Hervormd «gereformeerd gesprek
De kerk en de industriële wereld
m
Kerkelijke gemengde huwelijken
in proefschrift besproken
Geen solliciterende dominees
in de hervormde kerk
Internationale hulp
Automatisering
ZATERDAG 20 FEBRUARI 1965
Erbij
PAGINA TWEE
ZA
Ds. D. ter Steege
Vragen
Pastoraat
Synode
In volle gang
Interkerkelijk
]ac. P. Looyen
r1 -•-:.G3§r.
'V-
V y
*'v
r-v t
SiMIIll!
Gevolgen
Stellingen
Bij de uitgeverij Boekencentrum te 's-Gravenhage is een
dezer dagen een geschrift verschenen, dat op verzoek van
de Generale Synode is gereed gemaakt door de hervormde
raad voor het verband met andere kerken. Dit boekje is de
synode aangeboden en na bespreking werd het besluit
genomen om het uit te geven als hulpmiddel bij gesprekken,
die hier en daar gevoerd worden tussen kerkeraden en ge
meenteleden over de onderlinge betrekkingen tussen de
hervormde en gereformeerde kerken. De synode spreekt in
een voorwoord van het boekje „Hervormd-Gereformeerd
gesprek" de hoop uit, dat dit geschrift de kerkeraden aan
leiding mag geven om in eigen kring én samen met de
gereformeerde kerkeraden over de hier behandelde onder
werpen zich te beraden. Ook voor kringen van gemeente
leden wordt het aanbevolen.
Er zijn in het recente verleden tus
sen de hervormden en de gereformeer
den op synodaal niveau tot driemaal
toe besprekingen gehouden, maar deze
hebben weinig tastbare resultaten opge
leverd. Het kwam in 1959 zelfs zover,
dat na de laatste gesprekken-ronde de
afgevaardigden van beide synoden hun
activiteiten staakten, omdat zij in de
verdere voortzetting van de contacten
weinig perspectief zagen. In 1962 sloe
gen negen hervormde en negen gere
formeerde predikanten alarm. Naar
hun mening is het gescheiden naast el
kaar bestaan van de beide kerken niet
langer duldbaar, speciaal met het oog
op de evangelisatiearbeid onder de bui
tenkerkelijken. Dat deze oproep bij dui
zenden gehoor vond werd zichtbaar tij
dens een spectaculair congres in de
Jaarbeurshallen te Utrecht.
Het bleef niet bij deze manifestatie,
want onder de indruk en de invloed van
de „achttien" ontstonden overal in het
l^nd plaatselijke contacten tussen her
vormde en gereformeerde kerkeraads-
leden en gemeenteleden.
De hervormde synode juicht deze ont
wikkeling van harte toe en in het hier
bij aangekondigde boekje geeft zij een
principiële uiteenzetting van de huidige
stand van zaken.
Veranderingen
Binnen de muren van de hervormde
kerk vond een belangrijk gebeuren
plaats door de invoering van de nieuwe
kerkorde. Daarbij werd de oude organi
satievorm aan de kant geschoven en de
hervormde kerk diende zich nu aan als
een Christus belijdende volkskerk die
in de moderne samenleving wil staan,
zich bewust van haar apostolaire taak.
Ook in de gereformeerde kerken kwa
men wijzigingen voor zowel op bijbels
als dogmatisch terrein. Het nieuw-testa-
mentische kerklied werd ingevoerd, de
belangstelling voor de oecumene
groeide, er kwam meer openheid voor
de moderne cultuur. Met dit alles is het
besef gegroeid, dat de hervormde en de
gereformeerde kerken, afstammend
van de reformatie van Calvijn, twee lo
ten zijn van één stam. In „Hervormd-
Gereformeerd gesprek" wordt dit laat
ste aspect in een afzonderlijk hoofd
stuk nader uitgewerkt.
Van één familie
De gemeenschappelijke achtergrond
van beide kerken komt in zeer wezen
lijke onderdelen van de kerkelijke op
vattingen aan het licht.
