FILATELIE
Een zelfgemaakte vlieger
gaat meestal heel goed op
e
kmk
ZATERDAG 6 FEBRUARI 1965
Erbij
PAGINA ZEVEN
SS *1.
mmrn
mm 0,15
I
Filarski
Materiaal
Oplaten
Jacques Levij
B. Dukel
E v O
Mii
jt,
CANAOA
CANADA. De serie met afbeeldin
gen van de bloemen en wapens van de
tien provincies, waarvan de eerste twee
waarden op 30 juni 1964 verschenen, is
op 3 februari met twee zegels aange
vuld. Het zijn een 5 cents (blauw, roze
en groen) met de bloem en het wapen
van Nieuw-Schotland en een 5 cents
(rood, purper en groen) met de bloem
en het wapen van Nieuw-Brunswijk.
SOVJET-UNIE. De vierhonderdste
verjaardag van de dood van Michelan
gelo (14751564) is herdacht door de
uitgifte van een postzegel van 6 kop. De
zegel vertoont in het midden zijn por
tret en links en rechts details van
beeldhouwwerken.
CHINA (NATIONALISTISCH) Ter
gelegenheid van de twintigste Dag van
het Recht zijn twee postzegels, 0.80 dol
lars (donkerrood) en 3.20 dollars (olijf
groen), uitgegeven. Afgebeeld zijn een
wetboek en een weegschaal.
VMM AL QUIWAIN (ARABIE) Een
serie van acht waarden is verschenen,
waarmee wijlen president Kennedy
wordt herdacht: 10, 15, 50 np., 1, 2, 3, 5
en 7.50 rp. Op de zegels komen foto's
van de begrafenisplechtigheid voor. Een
souvenirvelletje, dat de waarden 5 en
7.50 rp. bevat met daarnaast het portret
van de heerser van Umm Al Quiwain,
sjeik Ahmed Bin Rashid Al-Moalla, is
eveneens uitgekomen. De oplage van dit
velletje bedraagt 7.500 stuks.
BOEROENDI. Met toeslag ten bate
van de tuberculosebestrijding is een se
rie van vijf zegels in omloop gebracht,
alle met als voorstelling een arts die
in een microscoop kijkt, de kaart van
Boeroendi en het Lotharinase kruis. De
waarden zijn: 2 fr. 0.50 fr., 4 fr.
1.50 fr., 5 fr. 2.50 fr., 8 fr. 3 fr. en
10 fr. 5 fr. Een souvenirvelletje mat
een zegel van 10 10 fr. is ook uitge-
I geven, zowel getand als ongetand.
NIGER. De Afrikaanse republiek
Niger heeft een postzegel van 50 fr. het
licht doen zien, die gewijd is aan de
leprabestrijding. De zegel toont een arts
die in een microscoop kijkt en een arts
die een kind onderzoekt.
INDIA. Ter gelegenheid van het 22ste
Internationle Geologisch Congres, ge
houden in New Delhi, is een luchtpost
zegel van 15 np. verkrijgbaar gesteld.
Het ontwerp bestaat uit de aardglobe,
waarvan de as wordt gevormd door een
houweel.
NIEW-CALEDONIE. Naar aanleiding
van de in Tokio gehouden Olympische
Spelen is een luchtpostzegel van 10 fr.
uitgekomen. Op de zegel zijn Griekse
worstelaars, geflankeerd door scheids
rechters, voorgesteld.
POLEN. Een serie van tien waar
den met afbeeldingen van prehistori
sche dieren is in circulatie gebracht: 20,
30, 40, 60, 90 gr., 1.15, 1.35, 3.40, 5.60 en
6.50 zl.
CENTRAALAFRIKAANSE REPU
BLIEK. Een luchtpostzegel van 50 fr. is
verschenen, die gewijd is aan de econo
mische samenwerking tussen Europa en
Afrika. De zegel laat een schip dat ge
laden wordt en de kaarten van Europa
en Afrika zien.
