ONTWIKKELING IN AUTOTECHNIEK Interieur nog vatbaar voor verbetering ©RAI Spider met wankelmotor DE VROUW BEÏNVLOEDT DE FABRIKANT VAN AUTO'S SKODA Nil LEVERBAAR VOOR f 5450 - DE NIEUWE SK0DA1000MB 1000MB stand 36 ww Kort nieuws STRIJD ACHTER DE SCHERMEN MASSAVERVOER personenauto's WOENSDAG 17 FEBRUARI 1965 DE GOUDEN RAI 17 NOKKENAS AUTOMATISCH COMFORT BAGAGE GOUDEN 18 t/m 28 FEBRUARI VEILIGHEID VENTILATIE Knoppen EEN VEILIGE KEUZE Het kiezen van een auto in de vijfduizendgulden-klasse is gemakkelijker geworden. Omdat u nu voor f 5450 een auto koopt die royaal is én zuinig, sportief én veilig, modern én degelijk, luxueus én praktisch - de nieuwe SKODA 1000MB. Een ideale auto met opmerkelijke eigenschappen: pittig van karakter (120 km/u, van 0-80 km/u in 14 sec.), plezierig te hanteren (volledige synchronisatie, hydraulisch bediende koppeling, ,,vingertop"-pookschakeling), bijzonder koersvast (laag zwaartepunt, gunstige gewichtsverdeling, 43% vóór 57% achter), enorm remvermogen (remoppervlak 770 cm2) en 'n uniek interieur (verstelbaar tot o.a. 1 of 2 slaapbanken en hele of halve laadvloer). Maak eens een gratis proefrit! H. ENGLEBERT N.V. - D0BBEWEG-VOORSCHOTEN -TELEFOON 01717-2010 (vervolg) Comfort Vering Sub-dealer: Garage M. BAKKER, Rozenstraat, Haarlem, telefoon 21275 Hoofddealer: VERBEEK n.v., Bloemend.weg 1-9, Bloetnendaal, telefoon 52301 (vervolg) !l!UI!fli!lll!W«ll""1Hl!l|lllllllll Huidige personenauto heeft een betrouwbare werking IN HET ALGEMEEN kan men zeg gen dat de betrouwbaarheid van de huidige auto op een hoog peil ligt. De 73 merken die samen zo'n tweehonderd verschillende autotypen voor hun reke ning nemen, geven hun wagens een be trouwbare werking mee, die niet alleen geldt voor de grote, dure auto's maar zeker ook voor de kleine personen wagen. Er zijn Europese wagens te koop die In betrouwbaarheid en levensduur een vooroorlogse Amerikaan evenaren. Hoewel de auto nog steeds kan worden gebruikt bij de overbrugging van grote afstanden, begint de belangstelling voor het vliegtuig en de trein steeds grotere vormen aan te nemen. Maar de technische ontwikkeling die de auto in de loop der tijden heeft doorgemaakt, zorgde ervoor dat de auto zijn belangrijke plaats in onze maatschappij behield. De eisen die aan dit vervoermiddel werden gesteld kwamen echte hoger te liggen, en de voorwaarden die de constructeurs zich stelden hielden hier natuurlijk gelijke tred mee. Zo stegen de toerentallen en de com- pressieverhoudingen en raakte men voorshands niet uitgekeken op de vele vormen die de verbrandingskamer kan meekrijgen. De hogere toerentallen stelden voorts hun eisen aan het „draaiende gedeelte" en het klepmechanisme. De vijfmaal ge lagerde krukas die doorbuiging on mogelijk maakte kwam in trek. Te gelijkertijd wenste men grotere kleppen die een betere vullingsgraad bewerkstel ligden, waardoor de fabrikant van smeer oliën weer tot wanhoop werd gebracht. Verbetering van het ene onderdeel brengt nu eenmaal logisch problemen voor an dere onderdelen met zich mee. TENSLOTTE VOND men de tot nu toe beste oplossing voor de geëiste hogere toerentallen: een bovenliggende nokken- as. Het grote verschil tussen de ,,ge- bruiksmotor" en de sportmotor blijkt nu voor een groot deel zijn te verdwenen. Het monteren van een ander inlaatspruit- stuk en een extra carburateur is meestal voldoende om tot hogere prestaties te komen. De kostbare sportmotoren die in be perkte mate nog wel worden gebouwd, zijn dan ook vervangen door de Ameri kaanse V-8-motoren, die zelden moeten worden voorzien van zo'n extra carbura teur om de gewenste (hoge) snelheid te kunnen ontwikkelen. Ofschoon per liter motorinhoud grote p.k.