HET LEGER DES HEILS:
LICHT IN HET DONKER
MOEILIJK, MAAR DANKBAAR WERK
VAN HET GOODWILL-CENTRUM IN
DE ROSSE BUURT VAN AMSTERDAM
Kerstnummers
?T Erbij - Kerstmis 1964
KEU!.;
lllf
M -
Voortgaan
Licht in het donker
Henny Schoute
Ook voor mij
Het begon in 1948
De grootste huiskamer
Tot voor kort werden de kinderfeesten in de enorme ruimte
van de St. Olofkapel gehouden, die echter wegens bouwvallig
heid moest worden gesloten. (Foto Ed v. d. Elsken).
V- •-*
'-•'Si.
Het Leger des Heils werd In 1865
gesticht door de Engelsman William
Booth (zijn werkterrein was het
Londense „East End"). De organisa
tie, die zich vooral tot de armere
bevolkingsgroepen richtte, kreeg in
1878 de naam „The Salvation Ar
my". Nu werkt het Leger in 71
landen over de gehele wereld. Het
werd in 1887 in Nederland opge
richt onder het motto: „Christus
voor de wereld de wereld voor
Christus" en deed het werk op
geestelijk en maatschappelijk ge
bied. Het goodwill-werk is een on
derdeel van die arbeid: „Een daad-
werkelijk gebaar van goede wil in
Christus' Naam, een in Zijn Naam
uitgestoken helpende hand naar de
medemens in zorg en nood", zegt
het Leger.
Deze goodwill-arbeid werd in 1884
door Emma Booth in het leven ge
roepen. Haar medewerksters werk
ten onder de meest erbarmelijke
toestanden. De sociale wetten maak
ten in deze eeuw een eind aan
die intense armoede van „hun" be
volkingsgroepen.
Toch zyn er nog genoeg proble
men: materieel en sociaal. Genoeg
werk voor de goodwill-medewerk-
sters om die arbeid in stand te hou
den: de gezinsbond, de jeugdclubs,
bezoeken aan zieken, gezinnen, be
jaarden, de samenkomsten en hulp
verlening in al z'n vormen.
„NOG EVEN, dan klinkt weer het gebeier van de kerst
klokken boven uw hoofd, komt uit radio en t.v. u tegen
„Er is een Kindeke geboren op aard" en zingen duizenden
en duizenden, ieder in hun eigen taal „Ook voor mij hebt
G'U rijkdom ontzegd, werd Ge in stro en in doeken gelegd,
leer m'U danken daarvoor!"
„GOD GAF ZIJN ZOON, Jezus Christus, de wereld alles
wat Hij had om ons terug te winnen. God geve dat in de
drukte en het geroezemoes die deze tijd met zieh mee
brengt, in uw hart innerlijke rust zal heersen, opdat u
zeker weet: het Kind van Bethlehem is ook voor mij ge
boren!"
„NATUURLIJK willen wij zijn geboortefeest samen
vieren, zoals wij dit ook de voorgaande jaren hebben ge
daan. Hier is ons kerstprogramma
Het kerstnummer 1964 van de Strijc.
kreet ziet er uitstekend uit. Naast bij
dragen van generaal Coutts en kom-
kandant Palstra bevat het het hoorspel
„De zaak K" van Jan Filius, dat vo
rig jaar door de N.C.R.V. is gebracht,
een kinderkerstverhaal en een fotore
portage van een kerstfeest in Harlem.
Gedichten en kindertekeningen nemen
ook een ruim deel van de inhoud in
beslag.
Opmerkelijk is dit jaar zeker ook
het kerstnummer van de Zaaier (bapt.)
De teksten zijn actueel, en nergens
vindt men het zoetsappige dat nog wel
eens in kerstnummers wil sluipen. In
tegendeel, de strijd tegen rassendiscri
minatie neemt een grote plaats in en
ook aan de moderne godsvoorstelling
wordt aandacht besteed. Het nummer
bevat verder 'n kinderverhaal en 'n bij
drage over de toestand in Kongo. Het
voorblad, een roos, getekend door M.
Langbroek uit Amsterdam, steekt in
zijn zoetelijkheid merkwaardig af te
gen de inhoud.
