Coen Visser
gestopt met
wielrennen
mm
Gerard Koel wil „macht" krijgen door
het zware
wielervak
op de weg
Amsterdammer begon als
fietsend speedway-rijder
i
GALOP
De Ruyter produceerde gave
serie van 12 tegen Popeyus
Wageningen - genoodzaakt tot
wijzigingen - naar Haarlem
Zoeteman weer
in EDO terug
S. Herfst held van simultaan
door overwinning op Botwinnik
licht en
geurig
RITMEESTER
Geboren voor het werk op
winterbanen zoals Post
Nieuwe selectie
waterpoloploeg
Matthews weer
in eerste elftal
ZATERDAG 6 FEBRUARI 1965
V
Geen specialiteit
Mijn doel
Jan Dassen
Judoploeg tegen Frankrijk
Jan Serpenti met jonge
renners in één ploeg
IJshockeyteam door
Denen verslagen (0-8)
v.
De 24-jarige automonteur Gerard Koel
kleurt als ik bij zijn ouders op de Jacob-
van hennepkade de combinatie Post-Koel
noem. „Ik durf er haast niet over te pra
ten. Ik weet dat het gerucht er is, dat
Peter mij als zijn toekomstige koppelge-
noot in zesdagen ziet. Maar dan zal ik hem
toch eerst moeten bewijzen, dat ik het
waard ben. Goed, ik heb dit seizoen op de
winterbanen 22 van de 25 wedstrijden waar
ik aan meedeed gewonnen. Allerlei wed
strijden: koppel-, afval- en omniumwed
strijden, maar die gaan nooit verder dan
een dertig kilometer. Op een zesdaagse
rijden ze niet minder dan 300 kilometer
per dag. Dat is wel wat anders. Daar heb
je een stuk meer macht voor nodig".
„Om die macht te krijgen, heb ik afgelo
pen zaterdag mijn laatste wedstrijd op een
winterbaan gereden. Ik ga het nu twee,
drie weken wat rustigjes aan doen om me
voor te bereiden op een zwaar wegseizoen.
Op de weg wil ik deze zomer zwaar gaan
werken, macht in de benen pompen, uitsla
gen halen. Lukt me dat laatste dan maak
Ik misschien een kans dat Peter serieus
aan me gaat denken. Eerder durf ik aan
dat gerucht geen waarde te hechten." Een
verlegen lach glijdt over zijn jongensachti
ge snuit als hij na even aarzelen vervolgt:
„Het is altijd al een wensdroom van me
geweest. Voor mij is Peter Post een idool,
hij is volgens mij de meest complete wiel
renner. Vroeger in de club „Ulysses",
toen ik daar als beginneling in kwam, was
Peter ook lid. Toen was-ie al een uitblin
ker, zag iedereen al tegen hem op. Ik hele
maal, toen hij een wagen kocht en die in
onze garage in onderhoud gaf. Hij kon aan
mij geen betere en zorgzamer monteur
krijgen. Al zijn prestaties volgde ik nauw
keurig. Later werd ik bevriend met zijn
jongere broer Fons, toen kwam ik dus al
regelmatig bij Peter thuis. Deze winter
mocht ik enkele keren met hem mee rijden
naar Antwerpen om in het sportpaleis te
trainen. Met mij heeft hij er nooit een
woord over gesproken, over dat samen
gaan rijden. Kan hij ook moeilijk, dat zou
maar verplichtingen scheppen. Trouwens
als ik Peters maat Fritz Pfenninger zie rij
den, dan kom ik nog heel wat te kort. Wel
heb ik net zo'n rijstijl als die Zwitser,
maar die knaap kan heel wat meer af
zien dan ik. Ik ben geen atleet, geen
krachtpatser, ik moet het van de souples
se hebben."
„Om te leren afzien, ga ik deze zomer
de weg op, wil ik alle koersen rijden, die
er maar te rijden zijn. Het zal enorm
zwaar voor me worden, maar het moet.
Voor ik naar Tokio ging, liep ik al met de
gedachte rond om profrenner te worden.
