Hervormd «gereformeerd gesprek De kerk en de industriële wereld m Kerkelijke gemengde huwelijken in proefschrift besproken Geen solliciterende dominees in de hervormde kerk Internationale hulp Automatisering ZATERDAG 20 FEBRUARI 1965 Erbij PAGINA TWEE ZA Ds. D. ter Steege Vragen Pastoraat Synode In volle gang Interkerkelijk ]ac. P. Looyen r1 -•-:.G3§r. 'V- V y *'v r-v t SiMIIll! Gevolgen Stellingen Bij de uitgeverij Boekencentrum te 's-Gravenhage is een dezer dagen een geschrift verschenen, dat op verzoek van de Generale Synode is gereed gemaakt door de hervormde raad voor het verband met andere kerken. Dit boekje is de synode aangeboden en na bespreking werd het besluit genomen om het uit te geven als hulpmiddel bij gesprekken, die hier en daar gevoerd worden tussen kerkeraden en ge meenteleden over de onderlinge betrekkingen tussen de hervormde en gereformeerde kerken. De synode spreekt in een voorwoord van het boekje „Hervormd-Gereformeerd gesprek" de hoop uit, dat dit geschrift de kerkeraden aan leiding mag geven om in eigen kring én samen met de gereformeerde kerkeraden over de hier behandelde onder werpen zich te beraden. Ook voor kringen van gemeente leden wordt het aanbevolen. Er zijn in het recente verleden tus sen de hervormden en de gereformeer den op synodaal niveau tot driemaal toe besprekingen gehouden, maar deze hebben weinig tastbare resultaten opge leverd. Het kwam in 1959 zelfs zover, dat na de laatste gesprekken-ronde de afgevaardigden van beide synoden hun activiteiten staakten, omdat zij in de verdere voortzetting van de contacten weinig perspectief zagen. In 1962 sloe gen negen hervormde en negen gere formeerde predikanten alarm. Naar hun mening is het gescheiden naast el kaar bestaan van de beide kerken niet langer duldbaar, speciaal met het oog op de evangelisatiearbeid onder de bui tenkerkelijken. Dat deze oproep bij dui zenden gehoor vond werd zichtbaar tij dens een spectaculair congres in de Jaarbeurshallen te Utrecht. Het bleef niet bij deze manifestatie, want onder de indruk en de invloed van de „achttien" ontstonden overal in het l^nd plaatselijke contacten tussen her vormde en gereformeerde kerkeraads- leden en gemeenteleden. De hervormde synode juicht deze ont wikkeling van harte toe en in het hier bij aangekondigde boekje geeft zij een principiële uiteenzetting van de huidige stand van zaken. Veranderingen Binnen de muren van de hervormde kerk vond een belangrijk gebeuren plaats door de invoering van de nieuwe kerkorde. Daarbij werd de oude organi satievorm aan de kant geschoven en de hervormde kerk diende zich nu aan als een Christus belijdende volkskerk die in de moderne samenleving wil staan, zich bewust van haar apostolaire taak. Ook in de gereformeerde kerken kwa men wijzigingen voor zowel op bijbels als dogmatisch terrein. Het nieuw-testa- mentische kerklied werd ingevoerd, de belangstelling voor de oecumene groeide, er kwam meer openheid voor de moderne cultuur. Met dit alles is het besef gegroeid, dat de hervormde en de gereformeerde kerken, afstammend van de reformatie van Calvijn, twee lo ten zijn van één stam. In „Hervormd- Gereformeerd gesprek" wordt dit laat ste aspect in een afzonderlijk hoofd stuk nader uitgewerkt. Van één familie De gemeenschappelijke achtergrond van beide kerken komt in zeer wezen lijke onderdelen van de kerkelijke op vattingen aan het licht. Beide kerken erkennen de Bijbel als het hoogste gezag. Beide kerken belijden openbaring te zijn van de éne katholieke kerk. Beide kerken hebben dezelfde belij denisgeschriften. Beide kerken ontplooien bijzondere activiteiten ten aanzien van de evan gelisatie. Beide kerken hebben belangrijke punten van overeenstemming met betrekking tot de eredienst en de kerkorde. Beide kerken hebben eenzelfde sa cramentsopvatting. Beide kerken tonen een grote verant woordelijkheid op het terrein van de zending, De lijst van wat beide