DE GRAVIN EN HAAR RYOUX r- VROUW L Op het verlanglijstje van Irene en Charles staat een eigen huis met schaduwrijke tuin i ai Nu nog in een flat in Madrid maar: Beroep van stewardess nog steeds in trek 7 PAGINA ZEVEN r -k< 'S' I Oud-Hollandse kamer Dol op leer Spaanse „Gysbrecht' Vertaalplannen (Van onze moderedactrice) Een manchetknoop van stukjes schelp en een enthousiaste Pierre Balmain, die e meteen een paar dozijn bestelde. Dat was het begin. Nu - na twintig jaar - maakt de halve Parijse haute couture „goede sier" met de sieraden van Cissy Zoltowska. Cissy haar voornaam zegt 't al - is een échte „Wienerin" en wat minstens zo aardig is, gravin. Ze heeft een appartement in de peperdure rue Cambon in Parijs, niet ver van het modehuis Coco Chanel. Binnen is 't net een sprookje uit Duizend-en-een-Nacht lage banken met Oosterse kleedjes erover, spuitende fonteintjes, jade en ivoor in vitrines en op de schoorsteen, alles in het schemerdonker. De gravin zelf ziet er ook nogal exotisch uit. Ze is klein, zongebruind, met een bungelende ravenzwarte paar- destaart op de rug en op elk van haar gracieuse gebaren rinkelt er wel een van haar sieraden mee. Haar bijous stralen ook een en al Oosterse luister uit. Ze zijn opval lend groot, de stenen (veelal van glas) worden vaak gecombineerd met metaal en op onwesterse manier gedragen: op het voorhoofd, aan de enkel of de bovenarm. Het flonkert allemaal heel ingetogen of het spat uiteen van de kleuren. Overigens hebben de bijous Cis (afkorting van Cissy) niet alleen succes in Parijs. Ze worden tot in Amerika toe verkocht. In Nederland zijn ze alleen bij Maison de Bonneterie te koop. Over de prijs zullen we maar niet praten. Voor een gewone sterveling niet om te betalen. Maar daarvoor zijn ze dan ook door een echte gravin gemaakt. De afbeelding hiernaast links toont, ten halve, een exotisch gastvrouwen-ensemble van gravin Zoltowska. De sieraden, zowel om bovenarm als enkel te dragen, zijn ge heel in stijl. Het flonkerend collier met glazen „druppel" hieronder kan kapsel èn hals tooien. Bij de lange gastvrouwenrokken voor de zomer maakte de gravin „san dalen" van gekleurd glas en metaal, die geen zolen hebben. Het oranjerode trosjes sieraad op steeltjes (rechts) wordt ter weerszijden van het hoofd vastgestoken: een leuke variant op de Spaanse bloem-op-het-oor. 'f V .1 - .«d n r li', "Iftl! <sMril "nes faö Pk iiffntjrsfc!? IlfiJ -*Hjj iftE hP'hk JPBMflfj - i MADRID. „Een kamer zonder bloemen heeft geen ziel". Dat zegt prinses Irene, charmante gastvrouwe in haar flat te Madrid tijdens een bezoek van een redacteur van het ANP. In haar zonnige, gezellige salon staan overal bloemen. Op de schouw, waarin het hout voor een gezellige avond gereed ligt, gloeien paarse en rode anemonen. Op een zijtafel stralen roodgeaderde witte anjers en oranjerode gladiolen in een hoge kristallen vaas met zilveren voet. Verder planten alom. „DE SPANJAARDEN genieten van bloemen, maar de liefde ervoor is lang zo groot niet als in het Hollandse bin nenhuis. Het is vreemd, maar ze schij nen er geen behoefte aan te hebben". Prinses Irene houdt van alle bloe men, maar het meest van rozen. Zij hoopt later veel rozen in haar tuin te hebben. „UW TUIN? U zou in Madrid toch een grotere flat gaan betrekken?" „Dat zal binnen enkele maanden inderdaad Prinses Irene is dol op bloemen. Haar Madrileense flat staat er vol mee. Naast haar prins Charles. het geval zijn. Maar ondertussen wordt gezocht naar een stuk grond in de buurt van Madrid, bebouwd of onbe bouwd, maar in elk geval met bomen". „Bomen", zo legt prins Charles uit, „zijn in het zwaar geërodeerde land schap van Spanje tamelijk zeldzaam". Een tuin zonder bomen vinden de prin ses en de prins niets. Het gaat er dus om een bestaand huis met een belom merde tuin te vinden ofwel een stuk grond, waarop een nieuw huis kan wor den gebouwd. „Liefst geen bestaand huis", vindt prinses Irene. „We heb