Coen Visser gestopt met wielrennen mm Gerard Koel wil „macht" krijgen door het zware wielervak op de weg Amsterdammer begon als fietsend speedway-rijder i GALOP De Ruyter produceerde gave serie van 12 tegen Popeyus Wageningen - genoodzaakt tot wijzigingen - naar Haarlem Zoeteman weer in EDO terug S. Herfst held van simultaan door overwinning op Botwinnik licht en geurig RITMEESTER Geboren voor het werk op winterbanen zoals Post Nieuwe selectie waterpoloploeg Matthews weer in eerste elftal ZATERDAG 6 FEBRUARI 1965 V Geen specialiteit Mijn doel Jan Dassen Judoploeg tegen Frankrijk Jan Serpenti met jonge renners in één ploeg IJshockeyteam door Denen verslagen (0-8) v. De 24-jarige automonteur Gerard Koel kleurt als ik bij zijn ouders op de Jacob- van hennepkade de combinatie Post-Koel noem. „Ik durf er haast niet over te pra ten. Ik weet dat het gerucht er is, dat Peter mij als zijn toekomstige koppelge- noot in zesdagen ziet. Maar dan zal ik hem toch eerst moeten bewijzen, dat ik het waard ben. Goed, ik heb dit seizoen op de winterbanen 22 van de 25 wedstrijden waar ik aan meedeed gewonnen. Allerlei wed strijden: koppel-, afval- en omniumwed strijden, maar die gaan nooit verder dan een dertig kilometer. Op een zesdaagse rijden ze niet minder dan 300 kilometer per dag. Dat is wel wat anders. Daar heb je een stuk meer macht voor nodig". „Om die macht te krijgen, heb ik afgelo pen zaterdag mijn laatste wedstrijd op een winterbaan gereden. Ik ga het nu twee, drie weken wat rustigjes aan doen om me voor te bereiden op een zwaar wegseizoen. Op de weg wil ik deze zomer zwaar gaan werken, macht in de benen pompen, uitsla gen halen. Lukt me dat laatste dan maak Ik misschien een kans dat Peter serieus aan me gaat denken. Eerder durf ik aan dat gerucht geen waarde te hechten." Een verlegen lach glijdt over zijn jongensachti ge snuit als hij na even aarzelen vervolgt: „Het is altijd al een wensdroom van me geweest. Voor mij is Peter Post een idool, hij is volgens mij de meest complete wiel renner. Vroeger in de club „Ulysses", toen ik daar als beginneling in kwam, was Peter ook lid. Toen was-ie al een uitblin ker, zag iedereen al tegen hem op. Ik hele maal, toen hij een wagen kocht en die in onze garage in onderhoud gaf. Hij kon aan mij geen betere en zorgzamer monteur krijgen. Al zijn prestaties volgde ik nauw keurig. Later werd ik bevriend met zijn jongere broer Fons, toen kwam ik dus al regelmatig bij Peter thuis. Deze winter mocht ik enkele keren met hem mee rijden naar Antwerpen om in het sportpaleis te trainen. Met mij heeft hij er nooit een woord over gesproken, over dat samen gaan rijden. Kan hij ook moeilijk, dat zou maar verplichtingen scheppen. Trouwens als ik Peters maat Fritz Pfenninger zie rij den, dan kom ik nog heel wat te kort. Wel heb ik net zo'n rijstijl als die Zwitser, maar die knaap kan heel wat meer af zien dan ik. Ik ben geen atleet, geen krachtpatser, ik moet het van de souples se hebben." „Om te leren afzien, ga ik deze zomer de weg op, wil ik alle koersen rijden, die er maar te rijden zijn. Het zal enorm zwaar voor me worden, maar het moet. Voor ik naar Tokio ging, liep ik al met de gedachte rond om profrenner te worden. Maar ja, na Tokio, kwam er geen fabrieks- man op me af. Logisch, wat had ik op de weg laten zien? Niks. En die fabrieken zoe- Coen Visser is met wielrennen gestopt. De 26-jarige amateur uit Santpoort, enigs lins teleurgesteld omdat hij vorig jaar niet werd verkozen voor de ploeg voor de wereldkampioenschappen en de Olympi sehe Spelen, heeft onvoldoende animo om dit seizoen weer in wedstrijden van de amateurs uit te komen. De ambitie om prof te worden is bij Visser, vorig seizoen de regelmatigste amateur-renner van Ne derland, nooit groot geweest. Coen