B. van Beek hield zich een
halve eeuw bij zijn leest
IJmuidenaar bouwde na oorlog
in Driehuis nieuw bestaan op
RAIFFEISENBANK
IJMUIDEN
Veel groenten en vlotte
afzet in Beverwijk
Havenberichten
Twaalf keer brand
gesticht in Apeldoorn
Velsen zou meer
plaatsen wensen
op bestuursschool
Dubbel jubileum van r.-k. lagere
scholen in IJmuiden-Oost
Laat excuus
wat kan de raiffeisenbank nog meer voor u doen?
spaarbank met volledige bankservice
Kennemerlaan 57
Het levenswerk van 80-jarige Jos de Klerk
ZATERDAG 9 JANUARI 1965
5
Echte „Heier"
Gespijkerd of gepind
Kalmpjes aan doen
Ton Neelissen
Het gezegde „Schoenmaker houd je
bij je leest" is in de meest letterlijke be
tekenis van toepassing op de heer B.
van Beek, de Genestetlaan 47 in Drie
huis want op 15 januari viert hij zijn
fouden jubileum als schoenmaker. Een
alve eeuw lang oefent hij nu het am
bacht uit dat hij als twaalfjarige jongen
koos toen hij de lagere school verliet om
bij schoenmaker Wout Sterk, die des
tijds een zaak aan de Zeeweg in Velser-
oord had, in de leer te gaan. Met het
ophalen en wegbrengen van de gemaak
te schoenen verdiende Bruno van Beek
het kapitale loon van 40 cent per week.
De 62-jarige heer Van Beek is nog een
■choenmaker van de oude stempel. In zijn
ouderwetse, een beetje rommelige werk
plaats achter de huiskamer zal men ver
geefs naar moderne machines zoeken. De
uitpoetsmachine, de stikmachine en de
wals- en schalmmachine zijn nog dezelf
de van 38 jaar geleden toen hij als zelf
standig schoenmaker begon. Degelijk vak
manschap vindt de heer Van Beek nog
altijd de beste aanbeveling die een hand
werksman zich maar kan wensen.
„Ik ben een geboren Velseroorder, een
echte Heier zogezegd," zegt de heer Van
Beek. „Vroeger had je waar nu IJmuiden-
Oost ligt de heide. Mijn ouders woonden
op de Zeeweg. Ons huis stond ongeveer
tegenover de Willemsbeekweg. In het
laatste jaar van de oorlog is het met nog
meer huizen gesloopt. Ja, het schoenma
kersvak heb ik van de grond af geleerd.
Als leerling begon je met schoenen poet
sen en pikdraad maken. Op 15 januari 1915
werd ik bij Wout Ssterk aangenomen. On
geveer viereneenhalf jaar ben ik daar ge
weest. Toen wilde ik wat meer van de
wereld zien. Toevallig hoorde ik dat ze in
Venhuizen onder Enkhuizen een knecht
nodig hadden. Dat was bij Schuitemaker.
Daar ben ik anderhalf jaar gebleven In
Schagen heb ik ook nog een half jaar ge
werkt. Daarna ben ik naar IJmuiden te
rug gekomen. Gerrit Swier, de knecht van
Wout Sterk, ging weg en toen ben ik in
zijn plaats gekomen. Na vijf jaar ben ik
voor m'n eigen begonnen. Ik was toen 24
jaar. Ik kon de zaak overnemen van Ger
rit Bleeker, die op de Zeeweg nummer 63
zat. Dat was een schoenwinkel met
schoenmakerij. Bijna negentien jaar heb
ik daar de zaak gehad. Eind januari 1945
moesten we evacueren. Na de oorlog
ben ik hier in Driehuis opnieuw begonnen.
Maar ik heb nog steeds heel wat klanten
in IJmuiden zitten. Sommigen zijn al 38
jaar klant bij me."
