TONEEL IN
„Oh, what a lovely war"
„Kentering", voor het eerst in gedrukte vorm,
een intelligente en heldere beginselverklaring
Centrale antennes
NEGEN MUZEN
Paul Arntzenius in
Den Haag overleden
Prijsvraag over taken
voor Havo-scholen
In 1968 Indonesiër
in de ruimte
Grandeur en misère van de tijdschriften
WOENSDAG 6 JANUARI 1965
7
weinig geslaagde, onvertaalbare satire
Ruimtevaartstation in
Florida uitgebrand
Maarschalk Boedihardjo:
Slapstick herleeft
C. J. E. Dinaux
nabeschouwingen
De radio geeft donderdag
T elevisieprogramma
Vier kangoeroes springen
vrij rond in Beekbergen
East Coker laatste
rustplaats van Eliot
- j h -r-
DE FAMEUZE ENGELSE regisseuse Joan Littlewood, die met haar Theatre
Workshop na 1945 zoveel heeft betekend voor de vernieuwing in het Londense
toneelleven, heeft in 1963 groot succes geoogst met een soort muzikale revue
over de verschrikkingen van de eerste wereldoorlog. Dit satirische schouwspel
is om vele redenen een typisch Engelse aangelegenheid. De teksten zijn door
spekt met populaire Engelse soldatenliedjes; de toestanden aan het front worden
uiteraard, en dan scherp hekelend, van de Engelse kant bekeken, en de over
heersende toon van ironische spot met de miljoenenverliezen aan mensenlevens
maakt het geheel tot één groot, intens Engels, „understatement" in de trant die
ook de titel „Oh, what a lovely war" („Oorlog is zon aardig spel") al aangeeft.
OM DEZE REDENEN kan ook de Ne
derlandse bewerking, die als nieuwjaars
première in de nieuwe Eindhovense
schouwburg is gegeven door de toneel
groep Ensemble en gisteren in Haarlem
werd, vertoond, moeilijk een succes ge
noemd worden. De schlagers hebben hier
natuurlijk niet de bekendheid waarop men
voor het Engelse publiek kan rekenen. De
kritiek op de geallieerde strategie maakt
in het toen neutrale Nederland een ten
enenmale overbodige en zelfs pijnlijke in
druk en bovendien valt het aan het Ne
derlands publiek vooralsnog moeilijk om
oorlogstragiek te relativeren. Daar komt
bij dat de revue, zoals die in de Ensemble
opvoering tot ons komt, weinig opmerke
lijke kwaliteiten vertoont.
Het geheel bestaat uit een stuk of der
tig scènes, waarvoor ook de heer Charles
Chilton teksten schijnt te hebben bijgedra
gen. Dit zijn meestal een soort cabaret-
sketches zonder pointe, waarin speciaal
gedurende de eerste helft milde spot
wordt gedreven bijvoorbeeld met de over
haaste militaire voorbereidingen in 1914 of
met het geëxalteerde enthousiasme van de
thuisblijvende vrouwen. Na de pauze over
heerst een wrange toon als nagenoeg uit
sluitend de zware verliezen in de zinloze
loopgravenoorlog aan de orde komen.
DE OPZET EN DE uitwerking van het
origineel lijken dus al niet sterk, de Ne
derlandse vertaling en opvoering zijn dat
evenmin. Alfred Pleiter maakte slecht rij
mende, weinig puntige vertalingen, die
over het algemeen (met één uitzondering,
van Ton van Duinhoven, Adèle Bloemen-
daal en Ger Smit) maar matig werden ge
zongen. Op de practische, maar weinig
fraaie poppenkast-achtige vaste-toneel-
bouw van Lou Steenbergen werden niet
alleen foto's van het slagveld geprojec
teerd, maar stond ook een lichtkrant con
crete gegevens over de strijd te melden,
hetgeen de aandacht van het feitelijke
toneelgebeuren voortdurend hinderlijk af
leidde.
De scènes, door het ontbreken van iedere
onderlinge samenhang toch al niet gemak
kelijk te volgen, werden nog onduidelijker
omdat van een basiskostuum werd uitge
gaan zodat de argeloze toeschouwer uit een
enkel vlaggetje of typerend hoofddeksel
maar moest opmaken wat een bepaalde
speler in zijn 59ste incarnatie nu weer
voorstelde. Het basiskostuum in kwestie
was natuurlijk een clownskostuum, dat u
zich nog herinneren zult uit de vorige En
gelse musical „Stop the world I want to
get off."