Visser, lid van de Beverwijkse Renners Club Kennemerland zal dit jaar de rijwielzaak van zijn vader over nemen en de werkzaamheden die hem staan te wachten eisen hem te veel op om als ren ner actief te blijven. „Dat Hollandse amateurtje wint hier bijna alles". De directeur van het Antwerpse sportpaleis wijst op een tengere knaap, die behendig door het peloton zigzagt, kwajongensachtig dartel zijn rondjes rent en sierlijk, zonder zichtbare moeite het ene na het andere klassements sprintje wint. „Wij zien „Koeltje" hier graag. Hij is steeds strijdlustig en vinnig, rijdt bekeken en toch zeer spectaculair. Hij is bijzonder rap en heeft lef. Een jongen geboren voor het werk op winterbanen, zoals een Peter Post", mijmert de heer De Winter. „Dat zou een zesdagenkoppel zijn Peter Post-Gerard Koel", merkt een Belgisch journalist op. Verrast kijkt de heer De Winter hem aan. „Post-Koel", herhaalt hij langzaam, alsaf hij de woorden proeft, „Post-Koel ken sterke wegrenners in de eerste plaats. Ik heb aardige successen gehaald 's zo mers op de baan, geen daverende dingen, maar als je naar de wereldkampioenschap pen in Zurich, in Milaan, in Rocourt en in Parijs wordt gestuurd door de bond, als je bovendien de nationale kleuren mee moet verdedigen op de Olympische Spelen, dan ben je toch ook niet de eerste de beste prut ser. Toch heb ik nu het gevoel, dat ik mijn tijd op de banen verprutst heb, dat ik eer der de weg had moeten kiezen. Maar ja, zoiets gaat eigenlijk vanzelf, dat ligt er aan hoe je begint. Eigenlijk ben ik als cy- cle-speedway-er begonnen op dat kleine baantje in Hilversum. Hier bij ons op de kade woont Jan de Vreugd, vroeger een goeie speedway - renner. Nu is hij nog steeds starter bij speedway-races. Die nam me eens mee naar Hilversum, zodoen de.Nou zie je dat als iets wat weinig met wielrennen te maken heeft. Dat was alleen maar een kwestie van hard op een scherpe bocht aanfietsen en er dan door heen slippen. Hier in Amsterdam deden we het op het grintplein om twee bomen heen. Maar dat was altijd een ongeorgani seerde bende. Toch wel leuk...." ,Op mijn vijftiende jaar ging ik wer ken, kon dus toen een fiets verdienen, een racefiets uit de etalage van Jaap van den Berg, hier op de hoek. Daar heb ik wat uren voor staan dromen. In '56 won ik als adspirant twee wedstrijden. Toen dacht ik al dat ik een wielrenner was...." Gerard Koel glimlacht en stopt weer even. „Tja, hoe gaat het dan, dan krijg je de ups en de downs, die iedereen krijgt.-Dan vergaar je moraal, zoals ze dat onder renners zeg gen. Dan moet je doordrukken of er mee stoppen. Welik druk nog steeds door, hoewel ik nooit daverende uitslagen heb gemaakt. Ik kan heel snel een gat maken of een gat dichten, maar toch ben ik geen echte achtervolger. Ik kan heel aardig een klassementssprintje winnen, maar ben geen pure sprinter. Ik heb eigenlijk geen specialiteit. Het gekke is, dat mijn specia liteit is, dat ik alles kan, behoorlijk kan. Ik ben, zoals ze dat noemen een „all-roun- der" en dat moet je zijn voor een zesdaag se. Ik moet alleen nog meer leren afzien,, sterker worden, misschien is er dan ee.n toekomst voor mij als profrenner. Denk niet dat ik een „zacht eitje" ben, ook op de baan leer je afzien. Toen voor de wereldkampioenschappen in Züvich, moest ik met Jopie Nol ten selectiewed strijden rijden om als derde man achter Ad de Graaf en Piet van der Touw geselec teerd te worden voor de sprint. De eerste rit won ik, de tweede Joop, de (Óerde ik, maar toen was er afgebeld, omd;at er iets onregelmatigs was gebeurd. In de vierde rit reed Joop plat, in de vijfde kreeg ik een lekke band. Toen kwam de zesde sprint. We reden in de bocht 'bijna tegen de balustrade aan, zo hoog. Flap, ineens ging ik onderuit, viel die hele betonbaan