-aantallen worden bereikt, blijkt de luchtkoeling niet al gemeen te worden toegepast. De meeste automerken houden het op de waterkoeling, waarbij men echter het koelsysteem met expansievat nog weinig ziet. Een vat van doorzichtig plastic ver dient hier aanbeveling, zodat controle mogelijk is. DE BELANGSTELLING voor de ver vangingsbrandstof naast benzine (die nu bijna vijfmaal de vooroorlogse prijs vergt) blijft bestaan. Het rijden van een groot aantal kilometers per jaar is hierbij wel een vereiste. Interessant is de kwestie van de auto- Het Zweedse merk Saab toont hier hoe in zijn modellen de veiligheid voorop staat. matische transmissie. Negentig percent van het aantal auto's in Amerika bezit een automatische bak, maar hoewel de Europese fabrikanten van automatische versnellingsbakken hebben gezegd, dat zij „klaar staan" voor de grote toeloop, is deze tot nu toe uitgebleven. In Europa, waar in sommige delen de verkeersintensiteit groter is dan in Amerika, blijkt de automobilist nog een zekere schuwheid aan de dag leggen voor de automatische bak. Naast de meerprijs die soms aan de hoge kant is speelt lier wellicht een psychologische factor mee: men moet nog wennen aan het idee dat de automatiek vaak beter een mense lijke handeling kan overnemen. ZIJN DIT voor vele automobilisten nog zuiver technische zaken, waarmee men zich zo weinig mogelijk wenst in te laten; er bestaat een eis die iedere autobezitter in meer of mindere mate aan zijn wagen stelt: comfort. Doel van de autofabrikant is, de be zitter van de wagen zo veel mogelijk comfort mee te geven. De oneffenheden van het wegdek en gevoel van de voor waartse beweging die de auto nu eenmaal aan de passagiers geeft, dienen zoveel mogelijk te worden opgevangen. De enkele zitting voor komt meer en meer in trek, terwijl men achterin nog een algemene toepassing van de bank vindt. Er wordt reclame gemaakt met het feit, dat er achter drie personen kunnen zitten, maar voor de middelste is dit niet altijd even prettig. De koker boven de transmissie-as vergalt voor deze passa gier vaak het plezier van het autorijden. De zittingen achter zijn bovendien niet zelden slecht gevormd, waarbij komt dat de hoofdruimte vaak beperkt is. Een opklapbare armleuning kan voor de passagiers achterin van veel nut zijn: bij horizontale bewegingen van het voer tuig ontvangt het lichaam dan meer steun. HOE MEER DE AUTO in de particu liere sector wordt verkocht, des te ster ker wordt de behoefte aan bagageruimte. Bij enkele Europese kleinere auto's blijft voor de bagage, als vier volwassenen van 75 kilo worden vervoerd, niet meer dan veertig a vijftig kilo over. Bij de middenklasse-auto's wordt dit al gauw het dubbele. Overigens doet de constructeur er ver standig aan, de kofferruimte niet te royaal te nemen opdat de belasting geen na delige gevolgen kan uitoefenen op ban den, veren en wegligging. Weergave van de kofferruimte in liters of kubieke meters geeft vaak een onjuist beeld van de beschikbare ruimte. Balken, wielkasten en zeer vaak de reserveband, nemen een behoorlijke hap uit de als groot aangeprezen koffer. IN DE BANDENINDUSTRIE tracht men door het gebruik in de loopvlakken van een bepaald soort rubber de „grip" op de weg te verstevigen. „Spikes" in sommige banden binden voorts de strijd aan tegen sneeuw