De heer Van Beek meent dat er op het
gebied van schoenen in vergelijking met
vroeger wel het een en ander is veran
derd. Een jaar of dertig, veertig terug
waren de zolen van de meeste schoenen
of gespijkerd of gepind. „Tegenwoordig is
het allemaal gelijmd," zegt hij. „Dat be
tekent nog niet dat de schoenen van tegen
woordig van mindere kwaliteit zijn. Inte
gendeel, de schoenen van vandaag de dag
zijn veel soepeler, lopen gemakkelijker en
zijn toch niet minder sterk dan een halve
eeuw geleden. De mensen deden vroeger
veel langer met een paar schoenen dan
tegenwoordig. Ze sleten ook meer. Nu zit
bijna iedereen op een fiets, een bromfiets
of een auto en hebben de schoenen dus
ook heel wat minder te lijden. Toch schaf
fen de mensen eerder een paar nieuwe
schoenen aan dan vroeger."
Wijzend naar een grote stapel schoenen
die op reparatie ligt te wachten zegt de
heer Van Beek: „Werk genoeg aan de
winkel. Ik ga het wat kalmpjes aan doen.
Drie of vier dagen in de week werken vind
ik welletjes."
Zijn vrouw Marie van Assema, een
geboren Beverwijkse is het daar vol
komen mee eens. Na een halve eeuw,
waarin ontelbare schoenen door zijn han
den weer goed voor de dag konden komen,
heeft schoenmaker Bruno van Beeke en
wat rustiger leven zeker wel verdiend.
De schoenhandel en schoenmakers
werkplaats van Wout Sterk aan de
Zeeweg in IJmuiden-Oost omstreeks
1914. Het pand is in de laatste oorlog
gesloopt. De tweede figuur van links
voor de winkel was de jonge schoen
makersleerling Van Beek.
Grote aanvoeren en over het algemeen
een vlotte afzet van alle produkten aan de
Bev erwjjkse veiling kenmerkten de eerste
week van het jaar. De prijzen waren min
der goed voor de aanvoerders.
De eerste kwaliteit van vele produkten
ging zeer vlot weg en zo zag men de glas-
andijvie ruim een gulden per kilo opbren
gen, met in het begin van de week nog tot
1,38 per kilo; vrijdag was de hoogste
prijs 1,05. Waspeen kwam tot 50 cent per
kilo; de aanvoer was matig. Prei ging vlot
weg, vooral de eerste soort die voor export
bestemd was en die het tot 46 cent per
kilo bracht.
De selderij knollen waren niet duur; er
was geen grote aanvoer van maar de prij
zen kwamen niet boven de 30 cent per
stuk. Ook de spruiten liepen terug en kwa
men van 1,58 in het begin der week tot
1,05 als hoogste vrijdagnotering.
Witlof zat nog steeds in de hoek waar
de klappen vielen, want hoewel er nog een
paar koopjes tot 40 cent per kilo kwamen,
haalde men vrijdag deze prijs niet meer.
Het is in het laatst van de week geen
dag voor boerenkool: de prijzen stegen niet
boven de 19 cent per kilo. Rode- en groene-
kool noteerden rond de 20 cent per kilo;
de aanvoer was bescheiden. Voor uien werd
20 en 31 cent per kilo gegeven.
Breekpeen ging vrij vlot weg, maar dan
moest er niets aan mankeren; er werd dan
tot 18 cent per kilo voor betaald.
Er kwamen weer enige partijtjes glas
sla, die 6 tot 9 cent per stuk deden.
De noteringen waren: andijvie 65-105,
waspeen 22-50, prei 15-46, selderijknollen
10-23, spruiten 33-105, witlof 20-38, boe
renkool 8-18, rodekool 9-19, groenekool 12-
23, uien 21-32, breekpeen 7-18, sla 6-9.
Schoenmaker B. van Beek en zijn
leest zijn vijftig jaar onafscheidelijk.
„De mensen lopen hoe langer hoe
minder en toch kopen ze tegenwoor
dig gauwer een nieuw paar schoenen
dan vroeger", zegt hij.
VriJdaK kwamen in IJmuiden aan: Aaltje van
Londen; Philetas, Rotterdam; Diogenes, Bremen,
Juno, Londen; Jacob Teekman, Rotterdam; Hon-
testroom. Londen; Spes Major, Swansea; Drie
Gebroeders, Swansea; Waverstroom. Londen;
Atlas, La Palice; Ailsa, Hamburg; Frejo, Swan-
aea; Kaete Grammerstorf, Pasajes; Mosel, Hoge-
naes; Valiant, Hull, IJmuiden; Minou, Bordeaux,
Minerva, Las Palmas.