langs, m'n linkerzij van m'n oorlelletje tot m'n teen één biefstuk. Een kwartier later won ik de zevende rit met overmacht. Ik heb al eens een gescheurde pols opgelopen, waar ik 11 maanden mee in het gips heb moeten lopen en waarvoor ik afgekeurd ben van militaire dienst. Twee jaar geleden tuimelde ik in Antwerpen zodanig, dat een heleboel mensen zeiden: Die zien we nooit terug. Een paar weken later was ik er weer". „Na zoiets moet je zo gauw mogelijk weer op de fiets stappen, anders kom je er nooit weer op. Maar op de weg wil ik proberen meer inhoud in mijn karkas te krijgen. Dat heb ik nodig. Dat is mijn doel, daar laat ik me door niets van af brengen, 't Is heus niet makkelijk om zoiets te zeggen en te doen. Vergeet niet, dat De Graaf en Van der Touw beiden prof. geworden zijn. Als sprinter heb ik altijd in hun schaduw gereden. Dit jaar heb ik dus de kans eindelijk eens een nationale baantitel te krijgen. Misschien grijp ik die sprinttitel ook wel, maar ik ga er niet weer zoals vorige jaren maan denlang voor trainen. Gangmaker Bertus de Graaf wil mé achter de motor hebben. Er zijn er meer die zeggen, dat daar voor mij kansen liggen. Iemand heeft al ge schreven, dat ik Jaap Oudkerk's voetspo ren kan drukken, nu Jaap ook beroeps is geworden. Misschien wel. Ik zal het heus wel eens Proberen, ik wil het best pro beren. maar ik ga niét maandenlang op de baan achter motoren oefenen om te gokken of ik in het stayersvak iets bereik. Ik ga de weg op, koersen, koersen en nog eens koersen. Niet meer denken aan ploeg/achtervolgingen, hoe mooi die bron zen medaille, die we Oudkerk, Schuu ring;, Cornelisse en ik in Tokio wonnen ook glinstert. Dat beschouw ik als de krbon op mijn baanwerk, daarmee heb ik een periode afgesloten, of eigenlijk heb ik ;öie periode zaterdag afgesloten na al die overwinningen op de winterbanen. Meer wedstrijden in een winterseizoen winnen, dan ik nu gedaan heb, bestaat niet, dus over een andere boeg." De Nederlandse judoploeg, die zondag 28 februari in Marseille tegen Frankrijk uit komt, is als volgt samengesteld: lichtge wicht: Anton Linskens en Theo Klein; half middengewicht: Manfred en Herbert Kuy- pers; middengewicht: Jan Snijders en Joop Mackay; halfzwaargewicht: Ernst Eug- ster en Peter Snijders; zwaargewicht: Joop Gouweleeuw en Willem Ruska. De ploeg staat onder leiding van Anton Geesink. Als Nederlandse scheidsrechter maakt Wim Boersma de reis mee. De wieleramateur Jan Serpentini uit Wijk aan Zee, lid van de Beverwijkse Renners Club Kennemerland, zal in het komende seizoen deel uitmaken van de fabrieksploeg voor amateurs, die bij het Zaanse D.T.S. zijn oorsprong heeft ge vonden. Acht renners zijn voor deze for matie, een Nederlandse loot aan een Fran se stam gecontracteerd. Het zijn allen jonge renners, die met uitzondering van de Alkmaarder Harm Ottenbros vorig jaar nog niet bij deze ploeg waren. Uit het noorden kwa men Anne Koster en Henk Benjamins bi; het team; verder maken er deel van uit Jan Brink, Piet de Wit, Cees Stam en Leo Visser. De centrale waterpolotraining wordt op 27 februari in het sportfondsenbad-zuid te Rotterdam onder leiding van Ruud van Feggelen hervat. De wekelijkse conditie training begint woensdag 10 februari in het CIOS te Overveen en zal worden ge leid door de heer Jelles. Bij de spelers, die voor de training voor de nationale ploeg zijn uitgenodigd, ont breken zes Tokio-gangers. Het zijn de keepers Henk Hermsen en Ben Kniest, voorts Hans Muller, Wim van Spingelen, Jan Bultman en Harry Vriend, die de jeugdtraining voor zijn rekening gaat ne men. Bram Leenards (DZV); Wim Vriend (Y), Niek van der Zoet (ZIAN), Fred van Dorp (AZPC) en Gerrit Wormgoor (UZSC) maken opnieuw deel uit van de trainings - ploeg, waarvoor verder zijn uitgenodigd: F. de