FILATELIE Een zelfgemaakte vlieger gaat meestal heel goed op e kmk ZATERDAG 6 FEBRUARI 1965 Erbij PAGINA ZEVEN SS *1. mmrn mm 0,15 I Filarski Materiaal Oplaten Jacques Levij B. Dukel E v O Mii jt, CANAOA CANADA. De serie met afbeeldin gen van de bloemen en wapens van de tien provincies, waarvan de eerste twee waarden op 30 juni 1964 verschenen, is op 3 februari met twee zegels aange vuld. Het zijn een 5 cents (blauw, roze en groen) met de bloem en het wapen van Nieuw-Schotland en een 5 cents (rood, purper en groen) met de bloem en het wapen van Nieuw-Brunswijk. SOVJET-UNIE. De vierhonderdste verjaardag van de dood van Michelan gelo (14751564) is herdacht door de uitgifte van een postzegel van 6 kop. De zegel vertoont in het midden zijn por tret en links en rechts details van beeldhouwwerken. CHINA (NATIONALISTISCH) Ter gelegenheid van de twintigste Dag van het Recht zijn twee postzegels, 0.80 dol lars (donkerrood) en 3.20 dollars (olijf groen), uitgegeven. Afgebeeld zijn een wetboek en een weegschaal. VMM AL QUIWAIN (ARABIE) Een serie van acht waarden is verschenen, waarmee wijlen president Kennedy wordt herdacht: 10, 15, 50 np., 1, 2, 3, 5 en 7.50 rp. Op de zegels komen foto's van de begrafenisplechtigheid voor. Een souvenirvelletje, dat de waarden 5 en 7.50 rp. bevat met daarnaast het portret van de heerser van Umm Al Quiwain, sjeik Ahmed Bin Rashid Al-Moalla, is eveneens uitgekomen. De oplage van dit velletje bedraagt 7.500 stuks. BOEROENDI. Met toeslag ten bate van de tuberculosebestrijding is een se rie van vijf zegels in omloop gebracht, alle met als voorstelling een arts die in een microscoop kijkt, de kaart van Boeroendi en het Lotharinase kruis. De waarden zijn: 2 fr. 0.50 fr., 4 fr. 1.50 fr., 5 fr. 2.50 fr., 8 fr. 3 fr. en 10 fr. 5 fr. Een souvenirvelletje mat een zegel van 10 10 fr. is ook uitge- I geven, zowel getand als ongetand. NIGER. De Afrikaanse republiek Niger heeft een postzegel van 50 fr. het licht doen zien, die gewijd is aan de leprabestrijding. De zegel toont een arts die in een microscoop kijkt en een arts die een kind onderzoekt. INDIA. Ter gelegenheid van het 22ste Internationle Geologisch Congres, ge houden in New Delhi, is een luchtpost zegel van 15 np. verkrijgbaar gesteld. Het ontwerp bestaat uit de aardglobe, waarvan de as wordt gevormd door een houweel. NIEW-CALEDONIE. Naar aanleiding van de in Tokio gehouden Olympische Spelen is een luchtpostzegel van 10 fr. uitgekomen. Op de zegel zijn Griekse worstelaars, geflankeerd door scheids rechters, voorgesteld. POLEN. Een serie van tien waar den met afbeeldingen van prehistori sche dieren is in circulatie gebracht: 20, 30, 40, 60, 90 gr., 1.15, 1.35, 3.40, 5.60 en 6.50 zl. CENTRAALAFRIKAANSE REPU BLIEK. Een luchtpostzegel van 50 fr. is verschenen, die gewijd is aan de econo mische samenwerking tussen Europa en Afrika. De zegel laat een schip dat ge laden wordt en de kaarten van Europa en Afrika zien. BULGARIJE. In Sofia is het acht ste congres van de Internationale Stu denten-Unie gehouden. Bij deze gele genheid is een postzegel van 13 st. (blauw en zwart) verschenen Drie stu denten die het embleem van de Unie omhooghouden komen erop voor. SOMALI. Een toeslagserie ten bate van de Somalische vluchtelingen is in roulatie gebracht. Op de 0.25 0.10 so. ziet men een groep vluchtelingen, op de 0.75 0.20 so. luchtposteen verwoest