kerken ge meenschappelijk bezitten is indrukwek kend, maar de hervormde synode sluit in dit geschrift 't oog niet voor verschil len. Zij is echter de mening toegedaan dat deze verschillen niet als tegenstel lingen beschouwd moeten worden, maar eerder als aanvullingen. Dit standpunt wordt op verscheidene punten toege licht en wel op de terreinen van het kerkbegrip, het apostolaat, de belijde nis, de toepassing van de tucht, de soli dariteit met de wereld en de openheid naar de oecumene. In al deze opzichten hebben de beide kerken elkaar iets te bieden en kan de opvatting van de één een correctie betekenen voor de ander. Perspectieven De synode van de hervormde kerk acht het een uitermate verblijdend ver den als de gereformeerden het verlan gen naar kerkelijke eenheid groeit. Zij verheugt zich over de gesprekken die onderling worden gevoerd, maar tege lijk wijst zij erop dat deze gesprekken nooit vrijblijvend mogen zijn. Hoe nodig en nuttig deze gesprekken ook zijn, het mag daarbij niet blijven. Samen-spre ken moet verbonden zijn met samen- handelen. „Men hoede zich voor twee eenzijdigheden, namelijk een samen- spreken zender samen-handelen (zulk een gesprek wordt vaak steriel en we reldvreemd) en een samen-handelen zonder samen-spreken (met een opper vlakkig activisme is niets gewonnen)". Gaarne zou de synode zien dat lan delijk en plaatselijk het overleg tussen gen, dat er samenwerking komt op dia conaal en maatschappelijk terrein, dat het evangelisatiewerk en het jeugdwerk gemeenschappelijk ter hand genomen worden. Verder wordt er gewezen op het gezamenlijk gebruik van de kerkgebou wen. „Ook dient onderzocht te worden langs welke wegen wij kunnen komen tot kanselruil, terwijl wij gelovend in en vertrouwend op de Heilige Geest die in onze kerken werken wil, vol ver langen uitzien naar het ogenblik, dat de leden van onze kerken zich vereni gen rondom dezelfde avondmaalstafel". Met een zeer dringend beroep wordt dit deel van het synodale geschrift be sloten: samengaan van hervormden en gereformeerden zal voor ons volk van de allergrootste betekenis kunnen zijn, want de gescheidenheid vormt een ern stig beletsel voor de verkondiging van Jezus Christus in deze wereld. „Wij kunnen het ons eenvoudig niet meer veroorloven de gescheidenheid langer te laten voortduren dan strikt noodzakelijk is. De tijd is voorbij, waarin wij kunnen menen als afzonder lijke kerken tegen de ons van Christus- wege gestelde taken opgewassen te zijn. Om Christus' wil doen wij daarom beide kerken een vaste vorm zou krij- een dringend beroep op allen die in bei de kerken als ambtsdrager of als ge meentelid mede verantwoordelijkheid dragen voor het leven der kerk en de verkondiging van haar boodschap. Laten zij alles doen wat mogelijk is om te komen tot grotere samenwerking en uiteindelijke hereniging van de Her vormde Kerk en de Gereformeerde Ker ken. Wij mogen elkaar aanvaarden, omdat Christus ons allen heeft aan vaard en ons het ambt der verzoening in deze wereld heeft opgedragen." mnanmwnnmrn Lange tijd trof men in de gerefor meerde kerken verhoudingsgewijs weinig industriële arbeiders aan. Be hoorde, volgens de laatste volkstelling, 47 percent van de Nederlandse be roepsbevolking tot de arbeiders in ambacht en industrie, in de gerefor meerde kerken haalden zij niet meer dan 35.4 percent. Maar dit verandert. In de grote industriegebieden stijgt onder de jeugdige arbeiders het per centage gereformeerden. In de grote volksverhuizing, die de laatste jaren binnen ons land op gang kwam, heb ben de gereformeerden een levendig aandeel. En niet alleen de arbeiders. In een plaats als Spijkenisse, waar veel ruimte was voor de nieuwe middenstand, kwam het percentage gereformeerden in de bevolking op ruim twaalf percent. Dit is bijna het dubbele van het landsgemiddelde, dat volgens de volkstelling 6.60 percent is. Veel jongeren van 't platteland trek ken naar