VERSCHEIDENE van de 18 medewer
kenden hebben zich toch nog plooibaar en
knap aan hun ondankbare veeleisende
taak gewijd. Zo zagen we Adèle Blóemen-
daal in een mooie persiflage op een re
vue-zangeres, Ton van Duinhoven was een
Het Tweede-Kamerlid de heer Oele
(P.v.d.A.) heeft er bij de minister van Ver
keer en Waterstaat op aangedrongen de
formele belemmeringen voor de aanleg
van plaatselijke centrale antennesystemen
weg te nemen en nu reeds eventueel te
stellen voorwaarden voor de toekomstige
aansluiting aan het door de regering aan
gekondigde landelijke centrale systeem
bekend te maken.
Volgens het Kamerlid worden plaatse
lijke plannen voor een centrale antenne
bemoeilijkt, omdat op grond van wettelijke
bepalingen door particulieren geen leidin
gen boven of onder openbare wegen mogen
worden aangelegd zonder ministeriële
machtiging.
Josephine van Gasteren. De actrice Jose
phine van Gasteren zal het volgend sei
zoen geen deel meer uitmaken van het
Rotterdams Toneel. Zij deelde mee dat
het nog niet vast staat wat zij in het
komende seizoen gaat doen.
Op 81-jarige leeftijd is in Den Haag
overleden de Haagse kunstschilder Paul
Arntzenius. Paul Arntzenius, die op
20 mei 1883 in Den Haag werd geboren,
kreeg zijn opleiding aan de Haagse Aca
demie en van de kunstschilder W. B.
Tholen. Hij schilderde voornamelijk
landschappen en stillevens, maar ook
zee- en strandgezichten en stadsgezich
ten (Parijs).
Zijn werk is vele malen bekroond: o:a:
kreeg hij in 1949 de Jacob Marisprijs. Paul
Arntzenius kenmerkte zijn oeuvre zelf als
de nabloei van de Haagse School met
Franse inslag. Hij heeft veel in Zuid-
Frankrijk gewerkt.
De teraardebestelling zal plaats hebben
donderdag 7 januari op de algemene be
graafplaats aan de Kerkhoflaan in Den
Haag.
„DE AVONTUREN VAN BILL
CLIFFORD" ALS TELEVISIESPEL
De AVRO-televisie presenteert de kij
kers op donderdag 14 januari van 21.00 tot
22.35 uur „De avonturen van Bill Clifford",
naar de gelijknamige speurdersroman van
Godfried Bomans, tot televisiespel ver
werkt door Walter van der Kamp. In „De
avonturen van Bill Clifford" is de grote
Londense detective veel slimmer dan de
toch ook niet uit te vlakken Sherlock Hol
mes. Deze laatste heeft echter een ding op
Clifford voor, namelijk dat hij als klank
bord voor zijn theorieën in dr. Watson zijn
leergierige bewonderaar heeft. Maar Bill
Clifford maakt aan deze wantoestand een
eind, door de niet al te slimme commies
tweede klas der posterijen, Bob Topwash,
tot luisteraar naar en domme-vragenstel-
ler over zijn hypotheses te bombarderen.
Dank zij een gedegen inzicht in de post-
regelementen zal ten slotte Bill Clifford
als grote speurder tal van geheimen weten
te ontraadselen.
Onder regie van Walter van der Kamp
wordt aan dit televisiespel onder meer
medegewerkt door Godfried Bomans, John
ny Kraaykamp, Henk Molenberg, Rudy
Falkenhagen, Jan Retèl, Ton Lensink als
Bill Clifford, de Directeur-Generaal, de
Chef-Directeur, de Directeur en Ambte
naren der Britse Posterijen te Londen, po-
litie-personeel van Scotland Yard, boots
man en matrozen van de veerboot Dover
Calais.
prachtig fantasie-Frans sprekende gene
raal, Cor van Rijn gaf een vermakelijk
nummertje drilleri weg en Ger Smit (niet
helemaal bij stem) toonde opnieuw fraai
te kunnen zingen.
Er was een uitermate pittige muzikale
begeleiding onder leiding van Henk van
Dijk aan de piano. De regie was in han-
Annabet Tausk, Johnny Kraaykamp
en Adèle Bloemendaal in Oorlog is
zo'n aardig spel" bij Ensemble.
den van Karl Guttmann, die het geheel
niet voor slordigheid en verbrokkeling had
weten te bewaren.
