SHIRLEY VIS*DETECTOR VOOR HENGELAARS «i! PANDA EN DE DRUMDRUMS Stamboom van dagelijkse dingen MWEüGëAM Xs 14 Ons vervolgverhaal door Charlotte Brontë V-SSIJffiSS/g DE DODE BRU ID" door dr. Robert van Gulik wt.vm MAANDAG 1 MAART 1965 i'N D6 16>E EEUW VJERDËtf t£ HöAoGES VAN horlogedus! JYade /Gedurende de pro- 99 147) Zij heeft naast mij gezeten en ik heb niet gebeefd niet meer dan mijn schrijftafel. Ik heb haar blik en haar glimlach opge vangen als nu ja, als een leraar, zoals ik ben. Haar hand heb ik nooit aangeraakt die beproeving heb ik nooit ondergaan. Ik ben niet haar pachter of bediende ik ben nooit een lijfeigene of een knecht van haar geweest; maar ik ben arm en het is nodig dat ik de achting voor mijzelf bewaar dat ik daar in elk geval aan vast houd. Wat bedoelde zij met die toespeling op koude mensen die het levende vlees tot marmer verste nen? Het deed mij genoegen ik weet nauwelijks waarom ik wilde er niet naar vragen ik geef mij nooit over aan een ondeizoek noch van haar woorden noch van haar ge zicht; want. indien ik dat deed, zou ik soms het Gezonde Verstand vergeten en aan do Romantiek geloven. Een vreemde, geheime opwinding sluipt soms door mijn aderen: ik, wil haar niet aanmoedigen ik wil het mij niet herinneren. Ik ben vastbesloten zo lang het kan het recht te behouden met Paulus te zeggen: „Ik ben niet krankzinnig, maar ik spreek woorden van waarheid en eenvoud. Hij wachtte en luisterde. „Komt zij of komt zij niet'" vroeg hij. „Hoe zal zij die boodschap opne men? Naïef of minachtend? als een kind of als een koningin? Zij heeft de eigenschappen van het eer. zowel als van de ander. „Mocht zij komen, wat zal ik dan tegen haar zeggen? Hoe in de eerste plaats, moet ik de vrijmoedigheid van mijn verzoek verklaren? Zal ik mij tegenover haar verontschuldigen? Ik zou het in alle ootmoed kunnen doen; maar zou een verontschuldiging ons in deze zaak tegenover elkaar plaat sen zoals dat het geval moet zijn? Ik moet de leraar spelen, anders ik hoor een deur." Hij wachtte. Er gin gen vele minuten voorbij. „Zij zal mijn verzoek weigeren. Hen ry tracht haar over te halen om te komen; zij wijst het af. Mijn ver zoek is een aanmatiging in haar ogen; laat zij alleen maar komen, dan over tuig ik haar wel van het tegendeel. Ik zou liever willen dat zij een beetje onredelijk was dat zou mij hard maken. Ik zie haar het liefst in een pantser van trots, gewapend met spot. Haar hoon schrikt mij op uit mijn dromen dan kom ik zelf in verzet. Een sarkastische opmer king of blik uit haar ogen geeft mij kracht in iedere senuw en spier die ik heb. Ik hoor een stap, en niet die van Heryy De dêur ging open; juffrouw Keel- dar kwani binnen. De boodschap had haar blijkbaar bereikt terwijl zij zat te borduren: zij had haar werk in de hand. Zij was deze dag niet uit rijden geweest; blijkbaar had zij hem rustig doorgebracht. Zij droeg haar keurige huisjapon en zijden schortje. Dit was geen Thalestris van de vel den, maar een kalme huiselijke per soonlijkheid, die bij de haard zat. De heer Moore was in de voordeligste positie; hij had haar dadelijk met in drukwekkende woorden en een streng gezicht moeten aanspreken. Misschien