juiste zet moet vinden en
voor iedere goede vondst wordt gecredi
teerd met een aantal punten. Het punten
totaal is tenslotte bepalend voor iemands
speelsterkte.
Wij achten de opzet van dit boekje zeer
goed, maar menen aan de andere kant,
dat men aan de eindscore niet al te grote
betekenis mag toekennen. Daarvoor wijkt
de toestand, in welke wordt gestudeerd, te
veel af van die tijdens het werkelijke wed
strijdspel. Wij noemden reeds: de zenuwen,
het belang, het rumoer en dergelijke en
voegen daar nog bij: beziet men een in
het boekje opgegeven stelling, dan weet
men zeker dat er iets „in" zit, waardoor
het zoeken naar de juiste zet volkomen
anders gericht wordt. In de praktijk weet
men nooit of men vergeefs zoekt en tast.
De één wordt hierdoor extra geprikkeld,
de ander daarentegen gedeprimeerd. Een
tweede punt is, dat de geselecteerde voor
beelden alle werkelijk gespeelde partijen
dan wel bestaande composities zijn. Wie
deze toevallig kent. boekt een geflatteerd
resultaat; de factor kennis speelt een groter
rol dan bij een echte ontmoeting, welke
altijd weer nieuwe, nog nooit geziene, si
tuaties brengt. Een derde factor is de aard
van de selectie. Wij ondervonden de in
vloed daarvan aan den lijve toen we ons
onderwierpen aan de slagvaardigheids
tests (drie series van tien, die betrekking
hebben op de drie fasen van de partij:
opening, middenspel en eindspel). Zeven
van de tien openingstests betroffen de e2-
e4-opening, welke wij nooit toepassen, met
navenant resultaat. De drie d2-d4-tests
daarentegen konden wij vrijwel in één
oogopslag oplossen. Toen wij vervolgens de
tien middenspeltests beproefden, lag het
eindcijfer voor „slagvaardigheid midden
spel" liefst twee klassen hoger dan dat
voor de opening.
Een enkel voorbeeld om het bovenstaan
de toe te lichten.
OOOOOOCXXDCOOOOOOCX" - C^XXDOOOOC'CGC'OCCClCC/~^r
Zwart: 2, 6, 8, 9, 10, 12, 18, 19, 23, 24,
30, 35.
Wit: 16, 21, 25, 27, 28, 32, 34, 38, 39, 42,
43, 44.
H. J. LIZE (Heemstede)
dMOOAMOeoooooooocctóeoooeeoeoccoMoooc ---ccrrrrc'-rrr
Heemstede herbergt een aantal damlief
hebbers, die internationale vermaardheid
hebben verworven in de damproblematiek.
De heren J. C. Bus en D. Kleen hebben
reeds tal van buitenlandse wedstrijden ge
wonnen. Van de groep gematigde proble-
misten is de heer H. J. Lize de beste compo
nist.
Het is ons dan ook een groot genoegen
een viertal problemen ter oplossing aan
te bieden en twee eindspelen, alle door de
heer H. J. Lize voor onze rubriek samen
gesteld.
Hier volgen eerst de twee eindspelen.
caoccccco.
ooooooc■y.ccoocc<xj..C'iuocc%
soooasooooooaSöoöóooóoooöooocöt*^^
Zwart: 8, 9, 15, 18, 20, 23, 25, 26, 33, 40.
Wit: 29, 30. 31, 32, 34. 37, 38, 43, 45, 49.
Wij danken de heer H. J. Lize voor zijn
medewerking en het beschikbaar stellen
van zijn problemen.
B. Dukel
Oplossingen van deze serie zijn welkom
aan het adres van de damredacteur:
B. Dukel, Wijk aan Zeeërweg 125, lJmuiden.
OCOMOOOOOOOOCOOOSOOOOOOOGOOCÖOOOOÖMÖOOOOOCÖC
Zwart aan zet
Oplossing:
1)
2)
y?000co000000000c00(!000<^000000000<!x>00c)000<!>^0000000000000
Zwart: 22, 28, 30, 34.