MEN LUISTERT ernaar: misschien
vol overgave, aandachtig, of onverschil
lig. Het Leger zingt door: Voorwaarts
Christenstrijders! In het café aan de
overkant dendert een juke-box. Een
zanger gilt iets over „love". Het Leger
zingt ook over „liefde". De liefde van
God voor de mens. Heilssoldaten bie-
Kerstfeest: een vrolijk feest.
kanties de drumband en zondagschool),
de moeders, voor wie er een „gezins
bond" is. Er zijn meer dan 120 leden die
kunnen luisteren naar voorlichtings
praatjes, bijbellezingen, die zingen en
gezellig bij elkaar zijn. Het goodwill-cen
trum zorgt voor de oude mensen: oud
en vaak eenzaam en misschien wel heel
arm. Mensen die ook bij de binnenstad
horen. Ze wippen in de „huiskamer"
binnen, dagelijks, wekelijks. Ze zijn er
steeds. Ze zitten, praten of mopperen
wat. Ze weten dat ze er terecht kunnen
of dat ze op hulp kunnen rekenen al»
ze aan huis gebonden zijn.
DONKER AMSTERDAM. De wallen.
De rosse buurt. De warme buurt. Het
rode lichtjes district. Wat ook de bij
naam van deze kant van Amsterdam
mag zijn: die zelfkant heeft de groot
ste plaats in het hart van het Leger
des Heils. „Het hoort erbij", bevestigt
majoor Bosshardt. Zestien jaar geleden
begon ze met haar pionierswerk en nu
zijn de goodwill-activiteiten vele. Zoal»
dit kerstfeest. Het feest dat iedereen
aanspreekt. Het feest waarbij het meis
je achter de ramen haar tranen pro
beert weg te slikken, waar de moeder
„d'Leuwenburgh", het goodwillcentruni
aan de Oude Zjjds Voorburgwal.
zich ontspannen voelt, waar de kinderen
rond kerstbomen zingen, waar oude
zwervers de feestmaaltijd naar binnen
schrokken. Wat hebben ze lang niet zo
lekker gegeten!
Het is een dankbaar feest. „U is he
den de Heiland geboren" verkondigt het
Leger. „Voor U", en dat betekent voor
iedereen in donker Amsterdam.
ZO BEGON de november-editie
van „Goodwill", het orgaan van het
Leger des Heils „goodwill-centrum"
aan de Oude Zijds Voorburgwal 14
in Amsterdam. De voorbereidingen
tot de grootste kerstfeestviering 1964
in Nederland waren in volle gang. Net
zoals andere jaren het is zo vanzelf
sprekend organiseerde het centrum
weer kerstvieringen op grote schaal:
op 6 december, op de 13de ,de 15de,
16de, 17de en zo door tot en met de
26ste. Een feest van licht voor die
duizenden in dit donkere, dichtbe-
volkde deel van Amsterdam-Centrum.
Een feest waarvoor het Leger 12.000
bijeen moest krijgen om advents-
diensten te houden, kerstfeesten voor
de kinderen, vrouwen en meisjes, een
zamen, thuislozen, bejaarden, de wij
dingsdiensten, het familiefeest.
VANDAAG viert zij haar kerstfeest: de
blonde met de sigaret tussen de lip
pen. Leunend tegen de deurpost van de
kroeg. Voor haar is het ook kerstfeest.
OOK VOOR haar: het buitenechtelijk
kind met het eigenwijze koppie, dat vo
rig jaar een engeltje was in het kerst
spel. Ze had een wit jurkje aan en ver
tederde harten toen ze zei: „Heden is
Jezus geboren".
EN VOOR de oude zwerver die altijd
moppert maar niet meer weet wat hij
zegt. Hij scheldt vaak en het eten, dat
het Leger hem toestopt, deugt nooit.
„Krijgen we weer soep?" Er volgt een
vloek.
DE MOEDER die anders de centjes
bij elkaar moet schrapen om een maal
tijd samen te stellen, zit aan het Leger-
kerstdiner. Ze smult en vergeet even de
dagelijkse zorgen.
HET LEGER des Heils nodigde voor
deze maand iedereen-uit-de-buurt uit.