Vries (Neptunus Amersfoort), L. Geutjes (Neptunus Amersfoort), J. Schmidt (Meeuwen), H. Wouda (Meeuwen), E. Kroon (Robben), H. Aalbèrts (DZV), S. Ouwerkerk (HZPC), K. Tittel (HZPC), H. van Ommen (PSV), J. Rohof (Thialf), H. Parrel (LZC), G. van der Kol (RZC '90). Stoke City heeft sir Stanley Matthews opgesteld als rechtsbuiten in de vandaag tegen Fulham te spelen wedstrijd voor de eerste divisie. Matthews, die maandag 50 geworden is heeft als gevolg van een rugblessure het gehele seizoen niet voor Stoke kunnen uit komen. Tony Waddington, de manager van Sto ke City, zei dat hij sinds Matthews een titel is gegeven, steeds gewacht heeft op een gelegenheid Matthews op te stellen. „Ik vind dit de juiste wedstrijd. Het ter rein is door stro afgeschermd tegen vorst Het zou wel heel hard moeten gaan vrie zen wil ik op mijn besluit terugkomen" zei Waddington, die 40.000 mensen ver wacht, die Matthews in actie willen zien Tegenover zich zal Matthews Jim Lang- ley, een vroegere Engelse international, vinden, die zelf reeds 36 is. „Het zal een mooie gelegenheid worden, maar ik zie in dat de menigte niet zal komen om mij te zien. Ik heb in het ver leden wel meer tegen Stan gespeeld. Hij heeft mij het verschrikkelijk moeilijk ge maakt'-.', aldus Langley. Indien Matthews vandaag in het veld verschijnt dan zal hij het record verbe teren van Billy Meredith van Manches ter City, die tot zijn negenenveertigste jaar gespeeld heeft. Advertentie Het Nederlandse ijshockeyteam heeft vrijdag in Tilburg met 0-8 verloren van Denemarken. De tussenstanden van dit door 4000 toeschouwers bijgewoonde duel luiden: 0-4, 0-1, 0-3. Het driebandenspel, dat op de eerste dag van het toernooi om de nationale ti tel in deze speisoort te Nijmegen onder de korenmaat bleef en eigenlijk alleen door de Brabander Jan Doggen in zijn voile glorie werd getoond, is vrijdagmid dag eerst goed uit de verf gekomen. De één scheen niet voor de ander te wil len onderdoen en het resultaat waren en kele partijen van zeer hoog gehalte, waar in excellente prestaties werden verricht, zowel door de winnaars als door de ver liezers. Want wanneer men verliest met een moyenne van boven de 1, zoals Her man Popeijus, dan hoeft men zich geens zins te schamen. Ditzelfde gold voor de kleine Bredenaar Tiest Brosens, die in de eindsprint door Cees van Oosterhout werd verslagen na vrijwel de gehele partij in winnende positie te hebben gestaan. Zijn moyenne was 0.920 dat menige winnaar graag op zijn staat vermeld zal zien. Tot de verliezers behoorde ook Jan Doggen, de leider na de eerste dag, die moest on dervinden dat de met zijn 54 levensjaren inmiddels tot de veteranen behoren Jan Sweering wel zijn haren maar nog niet zijn „streken" heeft verloren. De Amsterdammer die in zijn eerste partij van het toernooi Van Oosterhout het vuur na aan de schenen legde en daar na eervol verloor van Henny de Ruiter, (Van onze sportredactie) Haarlem heeft de 'opstelling van het elf tal, zoals dat tegen PEC een 3-0 overwin ning behaalde voor morgen niet gewijzigd. Dat betekent dat Jüerendregt (hij speelde vorige week niet omdat voor een knietje werd gevreesd), tiiu weer hersteld, en De Oude (gepasseerd en speler van het twee de geworden) morgen weer niet in Haar lems eerste spelen. Wageningen, dat een hoge ranglijstposi.tie te verdedigen heeft, komt bij Haarle'm op bezoek. Voor het overige gaan Haarlemse clubs naar ande re verenigingen, RCH naar Heerenveen, EDO naar Zwartemeer. Eredivisieclub Telstar speelt in Breda tegen NAC. Wageningen hfeeft lange tijd dit seizoen met een constant elftal gespeeld, waarin wijzigingen niet nodig waren. Enige we ken terug is hierin verandering gekomen. Linksbuiten Janssen moest worden vervan gen omdat hij i.n vorm was teruggelopen. Koevoet