Wit: 33, 37, 42, 43, 47, 50.
Wit heeft twee stukken voor dóch de
opgedrongen zwarte stand wordt geestig
overwonnen door 1) 43-39 34x43. 2) 37-31
28x39. 3) 31-27 22x31. 4) 42-37 31x42. 5)
47x49 gewonnen.
Het tempo-eindspel van drie tegen drie
is het volgend eindspel.
Wit: 13, 26, 28. Zwart: 11, 12, 14.
Wit speelt en wint.
De winst is geestig en leerzaam. 1) 28-22
12-18 of? 2) 13-8 18x27. 3) 8-2 11-16 of?
4) 2-24 27-32. 5) 24-42 14-19. 6) 42-15 19-23.
7) 15-20 23-28. 8) 15-42.
SLAGVAARDIGHEIDSTESTS
„Schaken leert men alleen door te scha
ken", aldus luidt een uitspraak van de
Amsterdamse schaker-zanger Tabe Bas,
die daarmee de spijker recht op de kop
sloeg. Slechts volstrekt-ondeskundigen
denken hier anders over en koesteren wa
zige gedachten over bezitters van zo
genoemde schaakknobbels, die „zo maar"
zeer sterk schaken kunnen, gedachten die
wanprodukten als „Schachnovelle" van
Stephan Zweig doen ontstaan.
Terecht rekende prof. De Groot in zijn
proefschrift „Het denken van de schaker"
met die outsiders-opvatting af. Hij gaat
zelfs zover, de speelsterkte geheel te kop
pelen aan de grootte van het arsenaal van
kennis en ervaring, dat de speler, al scha
kend en studerend, zich heeft verworven.
Dit andere uiterste is onzes inziens wat
al te rechtlijnig gezien. Wij geloven niet
dat het totaal van kennis en ervaring ge
heel parallel loopt aan de speelsterkte.
Daarvoor zijn er te veel andere factoren
bijvoorbeeld de wedstrijdzenuwen. De man
die er het meeste van weet kan het waar-
3)
4)
5)
6)
mat.
RUIM 300 JAAR geleden, 23 fe
bruari 1664, werd in Haarlem een
meisje geboren, dat als dichteres in
haar tijd naam zou maken, ook al is
zij nu dan zo goed als vergeten:
Elisabeth Hoofman, dochter van een
aanzienlijk en welgesteld koopman.
In haar jonge jaren viel zij reeds op
door haar intelligentie en veelzijdige
begaafdheid. Zij werd onderwezen in
de klassieke talen. Er is een hand
schrift van Elisabeth Hoofman be
waard gebleven waaruit blijkt dat zij
in staat was foutloos in het Latijn
verzen te schrijven. Ook vertaalde zij
reeds op jeugdige' leeftijd gedichten
van Anakreon en een groot gedeelte
van de Oden van Horatius, in dicht
maat. In diezelfde tijd schreef zij ook
gedichten in het Nederlands. Haar
gedichten uit deze eerste tijd zijn zeer
eenvoudig en sterk geïnspireerd op
de natuur. Haar vader was eigenaar
van de buitenplaats Veenberg bij
Bloemendaal waar de familie Hoof
man zomers woonde. Elisabeth no
digde ook daar haar vriendinnen uit
om „een poos te komen vermeien in
de klaverweien van 't lustig Bloemen-
dael". Een van deze uitnodigingen
vervatte zij in een omvangrijk ge
dicht dat zij in 1690 schreef onder de
langademige titel: Uitnodiging aan
myne Gespeelen, Dat ze my op Veen-
berg, in Aalbregtsberg, komen be
zoeken. In haar gedicht beschrijft zij
de genoegens van het buitenleven en
het plezier dat haar vriendinnen zul
len kunnen maken.