BULGARIJE. In Sofia is het acht
ste congres van de Internationale Stu
denten-Unie gehouden. Bij deze gele
genheid is een postzegel van 13 st.
(blauw en zwart) verschenen Drie stu
denten die het embleem van de Unie
omhooghouden komen erop voor.
SOMALI. Een toeslagserie ten bate
van de Somalische vluchtelingen is in
roulatie gebracht. Op de 0.25 0.10 so.
ziet men een groep vluchtelingen, op de
0.75 0.20 so. luchtposteen verwoest
grensdorp en op de 1.80 0.50 so (lucht
post) een Somalische soldaat die twee
vluchtelingen omarmt.
DELFTS BLAUW
Om te gebruiken bij eenvoudige, normaal
verdeelde spellen zijn systeemregels en
optelsommetjes van punten wel hun geld
waard. Bij grillig verdeelde spellen echter
kan men die ingrediënten beter thuislaten
en gebruike men slechts de „common-
sense": op z'n Hollands gezegd, het „ge
zonde verstand". Hieronder een grillig par
tijtje waarover men in Delft uitgleed:
AV 10 9863
-
O H B 10 8 3
V
*72
9 8 6 4 3
O AV92
A 7 5
Tegenstander noord opendie één harten -
oost en zuid pasten - was is wests beste
eerste bod? Een regel ervoor is niet te
geven; de keuze gaat tussen twee schop
pen (redelijk) óf twee harten (iets beter).
Het laatste bod verdient de voorkeur, om
dat het pratkisch zeker is dat oost enkele
waardevolle bezittingen moet hebben. Het
zou dan verder kunnen bieden (dus west
twee harten) - oost drie ruiten - west vijf
ruiten - waarna oost beseffen moet, dat
zijn twee azen nog on onthul de schoon
heden zijn waarop hij bepaald zes ruiten
mag zeggen.
In de praktijk bood west echter (na één
harten van noord-pas-pas) twee schoppen
- oost zei drie ruiten - waarna west het
voortreffelijke bod deed van drie harten.
Met dit bod in de kleur der tegenpartij
wordt ruiten als troefkleur geaccepteerd
en het vraagt om verdere inlichtingen van
de partner. Oost begreep er blijkbaar niet
veel van, keerde althans terug naar drie
schoppen en was besloten (zoals hij later
zei) eventueel op vier ruiten te passen.
Dat zou dan geen fraai Delfts-blauw werk
stuk geworden zijn, want omdat de schop
penheer nog bij zuid zat, zou er zelfs zeven
ruiten gemaakt kunnen worden.
Gelukkig bood west (over drie schoppen
van oost) - vijf ruiten, waarna oost de
Delftse porseleinkast niet aan verdere
gevaren wilde blootstellen en paste.
Oosts laatste beslissing was vólkomen
onjuist - niettemin zouden vele doorsnee
bridgers precies hetzelfde hebben gedaan.
Zij kijken slechts naar hun eigen spel, zien
daar een berg kleine kaartjes, denken dat
dit allemaal verliesslagen zijn en passen
haastig, zodra zij de kans krijgen.
De kunst van goed bieden is, zich een zo
duidelijk mogelijk beeld te vormen van het
spel dat de partner heeft. Als oost nou
eens had nagedacht over speelwaarden die
west zou moeten bezitten, om zijn (wests)
biedingen te rechtvaardigen, dan had oost
gemakkelijk kunnen uitrekenen dat west
een spel moest hebben als hij in werkelijk
heid had. En oost zou dan, met zijn rede
lijke ruitenkleur en twee azen, méér reden
hebben gehad zeven ruiten te bieden, dan
te passen op vijf ruiten. En in elk geval
had oost dus zes ruiten moeten bieden.