grensdorp en op de 1.80 0.50 so (lucht post) een Somalische soldaat die twee vluchtelingen omarmt. DELFTS BLAUW Om te gebruiken bij eenvoudige, normaal verdeelde spellen zijn systeemregels en optelsommetjes van punten wel hun geld waard. Bij grillig verdeelde spellen echter kan men die ingrediënten beter thuislaten en gebruike men slechts de „common- sense": op z'n Hollands gezegd, het „ge zonde verstand". Hieronder een grillig par tijtje waarover men in Delft uitgleed: AV 10 9863 - O H B 10 8 3 V *72 9 8 6 4 3 O AV92 A 7 5 Tegenstander noord opendie één harten - oost en zuid pasten - was is wests beste eerste bod? Een regel ervoor is niet te geven; de keuze gaat tussen twee schop pen (redelijk) óf twee harten (iets beter). Het laatste bod verdient de voorkeur, om dat het pratkisch zeker is dat oost enkele waardevolle bezittingen moet hebben. Het zou dan verder kunnen bieden (dus west twee harten) - oost drie ruiten - west vijf ruiten - waarna oost beseffen moet, dat zijn twee azen nog on onthul de schoon heden zijn waarop hij bepaald zes ruiten mag zeggen. In de praktijk bood west echter (na één harten van noord-pas-pas) twee schoppen - oost zei drie ruiten - waarna west het voortreffelijke bod deed van drie harten. Met dit bod in de kleur der tegenpartij wordt ruiten als troefkleur geaccepteerd en het vraagt om verdere inlichtingen van de partner. Oost begreep er blijkbaar niet veel van, keerde althans terug naar drie schoppen en was besloten (zoals hij later zei) eventueel op vier ruiten te passen. Dat zou dan geen fraai Delfts-blauw werk stuk geworden zijn, want omdat de schop penheer nog bij zuid zat, zou er zelfs zeven ruiten gemaakt kunnen worden. Gelukkig bood west (over drie schoppen van oost) - vijf ruiten, waarna oost de Delftse porseleinkast niet aan verdere gevaren wilde blootstellen en paste. Oosts laatste beslissing was vólkomen onjuist - niettemin zouden vele doorsnee bridgers precies hetzelfde hebben gedaan. Zij kijken slechts naar hun eigen spel, zien daar een berg kleine kaartjes, denken dat dit allemaal verliesslagen zijn en passen haastig, zodra zij de kans krijgen. De kunst van goed bieden is, zich een zo duidelijk mogelijk beeld te vormen van het spel dat de partner heeft. Als oost nou eens had nagedacht over speelwaarden die west zou moeten bezitten, om zijn (wests) biedingen te rechtvaardigen, dan had oost gemakkelijk kunnen uitrekenen dat west een spel moest hebben als hij in werkelijk heid had. En oost zou dan, met zijn rede lijke ruitenkleur en twee azen, méér reden hebben gehad zeven ruiten te bieden, dan te passen op vijf ruiten. En in elk geval had oost dus zes ruiten moeten bieden. In vele opzichten is dit een leerzaam spel. Ten eerste toont het de tekortkomin gen van doorsnee spelers, zodra deze niet volgens het gebruikelijke patroon van puntjes tellen en aasjes vragen tewerk kunnen gaan. Ten tweede toont het, hoe zeer bridge een samenspel moet zijn, waarin men zich niet blind moet staren op de eigen dertien kaarten, doch waarbij men middels een duidelijk voorstellings vermogen (gebaseerd op de biedgegevens) moet uitmaken wat de gezamenlijke spellen waard zijn. Eerst dan zalbridge uitrijzen boven puntengeklungel en wer kelijk een spel worden waarop de geest zich scherpen kan. Een spel, waarin het woord „bridge" - de brug tussen twee partners - geen holle betekenis