Maar ja, na Tokio, kwam er geen fabrieks-
man op me af. Logisch, wat had ik op de
weg laten zien? Niks. En die fabrieken zoe-
Coen Visser is met wielrennen gestopt.
De 26-jarige amateur uit Santpoort, enigs
lins teleurgesteld omdat hij vorig jaar
niet werd verkozen voor de ploeg voor de
wereldkampioenschappen en de Olympi
sehe Spelen, heeft onvoldoende animo om
dit seizoen weer in wedstrijden van de
amateurs uit te komen. De ambitie om
prof te worden is bij Visser, vorig seizoen
de regelmatigste amateur-renner van Ne
derland, nooit groot geweest.
Coen Visser, lid van de Beverwijkse
Renners Club Kennemerland zal dit jaar
de rijwielzaak van zijn vader over nemen
en de werkzaamheden die hem staan te
wachten eisen hem te veel op om als ren
ner actief te blijven.
„Dat Hollandse amateurtje wint hier bijna alles". De directeur van
het Antwerpse sportpaleis wijst op een tengere knaap, die behendig
door het peloton zigzagt, kwajongensachtig dartel zijn rondjes rent
en sierlijk, zonder zichtbare moeite het ene na het andere klassements
sprintje wint. „Wij zien „Koeltje" hier graag. Hij is steeds strijdlustig
en vinnig, rijdt bekeken en toch zeer spectaculair. Hij is bijzonder
rap en heeft lef. Een jongen geboren voor het werk op winterbanen,
zoals een Peter Post", mijmert de heer De Winter. „Dat zou een
zesdagenkoppel zijn Peter Post-Gerard Koel", merkt een Belgisch
journalist op. Verrast kijkt de heer De Winter hem aan. „Post-Koel",
herhaalt hij langzaam, alsaf hij de woorden proeft, „Post-Koel
ken sterke wegrenners in de eerste plaats.
Ik heb aardige successen gehaald 's zo
mers op de baan, geen daverende dingen,
maar als je naar de wereldkampioenschap
pen in Zurich, in Milaan, in Rocourt en in
Parijs wordt gestuurd door de bond, als je
bovendien de nationale kleuren mee moet
verdedigen op de Olympische Spelen, dan
ben je toch ook niet de eerste de beste prut
ser. Toch heb ik nu het gevoel, dat ik mijn
tijd op de banen verprutst heb, dat ik eer
der de weg had moeten kiezen. Maar ja,
zoiets gaat eigenlijk vanzelf, dat ligt er
aan hoe je begint. Eigenlijk ben ik als cy-
cle-speedway-er begonnen op dat kleine
baantje in Hilversum. Hier bij ons op de
kade woont Jan de Vreugd, vroeger een
goeie speedway - renner. Nu is hij
nog steeds starter bij speedway-races. Die
nam me eens mee naar Hilversum, zodoen
de.Nou zie je dat als iets wat weinig
met wielrennen te maken heeft. Dat was
alleen maar een kwestie van hard op een
scherpe bocht aanfietsen en er dan door
heen slippen. Hier in Amsterdam deden
we het op het grintplein om twee bomen
heen. Maar dat was altijd een ongeorgani
seerde bende. Toch wel leuk...."
,Op mijn vijftiende jaar ging ik wer
ken, kon dus toen een fiets verdienen, een
racefiets uit de etalage van Jaap van den
Berg, hier op de hoek. Daar heb ik wat
uren voor staan dromen. In '56 won ik als
adspirant twee wedstrijden. Toen dacht ik
al dat ik een wielrenner was...." Gerard
Koel glimlacht en stopt weer even. „Tja,
hoe gaat het dan, dan krijg je de ups en
de downs, die iedereen krijgt.-Dan vergaar
je moraal, zoals ze dat onder renners zeg
gen. Dan moet je doordrukken of er mee
stoppen. Welik druk nog steeds door,
hoewel ik nooit daverende uitslagen heb
gemaakt. Ik kan heel snel een gat maken
of een gat dichten, maar toch ben ik geen
echte achtervolger. Ik kan heel aardig een
klassementssprintje winnen, maar ben
geen pure sprinter. Ik heb eigenlijk geen
specialiteit. Het gekke is, dat mijn specia
liteit is, dat ik alles kan, behoorlijk kan.
