Hier komt de raffinaderij van Mobil Oil
Tientallen landbouwbedrijven moeten
wijken voor petro-chemische industrie
WULENXü
POLDERLAND WORDT OLIELAND
Grotere criminaliteit
van Surinamers
niet gebleken
Vragen over leuningen
van Haringvlietbrug
4
Door G. van Berkel
Foto's: Hans de Boer
pÜiBi
Onzekere toekomst
v.;
„mMM- 'ïii
- v: -
v%--4
Biezen pakken
Boeren gepolst
A ctie
De zaaimachine tuft langzaam in lijnrechte banen over de wijde zwarte akker,
een breed spoor van tarwekorrels achterlatend. De twee mannen op het land
bouwwerktuig hebben strakke gezichten van de kou. Een windstoot voert van
het Noordzeekanaal de zware schorre stem van een schip mee. Het geluid gaat
op in het gestamp en geslurp van twee reusachtige zandzuigers die de insteek-
haven aan het uitdiepen zijn. De zaaimachine heeft de rand van het land bereikt,
draait zich knorrend om en begint aan een nieuwe strook. Hoogstwaarschijnlijk
is het voor de laatste maal dat de zomertarwe in dit deel van de Grote IJpolder
rijp zal worden. In 1968 immers wil de Socony Mobil Oil Company hier een
begin maken met de produktie van haar raffinaderij met petro-chemische in
dustrie aan het Noordzeekanaal. Tussen het Zijkanaal F (naar Halfweg) en het
Amsterdamse Westhavengebied zullen 500 bunders hoogwaardige landbouw
grond bezet worden door fabrieksgebouwen en installaties. Ten westen van het
zijkanaal in de Houtrakpolder wacht een agrarisch gebied van duizend hectare
hetzelfde lot. Tientallen bloeiende landbouwbedrijven zullen door de olie
industrie verdreven worden.
De boeren in de Grote IJpolder, onge
veer 16 in getal, zijn met hun komende
vertrek al vertrouwd geraakt. Hun land is
in de afgelopen jaren stuk voor stuk door
de gemeente Amsterdam opgekocht. De
landbouwers in de Houtrakpolder zijn nog
niet zo ver. De naar schatting dertig gro
te en kleinere bedrijven in deze polder
wacht een onzekere toekomst. De Biesheu
vels, Van Andels, de Verkuyls, de Vinken,
de Ridders en Van der Bijls, om maar
enkelen te noemen, hebben slechts de keus
tussen verkopen of onteigening. In beide
gevallen zullen ze de grond, die zij van
vader op zoon hebben bewerkt en waar
zij jaren hebben gewoond, moeten verla
ten. Ook voor de vele landarbeiders, van
wie de meesten nooit ander werk hebben
gedaan, zijn de vooruitzichten weinig roos
kleurig.
Tijdens een korte werkpauze op een van
de landbouwbedrijven in de Grote IJpolder
spraken wij met enkele landarbeiders over
de nieuwe bestemming van hun akkers.
„Het zal het laatste jaar wel wezen dat
we hier werken. En wat dan? Ik weet het
niet. Het boerenbedrijf is het enige wat
ik kan. Waar moet ik met mijn gezin
heen? In een dure flat in de stad soms?"
Het zijn allemaal vragen die de heer
G. van der Poll, 39 jaar, bezig houden
en waar hij geen antwoord op weet.
Zijn bedrijfsleider, de heer C. M. de
Graaf (53) valt hem bij. „Eenentwintig
jaar werk ik nu in de landbouw. Je bent
er mee vastgegroeid. Ik zou nooit in een
fabriek kunnen aarden. En plotseling wordt
.,fs
-ij.-™
Water veranderde in land. Het IJ
werd vruchtbare landbouwgrond.
Straks zal het beeld van de IJpolder
op zijn beurt weer drastisch ver
anderen wanneer het machtige Mobil
Oil-concern er zal neerstrijken. Dan
is deze naam van een gebouw in de
polder verder in de historie wegge
drukt.
je dit bestaan, deze broodwinning, onmo
gelijk gemaakt," zegt hij.
De raffinaderij van Mobil Oil zal in
haar soort niet de eerste zijn die zich
in 't Amsterdamse Westhavengebied
vestigt. In juli 1963 sloeg de Amster
damse wethouder drs. J. M .den Vul
aan de Basisweg de eerste paal voor
het fabriekscomplex van de n.v. Ne
derlandse Raffinaderij van Petro-
leumproducten (N.R.P.). Deze raffina
derij ofschoon in grootte nauwe
lijks te vergelijken met die van Mobil
Oil heeft zich inmiddels flink ont
wikkeld. Het bedrijf legt zich in
hoofdzaak toe op de fabricage van
speciale aardolieprodukten, farma
ceutische vaselines en medicinale en
technische oliën.
„Iemand die het stadsleven gewend is
kan gemakkelijker van huis en betrekking
veranderen. Maar op het platteland is dat
heel anders. Er zijn mensen hier in de
IJpolder die al eens eerder van hun grond
verdreven zijn door de industrie. Sommi
gen zijn in de Houtrakpolder opnieuw be
gonnen. Daar moeten ze straks weer hun
biezen pakken. Waar moeten ze dan
heen?"