Hans van den Berah
Het Onderwijskundig Studiecentrum te
Amsterdam heeft een prijsvraag uitge
schreven om geschikt materiaal te vin
den voor taken, die leerlingen tijdens zo
genoemde geïntegreerde lessen opgedra
gen kunnen krijgen. Er is een prijs van
duizend gulden beschikbaar gesteld voor
het beste en best uitgewerkte voorstel
voor zo'n taak.
De geïntegreerde lessen zijn bedoeld om
leerlingen door oefeningen, die lijken op
wat volwassenen dagelijks doen, de zin
van het geleerde duidelijk voor ogen te
stellen en hen uit te dagen te leren wat
zij nodig hebben maar nog niet weten.
Deze lessen worden tot nu toe gegeven
in twee havo-scholen in Amsterdam en
Hilversum, die met het Onderwijskundig
Studiecentrum samenwerken. De lessen
worden door een groep leraren geleid en
er komen vele vakken tegelijk bij aan de
orde.
De inzendingen zuilen worden beoor
deeld door een jury, waarin zitting heb
ben mr. J. B. F. Houtman van het Cen
traal Sociaal Sociaal Werkgeversverbond,
dr. J. A. J. Jousma van het Onderwijs
kundig Studiecentrum, drs. J. Mooyman
van het St. Ignatiuscollege te Amsterdam
en de heer Chr. Oomick, directeur van
en school voor havo in de hoofdstad.
ELGIN (Reuter). Op de Ameri
kaanse luchtmachtbasis Elgin in Florida
is gisteren een station ter waarde van 30
miljoen dollar voor het radiografisch vol
gen van ruimtesatellieten een prooi der
vlammen geworden.
Het gebouw, dat nog niet in gebruik
was genomen, bevatte instrumenten waar
mee op verschillende hoogten vliegende
satellieten gelijktijdig konden worden ge
volgd.
De brandweer kon de brand niet onder
controle krijgen, doordat de druk op de
waterleiding te klein was.
SINGAPORE (AFP) De Indonesische
vice-luchtmaarschalk Boedihardjo heeft in
een radiotoespraak in Djakarta, gezegd
dat Indonesië hoopt in 1968 een man in
de ruimte te brengen.
Boedihardjo verklaarde dit naar aan
leiding van geslaagde raket-lanceringen
dinsdag op West-Java.
Weet u nog hoe Greetje Rauffeld in haar
beginperiode zong? Ze zag er aardig uit,
haar stem was wel zuiver, maar ze zong
ongearticuleerd en haar stem had weinig
„body", zou een wijnkenner hebben ge
zegd. Welnu, het N.C.R.V.-programma op
Nederland I deed me denken aan het zin
gen van Greetje in die beginperiode. Geen
kwaad woord over programma's als de
Engelse les, „Attentie", „Hootenanny",
„Onder vier Ogen" en „Een Liedje met
Caroline" afzonderlijk, maar al die pro
gramma's bij en achter elkaar met als
onderbrekingen alleen het Journaal, Pa
VIJF JAAR LANG IS het tweemaandelijkse litteraire
Eeriodiek „Kentering" in gestencilde vorm verschenen. Het
eeft in die tijd een groeiperiode doorgemaakt, waarin het
zich al meer bewust werd van de doelstelling, die bij de
oprichting van het tijdschrift een aantal jongeren vaag om
lijnd nog voor ogen stond en dus speelruimte liet voor rela
tieve verschillen van opvatting, maar toch blijkbaar vol
doende aantrekkingskracht inhield om „Kentering" als semi-
openbaar orgaan op de been te houden. Dat was al heel wat.
Er zijn genoeg litteraire tijdschriften geweest die kort na hun
ontstaan aan bloedarmoede bezweken. Het zou een hachelijk,
maar verhelderend werk zijn om de geschiedenis van de
andeur en misère van de Nederlandse letterkundige perio-
ieken te schrijven: de veranderlijke litteraire barometer
stand zou uit het komen en gaan van de tijdschriften ver
rassend kunnen worden afgelezen. De Nieuwe Gids, met
bazuinstoten van de Tachtiger-beweging verschenen, be
zweek aan de gevolgen van aderverkalking, overleefd door
zijn oudere broeder De Gids, ééns „de blauwe beul", nu in
zijn honderdzevenentwintigste jaargang een „algemeen cul
tureel maandblad", dat de kool van de traditie met de geit
van het modemisme waagt samen te brengen. „Leiding"
werd op tweejarige leeftijd de dupe van zijn hoge kwaliteit,
„Het Getij" moest het, ondanks de stuwende kracht van
Constant van Wessem, opgeven èn door gebrek aan weer
klank voor de nieuwe tendensen die het in 1916 voorstond
èn door een achterblijven van de creatie bij de baanbrekende
intensie.