Ik ben, zoals ze dat noemen een „all-roun-
der" en dat moet je zijn voor een zesdaag
se. Ik moet alleen nog meer leren afzien,,
sterker worden, misschien is er dan ee.n
toekomst voor mij als profrenner.
Denk niet dat ik een „zacht eitje" ben,
ook op de baan leer je afzien. Toen voor
de wereldkampioenschappen in Züvich,
moest ik met Jopie Nol ten selectiewed
strijden rijden om als derde man achter
Ad de Graaf en Piet van der Touw geselec
teerd te worden voor de sprint. De eerste
rit won ik, de tweede Joop, de (Óerde ik,
maar toen was er afgebeld, omd;at er iets
onregelmatigs was gebeurd. In de vierde
rit reed Joop plat, in de vijfde kreeg ik
een lekke band. Toen kwam de zesde
sprint. We reden in de bocht 'bijna tegen
de balustrade aan, zo hoog. Flap, ineens
ging ik onderuit, viel die hele betonbaan
langs, m'n linkerzij van
m'n oorlelletje tot m'n teen
één biefstuk. Een kwartier
later won ik de zevende rit
met overmacht. Ik heb al
eens een gescheurde pols
opgelopen, waar ik 11
maanden mee in het gips heb moeten
lopen en waarvoor ik afgekeurd ben
van militaire dienst. Twee jaar geleden
tuimelde ik in Antwerpen zodanig, dat
een heleboel mensen zeiden: Die zien we
nooit terug. Een paar weken later was ik
er weer".
„Na zoiets moet je zo gauw mogelijk
weer op de fiets stappen, anders kom je
er nooit weer op. Maar op de weg wil ik
proberen meer inhoud in mijn karkas te
krijgen. Dat heb ik nodig. Dat is mijn
doel, daar laat ik me door niets van af
brengen, 't Is heus niet makkelijk om
zoiets te zeggen en te doen. Vergeet niet,
dat De Graaf en Van der Touw beiden
prof. geworden zijn. Als sprinter heb ik
altijd in hun schaduw gereden. Dit jaar
heb ik dus de kans eindelijk eens een
nationale baantitel te krijgen. Misschien
grijp ik die sprinttitel ook wel, maar ik
ga er niet weer zoals vorige jaren maan
denlang voor trainen. Gangmaker Bertus
de Graaf wil mé achter de motor hebben.
Er zijn er meer die zeggen, dat daar voor
mij kansen liggen. Iemand heeft al ge
schreven, dat ik Jaap Oudkerk's voetspo
ren kan drukken, nu Jaap ook beroeps is
geworden. Misschien wel. Ik zal het heus
wel eens Proberen, ik wil het best pro
beren. maar ik ga niét maandenlang op
de baan achter motoren oefenen om te
gokken of ik in het stayersvak iets bereik.
Ik ga de weg op, koersen, koersen en nog
eens koersen. Niet meer denken aan
ploeg/achtervolgingen, hoe mooi die bron
zen medaille, die we Oudkerk, Schuu
ring;, Cornelisse en ik in Tokio wonnen
ook glinstert. Dat beschouw ik als de
krbon op mijn baanwerk, daarmee heb ik
een periode afgesloten, of eigenlijk heb ik
;öie periode zaterdag afgesloten na al die
overwinningen op de winterbanen. Meer
wedstrijden in een winterseizoen winnen,
dan ik nu gedaan heb, bestaat niet, dus
over een andere boeg."
De Nederlandse judoploeg, die zondag 28
februari in Marseille tegen Frankrijk uit
komt, is als volgt samengesteld: lichtge
wicht: Anton Linskens en Theo Klein; half
middengewicht: Manfred en Herbert Kuy-
pers; middengewicht: Jan Snijders en Joop
Mackay; halfzwaargewicht: Ernst Eug-
ster en Peter Snijders; zwaargewicht: Joop
Gouweleeuw en Willem Ruska. De ploeg
staat onder leiding van Anton Geesink.
