SHIRLEY Vuurwerk? een passie die in Italië öeen grenzen kent PANDA EN DE MEESTER-BALLONNIST Onderzoek naar inteelt- gevolgen op Paaseiland Rechter Tie w- Hoe za meer geknal, des te beter het nieuwe jaar worden J. BRIJS „TOTAL" door Charlotte Brontë Ons vervolgverhaal door dr. Robert van Gulik DONDERDAG 31 DECEMBER 1964 23 BENZINE - SERVICESTATION Wassen - smeren - reparatie Dag en nacht Zijlweg 39-41 - Haarlem Tel. 14308 96) „Ik sta voor jou in, Joe," zei Wil liam glimlachend. „En ik sta voor mijn meester in," was het antwoord. „Jonge dames," ging Joe verder terwijl hij een voor name houding aannam, „het zou be ter zijn als u naar huis ging." „Ik zou wel eens willen weten waarom?" vroeg Shirley, die de enigszins pedante manieren van de opzichter kende en dikwijls ruzie met hem had; want Joe, die er laatdun kende theorieën over vrouwen in het algemeen op nahield, had er in zijn binnenste bijzonder veel op tegen, dat zijn meester en de weverij van zijn meester in zekere zin onder het be heer van een vrouw stonden en som mige zakenbezoeken van de erfgena me op het kantoor van de Hollow had hij als alsem en gal geproefd. „Omdat 'er niets aan de gang is, waar vrouwen iets mee te maken kunnen hebben." „Inderdaad! Er zijn gebeden en preken aan de gang in die kerk. Heb ben wij daar niets mee te maken?" „U bent noch bij het gebed noch bij het preken geweest, juffrouw, voor zover ik gezien heb. Waar ik op zin speelde was de politiek; William Far- ren hier, had het over dat onderwerp, als ik me niet vergis." „Nu en wat zou dat dan? Wij zijn gewoon de politiek te bestuderen, Joe. Weet je dat ik elke dag een krant zie en op zondag twee?" „Ik zou denken dat u waarschijn lijk de huwelijken leest, juffrouw, en de moorden en de ongelukken en zo?" „Ik lees de hoofdartikelen, Joe, en de berichten uit het buitenland en ik kijk de marktprijzen door; kortom ik lees precies wat de heren lezen." Joe zag er uit alsof hij dit gepraat als het gekwetter van een ekster be schouwde. Hij beantwoordde het met een minachtend stilzwijgen. „Joe," vervolgde juffrouw Keeldar, „ik heb nooit goed kunnen vaststellen of je een Liberaal of een Conserva tief bent; zeg me eens welke partij vereer je met je lidmaatschap?" „Het is nogal moeilijk uit te leggen wanneer men weet, dat men niet be grepen wordt," klonk het hooghartige antwoord van Joe; „maar ik zou net zo lief een oude vrouw zijn of een jon ge, die een nog ondeugdelijker per soon is, als een Conservatief. Het zijn de Conservatieven die de oorlog voort zetten en de handel vernielen en als ik bij een partij zou horen maar alle partijen zijn onzin ben ik van de partij die het meest voor dë vrede is en dus voor de handelsbelangen van dit land hier." Zo is het met mij ook, Joe," zei Shirley, die er plezier in had de op zichter te plagen door aldoor over on derwerpen te spreken, waarmee hij vond dat zij als vrouw zich niet mocht bemoeien „gedeeltelijk ten minste. Ik heb ook nogal een voor keur voor de landbouwbelangen; dat spreekt vanzelf, daar ik Engeland niet onder de voet van Frankrijk wil zien en omdat, al komt er een deel van mijn inkomen uit Hollow's Hill, een nog groter deel uit het landgoed er omheen komt. Het zou niet goed zijn maatregelen te nemen, die schadelijk waren voor de boeren, hè Joe?" „De dauw op deze tijd van de dag is ongezond voor vrouwmensen," merkte Joe op. „Als je die opmerking maakt te mij nen behoeve, moet ik je alleen maar verzekeren, dat ik niet vatbaar ben voor de