In vele opzichten is dit een leerzaam
spel. Ten eerste toont het de tekortkomin
gen van doorsnee spelers, zodra deze niet
volgens het gebruikelijke patroon van
puntjes tellen en aasjes vragen tewerk
kunnen gaan. Ten tweede toont het, hoe
zeer bridge een samenspel moet zijn,
waarin men zich niet blind moet staren op
de eigen dertien kaarten, doch waarbij
men middels een duidelijk voorstellings
vermogen (gebaseerd op de biedgegevens)
moet uitmaken wat de gezamenlijke
spellen waard zijn. Eerst dan zalbridge
uitrijzen boven puntengeklungel en wer
kelijk een spel worden waarop de geest
zich scherpen kan. Een spel, waarin het
woord „bridge" - de brug tussen twee
partners - geen holle betekenis heeft.
Bridgevraag dezer week: West heeft in
harten H 9 8 7 5 4 en oost (de tafel) harten
B 10 3. West opende en herbood harten,
oost steunde de kleur. Oost komt aan slag
(in andere kleur) en hartenboer wordt ge
speeld - zuid neemt hartenaas - noord
speelt harten twee bij. Later komt oost
weer aan slag, hartenboer wordt gespeeld
en zuid legt harten zes. Moet west op har
tenvrouw snijden - of de heer spelen?
Antwoord elders op deze bladzijde.
toegekend stelde hij niettemin arbitrage
voor, hetgeen leidde tot remise. De spor
tieve geste van de Leeuwardense voor
vechter werd ten zeerste gewaardeerd en
onder luide toejuichingen bij het slotdiner
500 deelnemers!) met een speciale prijs
gehonoreerd.
Een voorval, typerend voor de sfeer van
het unieke Hoogoventoernooi.
En nu de schaaktechnische parel, een il
lustratie van de kracht, welke een verge
vorderde vrijpion, ondersteund door een
gefianchetteerde loper en gehanteerd door
een grootmeester, kan ontwikkelen.
Wit: L. Lengyel. Zwart: E. Geiler.
I) Pgl-f3 c7-c5. 2) c2-c4 g7-g6. 3) Pbl-c3
Pg8-f6. 4) g2-g3 Rf8-g7. 5) Rfl-g2 Pb8-c6.
6) 0-0 0-0. 7) d2-d4 c5xd4. 8) Pf3xd4 Pc6xd4.
9) Ddlxd4 d7-d6. 10) Dd4-d3
Het is duidelijk dat de witte dame uit de
diagonaal van Rg7 moet, maar minder
duidelijk waar naar toe. Lengyel weet na
tuurlijk dat de structuur van de stelling
vraagt om (na voorbereiding) een opmars
van de zwarte b-pion. Wellicht dat hij de
tekstzet koos, om die opmars te bemoei
lijken. Het vervolg leert dat zwart b7-b5
op den duur toch kan doorzetten. Daarom
is het begrijpelijk dat de meeste commen
tatoren hier 10) Dh4 prefereerden, teneinde
zo mogelijk met Rh6 verder te gaan. Echter
heeft het ook zijn bezwaren dat de witte
dame zich te ver van de damevleugel ver
wijdert. Zwart zou bijvoorbeeld met Db6
pion b2 onder vuur kunnen gaan nemen,
teneinde de ontwikkeling van Rel te-be
moeilijken.
10) a7-a6. De eerste voorbereiding
voor b7-b5. 11) Rcl-d2 Niet zo passief
als het lijkt. De zet verhindert Dd8-a5-h5
(gevolgd door Rh3) en speelt met de ge
dachte, via veld c3 tot ruil van de lopers
der zwarte velden te komen.
II) Ta8-b8. 12) Tal-cl Rc8-f5. 13)
e2-e4 Rf5-d7. Zwart heeft de opmars e4
uitgelokt teneinde de diagonaal van Rg2
te sluiten en staat nu klaar voor b7-b5.
14) Rd2-e3 Een interessante, tegen
b7-b5 gerichte, suggestie is hier 14) Tfdl
b5. 15) c5dc5:. 16) Rf4 benevens e4-e5
met moeilijke complicaties. Een rustiger
mogelijkheid was 14) b3 b5. 15) cb5: ab5:.