ben aan Drakesteyn van mijn zuster Beatrix gezien hoe lang het duurt en hoe kostbaar het is om een oud huis te moderniseren en bewoonbaar te ma- ken. Het liefst heb ik een nieuw, mo dern huis". MET GLINSTERENDE OGEN ver telt zij van haar droom om de Oud hollandse eetkamer, die zij onlangs uit Nederland als trouwcadeau kreeg geheel in stijl in te richten. De vloer moet dan in witte en zwarte tegels worden uitgevoerd, zoals in de huizen van de zeventiende eeuw. En deze eet kamer zal grote ramen met kleine Hollandse vensters moeten hebben. Ruitjes, die zachtgroen en teer rose gekleurd zijn. Ja. Een echte Holland se sfeer moet die eetkamer hebben, waar het prachtige ameublement uit Nederland, de Amsterdamse staande klok, de miniaturen en het zeegezicht van Van Wieringen, de antieke gesne den kist en andere Oudhollandse schatten zullen harmoniëren. In die eetkamer, zo hoopt prinses Irene, zullen bloemen van alle seizoe nen staan. Behalve op rozen is zij ook dol op narcissen, tulpen, lelietjes van dalen, herfstasters, om maar enkele te noemen. Maar topbloem blijft de roos. Van de bloemen en de toekomstplan nen voor een eigen huis buiten Madrid dwaalt het gesprek naar de dagelijkse dingen, zoals de verhuizing naar de grotere flat. Prinses Irene en prins Charles rekenen er op, dat zij daarin maar een paar jaar zullen wonen. Tot dat 't gedroomde huis in een schaduw rijke tuin klaar is. De tegenwoordige flat is al lang te klein. Er is onvol doende armslag om te wonen en te werken, want het werk van de prins, die ook de goederen van zijn familie beheert, vergt veel ruimte. De flat is trouwens in het afgelopen iaar maar ruim twee maanden be woond geweest. „Let u maar niet op de rommel, want we zijn pas terug ge somen. Nog niet alles staat op zijn plaats", zegt prinses Irene, met huis houdelijke blik rondkijkend. Haar be zoeker kan geen fout bespeuren en vindt het er bijzonder gezellig en sfeer vol. In Madrid regelt de prinses zelf haar huishouding. Het dagelijks menu is een van haar zorgen. Natuurlijk niet iedere dag Spaans. Deze keuken is verrukke lijk, maar zwaar. Het vorstelijk echt paar houdt trouwens van variatie. En dan is er verder het toezicht op de hele huishouding en de stroom van te beant woorden correspondentie, die dagelijks uren vergt. „We vonden bij onze thuis komst een stapel kerst- en nieuwjaars groeten, waar je niet overheen kon springen," zegt prinses Irene. Prins Charles, die beurtelings in rad Frans en Engels spreekt en zegt geen Neder lands te verstaan maakt meteen een grapje over ski's vanwege deze berg winterse heilwensen. ZO KOMT HET gesprek op sportbe oefening. Van paardrijden is in Madrid nog niets gekomen. „Ik had gewoonweg geen tijd om het te organiseren," ver telt prinses Irene. Ondertussen laat prins Charles „een voor de stijgbeugel" inschenken, een oude riddergewoonte, voordat men zich in den zadel wierp. Van paarden komen we op vliegen. Prinses Irene vertelt, dat zij nog steeds haar vliegbrevet niet heeft. Er is wei nig van lessen gekomen, doordat er al tijd wat tussen kwam. Regen, storm of het niet beschikbaar zijn van het mili taire vliegveld bij Madrid voor de Avio- club. Maar tennis wordt door het jonge paar geregeld gespeeld. „Toch ga ik ook mijn brevet halen," zegt prin ses Irene, die, nog nagenietend, vertelt over de skivakantie in Zwitserland. Op één uur rijden afstand van Madrid we vragen, gezien de voorliefde voor snel rijden maar niet naar de afstand kan nu ook geskied worden. Prinses Irene en prins Charles willen daarvan zo veel mogelijk profiteren. We babbelen nog even over mode Prinses Irene heeft een voorkeur voor lange avondjurken, voor sportkleding en dan vooral voor lederen kleding. Haar lievelingskleuren? „Alle schake ringen rood en alle schakeringen blauw", zegt de prinses beslist. De blik valt op een klein, grappig te lefoontoestel uit de oertijd van de PTT. Prinses Irene schiet in de lach. Zij