Als Nederlandse scheidsrechter maakt
Wim Boersma de reis mee.
De wieleramateur Jan Serpentini uit
Wijk aan Zee, lid van de Beverwijkse
Renners Club Kennemerland, zal in het
komende seizoen deel uitmaken van de
fabrieksploeg voor amateurs, die bij het
Zaanse D.T.S. zijn oorsprong heeft ge
vonden. Acht renners zijn voor deze for
matie, een Nederlandse loot aan een Fran
se stam gecontracteerd.
Het zijn allen jonge renners, die
met uitzondering van de Alkmaarder
Harm Ottenbros vorig jaar nog niet bij
deze ploeg waren. Uit het noorden kwa
men Anne Koster en Henk Benjamins bi;
het team; verder maken er deel van uit
Jan Brink, Piet de Wit, Cees Stam en Leo
Visser.
De centrale waterpolotraining wordt op
27 februari in het sportfondsenbad-zuid te
Rotterdam onder leiding van Ruud van
Feggelen hervat. De wekelijkse conditie
training begint woensdag 10 februari in
het CIOS te Overveen en zal worden ge
leid door de heer Jelles.
Bij de spelers, die voor de training voor
de nationale ploeg zijn uitgenodigd, ont
breken zes Tokio-gangers. Het zijn de
keepers Henk Hermsen en Ben Kniest,
voorts Hans Muller, Wim van Spingelen,
Jan Bultman en Harry Vriend, die de
jeugdtraining voor zijn rekening gaat ne
men. Bram Leenards (DZV); Wim Vriend
(Y), Niek van der Zoet (ZIAN), Fred van
Dorp (AZPC) en Gerrit Wormgoor (UZSC)
maken opnieuw deel uit van de trainings -
ploeg, waarvoor verder zijn uitgenodigd:
F. de Vries (Neptunus Amersfoort), L.
Geutjes (Neptunus Amersfoort), J. Schmidt
(Meeuwen), H. Wouda (Meeuwen), E.
Kroon (Robben), H. Aalbèrts (DZV), S.
Ouwerkerk (HZPC), K. Tittel (HZPC), H.
van Ommen (PSV), J. Rohof (Thialf), H.
Parrel (LZC), G. van der Kol (RZC '90).
Stoke City heeft sir Stanley Matthews
opgesteld als rechtsbuiten in de vandaag
tegen Fulham te spelen wedstrijd voor de
eerste divisie.
Matthews, die maandag 50 geworden is
heeft als gevolg van een rugblessure het
gehele seizoen niet voor Stoke kunnen uit
komen.
Tony Waddington, de manager van Sto
ke City, zei dat hij sinds Matthews een
titel is gegeven, steeds gewacht heeft op
een gelegenheid Matthews op te stellen.
„Ik vind dit de juiste wedstrijd. Het ter
rein is door stro afgeschermd tegen vorst
Het zou wel heel hard moeten gaan vrie
zen wil ik op mijn besluit terugkomen"
zei Waddington, die 40.000 mensen ver
wacht, die Matthews in actie willen zien
Tegenover zich zal Matthews Jim Lang-
ley, een vroegere Engelse international,
vinden, die zelf reeds 36 is.
„Het zal een mooie gelegenheid worden,
maar ik zie in dat de menigte niet zal
komen om mij te zien. Ik heb in het ver
leden wel meer tegen Stan gespeeld. Hij
heeft mij het verschrikkelijk moeilijk ge
maakt'-.', aldus Langley.
Indien Matthews vandaag in het veld
verschijnt dan zal hij het record verbe
teren van Billy Meredith van Manches
ter City, die tot zijn negenenveertigste
jaar gespeeld heeft.
Advertentie
Het Nederlandse ijshockeyteam heeft
vrijdag in Tilburg met 0-8 verloren van
Denemarken. De tussenstanden van dit
door 4000 toeschouwers bijgewoonde duel
luiden: 0-4, 0-1, 0-3.