16) Pd5 en na ruil op d5 staat er geen
pion op b2 en prise. 14) b7-b5. 15)
c4xb5 a6xb5. 16) Re3-a7
GELLER (aan zet)
DOOOOOOfyv-*-*xxo xoononr^oo
Het spelpeil van deze jeugdgroep stond
bijzonder hoog.
Hieronder volgt de partij tussen de na
tionale jeugdkampioen Sybrands met
zwart en de jongste deelnemer Wiersma
met wit.
1) 32-28 18-22. 2) 37-32 12-18. 3) 41-37
7-12. 4) 34-30 1-7. 5) 46-41 20-25 6) 30-24
19x30. 7) 35x24 14-20. 8) 33-29 22x33. 9)
39x28 18-22. 10) 38-33 10-14. Tot zover is
er volgens het boekje goed gespeeld en
heeft zwart de beste kansen. Wit moet de
stukken 40, 44, 45, 49, 50 op deze vakken
handhaven om 24 te beschermen.
Toen wit dan ook met de 11de zet 44-39?
was dit de eerste zwakke zet. Het beste
voor de elfde zet was 43-39 48-43 en daar
na 42-38. Stand na de 10de zet van zwart:
T. SYBRANDS (Amsterdam)
COCOOOOOOOOOOOOOCCOOOOCOOOOOOOCOCOCOOCOOCOOCXXDOOCCCG-XXX
W4& Wi'
TWEE MAAL: DE PAREL VAN
BEVERWIJK 1965
Haast ieder toernooi van wereldklasse
levert wel een partij op, die als een uit
zonderlijke prestatie in de schaakgeschiede
nis blijft voortleven. Ook het Hoogoven
toernooi 1965 bracht zulk een treffen: dat
tussen de Hongaar Lengyel en de Rus Gei
ler. Vergelijkt men dit met de komedie van
vergissingen, welke wij vorige week be
spraken (MatanovicDonnar), dan zal men
zich nauwelijks kunnen voorstellen dat
hier vier spelers uit één groep, vrijwel aan
elkander gewaagd, als acteurs fungeerden.
Want wat Geiler met zwart tegen Len
gyel klaarmaakte, lijkt op schaaktoverij
van de beste soort. Terecht gaf de Friese
meester Haye Kramer aan Gellers creatie
de eretitel „de parel van Beverwijk 1965".
Wij willen niet voor Kramer onderdoen en
ook onzerzijds zo een parel aanwijzen, zij
het niet een in schaaktechnische, doch in
schaaksportieve zin. Die tweede parel is
Kramer zelf! Wat toch was het geval? De
partij KramerGereben uit de negende
ronde werd afgebroken. De wedstrijdleider
bepaalde het tijdstip van voortzetting op
vrijdagavond 8 uur. Kramer zette zich
prompt op tijd achter het bord, maar zijn
tegenstander verscheen niet. Tot ieders
verbazing, want Gereben is een vechter
tot het uiterste en een zeer correct sports
man. Zijn klok werd aangezet en er volgde
tijdsoverschrijding door Gereben. Dus een
reglementaire winstpunt voor de Fries, dat
nog dezelfde avond via de pers naar alle
windstreken wereldkundig werd gemaakt.
