ONTBREKENDE SCHAKEL IN TRAGEDIE- MAT A HARI GEVONDEN: 1 ¥1© UW, KEA TA s Doodgewaande Scotland Yard detective die de spionne arresteerde, blijkt te leven Nederlandse man tegen buitenshuis werken van de huisvrouw 1 WMÈi Sam Waagenaar 1 ZATERDAG 20 FEBRUARI 1965 Erbij PAGINA VIT F ROME (GPD). In november 1964 wilde het televisiestation van Stuttgart een documentaire maken over het leven van Mata Hari, waarvoor mijn boek als basis zou dienen. Behalve mijn eigen verzameling documenten, waaronder brieven en knipselboeken van de spionne zelf, waren boven dien veel foto's nodig. Hiertoe richtte ik een ver- DE VROUWEN met gezinsverantwoordelijkheid, die buitenshuis werken, doen dit niet zozeer om het geld. Van groter belang dan de economische redenen het verwerven van additioneel inkomen is de psychologische moti vatie tot werken: haar werkkring buitenshuis betekent voor veel huisvrouwen de mogelijkheid te ontsnappen uit de minder gewaardeerde rol in de huis houding. Mrs. MacLeod Speelgoedhondje F1 -■"i: f -> -*■ 1 PI' fe M Clara Benedix Jasperina de Jong draagt in „Lurelei" dit witte glascollier van Kea Tan. kettingen rijgen voor mode en musical In haar exotisch ingerichte flat in Buitenveldert Kea Tan en een mozaïek van kettingen op de vloer. Het enkele maanden geleden verschenen boek „De moord op Mata Hari" van de in Rome werkende Nederlandse auteur Sam Waagenaar, is eigenlijk niet af. De aanhouding van de veelbesproken spionne, aan boord van de „Hollandia" in de haven van Falmouth, werd wegens het ontbreken van voldoende gegevens in dat boek slechts met enkele woorden afgedaan. Thans echter kan alsnog een nauwkeurig verslag van deze gebeurtenis worden gegeven. De agent, die in november 1916 de arrestatie verrichtte en van wie Scotland Yard beweerde dat hij overleden was, bleek nog in leven. In bijgaand artikel vertelt Sam Waage naar over zijn ontmoeting met de nu 78-jarige agent- in-ruste George Reid Grant en over de wijze waarop deze Mata Hari arresteerde. Het resultaat was verb azing wekkend. Men gaf mij zeer be leefd het advies, de heer Grant zelf te schrijven. Mijn brief was kennelijk te recht gekomen op de administratieve afdeling van de Yard, waar men dan ook een zuiver ad ministratief ant woord gaf: „officer" Grant was nog in leven. In december jL ontmoette ik deze voormalige politie functionaris, wiens optreden voor Mata Hari de eerste stap was op de weg die het noodlot voor haar had uitgestip peld: tijdens een missie voor het Franse „tweede bu reau" werd zij door de Engelsen te ruggestuurd naar Spanje, hetgeen leidde tot haar on tijdige dood in ok tober 1917 voor een vuurpeloton inVin- cennes. George Reid Grant was in 1915 naar Falmouth ge zonden. Ook zijn vrouw Janet had daar een functie: zij was belast met het opsporen en ver horen van verdachte vrouwelijke passa giers, die aan boord van schepen uit neutrale landen, deze Britse haven binnenkwamen. zoek tot Scotland Yard in Londen om mij een foto van „officer" Grant toe te sturen, de man die Mata Hari in Falmouth arresteerde en van wie een hoge functionaris van de Yard mij tijdens de voorbe reidingen voor mijn boek had verteld, dat hij over leden was. Scotland Yard-agent George Reid Grant. isemv* Grant ontmoette Mata Hari in janua ri 1916 voor het eerst. Op een Neder lands schip was zijn aandacht getrok ken door de naam van een Hollandse dame, die stond ingeschreven als mrs. MacLeod. Hij had zich aan haar voor gesteld en ze ontpopte zich bij die ge legenheid als Margaretha Geertruida Zelle, alias (met haar man's naam) MacLeod, alias de danseres Mata Hari. Een tweede ontmoeting tussen Grant en Mata Hari vond plaats in mei 1916 aan boord van het stoomschip „Zeelan- dia" dat op weg was naar Spanje en Latijns-Amerika. Oude bekenden als ze Mata Hari aan boord van de „Hollandia" begon George Grant, geassisteerd door kapitein Hall van de Britse marine-in lichtingendienst en een tolk (hoewel Mata Hari zeer behoorlijk