Beide kerken erkennen de Bijbel
als het hoogste gezag.
Beide kerken belijden openbaring te
zijn van de éne katholieke kerk.
Beide kerken hebben dezelfde belij
denisgeschriften.
Beide kerken ontplooien bijzondere
activiteiten ten aanzien van de evan
gelisatie.
Beide kerken hebben belangrijke
punten van overeenstemming met
betrekking tot de eredienst en de
kerkorde.
Beide kerken hebben eenzelfde sa
cramentsopvatting.
Beide kerken tonen een grote verant
woordelijkheid op het terrein van de
zending,
De lijst van wat beide kerken ge
meenschappelijk bezitten is indrukwek
kend, maar de hervormde synode sluit
in dit geschrift 't oog niet voor verschil
len. Zij is echter de mening toegedaan
dat deze verschillen niet als tegenstel
lingen beschouwd moeten worden, maar
eerder als aanvullingen. Dit standpunt
wordt op verscheidene punten toege
licht en wel op de terreinen van het
kerkbegrip, het apostolaat, de belijde
nis, de toepassing van de tucht, de soli
dariteit met de wereld en de openheid
naar de oecumene. In al deze opzichten
hebben de beide kerken elkaar iets te
bieden en kan de opvatting van de één
een correctie betekenen voor de ander.
Perspectieven
De synode van de hervormde kerk
acht het een uitermate verblijdend ver
den als de gereformeerden het verlan
gen naar kerkelijke eenheid groeit. Zij
verheugt zich over de gesprekken die
onderling worden gevoerd, maar tege
lijk wijst zij erop dat deze gesprekken
nooit vrijblijvend mogen zijn. Hoe nodig
en nuttig deze gesprekken ook zijn, het
mag daarbij niet blijven. Samen-spre
ken moet verbonden zijn met samen-
handelen. „Men hoede zich voor twee
eenzijdigheden, namelijk een samen-
spreken zender samen-handelen (zulk
een gesprek wordt vaak steriel en we
reldvreemd) en een samen-handelen
zonder samen-spreken (met een opper
vlakkig activisme is niets gewonnen)".
Gaarne zou de synode zien dat lan
delijk en plaatselijk het overleg tussen
gen, dat er samenwerking komt op dia
conaal en maatschappelijk terrein, dat
het evangelisatiewerk en het jeugdwerk
gemeenschappelijk ter hand genomen
worden. Verder wordt er gewezen op het
gezamenlijk gebruik van de kerkgebou
wen. „Ook dient onderzocht te worden
langs welke wegen wij kunnen komen
tot kanselruil, terwijl wij gelovend in
en vertrouwend op de Heilige Geest
die in onze kerken werken wil, vol ver
langen uitzien naar het ogenblik, dat
de leden van onze kerken zich vereni
gen rondom dezelfde avondmaalstafel".
Met een zeer dringend beroep wordt
dit deel van het synodale geschrift be
sloten: samengaan van hervormden en
gereformeerden zal voor ons volk van
de allergrootste betekenis kunnen zijn,
want de gescheidenheid vormt een ern
stig beletsel voor de verkondiging van
Jezus Christus in deze wereld.
„Wij kunnen het ons eenvoudig niet
meer veroorloven de gescheidenheid
langer te laten voortduren dan strikt
noodzakelijk is. De tijd is voorbij,
waarin wij kunnen menen als afzonder
lijke kerken tegen de ons van Christus-
wege gestelde taken opgewassen te
zijn. Om Christus' wil doen wij daarom
beide kerken een vaste vorm zou krij-
een dringend beroep op allen die in bei
de kerken als ambtsdrager of als ge
meentelid mede verantwoordelijkheid
dragen voor het leven der kerk en de
verkondiging van haar boodschap.
