SHIRLEY
F
Bloezende lijfjes
en wapperende
rokken bij Esterel
rm
PANDA EN DE MEESTER-BALLONNIST
West-Duitsland in trek
bij Europese toeristen
"Rechter Tie
door Charlotte Brontë
Parijse zomermode is aan de zwier
Doorzichtige
camisooltjes
bij Feraud
;!l
Ons vervolgverhaal
door dr. Robert van Gulik
DINSDAG 26 JANUARI 1965
_an_
rsio
Aardige grappen
fp
Voor de-lieve jeugd
117)
„Zou u niet even goed op een saaie
wijze kunnen sterven als voor eeuwig
in die pastorie opgesloten te zijn
als ik er langs kom doet het mij aan
een graf met ramen denken. Ik zie
nooit iets bewegen bij de deur; ik
heb nooit een geluid gehoord van ach
ter de muren; ik geloof dat er nooit
rook uit de schoorstenen komt. Wat
doet u daar?"
„Ik naai, ik lees, ik doe mijn huis
werk."
„Bent u gelukkig?"
„Zou ik gelukkiger zijn als ik alleen
rondzwierf in vreemde landen, zoals
jij het zou willen?"
„Veel gelukkiger, zelfs al deed u
niets dan zwerven. U moet er wel aan
denken dat ik een bepaald doel zal
hebben; maar indien u verder en ver
der ging als een betoverde prinses in
een sprookje zou u gelukkiger zijn
dan nu. Op de zwerftocht van één dag
zou u allerlei heuvels, bossen en ri
viertjes voorbijkomen die er voortdu
rend anders uitzien al naar mate de
zon schijnt of de lucht betrokken is.
In de pastorie van Briarfield veran
dert niets; de kalk van de plafonds,
het behang op de muren, de gordij
nen, de tapijten, de stoelen zijn altijd
dezelfde."
„Is verandering noodzakelijk voor
geluk?"
„J a".
„Zijn het synoniemen?"
„Dat weet ik niet; maar ik heb
een gevoel alsof eentonigheid en dood
bijna hetzelfde zijn".
Hier viel Jessy in.
„Is ze niet krankzinnig?" vroeg zij.
„Maar Rose," ging Caroline door,
„ik vrees dat het leven van een zwer
ver, voor mij tenminste, eindigen zou
zoals dat verhaal dat je aan het le
zen bent met teleursteling, nutte
loosheid en geestelijke ergernis".
„Loopt De Italiaan zo af?"
„Dat dacht ik toen ik het las".
„Toch beter om alles te proberen
en te zien dat het niets waard is,
dan niets te proberen en een lang
leven te hebben. Wanneer je dat doet
bega je de zonde van hem, die niet
met zijn talent woekerde de ver
achtelijke luiaard!"
„Neen" merkte mevrouw Yorke op,
„de ware bevrediging kan men slechts
verkrijgen door zijn plicht te doen".
„Juist, moeder! En als mijn Mees
ter mij tien talenten heeft gegeven,
is het mijn plicht om er mee te han
delen en ze te verdubbelen. De geld
stukken moeten niet in het stof van
huishoudladen begraven worden. Ik
wil ze niet in een theepot met een
gebroken tuit stoppen en ze niet in
een porseleinkast tussen het theeser
vies opbergen. Ik wil ze niet aan uw
naaitafel toevertrouwen om onder sta
pels wollen kousen verstikt te wor
den. Ik wil ze niet opsluiten in de lin
nenkast om lijkwaden te vinden tus
sen de lakens; en vooral niet, moe
der" (zij stond op van de vloer)
„ik wil ze vooral niet in een bak kou
de aardappelen verstoppen, om met
brood, boter, pasteideeg en ham op
de planken van de provisiekast gezet
te worden".