Het driebandenspel, dat op de eerste
dag van het toernooi om de nationale ti
tel in deze speisoort te Nijmegen onder
de korenmaat bleef en eigenlijk alleen
door de Brabander Jan Doggen in zijn
voile glorie werd getoond, is vrijdagmid
dag eerst goed uit de verf gekomen.
De één scheen niet voor de ander te wil
len onderdoen en het resultaat waren en
kele partijen van zeer hoog gehalte, waar
in excellente prestaties werden verricht,
zowel door de winnaars als door de ver
liezers. Want wanneer men verliest met
een moyenne van boven de 1, zoals Her
man Popeijus, dan hoeft men zich geens
zins te schamen. Ditzelfde gold voor de
kleine Bredenaar Tiest Brosens, die in de
eindsprint door Cees van Oosterhout werd
verslagen na vrijwel de gehele partij in
winnende positie te hebben gestaan. Zijn
moyenne was 0.920 dat menige winnaar
graag op zijn staat vermeld zal zien. Tot
de verliezers behoorde ook Jan Doggen,
de leider na de eerste dag, die moest on
dervinden dat de met zijn 54 levensjaren
inmiddels tot de veteranen behoren Jan
Sweering wel zijn haren maar nog niet
zijn „streken" heeft verloren.
De Amsterdammer die in zijn eerste
partij van het toernooi Van Oosterhout
het vuur na aan de schenen legde en daar
na eervol verloor van Henny de Ruiter,
(Van onze sportredactie)
Haarlem heeft de 'opstelling van het elf
tal, zoals dat tegen PEC een 3-0 overwin
ning behaalde voor morgen niet gewijzigd.
Dat betekent dat Jüerendregt (hij speelde
vorige week niet omdat voor een knietje
werd gevreesd), tiiu weer hersteld, en De
Oude (gepasseerd en speler van het twee
de geworden) morgen weer niet in Haar
lems eerste spelen. Wageningen, dat een
hoge ranglijstposi.tie te verdedigen heeft,
komt bij Haarle'm op bezoek. Voor het
overige gaan Haarlemse clubs naar ande
re verenigingen, RCH naar Heerenveen,
EDO naar Zwartemeer. Eredivisieclub
Telstar speelt in Breda tegen NAC.
Wageningen hfeeft lange tijd dit seizoen
met een constant elftal gespeeld, waarin
wijzigingen niet nodig waren. Enige we
ken terug is hierin verandering gekomen.
Linksbuiten Janssen moest worden vervan
gen omdat hij i.n vorm was teruggelopen.
Koevoet was vorige week in een vriend
schappelijke wedstrijd tegen Ajax zijn ver
vanger en hij stiaat ook morgen opgesteld.
Wageningen heeft voorts misschien niet de
beschikking over halfspeler Van der
Weert (enkelblessure) die Van Eyck als
eventuele vervanger heeft. De opstelling
van Wageningen is: Quint; Tanis; Martens,
Dielissen en Wijnbergen; Drost en N. N.
Jansen, Fiegeifi, Janssen en Koevoet.
Als voorwecSstrijd wordt gespeeld Haar
lem 2De V&lewijckers 2.
Telstar heeft nog geen definitieve sa-men.
stelling van de voorhoede. Trainer Mansell
kon Versluis niet opstellen, omdat de jon
ge Beverwijker wegens familieomstandig
heden buiten de lijnen blijft. Van Wijk
staat daardoor op de nominatie terug te
keren in het eerste elftal, maar zeker is
dat nog niet, aangezien met hem Van der
Kuil. De Vries, Beke, Kleef en Van Eg-
mond kandidaat voor een plaats in de
voorhoede zijn. Tegenstander NAC, dat
Telstar dit seizoen in Breda al eens heeft
ontmoet in een bekerwedstrijd (met het ge
ruchtmakende slot, waaraan Pirovano en
Brom lichte schorsingen over hielden)
mist zondag Visschers wegens een liesbles
sure. De opstelling van NAC is: Van
der Merwe; Van Gorp, Van Ierland, Mul
en Pelkmans; Luijten en Atie Graaumans;
Vermeulen, Groenewegen, Ad Graaumans
en Van Gastel.