heeft. Bridgevraag dezer week: West heeft in harten H 9 8 7 5 4 en oost (de tafel) harten B 10 3. West opende en herbood harten, oost steunde de kleur. Oost komt aan slag (in andere kleur) en hartenboer wordt ge speeld - zuid neemt hartenaas - noord speelt harten twee bij. Later komt oost weer aan slag, hartenboer wordt gespeeld en zuid legt harten zes. Moet west op har tenvrouw snijden - of de heer spelen? Antwoord elders op deze bladzijde. toegekend stelde hij niettemin arbitrage voor, hetgeen leidde tot remise. De spor tieve geste van de Leeuwardense voor vechter werd ten zeerste gewaardeerd en onder luide toejuichingen bij het slotdiner 500 deelnemers!) met een speciale prijs gehonoreerd. Een voorval, typerend voor de sfeer van het unieke Hoogoventoernooi. En nu de schaaktechnische parel, een il lustratie van de kracht, welke een verge vorderde vrijpion, ondersteund door een gefianchetteerde loper en gehanteerd door een grootmeester, kan ontwikkelen. Wit: L. Lengyel. Zwart: E. Geiler. I) Pgl-f3 c7-c5. 2) c2-c4 g7-g6. 3) Pbl-c3 Pg8-f6. 4) g2-g3 Rf8-g7. 5) Rfl-g2 Pb8-c6. 6) 0-0 0-0. 7) d2-d4 c5xd4. 8) Pf3xd4 Pc6xd4. 9) Ddlxd4 d7-d6. 10) Dd4-d3 Het is duidelijk dat de witte dame uit de diagonaal van Rg7 moet, maar minder duidelijk waar naar toe. Lengyel weet na tuurlijk dat de structuur van de stelling vraagt om (na voorbereiding) een opmars van de zwarte b-pion. Wellicht dat hij de tekstzet koos, om die opmars te bemoei lijken. Het vervolg leert dat zwart b7-b5 op den duur toch kan doorzetten. Daarom is het begrijpelijk dat de meeste commen tatoren hier 10) Dh4 prefereerden, teneinde zo mogelijk met Rh6 verder te gaan. Echter heeft het ook zijn bezwaren dat de witte dame zich te ver van de damevleugel ver wijdert. Zwart zou bijvoorbeeld met Db6 pion b2 onder vuur kunnen gaan nemen, teneinde de ontwikkeling van Rel te-be moeilijken. 10) a7-a6. De eerste voorbereiding voor b7-b5. 11) Rcl-d2 Niet zo passief als het lijkt. De zet verhindert Dd8-a5-h5 (gevolgd door Rh3) en speelt met de ge dachte, via veld c3 tot ruil van de lopers der zwarte velden te komen. II) Ta8-b8. 12) Tal-cl Rc8-f5. 13) e2-e4 Rf5-d7. Zwart heeft de opmars e4 uitgelokt teneinde de diagonaal van Rg2 te sluiten en staat nu klaar voor b7-b5. 14) Rd2-e3 Een interessante, tegen b7-b5 gerichte, suggestie is hier 14) Tfdl b5. 15) c5dc5:. 16) Rf4 benevens e4-e5 met moeilijke complicaties. Een rustiger mogelijkheid was 14) b3 b5. 15) cb5: ab5:. 16) Pd5 en na ruil op d5 staat er geen pion op b2 en prise. 14) b7-b5. 15) c4xb5 a6xb5. 16) Re3-a7 GELLER (aan zet) DOOOOOOfyv-*-*xxo xoononr^oo Het spelpeil van deze jeugdgroep stond bijzonder hoog. Hieronder volgt de partij tussen de na tionale jeugdkampioen Sybrands met zwart en de jongste deelnemer Wiersma met wit. 1) 32-28 18-22. 2) 37-32 12-18. 3) 41-37 7-12. 4) 34-30 1-7. 5) 46-41 20-25 6) 30-24 19x30. 7) 35x24 14-20. 8) 33-29 22x33. 9) 39x28 18-22. 