WAT „DE VRIJE BLADEN" verwerkelijkte was door „Het Getij" voorbereid:
vitaliteit, strijdbaarheid, felle bestrijding van elk epigonisme, creativiteit als
uiting van de onbelemmerde persoonlijkheid, intensiteit als tegenkracht van het
in-telend estheticisme, en desondanks moest het in cahiervorm overgaan en
aan die overgang door een tekort aan kwaliteit ondergaan. „Forum", het een
zijdige, maar krachtigste maandblad, waarin de militante persoonlijkheid (Du
Perron, Ter Braak) alle mogelijke individualistische kracht mobiliseerde tegen de
opdringende chaos, hief zichzelf op toen het tot het uiterste zijn werk had
gedaan. In „Criterium" werd, als tegenpool van het „rationalistische" „Forum",
een ernstige poging gedaan om een synthese tot stand te brengen tussen hoofd
en hart, geest en gevoel, nochtans moest het zich prijs geven aan een fusie.
„Podium wapende zich in het voetspoor van „Forum" met een strijdbaar huma
nisme, dat de „moraal" boven de „schoonheid" stelde, en zet zijn bestaan voort
als orgaan van jongere non-conformisten.
„DE GEMEENSCHAP", het katholieke
maandblad op brede basis ik verwijs
naar de onlangs verschenen studie van
Harrie Kapteyns over de „intenties en as
pecten" van dit voortreffelijke periodiek
bewerkstelligde de doorbreking van het
confessionele isolement, maar sneuvelde
„onder het verschijningsverbod van de be
zetter", zodat alleen „Roeping" als tijd
schrift van katholieke signatuur, ruim ge
noeg trouwens om de geloofsovertuiging
niet als maatstaf aan te leggen, overblijft.
Van het Protestants-christelijke „Ontmoe
ting" verscheen onlangs het laatste num
mer, „Gard Sivik", het orgaan van de
de jongste avant-garde staakte onlangs zijn
werkzaamheden. Wat blijft? Het progres-
sief-humanistische maandblad „De Nieuwe
Stem", het op de Forum-geest afgestemde
„Tirade", dat de voornaamheid mist van
de geestelijke vaders Ter Braak en Du
Perron, „Merlijn" ten slotte, dat „het
eigen gezicht" voornamelijk ontleent aan
de critisch-essayistische bijdragen waarin
de „close-reading" wordt gepractiseerd:
een beoordeling van litterair werk die uit
sluitend berust op het werk als zodanig,
op de „tekst".
VRIJWEL ELK VAN deze periodieken
maakte een ontwikkeling door, die hiér tot
hergroepering, daar tot opheffing leidde,
maar een beweeglijkheid vertoont die al
leen maar kan worden toegejuicht. Geen
fataler bedreiging van de litteratuur dan
de stagnatie, de verlammende zelfgenoeg
zaamheid, de lauwheid. Geen dommer
dooddoener dan de zegswijze, dat „uit de
botsing der meningen de waarheid ont
springt" en geen kortzichtiger bewering,
die bij het verschijnen van een nieuw tijd
schrift niet zelden gehoord wordt, dan de
frase dat „er geen behoefte aan bestaat".
Het feit van de groepering, klein of groot,
die zich wil uitspreken bewijst op
voorwaarde van de nodige ernst dat er
behoefte as aan beweging, aan kracht en
tegenkracht, aan ja en neen. De Op- en
ondergang der tijdschriften is symptoom
van een levende zich vernieuwende littera
tuur: de hemel beware ons voor de een
vormigheid
Alleen om die reden al, als teken van
ongenoegen, van reactie en kritiek op de
gegeven litteraire situatie, verdient het nu
als gedrukt orgaan verschenen „Kente
ring" (uitgave Nijgh en Van Ditmar) een
loyale en royale kans. Maar de nieuwe re
dactie Peter Berger, Otto Dijk, Wim
Haseu en Harry Scholten, van wie alleen
de derde tot de leiders behoorde van het
blad in zijn gestencilde vorm heeft het
eerste nummer van de zesde jaargang in
geleid met een zo doorwerkt en doordacht
essay van Peter Berger, dat hier inder
daad van een beginselverklaring sprake is,
die uit een scherpzinnig-kritische beschou
wing van de hedendaagse „stand" van de
roman en de poëzie resulteert.