Engels sprak) zijn verhoor. Zij protesteerde krachtig, toonde haar paspoort op naam van Margaretha MacLeod-Zelle en probeerde alles om te bewijzen dat zij niet Clara Benedix was. HAAR PROTESTEN baatten niet en tenslotte deelde Grant haar mee, dat zij naar Scotland Yard gebracht zou worden, voor een verder onderzoek, bij welke aankondiging Mata Hari, zoals Grant mij zei, „got into a hell of a state" (des duivels werd). Ook de kapitein van de „Hollandia" prostesteerde heftig hetgeen zowel zijn recht als zijn plicht was bij de arres tatie van een neutrale passagier van zijn schip. Hij zei dat hij het incident onder de aandacht van de Nederlandse autoriteiten zou brengen, waaraan hij toevoegde: „Deze keer maakt u een verschrikkelijke vergissing. Deze dame is de populairste passagiere aan boord!" Maar niets kon Grant van gedachten doen veranderen: Clara Benedix moest naar Londen worden gebracht. En zo verliet omstreeks tien uur in de ochtend Mata Hari, geëscorteerd door de heer en mevrouw Grant, met al haar bagage het schip, om met de avondtrcin' naar Londen te worden gebracht, 's Middags huilde zij even en zij weigerde alle voedsel. „Hoe kunt u me dit aandoen?", vroeg zij herhaaldelijk, „Wat wilt u toch van mij?". Behalve dat zij haar naar Scotland Yard moesten brengen, wisten de Grants dat eigenlijk ook niet. „Wij voerden slechts een opdracht uit", zei de oud-politieman mij. Na de tocht met de nachttrein gingen de beide vrou wen 's morgens eerst even naar een ho tel om zich wat op te knappen, waarna George Grant de gezochte dame naar Scotland Yard bracht, waar zij werd overgegeven aan hoofdinspecteur Ed ward Parker. DE ARRESTANTE EN de Grants mochten elkaar graag en bij het af scheid schonk Mata Hari Janet verschei dene foto's van haarzelf en een klein gla zen speelgoed-hondje, dat mevrouw Grant bij haar dood aan haar man gaf. Deze bezat het vorig jaar nog. Ook gaf zij de Grants haar visitekaartje. Boven het „vrouwe Margaretha Zelle-Mac- Leod" staat een kroontje afgedrukt. Ma ta Hari had de grandeur van haar va der nog niet vergeten, die veertig jaar eerder „de baron" werd genoemd door de burgers van Leeuwarden, de stad waar zij werd geborn. Vader Zelle, die eigenaar was van een hoedenzaak en het eok figuurlijk nogal hoog in het hoofd had, heeft altijd geprobeerd zijn familie voor te stellen als een tak van een weelderige boom vol aristocratische voorouders. Na hun taak volbracht te hebben, keer den George en Janet Grant naar Fal mouth terug. Mata Hari bleef vier da gen bij Scotland Yard, bracht toen nog ongeveer tien dagen onder politiebewa king door in het Savoy Hotel en keer de toen, op advies van Sir Basil Thom son, het hoofd van Scotland Yard, van uit Liverpool naar Spanje terug. DIT BLIJKT uit een onderzoek naar de mogelijkheid van arbeid buitenshuis door vrouwen met gezinsverantwoorde lijkheid, dat vorig jaar in opdracht van het Directoraat-Generaal voor de Arbeidsvoorziening van het ministerie van Sociale Zaken en Volksgezondheid is ingesteld door het instituut voor Psy chologisch Markt- en Motievenonder- zoek (I.P.M.) te Schiedam. Voor een aantal buitenshuis werken de huisvrouwen is blijkens het onder zoek ook de mogelijkheid om nuttig en creatief werk te verrichten van belang. Overigens brengt het vervullen van een arbeidstaak buiten het gezin voor de vrouw vrij frequent schuldgevoelens mee, omdat zij niet voldoet aan de vrij algemeen geldende norm, dat de huisvrouw „thuis" hoort. Het Directoraat-Generaal voor de Ar beidsvoorziening heeft het onderzoek laten instellen, omdat het zich inzicht wilde verschaffen in een potentieel aan wezige arbeidsreserve, gevormd door die categorie vrouwen, die in een gezin een groot deel van de huishoudelijke werkzaamheden tot haar taak heeft, alsmede in de motieven die genoemde vrouwen zowel gehuwde als onge huwde bewegen om al of niet buitens huis te gaan werken, en de weerstan den die daarbij van uit het gezin of van