10) 38-33 10-14. Tot zover is er volgens het boekje goed gespeeld en heeft zwart de beste kansen. Wit moet de stukken 40, 44, 45, 49, 50 op deze vakken handhaven om 24 te beschermen. Toen wit dan ook met de 11de zet 44-39? was dit de eerste zwakke zet. Het beste voor de elfde zet was 43-39 48-43 en daar na 42-38. Stand na de 10de zet van zwart: T. SYBRANDS (Amsterdam) COCOOOOOOOOOOOOOCCOOOOCOOOOOOOCOCOCOOCOOCOOCXXDOOCCCG-XXX W4& Wi' TWEE MAAL: DE PAREL VAN BEVERWIJK 1965 Haast ieder toernooi van wereldklasse levert wel een partij op, die als een uit zonderlijke prestatie in de schaakgeschiede nis blijft voortleven. Ook het Hoogoven toernooi 1965 bracht zulk een treffen: dat tussen de Hongaar Lengyel en de Rus Gei ler. Vergelijkt men dit met de komedie van vergissingen, welke wij vorige week be spraken (MatanovicDonnar), dan zal men zich nauwelijks kunnen voorstellen dat hier vier spelers uit één groep, vrijwel aan elkander gewaagd, als acteurs fungeerden. Want wat Geiler met zwart tegen Len gyel klaarmaakte, lijkt op schaaktoverij van de beste soort. Terecht gaf de Friese meester Haye Kramer aan Gellers creatie de eretitel „de parel van Beverwijk 1965". Wij willen niet voor Kramer onderdoen en ook onzerzijds zo een parel aanwijzen, zij het niet een in schaaktechnische, doch in schaaksportieve zin. Die tweede parel is Kramer zelf! Wat toch was het geval? De partij KramerGereben uit de negende ronde werd afgebroken. De wedstrijdleider bepaalde het tijdstip van voortzetting op vrijdagavond 8 uur. Kramer zette zich prompt op tijd achter het bord, maar zijn tegenstander verscheen niet. Tot ieders verbazing, want Gereben is een vechter tot het uiterste en een zeer correct sports man. Zijn klok werd aangezet en er volgde tijdsoverschrijding door Gereben. Dus een reglementaire winstpunt voor de Fries, dat nog dezelfde avond via de pers naar alle windstreken wereldkundig werd gemaakt. De volgende morgen meldde Gereben zich, klokslag half 10. Hij had begrepen, dat dit tijdstip was vastgesteld en was orttroost baar ,toen hij de nul op zijn score zag. Lei den in last, want het resterende tijd schema liet uitspelen te enen male niet meer toe. Kramer sprak het verlossende woord; hoewel het punt hem reeds was OOOOOOOOOOOOOOOOfvw vy YYYWWVV.500000000000000C LENGYEL Dit was blijkbaar de bedoeling van wits 14de zet. Het lijkt alsof zwart nu Ta8 of Tb7 moet spelen, gevolgd door 17) Rd4 en 18) Pd5 met initiatief voor wit. Maar Gei ler doorkruist het witte plan met een fraai kwaliteitsoffer op lange termijn. Uiteraard heeft de Rus niet alle nu komende verwik kelingen te voren berekend, maar dat hoef de ook niet. De grootmeester taxeert glo baal dat hij voor het materiaal voldoende kansen krijgt en spaart zijn energie voor de calculaties, welke aanstonds essentieel zullen blijken te zijn. 16) b5-b4! De mérites van deze zet worden voor een ge woon sterveling eerst in het vervolg dui delijk. 17) Ra7xb8 Wit neemt de uit daging aan; na een paardzet ware Rb5 ge volgd. 17) b4xc3. 18) Rb8-a7 c3xb2. 19) Tcl-c3 Beter dan 19) Tbl Da5! met aanval op Ra7 en pion a2 en bovendien Rb5 dreigende. De zwevende positie van Ra7 en de zwakte van a2 zijn algemene factoren, welke Geiler bij zijn taxatie mede in aanmerking nam. 19) d6-d5! Dit is de hoogst verrassende, zeer moeilijk te vinden pointe van de zwarte opzet, waar mede zwart ook langs de diagonaal f5-bl een woordje gaat medespreken. Tegen de samengebalde kracht van Rg7 Rf5 4- pion b2 is verweer bijzonder moeilijk. 20) e4xd5 De commentatoren voor zagen deze zet van de vraagteken, maar wij betwijfelen of zulks terecht was. Na het geadviseerde 20) Tb3 de4:. 21) Re4: Pe4:. 22) De4: Rf5. 23) De2 krijgt zwart met Da5 (dreigt zowel Da7: als Da2: terwijl b2-bl in de stelling blijft) prachtige kansen. 20) Rd7-f5. 21) Dd3-b5 Pf6xd5. 