De volgende morgen meldde Gereben zich,
klokslag half 10. Hij had begrepen, dat dit
tijdstip was vastgesteld en was orttroost
baar ,toen hij de nul op zijn score zag. Lei
den in last, want het resterende tijd
schema liet uitspelen te enen male niet
meer toe. Kramer sprak het verlossende
woord; hoewel het punt hem reeds was
OOOOOOOOOOOOOOOOfvw vy YYYWWVV.500000000000000C
LENGYEL
Dit was blijkbaar de bedoeling van wits
14de zet. Het lijkt alsof zwart nu Ta8 of
Tb7 moet spelen, gevolgd door 17) Rd4 en
18) Pd5 met initiatief voor wit. Maar Gei
ler doorkruist het witte plan met een fraai
kwaliteitsoffer op lange termijn. Uiteraard
heeft de Rus niet alle nu komende verwik
kelingen te voren berekend, maar dat hoef
de ook niet. De grootmeester taxeert glo
baal dat hij voor het materiaal voldoende
kansen krijgt en spaart zijn energie voor
de calculaties, welke aanstonds essentieel
zullen blijken te zijn. 16) b5-b4! De
mérites van deze zet worden voor een ge
woon sterveling eerst in het vervolg dui
delijk. 17) Ra7xb8 Wit neemt de uit
daging aan; na een paardzet ware Rb5 ge
volgd. 17) b4xc3. 18) Rb8-a7 c3xb2.
19) Tcl-c3 Beter dan 19) Tbl Da5!
met aanval op Ra7 en pion a2 en bovendien
Rb5 dreigende. De zwevende positie van
Ra7 en de zwakte van a2 zijn algemene
factoren, welke Geiler bij zijn taxatie mede
in aanmerking nam. 19) d6-d5! Dit is
de hoogst verrassende, zeer moeilijk te
vinden pointe van de zwarte opzet, waar
mede zwart ook langs de diagonaal f5-bl
een woordje gaat medespreken. Tegen de
samengebalde kracht van Rg7 Rf5 4-
pion b2 is verweer bijzonder moeilijk.
20) e4xd5 De commentatoren voor
zagen deze zet van de vraagteken, maar wij
betwijfelen of zulks terecht was. Na het
geadviseerde 20) Tb3 de4:. 21) Re4: Pe4:.
22) De4: Rf5. 23) De2 krijgt zwart met Da5
(dreigt zowel Da7: als Da2: terwijl b2-bl
in de stelling blijft) prachtige kansen. 20)
Rd7-f5. 21) Dd3-b5 Pf6xd5. 22) Tc3-c5
Pd5-c7. Weer verrassend. Na het voor de
hand liggende Pc3 voorkomt wit met 23)
Db2: het ergste. Met de tekstzet wint zwart
weer een tempo. 23) Db5-b7 Pc7-e6. En nóg
een, want nu zou na 24) Td5 sterk De8.
25) Tb5 (verhindert de dreiging Da4) Rd3!
zijn gevolgd. Men ziet de geweldige activi
teit van de zwarte lopers. 24) Tc5-b5 Rf5-
d3. Dit lijkt hier minder ernstig dan in de
zojuist aangegeven variant, omdat wit (nu
de dame niet op e8 doch op d8 staat) de
volgende parade tot zijn beschikking schijnt
te hebben. 25) Tb5-d5 (25) Tdl Rb5:!
met onmiddellijke winst). 25)RdSxflü
Een schitterend dame-offer. 26) Td5xd8
Tf8xd8 en wit gaf het op omdat na 27) Rf 1
Tdl pionpromotie niet meer te pareren is.
Schaak van wereldklasse!
soooooooooooooooorooeoooooooocoeeoooooceooooooocooooceoo'
H. WIERSMA (Leeuwarden)
Zwart: 1 tot en met 9; 11 tot en met 17;
20 22 25.
Wit': 24, 28, 29, 31, 32, 33, 36, 37, 40, tot
en met 45. 47, 48, 49, 50.
11) 44-39? Deze zet brengt wit in moei
lijkheden en zwart buit de fout meesterlijk
uit. 11) '14-19. 12) 40-35 19x30. 13) 35x24
5-10. 14) 45-40 10-14. 15) 50-45 14-19. 16)
40-35 19x30. 17) 35x24 9-14. 18) 45-40 4-9.
Wit moet de dreiging 22-27 31x22 13-19 en
8-13 slag naar 45 voorkomen. Dus moet
19) 31-26 22-27. 20) 32x21 16x27. Wit staat
verloren. Op 28-23 volgt 14-19 27-31 en
18-22 met 12x45. De aanval met 14-19 enz.
op 24 is niet te voorkomen. 21) 40-44 27-32.