Laten zij alles doen wat mogelijk is
om te komen tot grotere samenwerking
en uiteindelijke hereniging van de Her
vormde Kerk en de Gereformeerde Ker
ken. Wij mogen elkaar aanvaarden,
omdat Christus ons allen heeft aan
vaard en ons het ambt der verzoening
in deze wereld heeft opgedragen."
mnanmwnnmrn
Lange tijd trof men in de gerefor
meerde kerken verhoudingsgewijs
weinig industriële arbeiders aan. Be
hoorde, volgens de laatste volkstelling,
47 percent van de Nederlandse be
roepsbevolking tot de arbeiders in
ambacht en industrie, in de gerefor
meerde kerken haalden zij niet meer
dan 35.4 percent. Maar dit verandert.
In de grote industriegebieden stijgt
onder de jeugdige arbeiders het per
centage gereformeerden. In de grote
volksverhuizing, die de laatste jaren
binnen ons land op gang kwam, heb
ben de gereformeerden een levendig
aandeel. En niet alleen de arbeiders.
In een plaats als Spijkenisse, waar
veel ruimte was voor de nieuwe
middenstand, kwam het percentage
gereformeerden in de bevolking op
ruim twaalf percent. Dit is bijna het
dubbele van het landsgemiddelde, dat
volgens de volkstelling 6.60 percent is.
Veel jongeren van 't platteland trek
ken naar de industriegebieden. De ge
reformeerde kerk van Enschede groei
de van duizend tot vierduizend leden.
Maar in een gemeente als Nieuw Weer-
dinge zakte het ledental van duizend tot
vierhonderd. In Drachten echter groei
de de gereformeerde kerk in enkele ja
ren zo sterk, dat zij in plaats van twee
nu zes predikanten heeft. Ook hier is
het weer de industrie, die de mensen
aantrok.
In de kerk luisteren de nieuwe bewo
ners: zou de dominee iets weten van
wat ik in de week beleef? De industrie
verandert de samenleving. Er is thans
welvaart voor velen. Dit weerspiegelt
zich in de stijging van de collecte-op
brengsten, al bleef het percentage, dat
men van z'n inkomen voor de kerk af
zondert, nog steeds gelijk. Meer loon,
vrije weekenden, televisie, buitenlandse
vakantiereizen: alles bleek mogelijk
door de industrialisatie, 't Hele levens
patroon verandert.
Maar ook de vragen stapelen zich op.
Kan ik in de grote industrie volop mens
zijn of ben ik niet meer dan een num
mer, een verlengstuk van de machine?
Maken nachtdienst en zondagsarbeid
mijn gezinsleven niet kapot? Wat is
mijn menselijke verantwoordelijkheid
als bedrijfsleider, als ingenieur, als di
recteur? Heb ik nog een ander doel dan:
meer geld verdienen? Hoe kan ik chris
ten zijn in de industriële wereld? En
tenslotte: heb ik God nog nodig nu we
alles zo precies kunnen uitrekenen?
''mmMwmrmmrmmmwmmMrmmrmMmmmmmmmmmmMWK'Mmmmmmirmmmmmmmmmm
000000000000000000000000000000*
v., r.
Dit zijn de vragen waarmee de in
dustriepredikant te maken krijgt. Vra
gen niet alleen van arbeiders. Het zou
een groot misverstand zijn te menen,
dat alleen zij die vragen stellen. Ze ko
men evenzeer van de bedrijfsleiders, de
kantoormensen, de ingenieurs, kortom
van alle mensen, die midden in de
technische revolutie zitten. Trouwens:
de industriële manier van werken, de
mechanisatie, de automatisering vindt
men ook bij het bankwezen en het le
ger. Ze is doorgedrongen tot in de uni
versiteit toe.
Centrale figuur in het pastoraat voor
de industrie is in de gereformeerde ker
ken dr. L. Zielhuis te Amersfoort. Hij
is daarvoor predikant in algemene
dienst. Uiteraard hebben de gerefor
meerde kerken in de pastorale proble
matiek veel gemeen met de andere ker
ken. Maar zij hebben ook een eigen
probleem. Het is. immers een typisch
calvinistische eigenschap om de uitda
gingen te aanvaarden, die nieuwe si
tuaties ons stellen.