Vrijdag vertrokken uit IJmuiden: Anglobel
voor Silloth; Gabrielle, Lidkoping; Virgilia, Bil
bao, IJmuiden; Spes, Swinouiscjie, IJmuiden;
Hawkwood, Immingham; Swift, Harlingen; Mare
Llberum, Dagenham; Lingestroom, Bristol;
IJstroom, Liverpool; Imme Oldendorff, IJmui
den; Neerlandia, Gothenburg; Maraton, Ham
burg; Nette, Faror; Tannstein, Bremen; Long-
wy, Port Etienne; Mangen, Karlstad; Amyntas,
Vigo; Willemijn, Waterford; Santo Thome, Ma-
facaibo: Nacense, Waterford; Gouweborg, IJstad
IJmuiden.
Zaterdag kwamen in IJmuiden aan: Linden-
singel van Rotterdam; Zeeburg, Delfzijl; Res
Nova, Lewestoft, IJmuiden; Mithras, Antwerpen.
Zaterdag vertrokken uit IJmuiden: Gruno naar
Londen; Jacop Teekman, Stromnaes; Tim-S.
Scarborough, IJmuiden; Sagatind, Rotterdam;
Lienerhorn, Norrkoping.
(Indien achter de scheepsnaam ,en de haven
van herkomst of bestemming geen nadere aan
duiding volgt, betekent dit, dat het schip van
•t naar Amsterdam is gegaan).
Door de arrestatie van een 34-jarige
Apeldoorner weet de Apeldoornse politie
na hoe de talrijke branden, die sinds 1961
in Apeldoorn hebben gewoed en waarvoor
tot nn toe geen oorzaak was gevonden,
zjjn ontstaan. De politie betrapte de man
bj) een filiaal van een levensmiddelenbe-
drijf waar hij een hoeveelheid zeer brand
baar materiaal bijeen gesleept had. Toen
hij er de brand in wilde steken werd hij
gepakt. Hij bekende twaalf keer brand te
hebben gesticht.
Het was de politie allang opgevallen dat
de branden altijd tussen 1 en 2 uur
's nachts meestal ontstonden in emballage-
opslagplaatsen van grote winkelbedrijven.
Op verscheidene punten in de stad hielden
rechercheurs daarom de hele nacht de
wacht bij dergelijke zaken. Zij hadden o.a.
post gevat bij een winkel aan de Taling-
weg. Kort na middernacht verscheen daar
een man met allerlei brandbaar materiaal.
Op het moment dat hij er een lucifer bij
hield, kwamen de rechercheurs tevoor
schijn en arresteerden hem.
De man verklaarde bij zijn verhoor dat
hij grote rancune had tegen de groot
winkelbedrijven, die hem zware concur
rentie aandeden.
Wanneer in september aanstaande de
bestuursschool voor de provincie Noord-
Holland te Haarlem het tweede jaar van
haar bestaan begint, dan zal dit hopelijk
zijn met meer gemeenteambtenaren uit
Velsen dan de twee die er thans de lessen
volgen.
Vorig jaar werd met ongeveer negentig
leerlingen gestart, hetgeen ver boven de
verwachting was: men had namelijk ge
rekend op zestig. De gemiddelde leeftijd
ligt tussen de 20 en 21; er zijn echter ook
ouderen op. De studie duurt vier jaar en
met vier klassen zal de totale bezetting
om en nabij de 360 man zijn. Een leef
tijdsgrens wordt niet gesteld.
Uit Velsen zitten thans twee jonge
ambtenaren in de eerste klas. Drie jonge
gemeenteambtenaren in Velsen zijn al ver
der en zij blijven uiteraard de particulie
re opleiding, die zij al veel eerder begon
nen, volgen.
Na vier jaar krijgen de geslaagden het
diploma „gemeenteadministratie I". Het
streven is om een opleiding te geven die
verder gaat dan de voor genoemd diplo
ma vereiste kennis. Het is de bedoeling
om de kandidaten naast juridische kennis
meer begrip van de maatschappelijke
verhoudingen bij te brengen.
Begon het eerste jaar met gemeenteamb
tenaren, die reeds enige tijd in dienst van
een gemeente in Noord-Holland waren, in
de toekomst wil men bij het in dienst tre
den van personeel al meteen de toezegging
doen, dat zo spoedig mogelijk de bestuurs
school zal kunnen worden bezocht. Dit zal
naar men verwacht, het aantrekken van
nieuw jong personeel vergemakkelijken.