Een indringer. Op 28-23 volgt dam met
13-18 25-30 en 20-24 en 18x49. In de partij.
22) 28-22? 17x28. 23) 33x22 13-19. 24) 24x4
25-30. 25) 37x28 8-13. 26) 4x18 12x45 waar
na wit opgaf.
Na de zwakke opening een door zwart
prachtig gespeelde partij!
Voor liefhebbers in het oplossen van
problemen volgen hier een tweetal vraag
stukken van de heer D. Kleen te Heem
stede.
D. KLEEN, Heemstede
>cccocc~ococpooecco: 0
Zwart: 4, 10, 13, 14, 17, 20, 24, 25, 26,
30, 32.
Wit: 23, 31, 33, 35, 36, 39, 40, 41, 44, 50.
D. KLEEN, Heemstede
lOOOOOOCOCCOOOOOCC COCCC COOCOCCCCCZCOOOCCCCCOOOODCCOCOOCC
Mr. Ed. Spanjaard
De KNDB moedigt alle aangesloten clubs
aan jeugd toernooien te organiseren. De
eerste die dit jaar gehoor heeft gegeven
aan de oproep is de damclub Hoogezand-
Sappemeer en het is een goed geslaagd
jeugdtoernooi geworden. Na de voorwed
strijden won in de finale de jeugdkampioen
van Nederland, de 15-jarige Tonny Sy
brands uit Amsterdam.
De eindstand van deze spannende finale
was als volgt: 1. T. Sybrands, Amsterdam,
15 jaar, 8 punten; 2. H. Kolk, Sappemeer,
15 jaar, 6 punten; 3. H. de Witt, Groningen,
18 jaar, 5 punten; 4. H. Wiersma, Leeuwar
den, 11 jaar, 5 punten; 5. B. Dokens, Hooge-
zand, 15 jaar, 4 punten; 6. B. Hartog,
Slochteren, 17 jaar, 2 punten.
Zwart: 7, 9, 10, 15, 18, 36, 45.
Wit: 21, 25, 28, 38, 39, 41, 50.
Voor beide vraagstukken geldt: wit
speelt en wint.
In de rubriek van 23 januari plaatsten
wij drie problemen ter oplossing, waar
voor de heer A. Douma te Haarlem dam
boeken ter beschikking had gesteld. De op
lossingen luiden als volgt.
No 1: zwart: 7, 8, 9, 10, 17, 21, 27. Wit: 24,
32, 34, 37, 38, 44, 47; wit wint door 37-31
47-41 24-20 20-15 en 15x31.
No 2: zwart: 9, 12, 19, 22, 24, 27, 28; wit:
30, 34, 36, 37, 38, 41, 45. Wit wint door
36-31 37-32 32x3 en 3x39 met winststelling.
No 3: zwart: 9, 17, 18, 19, 23, 35, 36; wit:
32, 33, 34, 38, 41, 42, 44; winst door 32-28
44-40.
De volgende inzenders hebben om de
damboeken geloot.
Uit Lisse: J. A. van Hal.
Uit Aalsmeer: N. C. Keessen.
Uit IJmuiden: A. Blok, A. J. Prins, K.