de industriegebieden. De ge reformeerde kerk van Enschede groei de van duizend tot vierduizend leden. Maar in een gemeente als Nieuw Weer- dinge zakte het ledental van duizend tot vierhonderd. In Drachten echter groei de de gereformeerde kerk in enkele ja ren zo sterk, dat zij in plaats van twee nu zes predikanten heeft. Ook hier is het weer de industrie, die de mensen aantrok. In de kerk luisteren de nieuwe bewo ners: zou de dominee iets weten van wat ik in de week beleef? De industrie verandert de samenleving. Er is thans welvaart voor velen. Dit weerspiegelt zich in de stijging van de collecte-op brengsten, al bleef het percentage, dat men van z'n inkomen voor de kerk af zondert, nog steeds gelijk. Meer loon, vrije weekenden, televisie, buitenlandse vakantiereizen: alles bleek mogelijk door de industrialisatie, 't Hele levens patroon verandert. Maar ook de vragen stapelen zich op. Kan ik in de grote industrie volop mens zijn of ben ik niet meer dan een num mer, een verlengstuk van de machine? Maken nachtdienst en zondagsarbeid mijn gezinsleven niet kapot? Wat is mijn menselijke verantwoordelijkheid als bedrijfsleider, als ingenieur, als di recteur? Heb ik nog een ander doel dan: meer geld verdienen? Hoe kan ik chris ten zijn in de industriële wereld? En tenslotte: heb ik God nog nodig nu we alles zo precies kunnen uitrekenen? ''mmMwmrmmrmmmwmmMrmmrmMmmmmmmmmmmMWK'Mmmmmmirmmmmmmmmmm 000000000000000000000000000000* v., r. Dit zijn de vragen waarmee de in dustriepredikant te maken krijgt. Vra gen niet alleen van arbeiders. Het zou een groot misverstand zijn te menen, dat alleen zij die vragen stellen. Ze ko men evenzeer van de bedrijfsleiders, de kantoormensen, de ingenieurs, kortom van alle mensen, die midden in de technische revolutie zitten. Trouwens: de industriële manier van werken, de mechanisatie, de automatisering vindt men ook bij het bankwezen en het le ger. Ze is doorgedrongen tot in de uni versiteit toe. Centrale figuur in het pastoraat voor de industrie is in de gereformeerde ker ken dr. L. Zielhuis te Amersfoort. Hij is daarvoor predikant in algemene dienst. Uiteraard hebben de gerefor meerde kerken in de pastorale proble matiek veel gemeen met de andere ker ken. Maar zij hebben ook een eigen probleem. Het is. immers een typisch calvinistische eigenschap om de uitda gingen te aanvaarden, die nieuwe si tuaties ons stellen. Het is niet toevallig, dat de gerefor meerden bij de grote naoorlogsé emi gratie naar Australië, Nieuw Zeeland en Canada hun rol zeer behoorlijk heb ben meegespeeld. In de gereformeer de kerken leeft sterk het besef, dat de mens geroepen is om de aarde tot ont wikkeling te brengen. Dit is cultuurop dracht van Godswege. Vanuit datzelfde besef laten de gereformeerden ook thans in de algemene trek naar gebie den waar nieuwe industrie - zich ont plooit geen verstek gaan. Jaren geleden al begonnen de vra gen rondom kerk en industrie te leven in de kerken van Twente. Zij vormden daarvoor een regionale raad. Deze heeft nu twaalf jaar gewerkt. Bezin- ningsmorgens werden georganiseerd voor de jeugd, die technische en huis houdscholen verliet. Conferenties wer den belegd. Plaatselijke kerkeraden kre gen voorlichting. Thans gebeurt dit werk provinciaal en de benoeming van een speciale provinciale industriepredi kant is op komst. Hij zal niet alleen voor specifiek gereformeerd werk, maar ook voor interkerkelijke initiatieven ter beschikking staan, i In de IJmond werd in 1949 een stichting voor Evangelie en Industrie vanuit verschillende kerkgemeenschap pen, ook de gereformeerde, opgericht. In Zaandam werd omstreeks dezelfde tijd een initiatief genomen met indus trie-ouderlingen. Vanuit Twente werd de problematiek op de generale synode van de gerefor meerde kerken gebracht. Dat gebeurde in 1955 te Leeuwarden. Een deputaat- schap werd gevormd. Dit sprak met ge ïnteresseerden en deskundigen. Zo kwamen de