22) Tc3-c5 Pd5-c7. Weer verrassend. Na het voor de hand liggende Pc3 voorkomt wit met 23) Db2: het ergste. Met de tekstzet wint zwart weer een tempo. 23) Db5-b7 Pc7-e6. En nóg een, want nu zou na 24) Td5 sterk De8. 25) Tb5 (verhindert de dreiging Da4) Rd3! zijn gevolgd. Men ziet de geweldige activi teit van de zwarte lopers. 24) Tc5-b5 Rf5- d3. Dit lijkt hier minder ernstig dan in de zojuist aangegeven variant, omdat wit (nu de dame niet op e8 doch op d8 staat) de volgende parade tot zijn beschikking schijnt te hebben. 25) Tb5-d5 (25) Tdl Rb5:! met onmiddellijke winst). 25)RdSxflü Een schitterend dame-offer. 26) Td5xd8 Tf8xd8 en wit gaf het op omdat na 27) Rf 1 Tdl pionpromotie niet meer te pareren is. Schaak van wereldklasse! soooooooooooooooorooeoooooooocoeeoooooceooooooocooooceoo' H. WIERSMA (Leeuwarden) Zwart: 1 tot en met 9; 11 tot en met 17; 20 22 25. Wit': 24, 28, 29, 31, 32, 33, 36, 37, 40, tot en met 45. 47, 48, 49, 50. 11) 44-39? Deze zet brengt wit in moei lijkheden en zwart buit de fout meesterlijk uit. 11) '14-19. 12) 40-35 19x30. 13) 35x24 5-10. 14) 45-40 10-14. 15) 50-45 14-19. 16) 40-35 19x30. 17) 35x24 9-14. 18) 45-40 4-9. Wit moet de dreiging 22-27 31x22 13-19 en 8-13 slag naar 45 voorkomen. Dus moet 19) 31-26 22-27. 20) 32x21 16x27. Wit staat verloren. Op 28-23 volgt 14-19 27-31 en 18-22 met 12x45. De aanval met 14-19 enz. op 24 is niet te voorkomen. 21) 40-44 27-32. Een indringer. Op 28-23 volgt dam met 13-18 25-30 en 20-24 en 18x49. In de partij. 22) 28-22? 17x28. 23) 33x22 13-19. 24) 24x4 25-30. 25) 37x28 8-13. 26) 4x18 12x45 waar na wit opgaf. Na de zwakke opening een door zwart prachtig gespeelde partij! Voor liefhebbers in het oplossen van problemen volgen hier een tweetal vraag stukken van de heer D. Kleen te Heem stede. D. KLEEN, Heemstede >cccocc~ococpooecco: 0 Zwart: 4, 10, 13, 14, 17, 20, 24, 25, 26, 30, 32. Wit: 23, 31, 33, 35, 36, 39, 40, 41, 44, 50. D. KLEEN, Heemstede lOOOOOOCOCCOOOOOCC COCCC COOCOCCCCCZCOOOCCCCCOOOODCCOCOOCC Mr. Ed. Spanjaard De KNDB moedigt alle aangesloten clubs aan jeugd toernooien te organiseren. De eerste die dit jaar gehoor heeft gegeven aan de oproep is de damclub Hoogezand- Sappemeer en het is een goed geslaagd jeugdtoernooi geworden. Na de voorwed strijden won in de finale de jeugdkampioen van Nederland, de 15-jarige Tonny Sy brands uit Amsterdam. De eindstand van deze spannende finale was als volgt: 1. T. Sybrands, Amsterdam, 15 jaar, 8 punten; 2. H. Kolk, Sappemeer, 15 jaar, 6 punten; 3. H. de Witt, Groningen, 18 jaar, 5 punten; 4. H. Wiersma, Leeuwar den, 11 jaar, 5 punten; 5. B. Dokens, Hooge- zand, 15 jaar, 4 punten; 6. B. Hartog, Slochteren, 17 jaar, 2 punten. Zwart: 7, 9, 10, 15, 18, 36, 45. Wit: 21, 25, 28, 38, 39, 41, 50. Voor beide vraagstukken geldt: wit speelt en wint. In de rubriek van 23 januari plaatsten wij drie problemen ter oplossing, waar voor de heer A. Douma te Haarlem dam boeken ter beschikking had gesteld. De op lossingen luiden als volgt. No 1: zwart: 7, 8, 9, 10, 17, 21, 27. Wit: 24, 32, 34, 37, 38, 44, 47; wit wint door 37-31 47-41 24-20 20-15 en 15x31. No 2: zwart: 9, 12, 19, 22, 24, 27, 28; wit: 30, 34, 36, 37, 38, 41, 45. Wit wint door 36-31 37-32 32x3 en 3x39 met winststelling. No 3: zwart: 9, 17, 18, 19, 23, 35, 36; wit: 32, 33, 34, 38, 41, 42, 44; winst door 32-28 44-40. De volgende inzenders hebben om de damboeken geloot. Uit