Verbaan, H. Holthuis, J. de Boer, J. Griet,
W. L. van Dongen en P. v. Kroonenburg.
Uit Haarlem: C. W. Moonen, C. Vrolijk,
L. A. Vloemans, J. Luske, W. Bakker, G.
M. Neuman, H. J. Heentergen, P. Mollema,
A. F. Horeman. J. Kroon, P. Hagebout en
J. Mensen.
Na verloting van drie damboekjes, alle
Russische clubbladen, beschikbaar gesteld
door de heer A. Douma, Roemer Visscher-
straat 249, Haarlem, zijn de volgende in
zenders winnaars geworden: P. Hagebout,
Kleverparkweg 132, Haarlem; 2. W. van
rMWWVVWVVVVVVVVVVVVVVVVVVVVVWVVVVWVWWVVWVVVVVWWVVVVVWVVVVVVWV)
HOUDT U van een precies kar
wei dat bovendien een niet geringe
mate van geduld vraagt? Indien u
die vraag naar eer en geweten be
vestigend kunt beantwoorden, zult
u in staat zijn zelf voor uw kin
deren een prachtige vlieger te ma
ken. Dat garandeert u prettige
uurtjes tijdens het produktieproces
en volop genoegen in het vrije
veld, als de vlieger trots de wijde
lucht ingaat.
IN ONS land is „vliegeren" een
aangenaam tijdverdrijf voor kinde
ren in heel wat Oosterse landen is
het een sport, waaraan alleen vol
wassenen te pas komen. Die leveren
dan met hun vliegers vaak van
wonderlijke vorm en kleur hele
luchtgevechten. Dat vraagt grote
bedrevenheid en stelt bijzondere
eisen aan het materiaal van de vlie
ger. Bovendien gebruiken zij een
speciaal soort scherp snijdend touw.
De kunst is namelijk het vlieger
draad van de tegenstander door te
snijden. Die sport beoefenen wij in
Nederland niet. Desondanks is het
oplaten van een zelfgemaakte vlie
ger een bezigheid die kinderen
en volwassenen menig prettig
ogenblik bezorgt.
ER BESTAAN vele modellen. Dat
moet u goed voor ogen houden, om
dat de keuze van het materiaal in
niet geringe mate afhangt van de
vraag of u een kruisvlieger gaat
maken, een rechthoeker, een lan
taarn, een Mexicaan, een roofvogel,
een vlinder, een Keus genoeg
dus.
Het aardige boekje „Vliegers ma
ken" van Cas Thepass wijst u in
dat vliegerrijk uitstekend de weg,
geeft allerlei nuttige aanwijzingen
aan de hand van duidelijke werk
tekeningen, kortom maakt van u op
korte termijn een volleerd vlieger
bouwer.
Het geraamte van een vlieger
moet u maken van hout. Parana
pine en vurehout zijn niet zo sterk
en buigzaam als bamboe. Daarover
zou nog heel wat te SGhrijven zijn.
Ook de prijs komt om de hoek kij
ken. Vroeger gebruikte men vaak
wilgetakken. Die zijn zeer buigzaam
en kosten niets. Voor kleinere vor
men is pitriet uitstekend geschikt.
Het is in allerlei dikten verkrijg
baar.
Het mooiste materiaal voor een
vliegergeraamte is bamboe. Het is
sterk, veerkrachtig en bijzonder
licht. Het kan gemakkelijk gesple
ten worden. Het heeft een bezwaar.
Bamboe is scherp en men snijdt er
zich gemakkelijk aan. Over het al
gemeen kan stevig dun paktouw ge
bruikt worden voor spankoord,
toom, het afbinden van de houtver
bindingen van het geraamte en als
vliegertouw zelf.
In principe kan men elke vlieger
met papier beplakken. Dat kan in
allerlei felle kleuren voor enkele
dubbeltjes per vel gekocht worden
bij de papierhandel. Alleen als men
met een vlieger bewegingseffecten
wil bereiken, zoals bij een roof
vogel moet men stof gebruiken.
Ook bij het kiezen van het papier
kunt u enkele kanten uit. U kunt
gewoon krantenpapier gebruiken,
bedrukt of onbedrukt. U kunt pa
troonpapier kiezen licht en zeer
sterk dat u zelf met vetkrijt van
figuren kunt voorzien en u kunt vlie
gerpapier kopen. Plakmiddelen zijn
er te over. Over dat alles geeft Cas
Thepass uitvoerige inlichtingen. Hij
vertelt bovendien in enkele zinnetjes
hoe de latjes van het geraamte op
stevige wijze aan elkaar worden be
vestigd, hoe er gezaagd moet wor
den dat is minder eenvoudig dan
het lijkt hoe men een knoop moet
leggen en op welke wijzë twee lat
jes in dezelfde vorm gebogen moe
ten worden.