buitenaf kunnen optreden. Bij de algemene arbeidsschaarste is het tekort aan vrouwelijk personeel naar verhouding groter gebleken dan het tekort aan mannelijke werknemers. Dit was voor het Directoraat-Generaal voor de Arbeidsvoorziening de directe aanleiding op dat tijdstip het IPM in te schakelen om een onderzoek te la ten verrichten. Bij anderen in de huishouding De totale representatieve steekproef uit Nederlandse huishoudingen omvat te 1990 vrouwen. In verband met het uitvallen van een aantal categorieën, die niet als potentiële reserve konden worden beschouwd, droegen 943 (47 pet) vraaggesprekken een volledig ka rakter; 21 pet van laatstbedoelde vrou wen vervulden tijdens het onderzoek reeds een werkkring. WümiMlWUlUUIHHIlUlillilllHIIIIIIUUlllHIIIUUUIHIUIIUUH) nu waren, had de heer Grant een zeer plezierig gesprekje met Mata Hari, die hij tijdens ons onderhoud kwalificeerde als „één van de charmantste voorbeel den van vrouwelijke bekoorlijkheid waarop ooit mijn oog mocht rusten". Hij had toen echter nog geen flauw ver moeden van de activiteiten van Mata Hari. Maar kort nadat de „Zeelandia" de haven van Falmouth had verlaten, kwam er een boodschap van Scotland Yard, waarin hem werd opgedragen een vrouw, genaamd Clara Benedix te arresteren, indien deze zich in Fal mouth zou vertonen en haar naar het hoofdkwartier te brengen voor verhoor. Toen George en Janet Grant de bij gevoegde foto bekeken, herkenden zij haar direct als Mata Hari. Zij was toen echter niet meer aan boord van de „Zeelandia". OP EEN AVOND in de tweede week van november 1916 kwam de „Hollan dia" in Falmouth aan, op weg van Zuid-Amerika via Vigo in Spanje naar Amsterdam. Zoals gebruikelijk, verrichtte Grant een vluchtige inspectie en ontdekte tot zijn verrassing dat de gezochte vrouw aan boord was. De da me met wie hij maanden tevoren ken nis had gemaakt kon dan mevrouw Margaretha MacLeod-Zelle zijn en mo gelijk ook Mata Hari, maar gezien haar beeltenis op de foto, was zij bo vendien Clara Benedix. Misschien was zij een Duitse spionne en was de naam Benedix slechts een alias. De volgende morgen vroeg gingen George en Janet Grant aan boord van de „Hollandia". Mata Hari's kleding en bagage werden grondig onderzocht. Men ging zelfs zover, de spiegels en houten panelen van haar hut te laten losschroe ven, op zoek naar verborgen documen ten. Men vond echter totaal niets. Toen „MY FAIR LADY" en de „Roaring Twenties" hebben niets met elkaar ge meen. De breed uitgedoste dames van rond de eeuwwisseling zouden waar schijnlijk verachtelijk de neus hebben opgetrokken voor de malle juffrouwen met hun soepjurken uit de twintiger jaren. Wij in 1965 vinden beide type dames verrukkelijk. We ado reren hen in musicals en dragen de mode, die op hen is geïnspireerd, zo niet aan het lijf dan toch op handen. Mode en musicals. Kea Tan heeft met beide iets te maken. Als mode ontwerper Arnold Diepeveen aanstaan de dinsdag zijn nieuwe boutique in Soest ten doop houdt, zullen de ranke halsjes van de mannequins gevat zijn in colliers a la „Fair Lady" van Kea Tan. En op de charlestonjurken van de meisjes uit de musical „No No Nanette", die op 25 februari in Carré in première gaat, zullen lange kralen kettingen bungelen, waarbij Kea Tan weieens de tel is kwijt geraakt. Ze heeft „My Fair Lady" nooit ge zien. De film niet en de musical niet. „Ik heb er gewoon geen tijd voor." Toch zullen haar kettingen lijken op die uit de film. Hoe dan kan? Arnold Diepeveen. die zeer goed bevriend is met Cecil Beaton, de man die de prach tige kostuums maakte voor de film, kwam van een bezoekje aan Londen thuis met een platenboek van de authentieke kostuums en de juwelen uit „My Fair Lady". Kea Tan heeft dat boek ook onder ogen gehad. „Natuur lijk heb ik de sieraden niet precies na gemaakt, maar het typische ervan heb ik er wel uitgehaald." ZE MAAKT HAAR sieraden thuis. Thuis, dat is een flat op een tochtige galerij in Buitenveldert. Achter die