kou. Het zou mij niets kun nen schelen om ook op mijn beurt, gewapend met jouw musket, Joe, in een van deze zomernachten de wacht te houden bij de weverij." De kin van Joe Scott stak altijd nogal vooruit; nu duwde hij hem nog een paar centimeter meer naar voren dan gewoonlijk. „Maar om op mijn onderwerp te rug te komen, ging zij voort „laken wever en fabriekseigenaar als ik ben, behalve landbouwer, kan ik toch niet 'n zeker denkbeeld uit mijn hoofd zet ten dat wij fabrikanten en zakenmen sen soms een beetje een heel klein beetje egoïst en bekrompen zijn in on ze opvattingen, te weinig letten op menselijk lijden, en tamelijk harteloos zijn bij het najagen van winst? Ben je dat niet met mij eens, Joe?" „Ik kan niet argumenteren als ik niet begrepen word," was het ant woord. „Geheimzinnige man! Je meester wil soms wel met mij redetwisten, Joe. Hij is niet zo stijfhoofdig als jij." „Misschien niet we hebben alle maal onze eigen manier van doen." „Joe, geloof je echt dat alle wijs heid op de wereld in mannelijke sche dels zit?" „Ik geloof dat vrouwen een onzeker en vrijpostig geslacht zijn; en ik heb een groot respect voor de leerstellin gen die in het tweede hoofdstuk van Paulus eerste brief aan Timotheus staan." „Wat voor leerstellingen, Joe?" „De vrouw late zich leren in stilte, in alle onderdanigheid. Ik laat de vrouw niet toe dat zij leze noch over de man heerse, maar wel dat zij in stilte zij want eerst was Adam ge vormd en toen Eva". „Wat heeft dat hiermee te maken?" viel Shirley hem in de rede. „Dat riekt naar een eerstgeboorte recht. Dat zal ik eens tegen de heer Yorke zeggen zodra hij op die rech ten gaat schimpen." „En," ging Joe door, „Adam is niet verleid geworden, maar de vrouw, verleid zijnde, is in overtreding ge weest." „Des te meer schande voor Adam om met open ogen te zondigen!" riep juffrouw Keeldar. „Om je de waarheid te zeggen, Joe, ik was altijd in twij fel over dat hoofdstuk. Ik begrijp het niet." „Het is heel duidelijk, juffrouw men kan het heel gemakkelijk lezen." „Men kan het op zijn eigen manier lezen," merkte Caroline op, die zich nu voor het eerst in het gesprek meng de. „Je erkent toch wel het recht op een eigen oordeel, is 't niet, Joe?" „Natuurlijk doe ik dat! Ik erken het en eis het op voor elke regel van het Heilige Boek." „En vrouwen hebben er evenveel recht op als mannen?" „Nee; vrouwen moeten denken zo als hun man denkt, in de politiek en in de godsdienst, dat is het gezondste voor ze." „O! O!" riep zowel Shirley als Caroline. „Dat staat vast daar is geen twij fel aan," ging de koppige opzichter door. „Je moet begrijpen, dat zo'n domme opmerking alleen maar beantwoord kan worden met een gekreun en ge roep van schande," zei juffrouw Keel dar. „Je zou even goed kunnen zeg gen, dat mannen moeten denken zoals hun geestelijke denkt, zonder het zelf te onderzoeken. Wat voor een gods dienst zou dat zijn, die men zo aan nam? Dat zou alleen maar een blind, verdwaasd bijgeloof zijn." „En hoe legt u deze woorden van Paulus uit, juffrouw Helstone?" „Hm! Ik ik verklaar ze op deze manier: hij schreef dat hoofdstuk voor een speciale gemeente van Christe nen, in bijzondere omstandigheden; en bovendien geloof ik, dat, als ik het oorspronkelijke Grieks kon lezen, ik zou zien dat er veel -woorden ver keerd vertaald zijn, misschien hele maal verkeerd begrepen zijn. Ik twij fel er niet aan of het zou mogelijk zijn die passage, met een beetje ver nuft, een heel andere betekenis te ge ven: zo bij