en ijs. Het ziet er naar uit dat de radiaal of gordelband die vele fabrieken al in hun produktieprogramma hebben opge nomen een grotere toepassing gaan krijgen. Aan deze band wordt een levens duur van 70.000 a 75.000 kilometer toe geschreven en een besparing op het ben- zinegebruik. Bovendien neemt de popu lariteit van het asymmetrische loopvlak toe. De nieuwste M+S-banden bezitten reeds een dergelijk loopvlak, dat aan één kant meer rubber bevat. Vooral bij de M+S-banden bleken de noppen aan de buitenrand veel te slijten, zodat men ze ging vervangen door een min of meer gesloten ring. Een logische maatregel als men bedenkt dat de buiten zijde van de banden, die de grootste cirkel beschrijven, het zwaarst belast worden. Hoewel de hier besproken ontwikke lingen natuurlijk alle mede de veiligheid dienen, biedt vooral het auto-interieur nog vele kansen voor de nauwgezette ontwerper. Pininfarina is er zo één. Hij schiep de Sigma, een auto met alle mogelijke snufjes die de veiligheid van de inzittenden ten goede kwamen. Hij schonk onder andere aandacht aan het feit dat de motor bij een frontale botsing een eindweegs de cabine indringt. Om dit te voorkomen ontwierp hij een plaat tussen motorruimte en cabine. Nu blijken frontale botsingen over het algemeen met een dermate grote kracht te gebeuren, dat zelfs zo'n tussenschot niet voldoende weerstand biedt. Vooral de auto die de motor achterin heeft zitten, is kwetsbaar van voren. Een juiste plaat sing van het reservewiel kan in noodge vallen wellicht nog beperkte uitkomst brengen. Een benzinetank voorin blijft een minder goede oplossing. Er zijn trouwens in de auto van van daag hoe betrouwbaar en comfortabel deze ook mag zijn nog enige minder goede oplossingen verwerkt. Een van de grootste boosdoeners is wel het draaibare ventilatieruitje, dat bij be paalde standen een indrukwekkende fluit toon kan voortbrengen. Het geopende ventilatieruitje kan bovendien een va cuüm in de wagen scheppen, waardoor koude lucht van buiten via deurnaden en andere openingen naar binnendringt. Vooral de passagiers achter klagen dan vaak over koude voeten en tocht. Peu geot en Citroën lieten het ventilatie- raampje reeds vallen, maar andere mer ken handhaven dit nog, ondanks de twee luchtopeningen links en rechts in het riashhnard. DE VROUW achter het stuur is geen uitzondering meer. Naar schatting gaat van iedere drie afgegeven nieuwe rijbewijzen er één naar de vrouw. Trouwens men behoeft op de weg maar om zich heen te kijken om te kunnen constateren hoe de vrouw reeds vertrouwd is met de auto. De invloed die de vrouw uitoefent in de tekenkamer is eveneens gestegen. Bewust houdt de autofabrikant re kening met zijn vrouwelijke klan ten en eigenlijk bezit hij alleen maar vrouwen als klanten. Hoewel onder 't verkoop contract meestal de signatuur van de man staat, is het veelal de vrouw die hem weliswaar lief maar onwrikbaar zeker naar het autotype dirigeert dat haar behaagt. In Amerika richt de argumentering in de autoreclame zich dan ook ge heel tot het vrou welijke publiek, waarbij alle regis ters van de tactiek der „verborgen ver leiding" worden opengetrokken. Met suc ces. Want in Detroit werden in 1964 een miljoen wagens meer verkocht, dan in het voorafgaande jaar. Het is de per sonenauto trouwens aan te zien, dat de vrouw zich met hem heeft bemoeid. De carrosserieën werden gesloten, de kleur zwart maakte meer en meer plaats voor andere kleuren, de rugleuningen werden verstelbaar gemaakt, er