Het is niet toevallig, dat de gerefor
meerden bij de grote naoorlogsé emi
gratie naar Australië, Nieuw Zeeland
en Canada hun rol zeer behoorlijk heb
ben meegespeeld. In de gereformeer
de kerken leeft sterk het besef, dat de
mens geroepen is om de aarde tot ont
wikkeling te brengen. Dit is cultuurop
dracht van Godswege. Vanuit datzelfde
besef laten de gereformeerden ook
thans in de algemene trek naar gebie
den waar nieuwe industrie - zich ont
plooit geen verstek gaan.
Jaren geleden al begonnen de vra
gen rondom kerk en industrie te leven
in de kerken van Twente. Zij vormden
daarvoor een regionale raad. Deze
heeft nu twaalf jaar gewerkt. Bezin-
ningsmorgens werden georganiseerd
voor de jeugd, die technische en huis
houdscholen verliet. Conferenties wer
den belegd. Plaatselijke kerkeraden kre
gen voorlichting. Thans gebeurt dit
werk provinciaal en de benoeming van
een speciale provinciale industriepredi
kant is op komst. Hij zal niet alleen
voor specifiek gereformeerd werk, maar
ook voor interkerkelijke initiatieven ter
beschikking staan, i
In de IJmond werd in 1949 een
stichting voor Evangelie en Industrie
vanuit verschillende kerkgemeenschap
pen, ook de gereformeerde, opgericht.
In Zaandam werd omstreeks dezelfde
tijd een initiatief genomen met indus
trie-ouderlingen.
Vanuit Twente werd de problematiek
op de generale synode van de gerefor
meerde kerken gebracht. Dat gebeurde
in 1955 te Leeuwarden. Een deputaat-
schap werd gevormd. Dit sprak met ge
ïnteresseerden en deskundigen. Zo
kwamen de vragen los. Hoe beïnvloedt
het industriële patroon het gezinsleven,
wat zijn de gevolgen van ploegenarbeid
voor het kerkelijk meeleven? Wat is de
invloed van de enkeling en van de
groep in het grote bedrijf? Wat is de
zin van de arbeid? Toerusting van de
kerkleden tot een christelijk beleven
van hun roeping in het bedrijf, achtten
de deputaten het eerste wat nodig was.
Dit zou, zo was de gedachte, tegelijk
een stukje onopzettelijke evangelisatie
kunnen zijn. De vorming van groepen
en kernen in de bedrijven werd aanbe
volen.
Volgende synodes hebben er weer
over gesproken en tenslotte benoemde
men een algemeen industriepredikant:
dr. L. Zielhuis, toen nog predikant in
Baflo. In het provinciale maatschappe
lijke werk in Groningen had hij reeds
grote ervaring verkregen.
Een brede opdracht kregen de depu
taten en de predikant voor kerk en in
dustrie van de synode mee. In de eer
ste plaats: voorlichting van de kerken,
vooral inzake de vorrhing van ambts
dragers en gemeenteleden in de indus
triële samenleving. Verder: contact on
derhouden met het vormingscentrum
van de evangelisatie in Baam. Daar
van is dr. Zielhuis dan ook staflid. Ook
wilde de synode contact met de chris
telijke bonden van werkgevers en werk
nemers.
Het interieur van de nieuwe Opstan dingskerk in Voorburg.
(Foto Baksteen
Het werk van dr. Zielhuis is thans in
volle gang. Hij adviseert kerkeraden,
ouderlingen, diakenen. Soms schrijven
arbeiders hem: wat moeten we aan
met de zondagsarbeid in ons bedrijf?