voorbeeld, „Laat de vrouw spreken wanneer zij het nodig vindt een tegenwerping te maken;" „het is een vrouw geoorloofd te onderrich ten en zoveel gezag uit te oefenen als mogelijk is. Ondertussen kan de man niet beter doen dan zich kalm te hou den," enzovoort." „Dat houdt geen steek, juffrouw." „Ik denk van wel. Mijn opvattin gen zijn in wasechtere kleuren ge verfd dan de jouwe, Joe. Meneer Scott, u bent een door en door dog matisch persoon en dat bent u altijd geweest. Ik kan beter met William op schieten dan met u." „In zijn eigen huis is Joe heel ge schikt," zei Shirley, „zo zacht als een lammetje, dat heb ik gezien. Er is geen beter en vriendelijker echtgenoot in Briarfield. Tegen zijn vrouw ver kondigt hij zulke leerstellingen niet." (Van onze correspondent) ROME. Een der meest opvallende eigenschappen van onze Italiaanse vrien den is, dat zij nogal luidruchtig zijn. Wanneer een stad niet davert van het lawaai, voelt de Italiaan zich kennelijk tekort gedaan. Wie als niet-Italiaan daar tussen woont, troost zich dan maar met de gedachte, dat op den duur alles went. Het spreekt vanzelf, dat het lawaai bij feestelijke gelegenheden en in Italië, tenminste zuidelijk van Florence, ontbreekt het aan veel dingen, maar beslist niet aan feesten nog aanzienlijk dient te worden opgevoerd. En wat zou zich daar beter toe lenen dan vuurwerk? bemachtigen en dus heeft men voor een redelijk bedrag een zeer gevarieerd en bijzonder rijk en langdurig knalprogram ma. Dat alles speelt zich af in de zomer maanden, tussen april en oktober, daar een vuurwerk waarnaar men werkelijk kijken moet, meebrengt dat de mensen van anderhalf tot twee uur op een of ander plein stil staan in de volte der feestgan gers. Zoiets is in de winter zelfs in Italië wel veel gevergd. HET VUURWERK had best een Ita liaanse uitvinding kunnen zijn, maar ook in dit geval waren de Chinezen Europa een flinke duizend jaar vooruit. Europa schijnt pas omstreeks de dertiende eeuw een vrij simpel soort vuurwerk te hebben gekend. De grote tijd kwam pas veel later en toen waren er twee „scholen", die van Neurenberg, die technisch op een hoger peil stond en daarnaast de Italiaanse, die kunstrijker effecten wist te bereiken. In de achttiende eeuw was vuurwerk vrijwel identiek met de naam der fami lie Ruggieri uit Bologna, die een halve eeuw lang geheel Europa voorzag en in het bijzonder luister bijzette aan de hof feesten van lodewijk XV. Wel te verstaan was alle vuurwerk toen nog kleurloos. Pas een honderdvijftig jaar geleden werden er allerlei chemische preparaten aan het buskruit toegevoegd, waardoor men de fraaie kleuren wist te verkrijgen, die te genwoordig, althans in Italië, bijna even belangrijk zijn als de oorverdovende ont ploffingen. We weten wel dat er elders in Europa geluidloos vuurwerk bestaat en we zagen in Parijs vuurwerk gekoppeld aan een concert „van klassieke muziek. Voor onze veritaliaanste ziel is dat even wel niet je ware: vuurwerk moet zo erg zijn, dat het lijkt of de huizen zullen in storten en het trommelvlies dreigt te scheuren. MAAR Oudejaarsavond heeft ook zijn vuurwerk, zij het op een veel lager peil. Dan komen de voetzoekers, zevenklappers, gillende keukenmeiden en dergelijke ordi naire zaken aan hun trekken. Dat ook die in Italië oneindig veel harder knallen dan Advertentie Habakuk 11 2. (Wordt vervolgd) WIE MAAKT nu dat Italiaanse vuur werk en waar? Het is een vrij omvang rijke industrie, maar hoezeer men ook heeft gepoogd, er een