De minimum opleiding die vereist wordt
is ulo.
De jongelui die de school straks met
succes zullen hebben bezocht, zullen niet
allen in de gemeente blijven werken waar
bij zij hun ambtelijke loopbaan begon
nen; zij zullen uiteindelijk een gemeente
kiezen, waar zij de beste promotiekansen
tiebben.
Advertentie
de raiffeisenbank
in ijmuiden is één van de meer dan 1000 banken, die aangesloten zijn bij de
coöperatieve centrale raiffeisen-bank te utrecht, deze landelijke organisatie
telt ruim 1.750.000 spaarders met een totaal van ruim 4 miljard aan
ingelegde spaargelden.
open een rekening bij de raiffeisenbank. voor de uitbetaling van uw
salaris en kinderbijslag, uw pensioen en a.o.w.-uitkering. spaar automatisch
door periodiek een bedrag op uw spaarrekening over te laten schrijven.
over het saldo op uw bankrekening kunt u te allen tijde beschikken,
laat uw periodieke betalingen automatisch door de bank overschrijven,
voor uw overige betalingen is een opdracht aan de bank voldoende,
(de formulieren worden gratis verstrekt), dagafschriften houden u voort
durend op de hoogte met de stand van uw rekening, de raiffeisenbank
is er ook
voor U
i
u kunt er elke dag maar ook één dag in de week 's avonds terecht, kiest
u de spaarvorm „direct opvraagbaar" of spaart u op termijn voor een
veraf gelegen doel de rente bij de raiffeisenbank is in beide
gevallen goed, in het laatste geval zelfs beter, de percentages variëren
van 31/«—4'/j
u adviseren in alle kleine en grote financiële aangelegenheden,
uw verzekeringen verzorgen en verheldering brengen in uw assurantie
vraagstukken. reisdeviezen verstrekken voor uw buitenlandse reizen, en uw
bezittingen van waarde, die u liever niet in huis hebt? daarvoor maakt y
tegen zeer geringe kosten gebruik van de nachtkluis en/of safeloketten,
de raiffeisenbank bemiddelt ook in effectenzaken.
Dit jaar is voor de r.k. lagere scholen
in IJmuiden-oost een zeer belangrijk jaar.
Met ingang van het nieuwe jaar is de
heer J. Kimman hoofd van de St. Fran-
ciscusschool 1. Mejuffrouw A. Thijssen
heeft van de grote vakantie af de zaken
waargenomen.
De kerstvakantie is benut om door tim
mer- en schilderwerk het interieur van
de scholen verder te moderniseren in het
kader van een vijf-jaren-plan.
Op 1 februari wordt het 50-jarig bestaan
van de St. Franciscusschool 2 (de voor
malige Antoniusschool) en het 40-jarig be
staan van de St. Franciscusschool I ge
vierd. En tenslotte is er het verheugende
feit, dat na vele jaren van behelpen thans
de verbouwing en modernisering van de
gymnastiekzaal hun beslag zullen kunnen
krijgen. Deze ingrijpende verbouwing en
modernisering, die van de oude zaal een
vrijwel geheel nieuw gebouw zullen ma
ken, zijn inmiddels opgedragen aan aanne
mingsbedrijf H. J. van Kaam.
Ook organisatorisch staat er het een en
ander te gebeuren. Pater rector Theofri-
dus zal per 1 februari zijn functie als
voorzitter van het schoolbestuur neerleggen
De rector blijft wel bestuurslids/modera-
tor. Het voorzitterschap komt in handen
van een leek. Hiervoor is bereid gevon
den de huidige secretaris, de heer N. G.
Terra. Daarnaast is het voornemen om
het bestuur met een zesde lid uit te brei
den. Het secretariaat wordt overgenomen
door de heer G. P. Mathijssen. Het be
stuur zoekt ook naar wegen om de in
spraak van de ouders in zaken, die het
onderwijs direct raken, meer tot zijn
recht te doen komen.
Uiteraard zal de viering van het dub
bel jubileum, hoewel niet officieel samen
vallend, niet onopgemerkt blijven. Het be
stuur heeft daarvoor de keuze laten val
len op de eerste jubileumdatum. Het pro
gramma daarvoor zal nog worden bekend
gemaakt.