kwamen handige vakjes voor boodschappen en schoenen met hoge hakken. Kortom: het werd mevrouw en daarmee ook meneer, steeds meer naar de zin gemaakt. ER IS OP DIT GEBIED nog wel het een en ander te verbeteren. Nog steeds zijn er onvindbare knoppen onder 't dash board waarmee de motorkap kan worden ontsloten. Nog steeds houdt een haakje in de omgeving van de modderige en smerige radiotorgrille de motorkap op zijn plaats en nog steeds blijkt de portier- knop aan de binnenzijde juist op die plaats te zitten waar mevrouw liever een steuntje voor de elleboog had gezien. Maar goed Keulen en Aken zijn niet op een dag gebouwd en tenslotte moet er aan zo'n interieur toch nog wat te knut selen blijven. Nu de vrouwen eenmaal het spiegeltje achterop de zonneklep hebben, zal de rest er ook wel komen. De Bond Equippe G.T. 4 S 2 2. ER BESTAAT in de hedendaagse auto mobielindustrie een sterke tendentie de personenauto te voorzien van een carros serie die zich zowel leent voor het ver voer van personen als voor het vervoer van goederen. De stationcar, combi, Break of hoe deze modellen nog meer mogen heten komt sterk naar voren, waarbij vooral uit Frankrijk, Italië, Duitsland en Engeland interessante aanbiedingen komen. Advertentie Eindelijk zal het Nederlandse publiek dan in de gelegen heid worden gesteld de N.S.U. Spider met wankelmotor te zien. Op stand 39 wordt de Spider ge- exposeerd. Deze in- troduktie van de wagen in ons land, valt dan in dezelfde maand waarin de eerste Spiders met wankelmotor in Nederland zullen worden ingevoerd. In Duitsland heeft men al geruime tijd ervaring kunnen opdoen met deze revolutio naire motor. Een ervaring die on getwijfeld gunstig is verlopen, an ders zou de fabriek deze stap over de grens wellicht nog wel even hebben uitgesteld. Nu ook de Nederlandse markt openstaat voor de wankelmotor, is dit een voortgang op de lange weg die N.S.U. reeds met de ontwikke ling en produktie van deze motor heeft afgelegd. De schepper Felix Wankel werkte reeds sinds 1929 aan zijn idee, maar pas nadat hij in 1951 bij N.S.U. in dienst trad kreeg hij in velerlei opzicht de armslag die hij nodig had om zijn ontwerpen uit te werken en te rea liseren. In 1957 draaide reeds een model, een jaar later gevolgd door het proefdraaien van de wankel motor zoals wij die nu kennen. De voordelen van deze motor bestaan hoofdzakelijk uit een ruime gewichtsbesparing, de be wegende delen zoals wij die bij de „klassieke" motor kennen zijn ver dwenen. De motor is daardoor ge ruislozer geworden en haalt hogere toerentallen. Hierbij een doorzichtig kijkje op de wankelmotor, zoals hij is ge monteerd in de Spider. reëel gevaar voor de Europese fabrieken. In Europa onderkent men echter deze infiltratie en als afweermiddel volgt een sluiting van de gelederen. De Westduitse combinatie Volkswagen-Daimler Benz (Auto Union) vormt een goed voorbeeld van dit „halt en front maken". VOORAL IN DE KLASSE TUSSEN DE VIJF EN zes mille trachten Amerikanen en Europeanen te overtroeven door het aanbieden van zoveel mogelijk comfort tegen een zo laag mogelijke prijs. Com fort, dat wil zeggen, bewegingsruimte in de auto. Daar staat tegenover dat de huidige automobiel gezien de ontwikke ling in het verkeer en de steeds drukker wordende steden, weer minder ruimte in dit verkeer zal moeten innemen. Twee tegenstrijdige eigen dus: zo veel mogelijk ruimte binnenin, gecombineerd met een zo bescheiden mogelijke omvang. MAAR DE AUTOFABRIKANTEN KUNNEN ER NIET omheen een