echt fabrieksartikel van te maken, dit blijkt, althans voor zo ver het werkelijk mooi, groot vuurwerk betreft, onmogelijk. De verschillende poe ders moeten met de hand gemengd wor den, sommige voorverwarmd, andere niet. Voor het goede welslagen js nodig, alles heel voorzichtig en steeds met de hand, in de verschillende buisjes te doen, die al of niet en geheel of gedeeltelijk onbrand baar moeten worden gemaakt. Het is en blijft daarom in dit land een huisindu strie, maar dan ook in de meest letterlijke zin van het woord, zoals we zullen zien. Elk Italiaans dorp om over de steden niet te spreken heeft per jaar ettelijke keren een feest, dat met vuurwerk moet worden opgeluisterd. In Napels zou ik niet weten, dat er ooit een volle week voorbij gaat, zonder dat er in een of andere wijk vuurwerk wordt afgestoken. Er zijn im mers zoveel patroonsfeesten en verenigin gen, die een- of vijfhonderd jaar bestaan, ouwetjes, die honderd jaar worden of il lustere stadsgenoten, die kamerlid worden of een litteraire prijs winnen. Of er is een plaatsgenoot, die na eerst tot levens lange gevangenisstraf te zijn veroordeeld, door het staatshoofd wordt begenadigd en na dertig jaar weer „in de schoot van hun „lichtelijk gewijzigd gezin" terugke ren. Dat zijn alles redenen voor een flink vuurwerk. I)e werkelijk grote „pyrotechnische spektakels", door de gemeente of door het domkapittel georganiseerd, maken van een handig systeem gebruik. Er worden twee, drie of meer „wijdvermaarde en door vele premiën onderscheiden, illustere firma's" (zo staat het doorgaans op de aankondigingen) uitgenodigd. Ze krijgen ieder een niet al te groot bedrag, dat maar net hun kosten dekt, al zullen ze. door ervaring wijs geworden, die kosten wel een beetje afronden. Maar daarnaast en daarboven is er de „premie" en dat is een vrij behoorlijk bedrag, dat toege kend wordt aan de illustere firma, die bij het bewuste festijn de burgerij de meeste voldoening schenkt door de mooiste kleu ren, de hardste knallen, of in grotere ste den, door een weloverwogen opeenvolging der verschillende„stukken", die het ge heel tot een schouwspel van aesthetische waarde maken. Natuurlijk doen de ver schillende firma's hun best die premie te Tinmi) 27. Angstig dook Panda weg voor de vogels, die wraakzuchtig om het mandje cirkelden. „Ze willen je pikken!" lachte dikke Dick. „J-ja" stamelde Panda. „M-maar dat is helemaal niet om te lachen, hoor! Ze hebben heel scherpe sn-snavels!" „Beter dat ze het op jou gemunt hebben, dan op de ballonzei de ballonnist. „Nu kan ik jou als lokaas gebruiken om ze kwijt te raken". „M-mij?" herhaalde Panda verschrikt. „Als l-lokaas?!" „Niet jou persoonlijk" stelde de ander hem gerust. „Maar iets, dat op je lijkt". Onder het spre ken had hij een ballastzakje met een verfkwast be werkt. „Kijk" hernam hij trots. „Lijkt dat niet sprekend op jou?" „Nee! Helemaal niet!" antwoordde Panda be ledigd. „Ik zie er niet uit als een zak zand!" „De vormgeving is misschien wat slobberig" gaf dikke Dick toe, „maar toch is de gelijkenis treffend genoeg om de spechten te misleiden. Let maar op!" Met deze woorden wierp hij de namaak-Panda omlaag en.ja hoor: dadelijk doken de wraakzuchtige vogels er achter aan. Opgeruimd staat netjes" zei de ballonnist. „En nu gauw gaatjes plakken. We dalen al, en dat is niet zo leuk, want we vliegen boven onrustig gebied". elders, spreekt vanzelf. De hele maand de cember zijn vele honderden politiemannen op pad, bij dag en vooral