„Hoe lustig is 't, bij helder weer,
Al glijen wij gestadig neêr,
Te klimmen, langs een trap van duinen,
Op 't hoogst van de Aalbertsberger
kruinen:
Daar zig 't opmerkzaam oog vermeit,
In allerlei bekoorlijkheid;
En 't puik der Hollandsche Landsdou
wen,
Als in één opslag kan beschouwen.
Tenslotte een eindspeltest.
TOOOOOOOOOOOC
000ax0000000000000000000000000c)00000c3000c)c00c
Wit aan zet
Deze stelling ontstaat na 1) e4 e5. 2) Pf3
Pc6. 3) Rc4 Rc5. 4) c3 Pf6. 5) d4 ed4:. 6) cd4:
Rb4f. 7) Pc3 Pe4:. 8) 0-0 Pc3:. 9) bc3: Rc3:.
10) Db3 Ral:.
De opgave nu luidt als volgt:
Wit zet de aanval voort met:
1)
2)
3)
en niet met
3)
De lezer probere zelf, het juiste antwoord
(hieronder met ons commentaar te vinden)
in te vullen.
mat.
uaAaS
uauumi 31 3I1U3AU00 31lp3JS 3p dO pjOOM
-)Ue apoog iaq jeAaS puauiojpiooA ui uro
'3f3T}5p31 3Z3p J3U}JEd 3p 13UI SjpjdSSq U0]A[
uappaj usSjoz ap jm qoiz MO joojS
sue5( ap st 'ipaiq s^ai paaip pinz sjv 'UMop
jeeqsi3A«i jaiA ua paoou joop uaiejagui
'pmz joop pjaaiqnopag - vs u?9 )soo-
a^sed pjoou - uapru uaa }ssm - a}sed pin?
- jsABffi uap ;soo :;aq guig ijCn^e-id ap
ui 'i^eeui ^CijasuaAV iep ajienps ap sieo?
'uadtijgui uaui uejf eujeep ua uapnqiuo
uaiaoui uauuaqaS ufiz fez aapaiqjaAep] ap
uba jaupjBd ad 'uassBd a; ;sjaa paoS aaaz
lagaj sib 'pds gpqoiA.uaAa 3pia;s uaa ja ui
'uaui ;aop uaguipaiq ajauopuaAuoo aqCq
-agjap uaSax :2BBJAaSpuq do pjooAvjuy
Oplossing:
Wit wint als volgt:
1)
2)
3)
4)
En nu de oplossingen:
AD DIAGRAM 1
De hier weergegeven stelling is in ieder
theorieboekje te vinden. De variant werd
reeds in het begin van de 17de eeuw aan
gegeven door Greco. Wit zet de aanval
voort met 1) Rf7:t Kf8. 2) Rg5 Pe7. 3) Pe5
met de dodelijke dreiging 4) Rg6. (Óp 3)
d5 volgt 4) Df3). Minder sterk is 3) Tel
wegens 3) d5 en na 4) Re7:f De7:.
5) Te7: Ke7: heeft zwart voldoende com
pensatie voor de verloren dame.
Haast iedere beginnende schaakstudent,
die een leerboek ter hand nam, zal aan
stonds deze oplossing kunnen oplepelen,
zonder dat dit iets zegt over zijn slagvaar
digheid. Menig vergevorderde echter, in
wiens openingsrepertoire de variant niet
past, zal er eerst op moeten puzzelen en
misschien wel misgrijpen.
AD DIAGRAM 2
Deze stand ontstond in 1897 te St. Péters-
burg tussen Scheffers en Tsjigorin. De
zwartspeler was professional an Ruslands
beste speler. Niettemin miste hij de vol
gende matcombinatie, welke thans voor
een geschoold speler gesneden koek is, om
dat de afwikkeling overbekend is gewor
den. Bepaaldelijk mag men daar niet uit
concluderen, dat die huidige onderlegde
schaker slagvaardiger is dan indertijd de
Rus! Deze bereikte met 1) b6 slechts
remise, terwijl hij als volgt had kunnen
matzetten: 1) Thlf! 2) Phl: Rh2f!