zou hij dat ook wel hebben gedaan als zij vrijpostig gekeken had; maar zij had nooit minder cranerie getoond. Een soort zachte, jeugdige verlegen heid hield haar oogleden neergeslagen en was op haar wangen te zien. De leraar bleef zwijgend staan. Zij stond plotseling stil tussen de deur en zijn tafel. „Wilde u mij spreken, meneer?" „Juffrouw Keeldar, ik heb de vrij heid genomen u te laten halen dat wil zeggen, u om een onderhoud van enkele minuten te vragen." Zij wachtte; zij was in de weer met haar naald. „En, meneer" zonder haar ogen op te slaan „waarover dan?" „Gaat u eerst zitten. Het onderwerp dat ik bespreken wilde is nogal be langrijk. Misschien heb ik nauwelijks het recht erover te beginnen. Het is mogelijk dat ik mij moet verontschul digen; het is ook mogelijk dat er geen veronschuldiging is. De vrijheid die ik heb genomen, komt voort uit een ge sprek met Henry. De jongen maakt zich zorgen over uw gezondheid; al uw vrienden zijn daar bezorgd over. „Het is over uw gezondheid, dat ik met u wilde spreken." het uitstekend," zei zij „Ik maak kortaf. „Toch bent u veranderd." „Dat gaat alleen mijzelf aan. Wij veranderen allemaal." „Wilt u gaan zitten? Juffrouw Keel dar, vroeger had ik enige invloed op u heb ik dat nu nog? Mag ik het gevoel hebben dat wat ik zeg niet als regelrechte aanmatiging beschouwd zal worden?" „Laat u mij wat Frans lezen, me neer Moore, of ik wil zelfs wel een Latijnse grammatica hebben en laten wij dan een wapenstilstand sluiten op het gebied van alle hygiënische dis cussies." „Neen neen; het is tijd om daar over te praten." „Ga uw gang dan, maar neem mij niet als onderwerp. Ik ben gezond." „Vindt u het niet verkeerd te be vestigen en opnieuw te bevestigen wat in wezen onwaar is?" „Ik zag dat ik het goed maak ik hoest niet, ik heb geen pijn en geen koorts." „Is er niet iets dubbelzinnigs in die bewering? Is het de letterlijke waar heid?" „De letterlijke waarheid." Louis Moore keek haar ernstig aan. „Ik kan zelf," zei hij, „geen aanwij zingen van een werkelijke ziekte ont dekken; maar waarom bent u dan zo veranderd?" „Ben ik veranderd?" „We zullen het op de proef stellen we zullen een bewijs trachten te vinden." „Hoe?" „In de eerste plaats vraag ik, slaapt u zoals vroeger?" „Neen; maar dat is niet omdat ik ziek ben." „Hebt u evenveel eetlust als vroe ger?" „Neen; maar dat is niet omdat ik ziek ben." „U herinnert zich wel dit ringetje aan mijn horlogeketting? Het was van mijn moeder en het is te klein om over het gewricht van mijn pink ge schoven te worden. U hebt het dik wijls voor de grap van mij afgepakt. Het paste aan uw wijsvinger. Pro beer het nu eens." £ij liet toe dat de proef genomen werd. De ring viel van het vermager de handje. Louis raapte hem op en maakte hem weer vast aan zijn hor logeketting. Een blos van bezorgdheid kleurde zijn voorhoofd. Shirley zei weer „Het is niet omdat ik ziek ben." „U slaapt en eet niet alleen slecht, en u bent niet alleen vermagerd," maar u bent altijd in een gedrukte stemming. Bovendien is er een zenuw achtige angst in uw ogen een ze nuwachtige onrust in uw manier van doen. Deze bijzondere eigenschappen hoorden vroeger niet bij