bij nacht, om alle vrachtwagens die uit het zuiden naar Rome komten te onderzoeken. De omge ving van Napels is de warmoestuin van Midden-Italië. Vooral Rome kan niet zon der de frisse sla, de artisjokken, de toma ten, de nieuwe aardappeltjes, de sappige appelen, de bloemkool en zo al meer, die de hele winter door uit het Napolitaanse komen. Maar de politie weet heel goed, dat onder een paar lagen bloemkool niet zelden een flinke hoeveelheid „knallen" verborgen zitten en daar de nacht van oudejaar in Rome toch al een levensge vaarlijk geval is, probeert men zoveel mo gelijk van die springstof in beslag te ne men. Er komen triomfantelijke persbe richten uit en meestal weten wij zo om streeks 29 december, dat er een drie- tot vierduizend kilo vuurwerk aan de clande stiene handel is onttrokken. Die handel heeft daar kennelijk niet veel last van, want op oudejaarsnacht is het of Rome een urenlang durend fel luchtbombarde ment doorstaat. Waar dan natuurlijk nog bijkomt, dat men tussen twaalf en een uur alles wat in de loop van het jaar kapot ging (potkacheltjes, badkuipen, leunstoelen die een poot verloren, enz.) uit het raam smijt, zodat geen sterveling zich op dat uur in smalle straten zal wagen. De vuurwerkindustrie is dus een echte huisindustrie, vaak clandestien beoefend en wel bijna uitsluitend in Zuid-Italië, met Napels en Palermo als voornaamste cen tra. Er zijn natuurlijk erkende vuurwerk fabrieken (vrij klein, nooit meer dan vier, vijf man, omdat het nu eenmaal een hand werk is en even gevaarlijk als moeilijk). Dat zijn de „wijdvermaarde, illustere fir ma's" en zij leveren de grote stukken, het echte feestelijke vuurwerk. Er bestaan voorschriften voor deze nij verheid en daaraan wordt in de ene ge meente strikt, in de andere met wat meer soepelheid, de hand gehouden. Hoofdzaak is dat de werkplaatsen alleenstaande pan den buiten de kom der gemeente moe ten zijn. Maar die erkende firma's zijn vermoedelijk minder in getal dan de clan destiene. En daar schuilt het gevaar. In Zuiditaliaanse steden, laat ons zeggen van Rome af zuidwaarts, is men nooit helemaal zeker of de boven- of beneden buren er niet een klein vuurwerkbedrijfje op na houden. Het is nu eenmaal erg aantrekkelijk, niet alleen omdat er een redelijke verdienste in zit, maar omdat voor de Zuid-Italiaan alles wat met vuur werk te maken heeft ongeveer even po pulair is als in Spanje de stierenvechterij. HALIFAX (Nova Scotia) Een medi sche expeditie is onlangs van Halifax in Canada op het Paaseiland aangekomen i te onderzoeken welke invloeden de generatieslange inteelt heeft uitgeoefend op de Polynesiërs, die de bevolking vor men van dit eenzame eiland in de Grote Oceaan. Het Chileense eiland, dat 2.400 mijl ten westen van het moederland ligt. werd in 1686 door een Britse boekanier ontdekt. Het heeft zyn naam gekregen van n Nederlandse zeevaarder, die het op Paaszondag van het jaar 1722 aandeed. De eilandbewoners zijn ten dele afge slacht of weggevoerd door slavenhande laars, deels vrijwel uitgeroeid door de pokken, waarmede zij bij hun eerste ont moetingen met de blanken besmet werden. De nieuwe bezoekers van het eiland zullen kloppen prikken, meten, fotogra feren, röntgenopnamen maken en vooral vragen stellen. Zij zullen echter ook ge schenken bij zich hebben. Het mooiste is misschien wel het geschenk van toekom stige gezondheid voor de 1.200 eilandbe woners. De „medische expeditie naar Paaseiland" zoals het project wordt genoemd zal daar