3) Kh2: Th8f. 4) Rh6 Th6:|- 5) Kg3 Pf5t-
6) Kf of g4 Th4 mat.
AD DIAGRAM 3
Dit is een compositie van A. Troitzky.
Het vinden van de verrassende oplossing
heeft onzes inziens nauwelijks iets met
slagvaardigheid te maken. Vereist is niet
zozeer wedstrijdervaring en slagvaardig
heid, dan wel kennis van de problematiek
respectievelijk eindspelcompositie, die op
een geheel ander terrein ligt. Oplossing:
1) g8Df Kg8:. 2) Ke6 Kh8. 3) Kf7 e5. 4) Rg7
mat.
Summa summarum: het boekje is zeer
onderhoudend en leerzaam. Maar wil men
aan de tests waarde gaan toekennen, welke
enig verband houdt met de werkelijke
schaakkracht en de slagvaardigheid waar
lijk toetsen, dan neme men fragmenten die
nog nimmer werden gepubliceerd. Nü kon
den wij niet nalaten in gedachten een ver
gelijking te maken, welke (als iedere ver
gelijking) mank gaat en toch een kern van
waarheid behelst: de mogelijkheid dat een
vlijtige stuntelaar slaagt voor het rij
examen, terwijl de buitenlander met een
dertigjarige onberispelijke rij-ervaring er
voor zakti
't Is alles keurlijk, wat men ziet
Daar toont zig Haarlem in 't verschiet;
In verre en bijgelegen Landen,
Vermaard door schoone bloem-waran-
den".
Uit diezelfde tijd stamt ook de mu
zikale Veenberger Beekzang, kennelijk
geïnspireerd op de stroomgedichten
van Vondel, waarin zij ook weer het
genoegen beschrijft van het buiten zijn,
zoals dat in die tijd zo in zwang was.
Het mag zijn dat Vondel hier peet
staat, toch getuigt ook dit gedicht van
een eigen visie.
Een paar jaar later kwamen er
grote veranderingen in het leven van
Elisabeth Hoofman. In 1693 trouwde zij
met de Haarlemse koopman Pieter
Koolaart, een wat oudere en rijke man.
Hoe groot de populariteit van Elisabeth
in die dagen was wordt wel bewezen
door de vele bruiloftsliederen die voor
haar en haar man in het Nederlands
en in het Latijn geschreven werden. Ja
ren lang was Elisabeth Koolaart-Hoof
man het middelpunt van de Haarlemse
kunstkring. Haar man was rijk en ook
Elisabeth zelf had een vermogen, zo
dat er heel wat feesten werden gege
ven, waar dichters ook uit Amsterdam
en Leiden graag geziene gasten waren.
Pieter Koólaart heeft niet zo'n goede
pers. Hij wordt verkwistend en praal
ziek genoemd. Als voorbeeld noemt
men dan het feit dat hij in 1717 als
privé-persoon de Russische Tsaar Pe
ter en diens echtgenote Catharina
bij het tweede bezoek van de Tsaar
aan Nederland in zijn huis een schit
terend feestmaal aanbood. Elisabeth
bood als gastvrouw aan de Tsaar een
Pindarische ode aan, waarin zij hem
beschrijft als „d'Atlas, die het wigtig
Noorden schraegt, der Russen held,
van wien de wereld waegt".
DEZE VERKWISTENDE levenswijze
maar ook tegenslagen in de handel
maakten dat het echtpaar Koolaart
moest gaan bezuinigen. Zij vertrok
ken mede om hun gezicht te red
den uit Haarlem en vestigden zich in
Lisse waar zij een „kleine buitenwoó-
ning" betrokken. Maar de financiële
positie van Koolaart werd er niet beter
door. In 1721 moest Pieter een betrek
king aannemen bij de Kasselse Land
graaf Karei I die hem tot „commer-
ziënrath" benoemde. Het jaar daarop
volgde Elisabeth haar man naar Hes
sen-Kassei. Karei I was een maecenas
die graag iets voor de kunst en de
kunstenaars deed en Elisabeth beloonde
hem dan ook met een groot aantal lof-
en dankliederen. In 1724 toen de vorst
zeventig jaar werd schreef zij in Ne
derlandse en Latijnse verzen een groot
lofdicht op de stichting van Karlshaven.