En dat zijn er veel. Heel veel. Wie
Maar het Leger vestigde zich in deze
onmaatschappelijkebuurt. En nu
hoort het er net zo goed thuis als de
prostituées, de souteneurs, de zeelui, de
daklozen, de onderwereld. In het histo
rische pand „d'Leuwenburgh" aan de
Oudezijds nummer 14, kwam het good
will-centrum. Dit ene pand was niet ge
noeg. Het Leger zat te springen om
uitbreiding. De televisie-uitzending „An
ders dan anderen" van Bert Garthoff
zette majoor Bosshardt in de schijn
werpers. Ze luchtte haar hart. Neder
land voelde de nood aan, was geroerd
en stuurde geld. In april 1962 werd het
tweede goodwill-centrum in gebruik ge
nomen: „De Ruytenburgh" aan de
Oudezijds Achterburgwal 45.
heeft er zoveel gasten aan zijn kerst
maaltijd gehad en zoveel blijde gezich
ten gezien tijdens die maaltijden en an
dere kerstvieringen. Het was een groot
lichtfeest, dat ze anders zou het Le
ger er niet voor gezorgd hebben had
den moeten missen. Niet iedereen; maar
wel velen.
Majoor A. M. Bosshardt, „de ma-
„De majoor"
joor", zei: „Het gaat niet om wat ze
krijgen, maar om het gebaar. Dat
kerstcadeautje is een stukje verlossing
uit de eenzaamheid. Het kerstfeest
spreekt een ieder mens op een wonder
lijke wijze aan. Of-ie nou gelooft of
niet". En over de feesten: ,,'tls dan
dolgezellig hier". Achter die hele kerst
viering staat zij: Majoor Bosshardt. Een
vrouw die geen blad voor haar mond
neemt, de lakens uitdeelt en prestaties
levert die maar weinigen haar nadoen.
Haar leven, dag en nacht, is het Leger.
HET GOODWILL-WERK begon in
1948. In het dagboek lazen we: „Om
tien uur vrijdagavond gingen donker
Amsterdam in kapiteine Werkman, lui
tenante Booy en kapiteine Bosshardt.
„De Ruytenburgh", het goodwill-
centrum aan de Oude Zyds Achterburg
wal.
Heilsoldaten op hun tochten door
donker Amsterdam.
den de Strijdkreet aan. Voor een paar
stuivers koopt iemand er een. De an
der zegt: „Dat is het laatste wat ik
koop". Voor hem geen Leger. Voor hem
het vermaak uit de juke-box. Hij stopt
er een kwartje in: drie nummers over
„love".
Ook de jeugd komt bij het goodwill-
centrum aan haar trekken (clubs en va-
„HUISKAMER VAN DE buurt" staat
er in het door het Leger uitgegeven
boekje „Oudezijds Voor Veertien". „De
deur is praktisch altijd open. Ieder
een is er welkom. Iedereen mag op een
vriendelijk woord rekenen. En iedereen
vindt dat volkomen vanzelfsprekend".
WIE? „De man die zo'n beetje zwerft
en koffie wil. De vrouw die door haar
man bedrogen is en troost wil. Het
meisje dat een baby verwacht van een
onbekende vader en raad wil. De zee
man die nog een kater van de vorige
avond heeft en aspirine wil. De provin
cieman wiens portemonnaie gerold is en
een kaartje naar huis wil. De moeder
die een ledikant nodig heeft. De opa die
een warme jas wil. Een twijfelend mens,
die met z'n geloof worstelt en steun wil.
De onbekende die helemaal niets wil,
alleen maar eens kijkenDat kan.
Dat mag. In deze „huiskamer van de
buurt".
In deze huiskamer worden problemen
minder zwaar gemaakt en misschien
zelfs opgelost. Dat gebeurt ook op
straat als het korps erop uit trekt. In
dit oude centrum: met de rond de twee
duizend prostituées, lawaaierige cafés,
de mannen voor de meisjes, de nieuws
gierigen, de zeelui die passagieren, de
dronkaards, de barmeisjes en soute
neurs in hun grote Amerikaanse wa
gens. Tussen hen klinkt een lied op:
een vroom lied waarin Jezus de Verlos
ser wordt genoemd en waarin Zijn ze
gen wordt gevraagd. In dit verdorven
centrum.
We verkochten 40 Strijdkreten en had
den veel goede gesprekken". Na die vrij
dag kwam er regelmaat in de tochten
van de heilsoldates. Ze liepen door de
„warme" straten en stegen, langs de
grachten, spraken en zongen op de hoe
ken en in de kroegen. Verzetten zich
tegen onwil, moeilijkheden en barrières
van wantrouwen.
„U is heden de Heiland geboren".
De biyde „Gezinsbond".