u." „Meneer Moore, laten wij hier op houden. U hebt het precies geraden: ik ben zenuwachtig. Laten wij nu over iets anders praten. Wat regent het toch verschrikkelijk de regen stroomt maar door!" „U zenuwachtig? Ja; en als juf frouw Keeldar zenuwachtig is, dan is dat niet zonder oorzaak. Maak het voor mij toegankelijk. Laat het mij duidelijker zien. De ziekte is niet li chamelijk dat dacht fk al. In één ogenblik is ze ontstaan. Ik weet op welke dag. Ik heb de verandering op gemerkt. Uw pijn is geestelijk." „Helemaal niet; zoiets gewichtigs is het niet ik ben alleen maar zenuw achtig. O, laat dit onderwerp rusten." „Wanneer het volledig behandeld is, eerder niet. Zenuwachtige angsten moeten altijd meegedeeld worden om ze te kunnen verdrijven. Ik wilde dat ik de gave had van overreding en u er toe kon brengen er vrijuit over te praten. Ik geloof dat in uw geval het opbiechten de halve genezing zou be tekenen." „Neen," zei Shirley bruusk. „Ik wil de dat het mogelijk was; maar ik vrees van niet." Zij hield even op met haar naai werk. Zij zat nu op een stoel met haar elleboog op de tafel rustend en zij steunde het hoofd op haar hand. De heer Moore keek alsof hij het ge voel had ten slotte iets verder te zijn gekomen op dit moeilijke pad. Zij was ernstig en in haar wens lag een belangrijke bekentenis opgesloten; hierna kon zij niet meer volhouden dat zij niets mankeerde. (Wordt vervolgd) tMMWWMAMMMWWUWWMJIMIIMVWIMMMUIMMMWIMMMMMIMMUUUUMMfVWWUWIMIMWIMMMMMMWWWMA AL DIE hengelaarsverhalen over mooie „stekkies", waar de vis altijd maar weer grif zou bijten, we ge loven ze niet meer. Sportvissers over al ter wereld klagen, dat hun vangsten (in openbaar viswater) van jaar tot jaar minder worden. Het nu ten einde zijnde seizoen was weliswaar iets beter dan het jaar daarvoor, maar over het algemeen wordt er toch veel minder gevangen dan bijvoorbeeld in de vijftiger jaren een verschijnsel dat volgens velen samenhangt met de steeds toenemende vervuiling van ri vieren, slóten en plassen ten gevolge van het industrie-afval. DE DESKUNDIGEN echter zijn er lang niet zo zeker van dat dit de enige ocrzaak van het euvel is. Steekproeven ig^^chiHende landen hebben al uit gewezen, dat de vissterfte vgak aap- zienlijk minder groot is dan men ai- gemeen aanneemt. Dit is ook in or.ze contreinen gebleken. Toen b.v. ruim een jaar geleden bij Penningsveer grondwerkzaamheden uitgevoerd wer den, waarbij een deel van de jachtha ven aldaar tijdelijk van open water moest worden afgesloten, vervuilde het water in deze afgesloten plas in korte tijd zodanig dat er geen vis meer in leven kon. In dit stukje water waren de hengelaarsvangsten trouwens al enkele jaren miniem, to^ „waardeloos" geweest en men meende dus dat er nagenoeg geen vis meer „zat". Toch kwamen er, na de afsluiting, duizenden bedwelmde vissen, waaronder exem plaren van recordafmetingen, aan de oppervlakte drijven, waarvan het leeu wendeel gelukkig door snel overzet ten in open water gered kon worden. De conclusie kan ook hier niet anders luiden dan: de visstand zelf de hoe veelheid vis dus, valt nog best mee; hun bijtlust echter (waarvan nu eenmaal ieder hengelaarssucces