Zij hield op, en ging toen door:
„Moeder, de Heer die aan ieder van
ons talenten heeft gegeven, zal op
een dag bij ons komen en zal reken
schap van alles vragen. De theepot,
de oude maasbal, de linnen lap, de
terrien met het wilgenmotief, zullen
in vele huizen hun vruchtbare inhoud
opleveren; laat uw dochter althans
haar geld aan de wisselaars geven
zodat zij in staat zijn bij de komst
van de Meester hem met woekerren
te terug te betalen".
„Rose, heb je je merklap meege
bracht, zoals ik je gezegd heb?"
„Ja, moeder".
„Ga dan zitten en maak een rijtje
merksteken".
Rose ging meteen zitten en deed
wat haar opgedragen was. Nadat zij
tien minuten ijverig bezig was ge
weest, vroeg haar moeder:
„Vind je nu dat je onderdrukt bent
een slachtoffer?"
„Nee, moeder".
„Maar voorzover ik je tirade be
grepen heb, was het een protest tegen
alle vrouwelijke en huishoudelijke be
zigheden".
„U hebt het verkeerd begrepen,
moeder. Ik zou het jammer vinden
wanneer ik niet leerde naaien; u hebt
gelijk dat u het mij leert en dat u
mij aan het werk zet".
„Zelfs 't stoppen van kousen van
je broers en 't zomen van lakens?"
„Ja".
„Wat heeft het dan voor zin om er
over uit te varen en redevoeringen
te houden?"
„Moet ik niets anders doen dan dat?
Ik wil dat wel doen, en dan wil ik
nog meer. Zo moeder, nu heb ik ge
zegd wat ik op mijn hart heb. Ik
ben nu twaalf jaar en, voordat ik zes
tien ben, zal ik niet meer over talen
ten spreken; ik verbind mij om vier
jaar lang een ijverig leerling te zijn
voor alles wat u mij wilt en kunt
aanbrengen".
„U ziet hoe mijn dochters zijn,
juffrouw Helstone" merkte mevrouw
Yorke op „hoe vroeg wijs zij zijn
in haar verbeelding. „Ik zou graag
dit willen, ik geef daar de voorkeur
aan"; dat is het koekoekslied van
Jessy, terwijl Rose vrijmoedig uit
roept: „Ik wil en wil niet!"
„Ik beredeneer het toch, moeder;
bovendien, als mijn kreet vrijmoedig
is, dan wordt hij toch maar eens per
jaar gehoord. Ongeveer op mijn ver
jaardag krijg ik lust te orakelen over
mijn eigen opleiding en de regeling
van mijn leven; ik zeg het en daar
mee uit; u, moeder, kunt er naar
luisteren of niet".
„Ik zou alle jonge dames de raad
geven" ging mevrouw Yorke verder,
„de karakters van de kinderen met
wie zij toevallig in aanraking komen
voordat zij trouwen, en zelf kinderen
hebben, te bestuderen; er goed over
na te denken hoe de verantwoorde
lijkheid voor het leiden van de zor
geloze, de moeite van het overtuigen
van de koppige, de voortdurende last
en taak om de beste kinderen op te
voeden, haar bevallen zou".
„Maar met liefde behoeft het toch
niet zo erg moeilijk te zijn" viel Ca
roline in. „Moeders houden toch heel
veel van haar kinderen haast meer
dan zij van zichzelf houden".
„Mooie praatjes! Zeer sentimen
teel! Het ruwe, praktische deel van
het leven staat u nog te wachten,
jongejuffrouw!"
„Maar mevrouw Yorke, als ik een
kleine baby in mijn armen neem
een zuigeling van zo maar een arme
vrouw voel ik dat ik dat kleine
ding op een heel bijzondere manier
lief heb, al ben ik zijn moeder niet.
Ik zou er bijna alles voor willen doen
als het geheel aan mijn zorgen toe
vertrouwd werd als het volkomen
afhankelijk van mij was".
„U voelt! Ja! Ja! Dat zal heus wel.