VELE nuttige wenken zijn in het
boekje verwerkt. Allerlei soorten
vliegers krijgen hun eenvoudige be
handeling. Niet, om u ertoe te
brengen die modellen slaafs na te
volgen, maar om u een inzicht te
geven, wat voor mogelijkheden u
hebt. Als de vaardigheid eenmaal is
verworven en het inzicht is gewekt
in de fijne kneepjes van het vlieger-
bouwen, gaat u zelf uw weg zoeken.
De vormen en versieringen die u
voor de geest staan, kunnen dan in
de praktijk uitgevoerd worden.
Maar pas op:
Ook het oplaten van een vlieger is
niet zo eenvoudig als u zich toen
u nog volslagen leek was, natuur
lijk vroeger had voorgesteld.
U dient, bijvoorbeeld, te weten
hoe een vlieger van huis naar het
open veld moet worden meegeno
men. Als u dat verkeerd doet, is het
met zoveel zorg en plezier gemaak
te speelgoed reeds stuk voordat het
lucht gezien heeft. Houdt de vlieger
steeds zó, dat de wind tegen de
voorkant ervan blaast. Dan wordt
het papier of de stof tegen het ge
raamte aan gedrukt, waardoor het
tegen een heel forse windstoot kan.
Bepaal uit welke hoek de wind
waait, als u zover bent dat de start
kan plaats vinden. Ga daarna mid
den op dat veld staan met de wind
in de rug. De help'er loopt van u af
met de wind mee. Na enige tiental
len meters gelopen te hebben laat
hij de vlieger los. Als alles goed
gaat en waarom zou het verkeerd
gaan? gaat uw eigen produkt
trots de wijde ruimte in. Als het
wat stroef gaat, kunt u zelf wat
achteruit lopen.
U HEEFT kans dat de vlieger
gaat duikelen. Dat kan verschillen
de oorzaken hebben. De staart moet
wat verlengd worden, hij moet wat
boller gezet worden, of de lus in de
toom zit te hoog. Duikelen kan
meestal vrij snel verholpen worden.
Pas op voor één ding. Probeer niet
de vlieger op te laten, als u reeds
hebt geconstateerd dat de neiging
tot duikelen bestaat. U hebt dan
immers grote kans dat de vlieger
tegen de grond kapot slaat. Jam
mer van het werk. Bovendien is dat
een ervaring die u gemakkelijk de
lust beneemt zich te bekwamen tot
een all-round vliegerbouwer.
„Vliegers maken" door Cas Thepass
(Doe-reeks, nummer 6). Uitg. J. Muusses
N.V. (60 pag., vele Illustraties en werk-
ïnepass uitvoerige inlichtingen. Hij tekeningen).
Dongen, IJmuiderstraatweg 98, IJmuiden;
3. J. A. van Hal, Gladiolenstraat 8, Lisse.
De heer Douma onze hartelijke dank
voor de damboeken, die inmiddels zijn ver
zonden.
Oplossingen en correspondentie te zen
den aan het adres van de damredacteur,
B. Dukel, Wük aan Zeeërweg 125, IJmui
den.
uoopjeep jsjnl azap ipeej
-J3A qaop - uajajjnouieo aj. A\nojAua;jeq
ufiz pp ;dooq uauiau a; pajip see ;aq
jooa AtnojA ap pjoou ;ep dooq ap
ut - uaqqaq ppadsagfiq uiapj ieem a-jsjaa
ap ftq noz 'uaqqaq noz peqag g y ua;jeq
6;qoa|s pinz uat ui Jjzaq ijeeq ;p ptaq
-ja^az pui pmz jeep 'AtnoiA ap do uapfius
;aoui ;sa^\ :SeejAaSp;jq do pjooAvjuy