oplos sing voor dit ontwerpprobleem te vinden. De massa heeft nu eenmaal haar eisen en wie massamotorisering stimuleert moet rekening houden met deze verlangens. Daarom dus: groot van binnen, klein van buiten. Daarom dus: leuningen en kussens, aangepast aan de lichaamsvormen, daar om dus: verwarming en air-conditioning. De eisen die de veiligheid stelt raken aan de verlangens die het comfort be treffen. Grote ramen, schijfremmen en een goede vering. Wat dit laatste betreft staat Citroen nog steeds aan de top. Al moet gezegd worden dat de hydrolastic vering van de Austins en de Morris het resultaat van het vermaarde Franse sy steem evenaart. „show stalen". Pas een jaar later werd de beroemde T-ford in om land geïmporteerd. AMERIKA BLEEF zich toeleggen op populaire modellen, Europa be kommerde zich meer om exclusieve staaltjes van carrosseriebouw (Bu- gatti). De enige die in ons wereld deel de concurrentie van de Ameri kanen op een succesvolle wijze het hoofd kon bieden was André Citroën die in 1919 zijn eerste auto bouwde. Met de groei van het autopark hield de uitbreiding van Rai-tentoon- stellingsruimte gelijke tred. Het complex aan de Ferdinand Bolstraat werd vergroot, het oorspronkelijke semi-permanente gebouw bleek een „blijvertje". OOK IN TECHNISCH opzicht bo den de tentoonstellingen het beeld van een gestage vooruitgang. De zei cilinder motor kwam in trek met als voordelen een geruislozer en ge lijkmatiger werking, maar onder in vloed van de crisis moest het auto rijden toch goedkoper worden. De auto's werden dus sneller, lichter, lager en.zuiniger. De vier ci linder won terrein en de tijd was rijp voor de twee cilinder tweetakt die DKW in de dertiger jaren intro duceerde. De 25ste (zilveren) Rai- tentoonstelling in 1936 gaf een ge trouw beeld van deze ontwikkeling. Hoewel in Amerikc de autoproduk- tie aanzienlijk daalde, verminderde de vraag naar auto's in Europa slechts in beperkte mate. De Ame rikanen stichtten hun dochteronder nemingen op het continent en vaag werd reeds het beeld zichtbaar van de Amerikaanse en Europese auto industrie zoals wij dat thans kennen. De vereniging Rai groeide met haar tijd mee en zij begon zich bezig te houden met dié zaken, die niet recht streeks verband hielden met auto's en andere voertuigen, zonder echter dat deze zaken er geheel los van stonden. Na de Tweede Wereldoorlog zette de Rai deze werkzaamheden voort en evenmin als in voorgaande jaren bleef het succes uit. Daarvan getui gen het nieuwe Ral-gebouw aan het Éuropaplein en de reeks exposities rondom de auto (zoals de nog jonge Autovak-exposities) die er regelma tig worden gehouden. De eerste na-oorlogse Rai-tentoon- stelling wordt in april 1948 geopend nadat er een moeizame reorganisa tie van het apparaat aan is vooraf gegaan. Maar er wordt onmiddellijk succes geboekt. De Europese auto fabrikanten voorzien in 'n groeiende vraag naar kleinere auto's en het duurt niet lang of hun vooruitziende blik wordt beloond. De doorbraak naar de massamotorisatie komt in 1950 en de Rai ondervindt er de ge volgen van. De tentoonstellingsruim te wordt te klein en men begint de bedrijfsvoertuigen te scheiden van de personenauto's. Beide exposities blijken succesvol. Als dan in 1961 prins Bernhard het nieuwe reusach tige tentoonstellingsgebouw aan het Europaplein heeft geopend, kan de Rai zich nog beter dan voorheen wij den aan de taken die zij op zich heeft genomen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1965 | | pagina 17