U yvordt nu voornamelijk door uw ge
voelens geleid en u vindt uzelf onge
twijfeld een heel gevoelige, fijnbe
snaarde persoon. Beseft u wel, dat u
er met al die romantische ideeën in
geslaagd bent uw gelaatstrekken
meestal een gemaakt treurige uitdruk
king te geven, die beter bij de heldin
uit een roman past dan bij een vrouw
die haar weg in het werkelijke leven
door middel van gezond verstand
moet vinden?"
„Neen; daar ben ik mij helemaal
niet van bewust, mevrouw Yorke".
„Kijkt u maar eens in de spiegel
vlak achter u. Vergelijk het gezicht,
dat u daar ziet, met dat van de eer
ste de beste hard werkende melk
meid, die vroeg opstaat".
„Mijn gezicht is bleek, maar het
is niet sentimenteel en de meeste
melkmeisjes zijn dommer en in de
praktijk minder geschikt om haar
weg te vinden in de wereld dan ik, al
zijn ze nog zo blozend en stevig. Ik
denk meer en nauwkeuriger dan
melkmeisjes over het algemeen den
ken; daarom zou ik door na te den
ken verstandiger handelen in de ge
vallen, waarin zij bij gebrek aan na
denken dikwijls geen besluit kunnen
nemen".
„O neen! u zou door uw gevoel be
ïnvloed worden. U zou gehoor geven
aan een opwelling."
„Natuurlijk zou ik vaak door mijn
gevoel beïnvloed worden: daartoe is
het mij gegeven. Wanneer mijn ge
voel mij zegt dat ik van iemand hou
den moet, dan zal ik van hem of
haar houden; en ik hoop «dat, als ik
ooit een man en kinderen heb, mijn
gevoel mij ertoe zal brengen van hen
te houden. In dat geval hoop ik, dat
al mijn opwellingen sterk genoeg zul
len zijn om mij tot liefde te dwingen."
(Wordt vervolgd
V%^VWWWWWWVWWWWWWWWWWWWWWWVWWWW«MA#WVWWWVWWVWWWWI#WVlIAIVWir
(Van onze moderedactrice)
PARIJS. Onder het blauwe zonne
scherm van het huis Esterel aan Fau
bourg St. Honoré stonden maandag
ochtend de modejournalisten weer in
de rij om bij de eerste show van het
lenteseizoen te zijn. Spitsafbijter
Jacques Esterel kwam met een mon
stercollectie van maar liefst 209 mo
dellen voor de dag. Dat was teveel van
het goede. Voor het einde van de show
waren er dan ook tal van lege stoeltjes
in zijn salon. Maar Esterel is geen
meester in de beperking. Dan zou hij
ook wijzer zijn. Aan datzelfde gebrek
gaat ook zijn jongste collectie mank.
Jean Patou ontwierp deze rotankleu-
rige kloklioed van vlechtwerk. Hij
noemde deze creatie 469.
O^THOH>T':
Citroenkleurige linten zijn het hoofd
bestanddeel van een andere Patou-
creatie. Deze klokhoed is met mari
neblauw stiksel en een momisagar-
nering versierd.
Rose Valois maakte dit dopje van
rose paardéhaar. Een grote rose
dahlia opzij.
48. Ook de andere ballastzakjes van meneer Blimp
bleken met saucijzen gevuld te zijn. „Smek, hm!" zei
hij. „Zonde om dat weg te gooien, smek smak. Daar
kan ik smek smak, niet afblijven, hoor." „Nog vijftig
seconden,zei de secretaris, „als u dan niet bent op
gestegen, doet u niet meer mee." Maar meneer Blimp
was een sneleter. In enkele tellen werkte hij de hele
voorraad naar binnen en gooide triomfantelijk de laatste
ballastzak weg. „Klaar!" riep hij. „Daar ga ik dan!"
Maar hij ging niet. „Wat nou?" hijgde hij. „Waarom
stijg ik niet? Ik heb nu toch geen ballast meer?"