Lisse: J. A. van Hal. Uit Aalsmeer: N. C. Keessen. Uit IJmuiden: A. Blok, A. J. Prins, K. Verbaan, H. Holthuis, J. de Boer, J. Griet, W. L. van Dongen en P. v. Kroonenburg. Uit Haarlem: C. W. Moonen, C. Vrolijk, L. A. Vloemans, J. Luske, W. Bakker, G. M. Neuman, H. J. Heentergen, P. Mollema, A. F. Horeman. J. Kroon, P. Hagebout en J. Mensen. Na verloting van drie damboekjes, alle Russische clubbladen, beschikbaar gesteld door de heer A. Douma, Roemer Visscher- straat 249, Haarlem, zijn de volgende in zenders winnaars geworden: P. Hagebout, Kleverparkweg 132, Haarlem; 2. W. van rMWWVVWVVVVVVVVVVVVVVVVVVVVVWVVVVWVWWVVWVVVVVWWVVVVVWVVVVVVWV) HOUDT U van een precies kar wei dat bovendien een niet geringe mate van geduld vraagt? Indien u die vraag naar eer en geweten be vestigend kunt beantwoorden, zult u in staat zijn zelf voor uw kin deren een prachtige vlieger te ma ken. Dat garandeert u prettige uurtjes tijdens het produktieproces en volop genoegen in het vrije veld, als de vlieger trots de wijde lucht ingaat. IN ONS land is „vliegeren" een aangenaam tijdverdrijf voor kinde ren in heel wat Oosterse landen is het een sport, waaraan alleen vol wassenen te pas komen. Die leveren dan met hun vliegers vaak van wonderlijke vorm en kleur hele luchtgevechten. Dat vraagt grote bedrevenheid en stelt bijzondere eisen aan het materiaal van de vlie ger. Bovendien gebruiken zij een speciaal soort scherp snijdend touw. De kunst is namelijk het vlieger draad van de tegenstander door te snijden. Die sport beoefenen wij in Nederland niet. Desondanks is het oplaten van een zelfgemaakte vlie ger een bezigheid die kinderen en volwassenen menig prettig ogenblik bezorgt. ER BESTAAN vele modellen. Dat moet u goed voor ogen houden, om dat de keuze van het materiaal in niet geringe mate afhangt van de vraag of u een kruisvlieger gaat maken, een rechthoeker, een lan taarn, een Mexicaan, een roofvogel, een vlinder, een Keus genoeg dus. Het aardige boekje „Vliegers ma ken" van Cas Thepass wijst u in dat vliegerrijk uitstekend de weg, geeft allerlei nuttige aanwijzingen aan de hand van duidelijke werk tekeningen, kortom maakt van u op korte termijn een volleerd vlieger bouwer. Het geraamte van een vlieger moet u maken van hout. Parana pine en vurehout zijn niet zo sterk en buigzaam als bamboe. Daarover zou nog heel wat te SGhrijven zijn. Ook de prijs komt om de hoek kij ken. Vroeger gebruikte men vaak wilgetakken. Die zijn zeer buigzaam en kosten niets. Voor kleinere vor men is pitriet uitstekend geschikt. Het is in allerlei dikten verkrijg baar. Het mooiste materiaal voor een vliegergeraamte is bamboe. Het is sterk, veerkrachtig en bijzonder licht. Het kan gemakkelijk gesple ten worden. Het heeft een bezwaar. Bamboe is scherp en men snijdt er zich gemakkelijk aan. Over het al gemeen kan stevig dun paktouw ge bruikt worden voor spankoord, toom, het afbinden van de houtver bindingen van het geraamte en als vliegertouw zelf. In principe kan men elke vlieger met papier beplakken. Dat kan in allerlei felle kleuren voor enkele dubbeltjes per vel gekocht worden bij de papierhandel. Alleen als men met een vlieger bewegingseffecten wil bereiken, zoals bij een roof vogel moet men stof gebruiken. Ook bij het kiezen van het papier kunt u enkele kanten uit. U kunt gewoon krantenpapier gebruiken, bedrukt of onbedrukt. U kunt pa troonpapier kiezen