WIE ENIGSZINS bekend is met de bui
tenlandse publikaties daaromtrent (ik
noem willekeurig Erich Kahler, Hugo Frie-
drich, Pierre de Boisdeffre, Claude-Ed-
monde Magny, Alain Robbe-Grillet, Ste
phen Spender) zal moeilijk kunnen ontken
nen, dat Berger in zijn diagnose die
men eigenlijk dient te lezen in verband
met zijn inleiding bij de bloemlezing uit
de poëzie van de Zestigers „Paradox"
verschijnselen samenvat, die wijzen op een
bedenkelijke afneming van de creativiteit
bij de meest geavanceerden in onze mo
derne litteratuur. Hun poëzie, zich terug
trekkend binnen het autonome gedicht,
tracht zich als een Münchhausen bij de ha
ren uit het moeras van zijn onvermogen
te trekken door over het dichten te dichten
over een dichten, dat meer en meer
zijn onmogelijkheid belijdt of rondweg (als
de „anti-poëet" van Wim Zaal) zichzelf te
niet tracht te doen. De „onbemande poë
zie" yan Sybren Polet doet, paradoxaal ge
zegd, het uiterste om de poëzie te ont
poëtiseren, te ontmenselijken en, evenals
de Gard Sivik-groep (afgezien dan van
nuances), te verzakelijken tot feit, tot con
structie van intens-waargenomen realitei
ten. In deze impasse van een dichtkunst,
die de „romantische traditie" in het ex
periment heeft voortgezet en zich aan zich
zelf dreigt op te teren voor zover ze geen
zelfmoord pleegt, trachten sommige Zesti
gers (Berger noemt o.a. Otto Dijk, Huub
Oosterhuis en Wim Gijsen) bewust of on
bewust de draad op te nemen waar Mar
tinus Nijhoff deze liet vallen: ze zoeken
naar een „heroriëntatie op de mens."
EN DE ROMAN? Aan de hand van een
vergelijking tussen werk van o.a. Mulisch,
Vinkenoog, Nooteboom, Van het Reve en
Vaandrager komt Berger tot de conclusie
dat ook deze, in een ten dele (schijnbaar)
aan de ultra-modernistische poëzie tegen
gesteld proces, zichzelf vernietigt en alleen
nog kan voortbrengen wat geen roman
meer is. Ik heb bij deze passage in Ber
gers betoog moeten denken aan het vijf
entwintigste hoofdstuk van Thomas Manns
„Doktor Faustus", waarin de ondergang
van een kunst-genre (daar de harmonische
muziek) tot in de diepste en duisterste
diepte wordt gepeild. Het verschijnsel is
internationaal en kan niet worden ver
klaard zonder de sociologische achtergron
den van een zich fundamenteel verande
rende wereld in de diagnose te betrekken
Het isolement van de kunstenaar is
symptomatisch voor de met eenparig ver
snelde beweging toenemende ontpersoonlij-
king, atomisering en collectivisering van
het menselijk bestek, welke ontbindende
krachten men als de dieper gelegen oor
zaken herkent zodra men zich Berger
liet op dit punt verstek gaan buiten de
litteraire sector begeeft.
WAT BIJVERSCHIJNSELEN lijken
ontpopt zich in Bergers essay als essen
tieel voor de gegeven situaties, de crea
tieve onmacht moet worden overtroefd
door de spectaculaire opdringerigheid van
de auteur als persoon (het interview, de
rel, de epaterende „autobiografie", de on
eerlijke „eerlijkheid" van het alkoofavon-
tuur, de met ressentiment overladen grof
heid, de zogenaamde authenticiteit, de
„zelfbekroning" tot „groot schrijver").
„Het standpunt van Kentering zal in de
ze zijn" aldus Berger, „dat het zich naar
vermogen zal keren tegen de degenereren
de artisticiteit die zich van de moderne
kunst heeft meester gemaakt." Dat is
een beginselverklaring die voor „Kente
ring" kansen opent op een doorbraak van
de impasse. Ik wens de redactie en haar
medewerkers de creatieve kracht daar
voor toe.
HILVERSUM I. 402 m. 746 kc.s. 7.00
AVRO. 7.50 VPRO. 8.00-24.00 AVRO.
AVRO: 7.00 Nieuws. 7.10 Ochtendgym
nastiek. 7:20 Lichte grammofoonmuziek.
VPRO: 7.50 Dagopening. AVRO: 8.00
Nieuws. 8.10 Lichte grammofoonmuziek.
8.50 Ochtendgymnastiek. 9.00 De groente
man. 9.05 Klassieke grammofoonmuziek.