voorlopig tot 11 februari werken. Vrijwel alle „ologiën" zijn in de expe ditie vertegenwoordigd: epidemiologie, hematologie, virologie, biologie, parasito logie, arbeidsfysiologie, zoölogie, anthro pologic, sociologie, pathologie, bacteriolo gie en odontologie. Andere deskundigen zullen onderzoe kingen doen op het gebied van de radio activiteit, tropische ziekten, pediatrie, hartziekten en zoönose (het overbrengen van ziekten van dieren op mensen). Dui zenden bloedmonsters zullen diepgevroren worden voor latere bestudering in de labo ratoria op de vaste wal. Een permanent biologisch station zal op het Paaseiland gevestigd worden om de eilandbevolking medische en sociale diensten te bewijzen en om eventuele nadere studies te maken. Voorlopig zal de studie echter omvatten het vraagstuk hoe de bevolking de genera tieslange inteelt heeft doorstaan, welke rol de waterbesmetting op gezondheid en ziekten heeft uitgeoefend en de oorzaak is van de „conogo", een ziekte met soms dodelijke afloop, die jaarlijks uitbreekt na het bezoek van het Chileense bevoor radingsschip. GEWOONLIJK is er ook niet zó veel gevaar bij. De mensen zijn handig, weten wat zij doen, hun reflexen zijn uiterst snel. Maar zoals dat nu eenmaal gaat bij 'n huisindustrie, al gauw gaan ook de kin deren meedoen en dan de vriendjes van die kinderen. Daar schuilt doorgaans het risico. De mensen zijn na enkele jaren zo gewend, voortdurend allerlei helse poe ders te hanteren, dat zij het gevaar gaan onderschatten: mengsels, die heel even verwarmd moeten worden, zet men nog wat langer dicht bij het vuur om betere resultaten te bereiken, of men vergeet ze doodeenvoudig. En dan gebeuren de ongelukken. Bijna altijd zeer ernstige ongelukken, waarbij vaak niet alleen de werkplaats maar het gehele appartement en soms het gehele „paleis" (al zijn ze nog zo armoedig, in Italië heten huurkazernes steeds „palei zen") uiteenspat. Er vallen doden en ge wonden en bij onderzoek blijkt dan altijd weer, dat de betrokken vuurwerkfabriek tot de groep der clandestiene behoorde. Ongelukken gebeuren er ook, vooral in Napels en in Rome, in de dagen die onmid dellijk voorafgaan aan nieuwjaar. Overal staan, alweer clandestiene, verkopers van vaak uiterst gevaarlijk vuurwerk. Een jongen staat op de uitkijk, om te zien of er geen „stille" in de buurt is. Geeft hij het sein van gevaar, dan zet de verkoper het op een lopen en.als hij valt, ont ploft zijn koopwaar. Leider van de expeditie is dr. Stanley C. Skoryna, directeur van een der researchlaboratoria van de McGill Univer siteit. De expeditie bestaat uit 36 personen. Dr. Skoryna heeft het idee van een der gelijke expeditie drie jaar geleden aan de Wereldgezondheidsorganisatie voorgelegd. Naderhand heeft hij van deze instelling 10.000 dollar voor dit doel ontvangen. De Medical Research Foundation of Canada heeft een even groot bedrag geschonken. Fabrieken en andere bedrijven kwamen eveneens met giften of stelden materialen ter waarde van honderdduizenden dollar» beschikbaar. De Canadese regering heeft een marine vaartuig ter beschikking van de expeditie gesteld. NEE, MENEER FANS, HET ISM'JN A. PLICHT NU ALLES TE VERTELLEN- DIE DANSMEID UIT DEWILOENWUK, LENTEWOLK HEET ZE NOTA SENE DIE KWAM VAAK STIEKUM OP BEZOEK B'J S0EN6... ALTUD DOOR Z'JN ACHTERDEUR DAT WIST U NIET,HÈ? WAT MOEST S0EN6 MET 0AT DANSMEISJE HU WILDE TOCH MET JOU TROUWEN? HOUD JE MOND, BRU TALE ME

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1964 | | pagina 23