Wim Zoeteman speelt zondag weer in het
eerste van EDO mee. Weliswaar is het ge
zichtsvermogen van deze rechtsbuiten nog
niet helemaal zoals het was voor het onge
luk, dat hij in de wedstrijd tegen ZFC
kreeg, maar er bestaat geen medisch be
zwaar tegen voetballen. De Winter ont
breekt nog; hij mag voorlopig veertien
dagen niet spelen in verband met een drei
gend voetbalknietje. Krooder behield dus
zijn plaats, Spiers stond die af (aan Zoe
teman). Zwartemeer heeft overigens gro
tere zorgen dan de Haarlemmers. Griep
en blessures houden vier spelers buiten de
lijnen. Vooral met betrekking tot Schutte,
Zwartemeers beste speler, is dat ongunstig
voor de club uit Drente. De opstelling van
Zwartemeer is door het absent zijn van
Schutte (en van Scholten, Meijer en Voo-
ren) een moeilijk te vormen zaak gewor
den. Het Zwartemeer-bestuur heeft dan
ook besloten niet voor zondag een beslis
sing over het elftal te nemen.
Haarlem (thuis tegen Wageningen):
Van Heeswijk; Wentink en Duwel;
Boom, Kroon en Duijster; Clavan, Peijs,
Steur, Vreeken en Jonker.
Telstar (uit tegen NAC): Stuy; Lip-
tak, Kort, Althof en Pirovano; Brom,
voor de overige plaatsen wordt een keus
gemaakt uit: Van der Kuil, De Vries,
Beke, Kleef, Van Egmond en Van Wijk.
RCH (uit tegen Heerenveen): Van der
Meeren; Blokker en Honout; Doesselaar
Mussche en Euwes; Hendriks, Dahrs,
Maslo, Nanai en Meijer.
EDO (uit tegen Zwartemeer): Amama;
Disselköter, Van der Putten, Koster en
Berends; Wiertz en Mul; Zoeteman,
Koek, Krooder en Peters.
Heerenveen is ook al gedwongen inval
lers op te stellen. RCH, dat zondag naar
deze Friese club trekt, heeft echter ook
niet het sterkste elftal. Bij de Friezen zijn
Huitema, Krist en Kussendrager afwezig,
Huitema en Krist door blessures, Kussen
drager door militaire dienst. Boerema ver
vangt Huitema al geruime tijd; Bosma
en Boer spelen dankzij het niet spelen
van Krist en Kussendrager voor de eerste
maal dit seizoen. Bosma na een afwezig
heid van tien maanden (gebroken been)
en Boer (jeugdspeler) maakt zijn debuut
in het hoogste elftal van Heerenveen. RCH
heeft nog niet de beschkking over doel
man Van der Schilden en spil Van der
Brink. Meijer daarentegen is in het elftal
teruggekeerd.
had het toen reeds bekeken: „er zit voor
mij" ook' wel winst 'in "dit toernooi.
Hij heeft zijn woorden al spoedig in da
den omgezet.een serie van 7 in zijn 9e
beurt, waarmee hij op Doggen een voor
sprong nam van 16-5 moet hem zo in zijn
zelfvertrouwen hebben gesterkt, dat hij is
kunnen doorgaan. Over nu echter naar de
grote triomfators van de derde ronde:
Henny de Ruiter en Cees van Oosterhout,
die beiden met Teegelaar ook de derde
ronde ongeslagen doorkwamen. Het ver
haal van Teegelaar is gauw verteld, daar
de met veel zwaar geschut operende
Stikkelman, wiens zweepslagen als zeven
klappers uiteenspatten, toch aan kunde
veel te kort schoot om de lichte cavale
rie van Teegelaar te kunnen overmeeste
ren. Het werd echter toch een vrij lang
duel van 75 beurten, waarin Teegelaar
recht op de overwinning afging.