Als het kan gaat dr. Zielhuis naar hen
toe. Predikanten vragen hoe ze een ge-
sprekskring over christen-zijn in 't da
gelijks werk, moeten aanpakken. Er is
thans zelfs een werkgroep van predi
kanten, die regelmatig onder leiding
van dr. Zielhuis bijeenkomt om te
spreken over industriële vragen en de
pastorale antwoorden daarop. In aller
lei conferenties van de christelijke
maatschappelijke organisaties is de in
dustriepredikant inmiddels betrokken.
Dit geldt ook voor het vormingswerk
van de bedrijfsjeugd.
Dit zijn maar enkele punten uit het
programma van dr. Zielhuis, die tus
sen de bedrijven door ook nog tijd
moet vinden voor studie. Belangrijk is
in dit verband ook de predikantencur
sus in Utrecht van het interkerkelijk
Instituut Vorming Bedrijfsleven. Ook
een aantal gereformeerde predikanten
volgt hier colleges, die leiden tot een
doctoraal examen.
Uiteraard is dr. Zielhuis ook betrok
ken bij allerlei interkerkelijke relaties,
zowel van de Centrale Raad voor Evan
gelisatie en Industrie, waarin verschil
lende reformatorische kerken samen
werken als in het contact met het,
rooms-katholieke bedrijfsapostolaat.
Wat dit laatste betreft: er zijn zo rond
170 rooms-katholieke bedrijfsaalmoeze-
niers in Nederland werkzaam. De re
formatorische kerken hebben samen
niet meer dan zes industriepredikanten
in dienst. Wel moet hierbij aangetekend
worden, dat een bedrijfsaalmoezenier
soms een beperkt werkterrein heeft;
maar dat de reformatorische kerken op
geen stukken na zo ver zijn als de
rooms-katholieke kerk is duidelijk.
Plaatselijke en regionale stichtingen
voor Evangelisatie en Industrie treft
men thans aan in de IJmond, Arnhem
(met Dieren), Ede, Veenendaal, Zaan
dam, het Botlekgebied en Deventer. Zij
hebben in een aantal gemeenten predi
kanten in dienst die regelmatig de fa
briek ingaan om met de mensen te spre
ken. Dat kan. Het merkwaardige is,
dat tussen de bedrijven door in aller
lei grote ondernemingen wel een ogen
blikje tijd te vinden is voor een ge
sprek. Veel werkgevers hebben daar
geen enkel bezwaar tegen. Hun gaat het
mens-zijn van de werknemer wel dege
lijk ter harte. Zoals op het platteland
,de dominee de mensen ook opzoekt mid
den in hun werk op de boerderij, zo
krijgt hij nu de kans om hen midden
in de industriële wereld te ontmoeten.
Wel is hier interkerkelijke samenwer
king nodig, omdat het in de praktijk
uiteraard moeilijk wordt wanneer de
verschillende kerken ieder eigen predi
kanten zouden laten rondgaan in de fa
brieken en bedrijven.
Leidende gedachte van de synode der
gereformeerde kerken was bij de opzet
van het algemene industriepastoraat,
dat de kerk haar leden moet toerusten
voor hun ambt als gelovige in de we
reld. Daarvoor is ernstige studie nodig
van de vragen, die de moderne indus
triële samenleving stelt. En dat gebeurt
nu. In gesprekskringen, in verkennin
gen in de fabriek, in vormingsbijeen
komsten, in voorlichting aan kerkera
den. Op het platteland voelden de men
sen zich „thuis" in de kerk; met name
op bid- en dankdagen voor de oogst
leefde de kerk zo duidelijk en zo con
creet mee met hun dagelijks werk. De
vragen van de dag kregen 's zondags
een verstaanbaar antwoord. En om
niets minder gaat het in de gemeenten,
waar de moderne industrie zich ont
plooit en de oude samenleving veran
dert.
_j .j -
-'A iV'
- •l+üf- i
-VAv M. u
PM .4>
'00000000.