licht en zeer sterk dat u zelf met vetkrijt van figuren kunt voorzien en u kunt vlie gerpapier kopen. Plakmiddelen zijn er te over. Over dat alles geeft Cas Thepass uitvoerige inlichtingen. Hij vertelt bovendien in enkele zinnetjes hoe de latjes van het geraamte op stevige wijze aan elkaar worden be vestigd, hoe er gezaagd moet wor den dat is minder eenvoudig dan het lijkt hoe men een knoop moet leggen en op welke wijzë twee lat jes in dezelfde vorm gebogen moe ten worden. VELE nuttige wenken zijn in het boekje verwerkt. Allerlei soorten vliegers krijgen hun eenvoudige be handeling. Niet, om u ertoe te brengen die modellen slaafs na te volgen, maar om u een inzicht te geven, wat voor mogelijkheden u hebt. Als de vaardigheid eenmaal is verworven en het inzicht is gewekt in de fijne kneepjes van het vlieger- bouwen, gaat u zelf uw weg zoeken. De vormen en versieringen die u voor de geest staan, kunnen dan in de praktijk uitgevoerd worden. Maar pas op: Ook het oplaten van een vlieger is niet zo eenvoudig als u zich toen u nog volslagen leek was, natuur lijk vroeger had voorgesteld. U dient, bijvoorbeeld, te weten hoe een vlieger van huis naar het open veld moet worden meegeno men. Als u dat verkeerd doet, is het met zoveel zorg en plezier gemaak te speelgoed reeds stuk voordat het lucht gezien heeft. Houdt de vlieger steeds zó, dat de wind tegen de voorkant ervan blaast. Dan wordt het papier of de stof tegen het ge raamte aan gedrukt, waardoor het tegen een heel forse windstoot kan. Bepaal uit welke hoek de wind waait, als u zover bent dat de start kan plaats vinden. Ga daarna mid den op dat veld staan met de wind in de rug. De help'er loopt van u af met de wind mee. Na enige tiental len meters gelopen te hebben laat hij de vlieger los. Als alles goed gaat en waarom zou het verkeerd gaan? gaat uw eigen produkt trots de wijde ruimte in. Als het wat stroef gaat, kunt u zelf wat achteruit lopen. U HEEFT kans dat de vlieger gaat duikelen. Dat kan verschillen de oorzaken hebben. De staart moet wat verlengd worden, hij moet wat boller gezet worden, of de lus in de toom zit te hoog. Duikelen kan meestal vrij snel verholpen worden. Pas op voor één ding. Probeer niet de vlieger op te laten, als u reeds hebt geconstateerd dat de neiging tot duikelen bestaat. U hebt dan immers grote kans dat de vlieger tegen de grond kapot slaat. Jam mer van het werk. Bovendien is dat een ervaring die u gemakkelijk de lust beneemt zich te bekwamen tot een all-round vliegerbouwer. „Vliegers maken" door Cas Thepass (Doe-reeks, nummer 6). Uitg. J. Muusses N.V. (60 pag., vele Illustraties en werk- ïnepass uitvoerige inlichtingen. Hij tekeningen). Dongen, IJmuiderstraatweg 98, IJmuiden; 3. J. A. van Hal, Gladiolenstraat 8, Lisse. De heer Douma onze hartelijke dank voor de damboeken, die inmiddels zijn ver zonden. Oplossingen en correspondentie te zen den aan het adres van de damredacteur, B. Dukel, Wük aan Zeeërweg 125, IJmui den. uoopjeep jsjnl azap ipeej -J3A qaop - uajajjnouieo aj. A\nojAua;jeq ufiz pp ;dooq uauiau a; pajip see ;aq jooa AtnojA ap pjoou ;ep dooq ap ut - uaqqaq ppadsagfiq uiapj ieem a-jsjaa ap ftq noz 'uaqqaq noz peqag g y ua;jeq 6;qoa|s pinz uat ui Jjzaq ijeeq ;p ptaq -ja^az pui pmz jeep 'AtnoiA ap do uapfius ;aoui ;sa^\ :SeejAaSp;jq do pjooAvjuy

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1965 | | pagina 19