Minder spannend in zijn ontwikkeling,
maar krachtig qua spel was het tweege
vecht tussen titelhouder Henny de Ruyter
en de oudkampioen Herman Popeijus. Tot
en met de 21ste beurt lagen de kansen ge
lijk: 24-24, doch toen rees Henny de Ruy
ter boven zichzelf uit. In zijn 22ste beurt
kwam De Ruyter, die deze middag alles
met het ivoor scheen te kunnen en schier
geen problemen kende tot een prachtige
serie van 12 die beslissend was. Doggen
herstelde zich in de avonduren tegen Po
peijus, na voortdurend de leiding te heb
ben gehad. Het leek voor Doggen een rui
me overwinning te worden, doch Pope
ijus kwam een op een gegeven moment
gevaarlijk opzetten, juist in een periode
waarin de Brabander niets meer scheen
te gelukken. Stikkelman kon ook Van Oos
terhout niet bedreigen, al had de Amster-
dammer het in het
begin
ook
nu
weer
moeilijk.
46
75
4
0.613
60
75
4
0.800
58
63
8
0.920
Van Oosterhout
60
63
7
0.952
60
60
7
1.000
48
60
4
0.800
60
47
12
1.276
51
47
4
1.085
40
70
4
0.571
Van Oosterhout
60
70
5
0.857
60
68
7
0.882
57
68
6
0.838
60
77
5
0.779
43
77
3
0.558
60
62
6
0.967
41
62
3
0.661
1. Teegelaar 8 0.909
2. De Ruyter
3. Van Oosterhout
4. Doggen
5. Sweering
6. Popeijus
7. Brosens
8. Stikkelman
0.892
0.761
0.930
0.767
0.800
0.692
0 0.632
Botwinnik tijdens de simultaan in Haarlem.
In de lunchroom van V D in Haar
lem is gisteravond een simultaanwedstrijd
gespeeld waaraan door 196 schaakenthou
siasten is deelgenomen. De oud-wereld-
kampioen, de Russische grootmeester dr.
ir. M. M. Botwinnik nam 25 borden voor
zijn rekening. Daarbij had hij als van
ouds een uitgelezen gezelschap schakers
tegenover zich. Hij slaagde er dan ook
niet in één of meerdere spelers in de
opening te overrompelen. Toch viel het
eerste slachtoffer al na een goed uur spe
len. De tweede was de Oosten-speler F.
O. van Maanen, de enige die vorig jaar
de Russische crack een nederlaag wist toe
te brengen. In 20 zetten zat Van Maanen
in een onontkoombare houtgreep. De
held van deze wedstrijd werd S. Herfst.
Hij bracht een schitterend torenoffer dat
5 zetten later in mat resulteerde. En daar
mee was dan de traditie voortgezet dat
Botwinnik in Haarlem altijd één partij
verliest. Vier heren slaagden erin hem een
remise af te dwingen. Deze „toekomstige
grootmeesters" waren de heren W. Vroom,
K. Steijn, P. A. van Driel en R. van
Tienhoven.
De meest opvallende score bereikte do
Deense grootmeester Bent Larsen. Hij had
45 tegenstanders en stond er slechts 3
een remise toe (R. Mol, L Spaanenburg
en C. J. Slagter). De overige partijen zette
hij in winst om! De eerste winstpartij
boekte hij reeds na enkele minuten in 6
zetten.
De wat vermoeide Salo Flohr, wellicht
de meest ervaren simultaanspeler ter we
reld kwam tot 40 winstpartijen, liet vier
maal remise toe (W. Boom, S. Fris, G.
van Oppen en P. Pancras) en liet zich
slechts door F. Tollenaar „de les" lezen,
Th. D. van Scheltinga speelde 37 partijen
waarvan hij 28 wist te winnen, vijfmaal
remise toestond en verloor van M. Jans
sen, J. Henrichs, K. Nederkoorn en J. v.d.
Plas. Niet minder dan 44 schakers boden
B. J. Withuis tegenstand. De Amsterdam
mer won 39 partijen en speelde de ande
re remise.