W00000M00000000000000000000000*
De inzameling, die zondag 7 februari
in bijna alle Nederlandse protestantse
kerken is gehouden voor de internatio
nale hulpverlening, heeft dit jaar aan
zienlijk meer opgebracht dan in 1964.
Het totaal bedrag is nog niet bekend,
maar de eerste tellingen doen verwach
ten, dat het resultaat het bedrag van
vorig jaar met tien tot twintig percent
zal overtreffen.
In februari 1964 leverde de collecte
ongeveer tweeëneenhalf miljoen gulden
op. In deze actie voor het werelddia-
konaat werkt het algemeen diakonaal
bureau van de gereformeerde kerken
samen met de leden van de stichting
voor oecumenische hulp aan kerken en
vluchtelingen:-de Nederlands hervorm
de kerk, de doopsgezinde broederschap
de remonstrantse kerk, de oud-katholie
ke kerk, de evangelisch lutherse kerk
en de evangelische broedergemeente.
Een voorbeeld van moderne kerk
bouw in Denemarken: de Sant Cle
mens Kirke in Banders ov het Deen
se vasteland. (Foto „Baksteen").
'00000000M00000B00W00W0jT0000mmM0W00mM0M0\
In de nieuwe rooms-katholieke kerk
te Whyteleafe in Surrey zijn een paar
voorzieningen aangebracht, die wel
licht een voorproefje zijn van wat ds
gelovigen in de toekomst te wachten
staat.
Er zijn rode en groene „verkeerslich
ten" voor de mensen, die in rijen voor
de biechtstoelen wachten.
De luiklokken worden in beweging ge
bracht door een druk op de knop en all
men geld doet in de offerbus in het por
taal van de kerk, wordt dit door een
buizenstelsel recht naar de sacristie ge
schoten.
Aan de Vrije Universiteit is gepro
moveerd tot doctor in de sociale we
tenschappen de heer G. Dekker, op een
proefschrift getiteld „Het kerkelijk ge
mengde huwelijk in Nederland". De
promotor was prof. dr. G. Kuiper Hzn.
Dr. Dekker, geboren in 1931 te Naald
wijk, studeerde aan de economische
faculteit der Vrije Universiteit. In 1955
legde hij het doctoraal examen af. In
1957 trad hij in dienst bij het gerefor
meerd sociologisch instituut, waarvan
hij thans directeur is.
Het gemengde huwelijk is een be
langrijke aangelegenheid: bijna tien
percent van alle huwelijken (ongeveer
240.000 in totaal) is gemengd. Hoewel
er veel over geschreven is en wordt,
is er vanuit de sociologie tot nu toe
nog niet zo veel aandacht aan geschon
ken.
In dit proefschrift wordt het ver
schijnsel van het gemengde huwelijk
sociologisch benaderd. Verschillende
groepen van faktoren spelen hier een
rol. In de eerste plaats faktoren die
direkt met de kerkelijke groeperingen
samenhangen, zoals de verzuiling, de
kerksheid en de leer van de kerk.
Vervolgens faktoren die hierop invloed
uitoefenen en in principe voor alle ker
kelijke groeperingen gelijk zijn, zoals
de urbanisatie, het beroep, de huwe
lijksleeftijd en dergelijke.
Tesnlotte zijn er een tweetal belang
rijke kwantitatieve faktoren, namelijk
de omvang van de kerkelijke groepe
ringen en de verhouding tussen het
rrwrwnmmwmmmmMmrwrwrwmrmwrmrwwmwwMMmwrrrwMjrrmrmmrmrwwrrMm
De generale synode van de Neder
landse hervormde kerk, heeft besloten
tot wijziging van enkele ordinanties van
kerkorde, waarbij onder meer de perio
dieke gelegenheid tot verwisseling van
standplaats van predikanten mogelijk
wordt. Het is de bedoeling dat eenmaal
in de vijf jaar de commissie voor het
beroepingswerk de gelegenheid open
stelt voor predikanten zich te doen op
nemen in een register voor verwisse
ling van standplaats.