zakelijke buitenkant, gaat een exotisch interieur schuil met wajang-poppen aan de muur, een groen plantengordijn en warme scherpe kleuren. De invloed van haar man, die Indonesiër is en van Chinese kom-af (de volle naam luidt Tan Oei Han) zal daar niet vreemd aan zijn. In een zwart laden- kastje op de grond liggen trossen ket tingen. „Ik draag zelf alleen sieraden als ik uitga. Ik zou onder 't werk maar in de knoop raken." Ze werkt voorna melijk met glas. „Plastic vind ik lelijk, 't Glimt zo anders. Maar natuurlijk moet je weieens concessies doen. In het begin maakte ik alleen wat i k mooi vond. Maar dat is zakelijk niet vol te houden." MET EEN OPLEIDING aan de Kunstnijverheidsschool in de rug, is ze een paar jaar geleden begonnen met haar sieraden. „Ik was aan huis ge kluisterd door een hernia. Ik moest wat om handen hebben." Aan kunstnij- verheidszaakjes sleet ze haar eerste kettingen van hout en rundertanden, die ze zelf op het abattoir ging halen, ,,'t Gekke was, dat vooral dokters belang stelling hadden voor die kettingen." Kea wachtte overigens niet af tot het fortuin haar in de schoot werd gewor pen. „Ik belde gewoon allerlei mensen op om te vragen of ze misschien siera den van mij wilden hebben." Zo groei de de klantenkring langzamerhand uit. Ook het Lurelei-cabaret is sinds kort klant bij haar. „Jasperina de Jong woont vier deuren verder," licht ze toe. In theater Paloni heeft ze zelfs een vitrine, waar haar kettingen liggen uit gestald. Toch krijgt ze daar weinig re acties op. Wèl op de ketting, die Sylvia de Leur tijdens de voorstelling draagt. ,,'t Is al heel vaak voorgekomen, dat mensen mij opbelden als ze Lurelei hadden gezien, om te vragen of ik die ketting van Sylvia misschien kon na maken. En dan te weten, dat ik hem zelf heb ontworpen." OVERIGENS DANKT Kea Tan haar faam niet alleen aan haar sieraden. Ze maakt ook poppen. Kleine figuurtjes van vilt, die zó uit een sprookje konden zijn weggestapt. „Soms als ik sta te koken, krijg ik opeens een idee. Als ik een tomaat of een artisjok schoon moet maken, zie ik daar een nieuw popje in. Ik maak het dan na in vilt, met arm pjes en beentjes. Maar altijd met die vrucht als basis." Haar vrouwtjes-pop- pen zijn altijd Japans of Chinees om te zien. „Ik weet niet waarom. Ik zou ook niet kunnen zeggen, waarom ik ze twee verschillende gekleurde armpjes geef. 't Moet gewoon van binnenuit." DIE POPJES ZIJN door de reclame gretig geadopteerd om er kalenders en koekdozen mee te illustreren. „Ze zeg gen dat ze sprekend lijken op de pop pen van de beroemde Tsjechische teke naar Jiri Trnka. Laatst ben ik door de Tsjechische ambassade uitgenodigd om Ten aanzien van deze reeds werken de vrouwen bleek de animo tot arbeid buitenshuis vooral aanwezig bij jongere vrouwen, die doorwerken na het aan vaarden van de gezinsverantwoordelijk heid, en bij oudere vrouwen die op nieuw gaan werken nadat de kinderen een zekere leeftijd hebben bereikt. Een derde der werkende vrouwen was werkzaam in de huishouding bij anderen, als werkster, dienstbode of huishoudster. Relatief weinig werkende vrouwen waren werkzaam (als fa brieksarbeidster) in de industrie. De reeds werkende vrouwen hadden over het algemeen plezier in het werk dat zij verrichten. Zij waren er zich overigens van bewust op een aantal punten „moeilijker" te zijn voor de werkgever dan vrouwen zonder ge zinsverantwoordelijkheid. Objectief gezien hebben de buitens huis werkende vrouwen met gezinsver antwoordelijkheid dikwijls een vrij zwa re taak. Bijna een derde van hen werk te volgens eigen opgave meer dan 55 uur per week in de huishouding en werkkring. Tamelijk veel werkende vrouwen ondervonden hun dubbele taak dikwijls of soms als te zwaar. De mate waarin dit gebeurde zou volgens het rapport kunnen samenhangen met de aard van de arbeidsmotivatie. Een ge voel van constante overbelasting werd zelden aangetroffen. In de 942 volledige gesprekken toonde 28 pet. der vrouwen een