De Nederlandse ambassadeur in
Manila, dr. J. van der Zwaai, zal de
regering in Den Haag verzoeken het
Philippijnse volk alsnog haar verónt-
digingen aan te bieden voor wangedrag
van Nederlanders in de Philippijnen
meer dan honderd jaar geleden. Volgens
het Philippijnse persbureau P.N.S. had
ambassadeur Van der Zwaai onlangs op
een reis door de provincie Albay ten
zuidoosten van Manila een inscriptie
op een kerk gezien, waarin werd gezegd
dat Nederlandse zeerovers dat kerkge
bouw in het begin van de negentiende
eeuw hadden geplunderd. De ambassa
deur had beloofd dat hij de Nederlandse
regering zou verzoeken alsnog haar
verontschuldigingen aan te bieden zo
wel aan het gehele volk van de Philip
pijnen als aan de plaatselijke bevolking.
Haarlems muziekleven
in de loop der tijden
Jos de Klerk, gisteren tachtig jaar, kreeg gistermiddag in het Frans Hals
museum zijn levenswerk in handen gelegd, „Haarlems Muziekleven in de Loop
der Tijden". Het boek, bijzonder fraai verzorgd uitgegeven door Tjeenk Willink
te Haarlem, en in vormgeving aansluitend op de uitgaven „Het Stadhuis van
Haarlem" en „Nederlandse Orgelpracht", bevat 365 pagina's en is rijk ge-
illustreerd. De bandomslag is aan de voorzijde gesierd met een gravure van
Jan Punt uit„Zinspelende Liefdens-Gezangen" (1741) en stelt de Parnassus voor
met als achtergrond de Haarlemse Bavo. De achterzijde van de bandomslag
toont het titelblad van Samuel Ampzings „Lof van Haerlem" (1621). Het boek,
geschreven in opdracht van de gemeente Haarlem, is als uitgave mogelijk ge
worden door garanties van de gemeente en Haarlems Dagblad-Oprechte Haar-
lemsche Courant. Niet alleen Krijgt Jos de Klerk zijn levenswerk
aangeboden, ook Haarlem en zijn bur gers mogen zich verrijkt voelen door dit
boek dat niet alleen de eerste zo volledig mogelijke beschrijving is van het
onderwerp, maar ook een liefde en hartstocht voor het Haarlemse culturele
leven verraadt, die verkwikkend zijn. Jos de Klerk heeft zijn boek opgedragen
aan „De Haarlemmers van Nu en Straks".
JOS DE KLERK schrijft in zijn voor
woord: „Ik verwacht niet dat dit boek
door ieder die het ter hand neemt in
één adem, bij wijze van spreken van
a tot z zal worden uitgelezen. De bonte
verscheidenheid van aspecten die een
muziekleven van eeuwen toont kan nu
eenmaal bezwaarlijk in totaal ieders be
langstelling wekken. Ik kan wat dit be
treft verwijzen naar het woord van de
Haarlemse geschiedschrijver G. W. van
Oosten de Bruyn: „De waardigheid der
dingen hangt af van het belang, dat men
erin stelt". Toch hoop ik, dat mijn
werk niet alleen als documentatie zijn
nut zal hebben, maar ook dat het de
belangstelling van velen zal verwijden.
Een historieboek is in zekere zin een
erebegraafplaats van het verleden: een
kerkhof waarop, naar de raad van Ches
terton, het heden zijn fruitbomen dient
te planten. Het is dus geen eindpunt,
want Verleden, Heden en Toekomst zijn
tenslotte een niet te scheiden brok van
de Eeuwigheid". Daarmee heeft Jos de
Klerk zelf de twee grootste verdiensten
van dit boek geschetst: de rijke docu
mentatie èn de schakelfunctie die het
boek zal blijken te hebben voor ieder
die het heden wil beleven als voortge
komen uit het verleden. Dit boek is
Haarlems levende cultuur; het is ge
schreven door een man die zijn ma
teriaal niet heeft willen zien als een
afgesloten stuk geschiedenis, maar als
levende bron van wat dagelijks in de
stad omgaat.