9.35 Waterstanden. 9.40 Morgenwijding.
10.00 Lichte grammofoonmuziek. 10.50
Voor de kleuters. 11.00 Nieuws. 11.02
Nieuws. 11.02 Huishoudelijke zaken, praat
je. 11.15 Pianoduo: klassieke en moderne
muziek. 11.45 Moderne grammofoonmu
ziek. 12.00 Licht orkest. 12.27 Mededelin
gen t.bv. land- en tuinbouw. 12.30 Metro-
pole orkest. 13.00 Nieuws. 13.10 Medede
lingen, eventueel actueel of grammofoon
muziek. 13.25 Beursberichten. 13.-30 Licht
ensemble. 14.00 Stereofonische uitzending:
Sopraan en piano: moderne liederen. 14.30
De geschiedenis van een boek, literair pro
gramma. 15.10 Zang en piano: lichte
muziek. 15.35 Omroeporkest: klassieke mu
Voor de jeugd. 18.00 Nieuws. 18.15 Even
tueel actueel. 18.20 Uitzending van de
Volkspartij voor Vrijheid en Democratie:
luistert naar De Stem van de V.V.D.
18.30 Licht orkest. 19.00 Voor ed kleuters.
19.05 Sportparade. 19.30 Voor de jeugd.
20.00 Nieuws. 20.05 Radiophilharmonisch
orkest: klassieke muziek. 21.25 Een won
derlijk gesprek, hoorspel. 22.10 Licht in
strumentaal kwintet. 22.30 Nieuws en me
dedelingen. 22.40 Actualiteiten. 23.05 Nieu
we grammofoonplaten. 23.55-24.00 Nieuws.
HILVERSUM H. 298 m. 1007 kc.s. 7.00
KRO. 11.45 VPRO. 14.15-24.00 NCRV.
KRO: 7.00 Meditatie. 7.05 Klassieke
grammofoonmuziek. 7.30 .Nieuws. 7.40
Klassieke orkestwerken (gr.). 8.30 Nieuws
8.40 Voor de huisvrouw. 9.40 Schoolradio.
10.00 Klassieke grammofoonmuziek. 11.00
Voor de zieken. VPRO: 11.45 Januari, een
programma in de toonsoort van de louw
maand. 12.10 Leven op het land, gesprek.
12.27 Mededelingen t.b.v. land- en tuin
bouw. 12.30 Nieuws. 12.40 Deze Week.
13.00 Amusementsmuziek (opn.) 13.45 Voor
de vrouw. NCRV: 14.15 Lichte grammo
foonmuziek. 14.40 Evocatie van een stad:
Rotterdam in de ogen van de schrijvers
en dichters, (herhaling van 4 januari jl.).
15.10 Stereofonische uitzending Licht in
strumentaal kwintet. 15.30 Radiophilhar-
minisch sextet: Moderne muziek. 16.00
Bijbeloverdenking. 16.30 Licht vocaal en
semble en licht instrumentaal kwartet
(opn.). 17.00 Voor de jeugd. 17.30 Kinder
zang (gr.). 17.45 Lichte grammofoonmu
ziek. 17.55 Sportrubriek. 18.10 Meisjeskoor
en licht instrumentaal sextet. 18.30 So
ciaal perspectief, lezing. 18.40 Latijns-
Amerikaanse klanken (gr.). 19.00 Nieuws
en weerpraatje. 19.10 Radiokrant. 19.30
Geestelijke liederen. 19.45 Op de man af,
praatje. 19.50 Lichte grammofoonmuziek
20.10 Boeren en burgers in Buitenveen
hoorspel, (dl. 14). 20.40 Samen uit sa
men thuis, gevarieerd programma. 22.00
Rondom het kind: pedagogisch etherleer
gang. 22.30 Nieuws. 22.40 Avondoverden
king. 22.55 Boekbespreking. 23.00 Kerkor
gelconcert: oude muziek (opn.) 23.55
Klassieke grammofoonmuziek. 23.55-24.00
Nieuws.
BRUSSEL 324 m.
12.00 Nieuws. 12.03 Grammofoonmuziek
12.15 Lichte muziek. (12.25 Weerberichten
en mededelingen voor de schippers.) 12.50
Beursberichten en programmaoverzicht.
13.00 Nieuws en weerberichten. 13.20 Ka
mermuziek. 14.00 Nieuws. 14.03 Amuse
mentsmuziek. (Om 15.00 Nieuws.). 16.00
nieuws. 16.03 Beursberichten. 16.09 Fran
se les. 16.24 Liederen. 16.55 Grammofoon
muziek 17.00 Nieuws. 17.15 Grammofoon
muziek. 17.30 Zang en dans. 18.00 Nieuws.