vragen los. Hoe beïnvloedt het industriële patroon het gezinsleven, wat zijn de gevolgen van ploegenarbeid voor het kerkelijk meeleven? Wat is de invloed van de enkeling en van de groep in het grote bedrijf? Wat is de zin van de arbeid? Toerusting van de kerkleden tot een christelijk beleven van hun roeping in het bedrijf, achtten de deputaten het eerste wat nodig was. Dit zou, zo was de gedachte, tegelijk een stukje onopzettelijke evangelisatie kunnen zijn. De vorming van groepen en kernen in de bedrijven werd aanbe volen. Volgende synodes hebben er weer over gesproken en tenslotte benoemde men een algemeen industriepredikant: dr. L. Zielhuis, toen nog predikant in Baflo. In het provinciale maatschappe lijke werk in Groningen had hij reeds grote ervaring verkregen. Een brede opdracht kregen de depu taten en de predikant voor kerk en in dustrie van de synode mee. In de eer ste plaats: voorlichting van de kerken, vooral inzake de vorrhing van ambts dragers en gemeenteleden in de indus triële samenleving. Verder: contact on derhouden met het vormingscentrum van de evangelisatie in Baam. Daar van is dr. Zielhuis dan ook staflid. Ook wilde de synode contact met de chris telijke bonden van werkgevers en werk nemers. Het interieur van de nieuwe Opstan dingskerk in Voorburg. (Foto Baksteen Het werk van dr. Zielhuis is thans in volle gang. Hij adviseert kerkeraden, ouderlingen, diakenen. Soms schrijven arbeiders hem: wat moeten we aan met de zondagsarbeid in ons bedrijf? Als het kan gaat dr. Zielhuis naar hen toe. Predikanten vragen hoe ze een ge- sprekskring over christen-zijn in 't da gelijks werk, moeten aanpakken. Er is thans zelfs een werkgroep van predi kanten, die regelmatig onder leiding van dr. Zielhuis bijeenkomt om te spreken over industriële vragen en de pastorale antwoorden daarop. In aller lei conferenties van de christelijke maatschappelijke organisaties is de in dustriepredikant inmiddels betrokken. Dit geldt ook voor het vormingswerk van de bedrijfsjeugd. Dit zijn maar enkele punten uit het programma van dr. Zielhuis, die tus sen de bedrijven door ook nog tijd moet vinden voor studie. Belangrijk is in dit verband ook de predikantencur sus in Utrecht van het interkerkelijk Instituut Vorming Bedrijfsleven. Ook een aantal gereformeerde predikanten volgt hier colleges, die leiden tot een doctoraal examen. Uiteraard is dr. Zielhuis ook betrok ken bij allerlei interkerkelijke relaties, zowel van de Centrale Raad voor Evan gelisatie en Industrie, waarin verschil lende reformatorische kerken samen werken als in het contact met het, rooms-katholieke bedrijfsapostolaat. Wat dit laatste betreft: er zijn zo rond 170 rooms-katholieke bedrijfsaalmoeze- niers in Nederland werkzaam. De re formatorische kerken hebben samen niet meer dan zes industriepredikanten in dienst. Wel moet hierbij aangetekend worden, dat een bedrijfsaalmoezenier soms een beperkt werkterrein heeft; maar dat de reformatorische kerken op geen stukken na zo ver zijn als de rooms-katholieke kerk is duidelijk. Plaatselijke en regionale stichtingen voor Evangelisatie en Industrie treft men thans aan in de IJmond, Arnhem (met Dieren), Ede, Veenendaal, Zaan dam, het Botlekgebied en Deventer. Zij hebben in een aantal gemeenten predi kanten in dienst die regelmatig de fa briek ingaan om met de mensen te spre ken. Dat kan. Het merkwaardige is, dat tussen de bedrijven door in aller lei grote ondernemingen wel een ogen blikje tijd te vinden is voor een ge sprek. Veel werkgevers hebben daar geen enkel bezwaar tegen. Hun gaat het mens-zijn van de werknemer wel dege lijk ter harte. Zoals op het platteland ,de dominee de mensen ook opzoekt mid den in hun werk op de boerderij, zo krijgt hij nu de kans om hen midden in de industriële wereld te ontmoeten. Wel is hier interkerkelijke samenwer king nodig, omdat het in de praktijk uiteraard moeilijk wordt wanneer de verschillende