„Dat denk je maar!" gierden Ted en Ed. „Alle bal
last zit nu in je maag! Haha! Voorlopig kom je niet
meer van de grond!" „Tijd!" zei de secretaris. „Uw
starttijd is voorbij en aangezien u die niet voor op
stijgen benut hebt, moet ik u voor verdere deelneming
aan de wedstrijd uitsluiten."
Hij verkoopt overigens aardige grap
pen. Hier volgen er een paar: gestreepte
jersey badpakken met kniepijpefi anno
1900, bedoeld om over de bikini aan te
trekken na het bad; pantalons met een
rits op de knie die, opengetrokken, in
plooi in contrasterende kleur laten zien.
Meestal in dezelfde tint als het hesje dat
er op gaat. En als laatste gag een avond
pantalon met geplisseerde vleermuis-
pijpen, die* zo wijd zijn dat zij bij de
zoom opgenomen, tot boven het hoofd
reiken. Maar bij de pakjes en de japon
nen eigenlijk zijn het rokken en
bloezen aan elkaar breekt de storm
los. Dan worden we gefeest op volan-
tueuze gedrapeerde lijfjes, sjerpen om
het middel en strikken aan de hals. Want
alles moet bloezen en vooral luchtig zijn-
De stoffen zijn er wel naar. Mousseline,
zijde, patist voor de jurken en hele licht
geweven wol voor de tailleurs. Maar het
maakt een zwaarwichtige indruk. De
rokken zijn kort, heel kort, tot boven de
knie. Bij de japonnen, geplooid of klok
kend vaak ook geplisseerd, bij de pakjes
recht of gerend. Jasjes zijn ook kort. Ze
hebben splitten en hooggeplaatste cein
tuurtjes in de rug en stiksels en klepjes
op het voorpand. Altijd kiert er wel iets
onder of boven uit: een sjerp, een strik.
De kleuren zijn fraai: oranje bij
Esterel heet dat. „koninklijk amber"
of chocoladebruin en ook wit. Maar de
combinaties zijn niet altijd om over naar
huis te schrijven. Een roze jas met een
gele sjaal sloeg wat dat betreft wel alles.
De mantels hebben bij Esterel ook de
ruimte gekregen: vooral door de ronde
bolvormige mouwen. De twee-rijige kno
pen staan heel lelijk dicht op el
kaar.
Zijn collega Louis Feraud, die zich
's middags, laat bezien, doet het heel wat
beter. Ondanks een zich eindeloos her-
I
>g eb édtsi ni ne 89 ijiiq-SWHA 099 i
Hoewel hij goede vondsten heeft, bar
sten de meeste modellen toch van de
overdaad. Strikken, sjerpen, enorme
hoeden en dat allemaal verenigd in een
model: het past weinig meer in deze tijd
van strakke eenvoudige vormgeving.
halende hit-zangeres Dionne Anyone
who had a heart-Warwick op de
grammofoonplaat, kan het publiek zich
hier het hart warmen aan een frisse col
lectie. Feraud heeft zijn draai nog wel
niet helemaal gevonden, kijkt misschien
nog wel een beetje de kunst af van ge-
talenteerder collega's, zoals Courrèges,
maar zijn collectie heeft toch klasse.
Feraud is vooral een ontwerper voor de
lieve jeugd. Zijn jurkjes zijn heel jong
en smal. De taille laat hij rijzen en dalen,
hij zit zelden op de plaats, 't Is empire
of het zakt meteen tot onder de heupen
om dan in soepele klokkende plooien
uit te waaien. Hij houdt van lakleer
net als Courrèges en gebruikt dat
voor kraakjes, ceintuurs of complete
jassen. Zelfs de bruid laat hij in een witte
robe-manteau gaan van dat materiaal.
De zoom is bij hem een belangrijk detail.