was vorige week in een vriend schappelijke wedstrijd tegen Ajax zijn ver vanger en hij stiaat ook morgen opgesteld. Wageningen heeft voorts misschien niet de beschikking over halfspeler Van der Weert (enkelblessure) die Van Eyck als eventuele vervanger heeft. De opstelling van Wageningen is: Quint; Tanis; Martens, Dielissen en Wijnbergen; Drost en N. N. Jansen, Fiegeifi, Janssen en Koevoet. Als voorwecSstrijd wordt gespeeld Haar lem 2De V&lewijckers 2. Telstar heeft nog geen definitieve sa-men. stelling van de voorhoede. Trainer Mansell kon Versluis niet opstellen, omdat de jon ge Beverwijker wegens familieomstandig heden buiten de lijnen blijft. Van Wijk staat daardoor op de nominatie terug te keren in het eerste elftal, maar zeker is dat nog niet, aangezien met hem Van der Kuil. De Vries, Beke, Kleef en Van Eg- mond kandidaat voor een plaats in de voorhoede zijn. Tegenstander NAC, dat Telstar dit seizoen in Breda al eens heeft ontmoet in een bekerwedstrijd (met het ge ruchtmakende slot, waaraan Pirovano en Brom lichte schorsingen over hielden) mist zondag Visschers wegens een liesbles sure. De opstelling van NAC is: Van der Merwe; Van Gorp, Van Ierland, Mul en Pelkmans; Luijten en Atie Graaumans; Vermeulen, Groenewegen, Ad Graaumans en Van Gastel. Wim Zoeteman speelt zondag weer in het eerste van EDO mee. Weliswaar is het ge zichtsvermogen van deze rechtsbuiten nog niet helemaal zoals het was voor het onge luk, dat hij in de wedstrijd tegen ZFC kreeg, maar er bestaat geen medisch be zwaar tegen voetballen. De Winter ont breekt nog; hij mag voorlopig veertien dagen niet spelen in verband met een drei gend voetbalknietje. Krooder behield dus zijn plaats, Spiers stond die af (aan Zoe teman). Zwartemeer heeft overigens gro tere zorgen dan de Haarlemmers. Griep en blessures houden vier spelers buiten de lijnen. Vooral met betrekking tot Schutte, Zwartemeers beste speler, is dat ongunstig voor de club uit Drente. De opstelling van Zwartemeer is door het absent zijn van Schutte (en van Scholten, Meijer en Voo- ren) een moeilijk te vormen zaak gewor den. Het Zwartemeer-bestuur heeft dan ook besloten niet voor zondag een beslis sing over het elftal te nemen. Haarlem (thuis tegen Wageningen): Van Heeswijk; Wentink en Duwel; Boom, Kroon en Duijster; Clavan, Peijs, Steur, Vreeken en Jonker. Telstar (uit tegen NAC): Stuy; Lip- tak, Kort, Althof en Pirovano; Brom, voor de overige plaatsen wordt een keus gemaakt uit: Van der Kuil, De Vries, Beke, Kleef, Van Egmond en Van Wijk. RCH (uit tegen Heerenveen): Van der Meeren; Blokker en Honout; Doesselaar Mussche en Euwes; Hendriks, Dahrs, Maslo, Nanai en Meijer. EDO (uit tegen Zwartemeer): Amama; Disselköter, Van der Putten, Koster en Berends; Wiertz en Mul; Zoeteman, Koek, Krooder en Peters. Heerenveen is ook al gedwongen inval lers op te stellen. RCH, dat zondag naar deze Friese club trekt, heeft echter ook niet het sterkste elftal. Bij de Friezen zijn Huitema, Krist en Kussendrager afwezig, Huitema en Krist door blessures, Kussen drager door militaire dienst. Boerema ver vangt Huitema al geruime tijd; Bosma en Boer spelen dankzij het niet spelen van Krist en Kussendrager voor de eerste maal dit seizoen. Bosma na een afwezig heid van tien maanden (gebroken been) en Boer (jeugdspeler) maakt zijn debuut in het hoogste elftal van Heerenveen. RCH heeft nog niet de beschkking over doel man Van der Schilden en spil Van der Brink. Meijer daarentegen is in het elftal teruggekeerd. had het toen reeds bekeken: „er zit voor mij" ook' wel winst 'in "dit toernooi. Hij heeft zijn woorden al spoedig in da den omgezet.een serie van 7 in zijn 9e beurt, waarmee hij op Doggen een voor sprong nam van 16-5 moet hem zo in zijn zelfvertrouwen hebben gesterkt, dat hij is