vindt het een enig ding en gebruikt het werkelijk als huistelefoon. „Maar je voelt je dan net of je met Siberië praat, zo hard moet je gillen"... TIJDENS DE LEVENDIGE, geestige kout van prins Charles en prinses Ire ne, doorspekt met aardige Spaanse anecdotes, komt het culturele en uit gaansleven ter sprake. „Litteratuur en toneel hebben mijn liefde," zegt prin ses Irene, „vooral modern, ook Spaans toneel". Veel gaat het prinselijk echt paar niet uit. Zij hebben in het najaar dol genoten van een traditionele opvoe ring van „Don Juan Tenorio" een heer lijk romantisch stuk in verzen uit om streeks 1860. De opvoeringen ervan zijn in Madrid, zowel als in andere steden en dorpen op het Iberische schier eiland, even traditioneel als in Amster dam Vondels Gysbrecht. Dit stuk leeft in het Spaanse volk en het volk leeft met het stuk, de helden en heldinnen, mee. De verzen geven aanleiding tot tal van grappige, ook actuele, variaties, waarover iedereen veel plezier heeft. In de opvoeringen wordt zwaar overdre ven. En als tenslotte de held sterft en het goede deel van zijn ziel door zijn gestorven geliefde voor de hemel wordt gered, dan is het brede publiek tot snik- kens toe geroerd. Veel tijd voor thea terbezoek is er intussen nog niet ge weest. Maar wel heeft prinses Irene tijd gevonden voor lessen om haar Spaans nog meer te perfectioneren alsook om zoveel mogelijk werken in proza en to neelvorm te lezen. Op het ogenblik ge niet zij opnieuw van Don Quichot van Cervantes. „ALS WE ONZE zorgen voor huisves ting hebben opgelost, dan ga ik vast veel meer werk maken van theaterbe zoek," zegt prinses Irene. „Ik ben dol op vertalen en heb dan ook een idee in het achterhoofd om eens iets uit de moderne Spaanse theaterlitteratuur in het Nederlands te vertalen. Maar zover is het voorlopig nog niet." Tja, die huisvesting. „Mijn zuster Beatrix zag, toen we na de oorlog in Nederland kwamen, Drakesteyn en zei dadelijk, dat zij daar later wilde wonen. Zij woont er nu," zegt prinses Irene. En haar ogen dromen in gedachten naar het huis in een tuin vol bomen en bloemen. In dat huis een Oudhollandse eetkamer waar het licht valt door zacht gekleurde vensters, tussen goudgele gordijnen op een tafel met twaalf stoe len, gedekt met rood-wit porselein en de prachtige zilveren bestekken, die jaar na jaar door het garde-regiment prinses Irene als verjaarsgeschenk zijn aangeboden. De slanke vingers van de prinses glij den langs het edel glanzende, fraai ge vormde metaal, dat in houten casettes een ereplaats in haar werkkamer in neemt. Prins Charles glimlacht en zegt: „Het komt er allemaal." Binnen een week tijd hebben meer dan 300 Nederlandse meisjes bij Pan American Airways in Amsterdam ge solliciteerd naar de functie van ste wardess, nadat bekend was geworden, dat deze Amerikaanse luchtvaartmaat schappij in Nederland geschikte krach ten hoopte te vinden voor haar stewar dessen-korps. „Slechts de helft van dit korps wordt gevormd door Amerikaanse meisjes," aldus Panam-directeur P. G. Vosburgh. „De andere helft wordt in het buiten land gerecruteerd." Het beroep van stewardess oefent blijkbaar op veel jonge vrouwen nog steeds een magische aantrekkings kracht uit. Eind vorige maand kwam een speciaal team van de personeels afdeling van de luchtvaartmaatschappij uit New York over om de sollicitanten te testen. De eisen luidden: 21 tot 27 jaar oud, ongehuwd of gehuwd geweest, 161 tot 173 cm lang, 50 tot 63 kg zwaar, middelbaar onderwijs genoten hebben, vloeiend Engels en Nederlands spre ken, kennis van andere talen strekt tot aanbeveling. Na een betaalde trainingsperiode van een jaar in Miami krijgen de aange stelde meisjes, zodra zij „vliegend werk" gaan doen 425 dollar per maand. Zij worden in Amerika gestationeerd. Panam heeft de laatste jaren steeds enkele tientallen Nederlandse stewar dessen in dienst gehad.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1965 | | pagina 21