kerken ieder eigen predi kanten zouden laten rondgaan in de fa brieken en bedrijven. Leidende gedachte van de synode der gereformeerde kerken was bij de opzet van het algemene industriepastoraat, dat de kerk haar leden moet toerusten voor hun ambt als gelovige in de we reld. Daarvoor is ernstige studie nodig van de vragen, die de moderne indus triële samenleving stelt. En dat gebeurt nu. In gesprekskringen, in verkennin gen in de fabriek, in vormingsbijeen komsten, in voorlichting aan kerkera den. Op het platteland voelden de men sen zich „thuis" in de kerk; met name op bid- en dankdagen voor de oogst leefde de kerk zo duidelijk en zo con creet mee met hun dagelijks werk. De vragen van de dag kregen 's zondags een verstaanbaar antwoord. En om niets minder gaat het in de gemeenten, waar de moderne industrie zich ont plooit en de oude samenleving veran dert. _j .j - -'A iV' - •l+üf- i -VAv M. u PM .4> '00000000. W00000M00000000000000000000000* De inzameling, die zondag 7 februari in bijna alle Nederlandse protestantse kerken is gehouden voor de internatio nale hulpverlening, heeft dit jaar aan zienlijk meer opgebracht dan in 1964. Het totaal bedrag is nog niet bekend, maar de eerste tellingen doen verwach ten, dat het resultaat het bedrag van vorig jaar met tien tot twintig percent zal overtreffen. In februari 1964 leverde de collecte ongeveer tweeëneenhalf miljoen gulden op. In deze actie voor het werelddia- konaat werkt het algemeen diakonaal bureau van de gereformeerde kerken samen met de leden van de stichting voor oecumenische hulp aan kerken en vluchtelingen:-de Nederlands hervorm de kerk, de doopsgezinde broederschap de remonstrantse kerk, de oud-katholie ke kerk, de evangelisch lutherse kerk en de evangelische broedergemeente. Een voorbeeld van moderne kerk bouw in Denemarken: de Sant Cle mens Kirke in Banders ov het Deen se vasteland. (Foto „Baksteen"). '00000000M00000B00W00W0jT0000mmM0W00mM0M0\ In de nieuwe rooms-katholieke kerk te Whyteleafe in Surrey zijn een paar voorzieningen aangebracht, die wel licht een voorproefje zijn van wat ds gelovigen in de toekomst te wachten staat. Er zijn rode en groene „verkeerslich ten" voor de mensen, die in rijen voor de biechtstoelen wachten. De luiklokken worden in beweging ge bracht door een druk op de knop en all men geld doet in de offerbus in het por taal van de kerk, wordt dit door een buizenstelsel recht naar de sacristie ge schoten. Aan de Vrije Universiteit is gepro moveerd tot doctor in de sociale we tenschappen de heer G. Dekker, op een proefschrift getiteld „Het kerkelijk ge mengde huwelijk in Nederland". De promotor was prof. dr. G. Kuiper Hzn. Dr. Dekker, geboren in 1931 te Naald wijk, studeerde aan de economische faculteit der Vrije Universiteit. In 1955 legde hij het doctoraal examen af. In 1957 trad hij in dienst bij het gerefor meerd sociologisch instituut, waarvan hij thans directeur is. Het gemengde huwelijk is een be langrijke aangelegenheid: bijna tien percent van alle huwelijken (ongeveer 240.000 in totaal) is gemengd. Hoewel er veel over geschreven is en wordt, is er vanuit de sociologie tot nu toe nog niet zo veel aandacht aan geschon ken. In dit proefschrift wordt het ver schijnsel van het gemengde huwelijk sociologisch benaderd. Verschillende groepen van faktoren spelen hier een rol. In de eerste plaats faktoren die direkt met de kerkelijke groeperingen samenhangen, zoals de verzuiling, de kerksheid en de leer van de kerk. Vervolgens faktoren die hierop invloed uitoefenen en in principe voor alle ker kelijke groeperingen gelijk zijn, zoals de urbanisatie, het beroep, de huwe lijksleeftijd en dergelijke. Tesnlotte zijn er een tweetal belang rijke kwantitatieve faktoren, namelijk de omvang van de kerkelijke groepe ringen en de verhouding tussen het rrwrwnmmwmmmmMmrwrwrwmrmwrmrwwmwwMMmwrrrwMjrrmrmmrmrwwrrMm De generale synode van de Neder landse hervormde