positieve in stelling ten aanzien van het werken bui tenshuis en zag mogelijkheden inder daad te gaan werken. Uitgaande van de representativiteit van de steekproef en rekening houdend met bepaalde afwij kingsmogelijkheden in de betrouwbaar heid, wordt de potentiële reserve aan vrouwen met gezinsverantwoordelijk heid die mogelijk dus tot het ar beidsproces zouden kunnen toetreden geschat op tussen de 292.000 en 300.000. De vrouwen die bereid en in staat zijn tot werken, zagen evenwel bijna uit sluitend mogelijkheden voor een werk kring met gebroken werktijden en niet voor een volledige werkkring. Naar schatting zou een groot deel van bedoel de vrouwen ongeveer vier uur per dag buitenshuis kunnen werken, zonder dat de huishouding daaronder behoeft te lij den. Gebleken is, dat vrouwen die reeds gedurende een periode buitenshuis werkzaam waren naast de gezinszorg, een grotere bereidheid tot arbeid bui tenshuis toonden dan andere vrouwen. Algemeen vooroordeel Een algemeen negatieve houding ten opzichte van het buitenshuis werken door vrouwen met gezinsverantwoorde lijkheid werd bij alle bevolkingsgroe pen geconstateerd; bij de meer welge- stelden en hoger opgeleiden iets min der, bij de religieus gebonden groepen iets meer. Deze algemene instelling is negatiever dan de persoonlijke houding tegenover arbeid buitenshuis. Dit bete kent, dat vele vrouwen die zelf graag buitenshuis zouden werken, toch een algemeen vooroordeel tegen arbeid bui tenshuis delen. Een groot deel van de bestaande weerstand zou naar de mening der vrouwen waarschijnlijk zijn oorsprong vinden in de houding van de man in het gezin. Psychologische bezwaren spelen hierbij een belangrijke rol. De grote meerderheid van de echtgenoten of mannelijke kostwinners uit hun ge zin en eigenlijk derhalve het man nelijke deel van onze maatschappij lijkt negatief ingesteld ten opzichte van het werken buitenshuis van de vrouw met gezinsverantwoordelijkheid. Het oordeel van de man zou volgens het onderzoek aanmerkelijk negatiever zijn dan het oordeel van de vrouw. In on geveer 25 pet van de gezinnen is de vrouw positief, en de man negatief in gesteld. Het omgekeerde komt veel minder voor. Het negatieve oordeel van de man is daarbij dikwijls meer emotio neel bepaald dan dat het op ervaring en feitelijke gegevens berust. Als de feitelijke onmogelijkheid tot werken wegens verplichting, voortvloei end uit de gezinszorg even buiten be schouwing wordt gelaten, mag worden geconstateerd, dat de belangrijkste bron van weerstand, die deze vrouwen on dervinden, wordt gevormd door het maatschappelijk vooroordeel. Bij het in stand houden van dit vooroordeel speelt de man een zeer belangrijke rol. een tekenfilm van hem te zien. En toen zag ik het ook. Ze doen nu moeite om me met hem in contact te brengen. Ik zou dat erg fijn vinden, natuurlijk. Na die film was ik erg geïnspireerd. Ik moest toen „Doornroosje" uitbeelden voor een tapijtenfabriek in een vitrine op de Scheveningse Pier. Trnka maakt zijn poppen van leer. Dat heb ik toen ook eens geprobeerd, 't Is erg prak tisch materiaal, want zeemleer ver kleurt niet. Dat is natuurlijk erg be langrijk, want m'n poppen staan de hele dag in de zon. Ze staan er nu een jaar, maar ze zijn nog even fris van kleur als toen ik ze afleverde." TERUG NAAR DE kettingen. Waar ze zich op inspireert? „Ik weet het niet. Wat de kleuren betreft: ik houd erg van scherpe kleuren tegenover elkaar. Blauw en groen, paars en lila vind ik verrukkelijk. De Chanelkettingen vind ik afschuwelijk. Al dat goud en die pareltjes. Ik hecht absoluut niet aan die dure juwelen. De spiraalkettingen, die de Afrikaanse vrouwen dragen, vind ik prachtig. Mijn man is erg geïnteres seerd in ethnologie. Heeft er veel boe ken over. Dat primitieve in die kunst intrigeert me." Wat dat betreft doet Kea Tan haar naam eer aan, want betekent Kea im mers niet Aarde?.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1965 | | pagina 17