Voorts werd besloten dat sollicitatie
niet kerkordelijk mogelijk wordt ge
maakt, overeenkomstig het rapport
van de commissie voor kerkordelijke
aangelegenheden hierover. Bij de be
handeling van het mutatievraagstuk
was indertijd de vraag naar voren ge
komen of het niet van belang zou zijn
voor predikanten de mogelijkheid te
openen om te solliciteren naar een be
paalde vacature. Op de classikale ver
gaderingen is toen gevraagd een me
ning hierover kenbaar te maken. Van
de 36 classes, die geantwoord hebben,
blijken er 13 voor of althans niet tegen
een sollicitatie te zijn, 19 zijn tegen, 4
alleen voor mits bepaalde beperkingen
worden gesteld.' De commissie voor
kerkordelijke aangelegenheden is daar
om van oordeel dat, gezien deze uit
slag, de kerk kennelijk geen behoefte
heeft aan een sollicitatieregeling.
De commissie heeft als belangrijkste
argumenten dat men door een sollicita
tie toe te laten het systeem in het werk
van de commissie voor het beroepings
werk belemmert. De commissie ont
raadt zelfs de synode om een sollicita
tie kerkordelijk mogelijk te maken. De
synode ging met deze zienswijze ak
koord.
aantal mannen en vrouwen binnen ds
afzonderlijke groeperingen.
De betekenis van al deze faktoren
wordt nagegaan en zodanig verwerkt,
dat voor iedere kerkelijke groepering
een „indifferentie-index" kan worden
vastgesteld. Daardoor blijkt het moge
lijk de gestelde vragen voor een groot
deel te beantwoorden.
In zijn studie schenkt dr. Dekker ook
aandacht aan de gevolgen van het ge
mengde huwelijk. Op grond van een
kritische analyse van de literatuur en
het bestaande cijfermateriaal komt hij
tot de conclusie dat het nog niet vast
staat dat bepaalde gevolgen, die vol
gens velen aan het gemengde huwelijk
kunnen worden toegeschreven, (zoals
ledenverlies voor de kerken, een hoge
re echtscheidingsfrekwentie en een la
ger geboorteniveau), zich ook inder
daad voordoen of aan het gemengds
karakter van het huwelijk mogen wor
den toegeschreven.
Sociologisch is het gemengde huwe
lijk ook van belang omdat hierbinnen
twee kerkelijke groeperingen elkaar
ontmoeten. Door een analyse van ds
samenstelling van de gemengde huwe
lijken in het gehele land is in de studie
tevens een berekening gemaakt van ds
afstand" van de verschillende kerke
lijke groeperingen in Nederland ten op
zichte van elkaar.
Hoewel verdere studie nog nodig zal
zijn, geeft dit boek aldus de auteur
een zo volledig mogelijke inventari
satie van hetgeen momenteel in de
literatuur en in statistisch mateiriaal
over het gemengde huwelijk aanwezig
is en verschaft het een gesystemati
seerd inzicht in deze materie.
Enkele van de stellingen, die de pro
movendus bij zijn dissertatie heeft ge
voegd, luiden:
Wanneer een kerk een huwelijk niet
erkent omdat de partners tot verschil
lende kerken behoren, miskent zij ds
eigen aard van het huwelijk en over
schrijdt zij haar bevoegdheid.
De binnen veel gereformeerde kerken
vigerende bepaling dat de niet-gerefor-
meerde partner in een gemengd huwe
lijk dient te beloven dat eventuele kin
deren gedoopt zullen worden in een ge
reformeerde kerk, behoort als voor
waarde voor de huwelijksbevestiging
te worden opgeheven.
Aangezien een legerpredikant geen
militair is, behoort hij geen militairs
rang te bezitten.
In de in 1964 verschenen bundel
„honderdnegentien gezangen in gebruik
bij de gereformeerde kerken in Neder
land" zijn ten onrechte enige couplet
ten van het „Wilhelmus van Nassouwe"
opgenomen.