kunnen doorgaan. Over nu echter naar de grote triomfators van de derde ronde: Henny de Ruiter en Cees van Oosterhout, die beiden met Teegelaar ook de derde ronde ongeslagen doorkwamen. Het ver haal van Teegelaar is gauw verteld, daar de met veel zwaar geschut operende Stikkelman, wiens zweepslagen als zeven klappers uiteenspatten, toch aan kunde veel te kort schoot om de lichte cavale rie van Teegelaar te kunnen overmeeste ren. Het werd echter toch een vrij lang duel van 75 beurten, waarin Teegelaar recht op de overwinning afging. Minder spannend in zijn ontwikkeling, maar krachtig qua spel was het tweege vecht tussen titelhouder Henny de Ruyter en de oudkampioen Herman Popeijus. Tot en met de 21ste beurt lagen de kansen ge lijk: 24-24, doch toen rees Henny de Ruy ter boven zichzelf uit. In zijn 22ste beurt kwam De Ruyter, die deze middag alles met het ivoor scheen te kunnen en schier geen problemen kende tot een prachtige serie van 12 die beslissend was. Doggen herstelde zich in de avonduren tegen Po peijus, na voortdurend de leiding te heb ben gehad. Het leek voor Doggen een rui me overwinning te worden, doch Pope ijus kwam een op een gegeven moment gevaarlijk opzetten, juist in een periode waarin de Brabander niets meer scheen te gelukken. Stikkelman kon ook Van Oos terhout niet bedreigen, al had de Amster- dammer het in het begin ook nu weer moeilijk. 46 75 4 0.613 60 75 4 0.800 58 63 8 0.920 Van Oosterhout 60 63 7 0.952 60 60 7 1.000 48 60 4 0.800 60 47 12 1.276 51 47 4 1.085 40 70 4 0.571 Van Oosterhout 60 70 5 0.857 60 68 7 0.882 57 68 6 0.838 60 77 5 0.779 43 77 3 0.558 60 62 6 0.967 41 62 3 0.661 1. Teegelaar 8 0.909 2. De Ruyter 3. Van Oosterhout 4. Doggen 5. Sweering 6. Popeijus 7. Brosens 8. Stikkelman 0.892 0.761 0.930 0.767 0.800 0.692 0 0.632 Botwinnik tijdens de simultaan in Haarlem. In de lunchroom van V D in Haar lem is gisteravond een simultaanwedstrijd gespeeld waaraan door 196 schaakenthou siasten is deelgenomen. De oud-wereld- kampioen, de Russische grootmeester dr. ir. M. M. Botwinnik nam 25 borden voor zijn rekening. Daarbij had hij als van ouds een uitgelezen gezelschap schakers tegenover zich. Hij slaagde er dan ook niet in één of meerdere spelers in de opening te overrompelen. Toch viel het eerste slachtoffer al na een goed uur spe len. De tweede was de Oosten-speler F. O. van Maanen, de enige die vorig jaar de Russische crack een nederlaag wist toe te brengen. In 20 zetten zat Van Maanen in een onontkoombare houtgreep. De held van deze wedstrijd werd S. Herfst. Hij bracht een schitterend torenoffer dat 5 zetten later in mat resulteerde. En daar mee was dan de traditie voortgezet dat Botwinnik in Haarlem altijd één partij verliest. Vier heren slaagden erin hem een remise af te dwingen. Deze „toekomstige grootmeesters" waren de heren W. Vroom, K. Steijn, P. A. van Driel en R. van Tienhoven. De meest opvallende score bereikte do Deense grootmeester Bent Larsen. Hij had 45 tegenstanders en stond er slechts 3 een remise toe (R. Mol, L Spaanenburg en C. J. Slagter). De overige partijen zette hij in winst om! De eerste winstpartij boekte hij reeds na enkele minuten in 6 zetten. De wat vermoeide Salo Flohr, wellicht de meest ervaren simultaanspeler ter we reld kwam tot 40 winstpartijen, liet vier maal remise toe (W. Boom, S. Fris, G. van Oppen en P. Pancras) en liet zich slechts door F. Tollenaar „de les" lezen, Th. D. van Scheltinga speelde 37 partijen waarvan hij 28 wist te winnen, vijfmaal remise toestond en verloor van M. Jans sen, J. Henrichs, K. Nederkoorn en J. v.d. Plas. Niet minder dan 44 schakers boden B. J. Withuis tegenstand. De Amsterdam mer won 39 partijen en speelde de ande re remise.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1965 | | pagina 9