IN 1730 OVERLEED de landgraaf,
door Elisabeth betreurd in een omvang
rijke lijkzang. De opvolger van de land
graaf voelde er niet veel voor Koolaart
op zijn post met ere-loon te handha
ven en verminderde zijn inkomen tot
op de helft. In 1732 overleed ook Pie
ter Koolaart, zijn weduwe bleef zonder
enig vermogen achter. De laatste jaren
van haar leven zij stierf op 4 juli
1736 op 72-jarige leeftijd in de diepste
armoede heeft zij als hofdichteres
bij verschillende Duitse vorsten in haar
onderhoud trachten te voorzien.
BEHALVE NATUURLYRIEK schreef
Elisabeth Hoofman ook veel religieuze
verzen, waarin zij zich evenzeer een
kind van haar tijd toonde. Tot het wei
nige dat op het laatst van haar leven
gebundeld uitkwam (zij bekostigde
steeds zelf de uitgaven van haar werk)
behoort Gedagten over eenige spreu
ken des Koning Salomon mitsgaders uit
zyn Prediker, een bundel die in 1734
verscheen. Hierin vindt men onder meer
de volgende omschrijving van Spreu
ken 14: 10, een omschrijving die ken
merkend is voor deze dichteres, ook
voor haar vertrouwen en berusting.
„Elk kent op 't allernaauwst zyn bit
ter hartsverdriet.
Zo weet ook ieder best zyne oorzaak
van verblijden.
Des meldt zo ligt uw pijn of vreugd
een ander niet:
Dien smert misschien uw heil of
deez' groeit in uw lijden;
Maar keer u tot uw God, die uw
behoeften weet;
Zeg hem in blyschap dank, klaag
hem in nood uw leed".
In 1744 werden in Haarlem De naa-
gelaatene gedichten van Elisabeth
Koolaart geboren Hoofman uitgegeven,
een laatste eerbetoon aan deze dichte
res Het zou niet lang duren of haar
naam raakte vergeten. Niet helemaal
terecht want onder haar tijdgenoten
behoort zij zeker tot de bovenlaag van
de middelmatigen.
Wim Simons
LONDEN (AP) Margaret hertogin
van Argyll heeft de rechtbank verzocht,
haar ex-gemaal de hertog te verbieden
zijn mémoires over hun stormachtige hu
welijksleven te publiceren.
Haar advocaat. Sir Andrew Clark, heeft
voor de Londense rechtbank verklaard, dat
zij wil voorkomen, dat haar slaapkamer
geheimen openbaar gemaakt worden. Hij
zei: „In vroeger dagen was dit moreel
verboden. Ik weet niet of men er nog zo
over denkt, maar ik geloof, dat het Ho
gerhuis deze leerstelling wel wil handha
ven."
De hertog is verleden jaar gescheiden
van de hertogin, die hij van overspel be
schuldigde. Sindsdien is hij hertrouwd.
Verleden week is de eerste aflevering
van de mémoires van de hertog versche
nen in The People, een Brits zondags
blad met een grote oplaag. In deze afle
vering ging de deur van de slaapkamer
nog niet open.
Sir Andrew zei te begrijpen, dat het ver
zoek van de hertogin om een publikatie-
verbod niet accuut behandeld kon worden.
De publikatie in „The People" kan echter
zondag doorgaan indien de hertogin voor
inzage van de tekst krijgt en daar geen
bezwaren tegen heeft. De rechter was het
eens met deze regeling.