WEINIGEN ZULLEN DAT, wat dage
lijks in onze stad op muziekgebied om
gaat, zo goed kennen als Jos de Klerk,
die nog steeds regelmatig voor onze bla
den van zijn bevindingen kond doet. Hij
is een man van het heden, met een on-
uitblusbare liefde voor het verleden. Die
twee-poligheid is in dit werk terug te vin
den. Het boek is namelijk niet een chro
nologische opeenstapeling van de feiten,
die De Klerk heeft gezocht en gevonden;
hij heeft als het ware uit het heden terug
gedacht, zo ver hij maar kon. Hij heeft
zijn materie niet op geschiedkundige
gronden verdeeld; de praktijk van zijn
speurtochten heeft met zich meegebracht
dat telkens een ander aspect van het
Haarlemse muziekleven tot de bodem
wordt gepeild. Wij schreven dan ook al
eerder: „De hoofdstukken zijn even zo
vele dieptepeilingen en die telkens terug
kerende verbinding van toen met nu
maakt deze geschiedenis levens en fris".
Het is dus een vertikale aanpak, tel
kens duikt de lezer met De Klerk terug
in het verleden om, door zijn soepele en
ritmische verteltrant geleid, weer in het
heden te belanden met een veelheid aan
nieuwe feiten en ervaringen. Het boek
doet mee-beleven, het is warm en direct-
betrokken geschreven. Aan niets in de
stijl is merkbaar dat de auteur, die vijf
jaar aan dit werk heeft gearbeid, een
tachtigjarige is.
DE KLERK heeft zijn stof verdeeld in
4» hoofdstukken, waarvan enkele com
plete monografieën zijn, zoals die over
Padbrué en Joan Albert Ban. De gewe
tensvolle wijze waarop hij door de mist
der middeleeuwen heeft trachten te zien,
is kenmerkend voor de nauwgezette his
toricus die De Klerk is. Zijn grootste
vondst is dat een Haarlemse zanger, Jan
Willemsz. Lossy, Sweelincks leermeester
geweest is. Wij herinneren ons nog, hoe
Jos de Klerk de redactie van onze bla
den binnensnelde, toen hij Lossy had ont
dekt in het boek der getijdenmeesters van
de Bavo. Het was zijn triomf. Weinigen
zullen bevroeden hoeveel werk achter
zo'n vondst schuilgaat. Als wij, bij le
zing van het boek, een klein feitje bijna
achteloos vermeld vinden, herinneren wij
ons dat De Klerk voor dat ene feitje
bibliotheken in Dordrecht, Leiden en
Utrecht is gaan bezoeken. Jos de Klerk
heeft met zijn muziekgeschiedenis het
werk gedaan van een team deskundigen.
Hij heeft het speurwerk gedaan en de
beschrijving verzorgd. Een jonge kerel
zou de opdracht niet hebben durven aan
vaarden; De Klerk accepteerde haar op
76-jarige leeftijd. Wie het oog laat gaan
over het register, waarin alle Haarlemse
families voorkomen die rechtstreeks en
zijdelings ooit met het stedelijk muziek
leven te maken hebben gehad, moet enig
besef krijgen van het werk dat hier is
verzet. Het register bevat bijna 600 na
men, een rijke informatiebron voor musi
cologen.
Dat Jos de Klerk zijn arbeid niet heeft
opgevat in strikt historisch-beschrijvende
zin, maar wel vooral als levende geschie
denis, moge blijken uit het feit dat zelfs
feiten die eind 1964 plaats hadden nog ge
memoreerd worden. Bijvoorbeeld het boek
„Noten Lezen" van Sas Bunge wordt nog
vermeld. Jos de Klerk besluit zijn boek
met de woorden: „De neiging om uit de
aangevoerde gegevens gevolgtrekkingen te
maken heb ik onderdrukt. Mijn werk heeft
geen andere doelstelling dan de feiten
zelf te laten spreken". Maar de wijze
waarop hij die feiten laat spreken geeft
ten aanzien van de auteur toch de ge
volgtrekking in de pen, dat historisch be
sef, artistiek geweten en betrokkenheid op
het eigentijdse muziekleven van Haarlem
bepalend zijn geweest voor de liefdevolle
toewijding en gloed waarmee „de feiten"
uit hun vergetelheid zijn gehaald.