18.03 Voor de soldaten. 18.28 Paarde-
sport berichten. 18.30 Moderne muziek
18.45 Sportkroniek. 18.52 Grammofoonmu
ziek. 19.00 Nieuws en radiokroniek. 19.40
Lichte muziek. 19.50 Politiek praatje. 20.00
Klassieke muziek. 22.00 Nieuws. 22.15
Jazzmuziek en poëzie. 22.45 De zeven
kunsten. 23.00 Nieuws. 23.05 Opera- en
Belcantoconcert. 23.55-24.00 Nieuws.
VOOR WOENSDAG
NEDERLAND I
NTS: 17.00 De Verrekijker, internatio
naal jeugdjournaal. KRO: 17.10-17.45 Voor
de kinderen. AVRO: 19.30 De Dick van
Dyke Show. NTS: 20.00 Journaal en weer-
overzicht. AVRO: 20.20 Sportpanorama
20.50 AVRO's Televizier. 21.05 De Verdedi
gers, TV-film. 21.55 Het Ziekenhuis, docu
mentaire over het moderne ziekenhuis-be
drijf. NTS: 22.25-22.30 Journaal.
NEDERLAND 2
NTS: 20.00 Nieuws in het kort. KRO
20.01 Theater '65. 20.20 Onze man in Pa
rijs. 20.45-22.10 Jacht op een schaduw
(Chase a crooked shadow), detectivefilm
(Beide keuringen: boven 14 jaar).
VOOR DONDERDAG
NEDERLAND I
VARA: 15.00-15.45 Voor de vrouw. 16.00
-16.15 Voor de kleuters. NTS: 19.00 Inter
nationaal Agrarisch nieuws. 19.30 Venus
poppenfilm. 19.40 Van Gewest tot Gewest,
regionaal journaal. 20.00 Journaal. VARA
20.20 Achter het nieuws. 20.45 Uit, T.V.-
spel. 21.10 Woorden zijn maar woorden
T.V.-spel. 22.20 Fiesta Gitana in El Pa
tio: Spaanse dans en zang. NTS: 20.40
22.45 Journaal.
NEDERLAND II
NTS: 20.00 Nieuws in 't kort. 20.01 De
Lucy Ball-show. NCRV: Muzikaal pro
gramma van Nederlandse en andere volks-
NCRV: 21.10 Alvorada, filmimpressie over
Brazilië. 21.50 Samenzang. 21.55-22.10 At
tentie.
Pinkelman, de dominee en een Vlaams*
meneer die langdurig uitweidde over een
prijsvraag voor televisiespelen, zetten geen
zoden aan de dijk. Slechts drie kantteke
ningen. In de eerste plaats viel het zeer
in „Attentie" te prijzen dat tussen Sin
gapore en een Italiaanse autostrada in,
aandacht werd besteed aan de overleden
dichter en Nobelprijswinnaar T. S. Eliot.
We kregen een korte karakteristiek van
zijn werk, en daarna las Henk Voges het
door Nijhoff vertaalde gedicht „De Reis
van de drie Koningen" voor. „Attentie"
bewees daarmee niet verstard te zitten in
de opvatting dat actualiteitenrubrieken
zich verre dienen te houden van actuali
teiten op kunst- en sportgebied. Verder
had Jan van Hillo in „Onder vier Ogen"
een boeiend gesprek met zuster Haayer
uit Rotterdam. Het derde opmerkelijke
feit op Nederland I was de zilveren pruik
die Caroline Kaart droeg in haar program
ma „Een Liedje met Caroline."
Op Nederland II waren eerst de gal
stenen in vertrouwde handen. Na de in
leidende voorbeschouwing van de arts G.
Soeters die ons de galstenen op een robot
demonstreerde, kregen we in close up de
operatieve verwijdering te zien. In „Film
venster" wees Jan Blokker op de herle
ving van de slap-stick bij de moderne re
gisseurs. Hij liet daar voorbeelden van
zien uit „Cleo" van Agnes Varda, „Zazie"
van Malle en „De Vrouwen" van Berg
man, met als directe aanleiding binnen
kort te verwachten stokoude filmpjes van
Chaplin toen deze nog nauwelijks zichzelf
was. In „Achter het Nieuws" tenslotte be
antwoordde Geert Lubberhuizen, direc
teur van De Bezige Bij, enkele vragen
over eventuele commerciële instincten van
De Bij", haar lust te shockeren, en de
verleiding om „echte" pornografie uit te
geven zoals de befaamde uitgeverij Olym-
pia in Parijs dat doet. Zoals men weet
is de discussie tussen Lubberhuizen en
Trouw-criticus Van Doorne over deze en
dergelijke vragen onlangs door de AVRO-
leiding naar de éeuwige jachtvelden ver
wezen. De VARA behielp zich nu met Lub
berhuizen alleen. Zijn antwoorden kwamen
alle overeen met de verwachtingen, geen
sensatie dus, geen reclamecampagne bij
open doek.