Deze badtenue's anno 1900 liet Este
rel gisteren zien tijdens zijn mcrcbe*
première. Ze zijn niet bedoeld om
er mee in zee te duiken, maar om
over het badpak of de bikini aan te
trekken.
Soms is hij doorgestikt, soms zit er een
volant aan, dan weer is hij in het midden
gespleten en rond weggesneden. Ook de
mouwen als die er tenminste in zijn
hebben geweldige volants, die soms
al beginnen bij de elleboog. Op de lin
nen shiftjurkjes zijn grote bolmotieven
ingeweven. Zijn jasjes zijn smal. Hij ge
bruikt er opengeweven wol voor. Zijn
aardigste vondst: camisooltjes van mous
seline, die over schouderloze jurkje»
worden gedragen. Als ze langer worden
dienen ze als overjurkjes.
(Van onze correspondent)
BONN. Van de Westduitse toeristen
reisde in 1963 elf percent naar Nederland.
Een zelfde percentage reisde naar Zwit
serland. Beide landen komen hiermee op
de derde plaats in de Westduitse belang
stelling. Bovenaan stond Oostenrijk met
25 percent, gevolgd door Italië met zes
tien percent.
Omgekeerd bezochten meer Nederlandse
toeristen Duitsland in het afgelopen jaar.
Een grotere belangstelling voor de Bonds
republiek viel ook waar te nemen in
Frankrijk, Engeland, de Scandinavische
landen en Oostenrijk.
Toch sluit de financiële balans van
West-Duitsland over het afgelopen jaar
met een tekort van ongeveer twee mil
jard DM. Dit betekent dat er meer geld
door de Westduitsers in het buitenland
is uitgegeven, dan er door buitenlanders
in de Bondsrepubliek werd besteed.
De stijging van het toeristenverkeer van
Westduitsers naar het buitenland zette
zich in het afgelopen jaar niet in dezelfde
mate voort als in de vorige jaren. Toch
steeg het nog met 7,4 percent, een per
centage dat gebaseerd is op een meer
uitgave van ongeveer 280 miljoen DM,
vergeleken bij 1963.
Totaal gaven Westduitse toeristen de
eerste drie kwartalen van het vorige jaar
(waarop deze cijfers zijn gebaseerd) in
het buitenland nog ruim vier miljard DM
uit. Volgens de Deutsche Bundesbank, die
deze gegevens in zijn laatste maandbe
richt openbaar maakte, is de geringe
teruggang in het toeristenverkeer naar
het buitenland niet alleen aan bijvoorbeeld
weersomstandigheden te wijten. De Bun
desbank noemt nog de factor van de ge
stegen kosten van levensonderhoud in het
buitenland.
Italië gaat hierin over de jaren 1961-'64
voorop met 21 percent. Nederland en
Frankrijk volgen met veertien percent. In
de Bondsrepubliek stegen de kosten over
diezelfde periode met slechts negen per
cent. Vooral in Italië hebben de Duitse
toeristen het afgelopen jaar aanzienlijk
minder uitgegeven dan in vroegere jaren.
Belangrijke gasten voor de Bondsrepu
bliek waren in de eerste plaats de Ameri
kanen. Zij gaven in 1963 zestig miljoen
D.M. meer uit dan in het jaar daarvoor.
L0 PING EN Z'JN VRIENDIN
LENTEWOLK WISTEN DUS UT
SOEKS EEN DIEF WAS, NIET
WAAR?
SWAN FEATURES SYNDICATE
JA,WE HEBBEN KONKRETE GEGEVENS
NODIG, WE GAAN DUS NOG MAAR EENS
DE KANSELARIJ OM HET BEVOLKINGS
REGISTER TE RAADPLEGEN.
DAAR WIL IK LIEVER NOG GEEN ANTWOORD
OP GEVEN,T5JIA0 TAI, NIET VOORDAT IK WAT
MEER WEET VAN DE ACHTERGROND VAN
SOENG'S HUISGENOTEN
jent/teem»/.