afhankelijk is) vermindert zienderogen. Verontreinigd en/cf zuurstofarm water schijnt de eetlust van de vissen in sterke mate te reduceren: een verschijnsel dat de laatste tijd ook in het buitenland werd vastgesteld. NU MOETEN natuurlijk ook de vis sen van tijd tot tijd voedsel tot zich nemen; dat staat als een paal boven water. Vroeger wist men, op grond van langdurige ervaringen, wanneer, bij welke wind en bij wat voor weer een bepaalde vissoort bij voorkeur ging fourageren. Maar tegenwoordig gelden die oude hengelaarswaarheden niet meer. Watervervuiling, verzilting en wèllicht tientallen andere factoren heb ben de „habitus" van de vissen en daarmee ook hun voedingsgewoonten grondig in de war gestuurd: En eigen lijk moet de hengelsport dus helemaal overnieuw beginnen met leren en be studeren. Een langdurig proces waar bij zij thans echter de wetenschap der visserij-biologie aan haar zijde weet MAAR MEN kan het ook anders aan pakken. Een Amerikaanse ingenieur uit Louisiana, zelf een fervent sport visser, heeft een apparaat uitgedok terd, waarmee hij de vissen kan horen „spreken". En daar (volgens hem) de vis alleen „praat" als zij hongerig is, weet hij steeds de beste vangstplaatsen op te sporen. Die vis-„detector" (in Amerika reeds voor 77 dollar 280 in de handel) be staat uit een waterdichte microfoon (hydrophone) van zeer hoge gevoelig heid. Men laat dit ding aan een kabel voorzichtig in het water zakken. Het an dere eind van de kabel mondt uit in een batterij-transistorversterker met een grote „output". De hydrophone vangt onder water de minieme geluiden van zich voedende, of op buit jagende vis sen op '''(dichtklappende visSebekjes, staartgeklepper en wat dies meer zij). Het transistorkastjë versterkt die gelui den tot het menselijke oor ze kan horen De oogst van enkele uren vissen met de „Fish-Fone". De installatie inzet bestaat uit een hydrofoon, een koptele foon en een batterij-versterker. Het ge heel past in een handzaam ijzeren koffertje en weegt slechts enkele kilo's. en de vis is zo goed als gevangen. D» uitvinder beweert dat hij aan de inten siteit van het geluid zowel de richting en de afstand als de vermoedelijke hoe veelheid van de jagende vis kan bepa len. ja, van sommige soorten zelfs de naam kan noemen nog voor hij één vis aan de haak geslagen heeft! En om te bewijzen dat het geen sprookje is, toont hij op de bijgaande foto het resultaat van twee uur radiografisch hengelen op een der z.g. visarme plassen in zijn woonstaat Louisiana: veertien kilo kar per, snoekbaars en forel. Hij komt trou wens dankzij zijn kastje altijd met vol le leefnetten terug en bijgevolg wor den zijn apparaatjes op het moment sneller verkocht dan zijn firma (Engi neering Research Corporation, Linwood at Dalzell, Shreveport) ze kan vervaar digen. Volgend seizoen echter, zo ver wacht hij, zal ook de exportmarkt in Europa wel aan bod komen. En daar wachten wij hengelsportliefhebbers dan maar op, tot I juni. INCASSO WEEKABONNEMENTEN De incasso van het abonnementsgeld iedere week kost veel tijd en moeite, aan u en aan onze bezorgers. Er zijn twee mogelijkheden om het ongemak in dit opzicht te vermijden a. Overgang op