Het vraagstuk van de preventieve hech
tenis, en de wederopbloei van het Duitse
splinternazisme kregen allebei een heel
afdoende beurt, vooral dit laatste onder
werp, afkomstig uit Duitsland zelf, waar
bij we veel te danken hadden aan de on
verstoorbare interviewer. Tenslotte werd
Jacques Gans nog even ontmaskerd, die
er onlangs in De Telegraaf op gezinspeeld
heeft dat mevr. Stallinga-Vlietstra, echt
genote van de directeur van o.a. De Frie
se Koerier, hem kortelings voor „vuile
rotjood" had uitgescholden.Gans schijnt,
niet onlangs, maar op 3 juli 1963, in dron
kenschap in een restaurant beledigingen
te hebben toegeslingerd aan mevr. Stal-
linga, waarna deze het- een en ander had
terug gezegd, zonder daarbij Gans overi
gens „een vuile rotjood" te noemen. Wat
Gans zich de dag daarop van de woor
denwisseling herinnerde, was kennelijk
niet genoemde belediging, want hij stuur
de mevr. Stallinga als boetedoening 25
rode rozen-
Ad Interim
Sinds vier maanden springen twee man
nelijke en twee vrouwelijke wallaby'a.
middelgrote kangoeroes, rond op het land
goed van de heer Mulder ten Kate, di
recteur van de in Vaassen gevestigde
enige nog particuliere spaarbank in Ne
derland. Deze dierenvriend heeft langs de
Arnhemseweg in het tot de gemeente
Apeldoorn behorende Beekbergen 300 hec
taren bos laten afrasteren om de Austra
lische diersoort te beschermen tegen hon
den, stropers en reebokken.
Uit een kamer op de bovenverdieping
van zijn landhuis kunnen de heer Mulder
ten Kate, zijn familie en zijn gasten ge
nieten van een op het Europese vaste
land zeer ongebruikelijk schouwspel: kan
goeroes die in de vrije natuur rondlopen.
De dieren, opgegroeid in de dierentuin
van Londen en gewend aan het koude
regenachtige klimaat van Noord-Europa,
voeden zich met gras en schors, zoals
ze dat ook in de woestijnen van Austra-
lië's warme noorden, waar ze thuishoren,
plegen te doen.
De kou levert voor de op een merkwaar
dige manier spring-lopende, wanneer ze op
hun achterpoten staan ongeveer een me
ter grote dieren kennelijk geen problemen
op. De heer Mulder ten Kate heeft daar
een verklaring voor: de dikke vacht, di*
hen in hun vaderland beschermt tegen d«
hitte, maakt voor hen de Nederlandse win
ter draaglijk. Zelfs van de sneeuw hebben
zij geen last, omdat ze een dikke eeltlaag
onder de voeten hebben.
Voorzover bekend is Beekbergen d®
enige plaats in Nederland, waar deze die
ren in de vrije natuur rondlopen. Enkel»
tientallen jaren geleden waren er ook op
de Hoge Veluwe. maar de kangoeroes wer
den toen het slachtoffer van reebokken,
stropers of van hun eigen domheid. Een
kangoeroe kwam destijds in een kippen
hok terecht en moest door de boer worden
gedood. Zulke dingen kunnen nu niet ge
beuren omdat er zes hectaren voor de vier
zijn afgerasterd.
De dichter T. S. Eliot zal zijn laatst*
rustplaats krijgen in het dorpje East Co
ker in Somerset. Het eerste van zijn
„Four Quartets" heet East Coker.
George Mullard, de dominee van de St.
Michael's kerk, heeft meegedeeld dat de
in de Verenigde Staten geboren dichter
gecremeerd wenste te worden en wilde
dat zijn as in de kerk van East Coker
zou worden bijgezet. Vrienden van de
overleden dichter in Londen hebben be
vestigd dat zijn wensen zullen worden ver
vuld. Eliot stierf maandag in zijn huis in
Londen. Hij werd 76 jaar East Coker is
het dorp van waaruit de voorvaderen van
Eliot in de zeventiende eeuw naar Ame
rika emigreerden.