kerk, heeft besloten tot wijziging van enkele ordinanties van kerkorde, waarbij onder meer de perio dieke gelegenheid tot verwisseling van standplaats van predikanten mogelijk wordt. Het is de bedoeling dat eenmaal in de vijf jaar de commissie voor het beroepingswerk de gelegenheid open stelt voor predikanten zich te doen op nemen in een register voor verwisse ling van standplaats. Voorts werd besloten dat sollicitatie niet kerkordelijk mogelijk wordt ge maakt, overeenkomstig het rapport van de commissie voor kerkordelijke aangelegenheden hierover. Bij de be handeling van het mutatievraagstuk was indertijd de vraag naar voren ge komen of het niet van belang zou zijn voor predikanten de mogelijkheid te openen om te solliciteren naar een be paalde vacature. Op de classikale ver gaderingen is toen gevraagd een me ning hierover kenbaar te maken. Van de 36 classes, die geantwoord hebben, blijken er 13 voor of althans niet tegen een sollicitatie te zijn, 19 zijn tegen, 4 alleen voor mits bepaalde beperkingen worden gesteld.' De commissie voor kerkordelijke aangelegenheden is daar om van oordeel dat, gezien deze uit slag, de kerk kennelijk geen behoefte heeft aan een sollicitatieregeling. De commissie heeft als belangrijkste argumenten dat men door een sollicita tie toe te laten het systeem in het werk van de commissie voor het beroepings werk belemmert. De commissie ont raadt zelfs de synode om een sollicita tie kerkordelijk mogelijk te maken. De synode ging met deze zienswijze ak koord. aantal mannen en vrouwen binnen ds afzonderlijke groeperingen. De betekenis van al deze faktoren wordt nagegaan en zodanig verwerkt, dat voor iedere kerkelijke groepering een „indifferentie-index" kan worden vastgesteld. Daardoor blijkt het moge lijk de gestelde vragen voor een groot deel te beantwoorden. In zijn studie schenkt dr. Dekker ook aandacht aan de gevolgen van het ge mengde huwelijk. Op grond van een kritische analyse van de literatuur en het bestaande cijfermateriaal komt hij tot de conclusie dat het nog niet vast staat dat bepaalde gevolgen, die vol gens velen aan het gemengde huwelijk kunnen worden toegeschreven, (zoals ledenverlies voor de kerken, een hoge re echtscheidingsfrekwentie en een la ger geboorteniveau), zich ook inder daad voordoen of aan het gemengds karakter van het huwelijk mogen wor den toegeschreven. Sociologisch is het gemengde huwe lijk ook van belang omdat hierbinnen twee kerkelijke groeperingen elkaar ontmoeten. Door een analyse van ds samenstelling van de gemengde huwe lijken in het gehele land is in de studie tevens een berekening gemaakt van ds afstand" van de verschillende kerke lijke groeperingen in Nederland ten op zichte van elkaar. Hoewel verdere studie nog nodig zal zijn, geeft dit boek aldus de auteur een zo volledig mogelijke inventari satie van hetgeen momenteel in de literatuur en in statistisch mateiriaal over het gemengde huwelijk aanwezig is en verschaft het een gesystemati seerd inzicht in deze materie. Enkele van de stellingen, die de pro movendus bij zijn dissertatie heeft ge voegd, luiden: Wanneer een kerk een huwelijk niet erkent omdat de partners tot verschil lende kerken behoren, miskent zij ds eigen aard van het huwelijk en over schrijdt zij haar bevoegdheid. De binnen veel gereformeerde kerken vigerende bepaling dat de niet-gerefor- meerde partner in een gemengd huwe lijk dient te beloven dat eventuele kin deren gedoopt zullen worden in een ge reformeerde kerk, behoort als voor waarde voor de huwelijksbevestiging te worden opgeheven. Aangezien een legerpredikant geen militair is, behoort hij geen militairs rang te bezitten. In de in 1964 verschenen bundel „honderdnegentien gezangen in gebruik bij de gereformeerde kerken in Neder land" zijn ten onrechte enige couplet ten van het „Wilhelmus van Nassouwe" opgenomen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1965 | | pagina 14