een kwartaalabonne ment b. Betaling aan de bezorger voor een periode van 4—5 weken. U krijgt dan een door de bezorger onder tekend ontvangstbewijs. Misver stand over de betaling is daardoor uitgesloten. Het resultaat voor u Minder geloop naar en gebel aan de deur; in uw wijk daardoor een vlottere bezorging. Voor de bezorger minder last Probeert u het eens. DE ADMINISTRATIE HENLE/N SPOEDIG VR'J ALGEMEEN), MAAR. - TOCH GOLD HET IN BEPAALDE KRINGEN ALS H/C OM ZANDLOPERS TE DRAGENVOOR'T GE/W MET EEN BAND ONDER DE KNIEBEVESTIGD» EARL OF LEICESTER SCHONK® tBEN ELISABETH OP NIEUWJAARSDAG 15*11 EEN GOUDEN ARMBAND RUK BEZET A1ET ROB'JNEN EN DIAMANTEN EN OP DE SLUITING EEN KLOKJE. HET EERSTE POLS- MARTEN TC 15. Panda keerde zich om en keek wantrouwend in de laadruimte van het bestelwagentje. „Ik wil er toch goed op letten, of Joris de Drumdrums werkelijk hier in de wagen laat gaan", merkte hij op. „Ik vertrouw hem niet helemaal. Je had zijn gezicht moeten zien toen hij hoorde, dat ze een losprijs van honderdduizend waard, waren.' En nu dat rare gedoe met maskers en een ge sloten bestelwagen.„Dat is geen raar gedoe!" wierp Pat O'Nozel geprikkeld tegen. Dat is een mees terlijke list van mij, om geen fans achter ons aan te krijgen. Dus verkoop geen kletspratens en laat de or ganisatie aan mij en Joris over. Hij begrijpt tenminste mijn listens." „Ja ja", dacht Panda. „Maar ik wou, dat ik de listen van Joris begreep." Hij zei dit niet hardop, want, zo door het raampje te zien, verliep alles volgens plan. Plichtsgetrouw plaatste Joris het drietal in de wagen. Maar als Panda was uitgestapt, zou hij gezien hebben, dat er toch iets niet klopte: de maskers gingen naar binnen.en de drumdrums bleven buiten. Dit verbaasde ook de populaire zanger tjes. „Moeten wij niet mee?" vroegen zij. „Ssst", fluis terde Joris. „Dit is een superlist. We laten de fans den ken, dat jullie onder die maskers zitten, maar in wer kelijkheid breng ik jullie naar een stil hotel, waar jul lie eindelijk eens fijn kunnen uitslapen." Die belofte was voldoende voor de oververmoeide drumdrums om zich muisstil te houden. 11/CTIOAS LANG GE'WOONJE JI0H TWEE KLOKJES TE DRAGEN, OA1 DA TZ'JN/ET ERG A CCORAA T WAREN. DOCK VER6E- UJKTN6 MENDE BEPAALDE GEMIDDELDE TUD SLEUTEL WINDER. KWAM KNOP DRAAIER Hf ENGELSMAN SH0RL0GES VDAN/EL QUARE BEWEZEN HUN BEGON 1/700MET WAARDE ALLER-HET SLAAN VAN EERST IN WERELD- i SERIENUMMERS OORLOG N° 1. IN DE KLOKJESD/E LATER WERDEN ZU HU MAAKTE SNEL ALGEMEEN. l||||tv''"tlt\\X HEBBEN KLOKJES DIE ZICHZELF OPWINDEN, DOORDEUCHAAMS- BEWEGINGEN VAN DE DRAGER, TEERD BEELD VANHETMODEL. DIT VERZEKERTPRECISIEi OCH IS HET AMOKEYMOUSE HORLOGE HET MEEST POPULAIR, ER.WERDEN SEDERT 19SS VELE MILJOENEN VAN VERKOCHT. DAN ZAL H'J OOK WEL VEEL PEE50NEEL HEBBEN DIE MENEER LAU LUKT ME TOCH WEL EEN HEEL CAPABEL ZAKENMAN, TSJIAO TAI BOOTSLUI EN KOE- DUIZEND DAT MOET WEL, EDELACHTBAEE... HUISDE E'JKSTE REDER HIERALLE KANAALBOTEN ZUN VAN HEM /tÜZ'N VRIEND,DEEUSTHANDELAAE r WANS HEEFT HONDEEDEN KOELIES.., MACHTI6E LIEDEN, DIE TWEE... MET VEEL MOOEIUKHEDEN HUIL MACHT TE MIS- \l BEUIKEN

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1965 | | pagina 14