De mannen kijken, terwijl zij achter een
met zakken zaaitarwe geladen vrachtauto
beschutting zoeken tegen de snerpend kou
de wind, zwijgend over de akkers naar de
plek, enige honderden meters verder waar
zandauto's af en aan rijden. De werkdrift
van de zandzuigers in de zijtak van het
Noordzeekanaal is nu duidelijker hoorbaar.
Bedrijfsleider J. J. van Rijswijk van
een boerderij in de Houtrakpolder zegt:
„Vroeger werkte ik ook hier in de IJpol
der. Vier jaar geleden moesten we er
weg omdat die insteekhaven gegraven
werd. Hoe het straks in de Houtrakpol
der toe zal gaan weet nog geen mens. Van
de gemeente Amsterdam hebben ze hier en
daar een boer gepolst over de verkoop
van zijn land, maar niemand is er nog op
ingegaan. De meesten hebben het uit de
krant moeten weten wat er over een paar
jaar misschien al in de Houtrakpolder
gaat gebeuren. Zelfs op het raadhuis in
Halfweg weten ze officieel nog niks van
de plannen van Amsterdam, laat staan
waar die petro-chemische industrie zal
komen. Het is allemaal heel erg vreemd."
Landarbeider W. Bast, 41 jaar, vader van
vijf kinderen, vindt dat de landarbeiders
die door het opheffen van het bedrijf waar
zij werkten, naar elders moesten verhuizen,
daarvoor maar een schamele schadever
goeding van de gemeente Amsterdam heb-
Nög wuift en ruist het riet aan de
boorden van de nieuwe insteekhaven
ten zuiden van het Noordzeekanaal
bij Amsterdam. Maar de zandzuigers
rukken meer en meer op om de weg
vrij te maken voor schepen uit alle
werelddelen. En dan is er voor pitto
reske plekjes geen plaats meer.
De zomertarwe wordt in de Grote
IJpolder uitgezaaid. Nog eenmaal
misschien zal de oogst binnengehaald
worden. Binnen enkele jaren draait
hier Europa's grootste olieraffinaderij
op volle toeren.
ben gekregen. „Er zijn er die 650 heb
ben ontvangen, maar er zijn er ook die
maar f 350 hebben gekregen. En daar
moet je dan al je verhuis- en installatie-
kosten van betalen".
Onder de landarbeiders in de IJpolder
wordt dan ook een actie beraamd om tij
het gemeentebestuur van Amsterdam een
hogere vergoeding voor verplaatsingskos
ten te krijgen. Per slot van rekening wordt
de gemeente Amsterdam met de vestiging
van de olieraffinaderij met petro-chemi
sche industrie van Mobil Oil er ook beter
van, zo wordt er geredeneerd. Die paar
honderd gulden extra voor landarbeiders
die buiten hun schuld woning en bedrijf
vaarwel moeten zeggen kan daar wel van
af.
De zaaimachine zet zich weer in bewe
ging. De gouden tarwekorrels nestelen zich
in de vruchtbare bodem.
„De allerbeste grond die er in Holland
maar te vinden is," zegt bedrijfsleider De
Graaf.
Over weinige maanden zal het gewas zijn
voedingsrijkdom breeduit ten toon sprei
den. Over weinige jaren heerst hier de
olie. Maar ook die zal tienduizenden brood
verschaffen.
Deze foto geeft een overzicht van het
gedeelte van de Grote IJpolder ten
zuiden van het Noordzeekanaal bij
Amsterdam waar de raffinaderij van
Mobil Oil met petro-chemische in
dustrie zal komen. Rechts het Zij-
kanaal F naar Halfweg. Tussen dit
kanaal en de in aanleg zijnde insteek
haven in het Westhavengebied zal
mogelijk dit jaar nog een begin wor
den gemaakt met de bouw van de
raffinaderij, die naar men hoopt be
gin 1968 in produktie zal komen. De
landbouwgronden, groot 500 hectare,
tussen het zij kanaal F en de insteek
haven zijn reeds eigendom van de
gemeente Amsterdam. Ten westen
van het Zijkanaal F, in de Hout
rakpolder, zal duizend hectare
bouwland bestemd worden voor de
petro-chemische industrie. Ongeveer
vijftig landbouwbedrijven in de Grote
IJpolder en de Houtrakpolder zullen
het veld voor de olieindustrie moeten
ruimen.
Minister Biesheuvel
Volgens vice-minister-president mr. B.
Biesheuvel is niet gebleken, dat een rela
tief groot aantal van de in Nederland aan
komende Surinaamse rijksgenoten tot het
plegen van misdrijven komt, evenmin dat
dit in het bijzonder voor Amsterdam zou
gelden. Hij schrijft dit in antwoord op
schriftelijke vragen van het Tweede-Ka
merlid Mommersteeg (KVP).
Met de heer Mommersteeg is mr. Bies
heuvel van mening dat het wenselijk is da
opvang en begeleiding van de in Neder
land aankomende Surinamers te intensive
ren, dit onafhankelijk van de vraag of een
relatief groot aantal van hen tot het pie-
gen van misdrijven vervalt. Bestaande
verschillen in klimaat, leefwijze en cul
tuurpatroon tussen de rijksdelen brengen
namelijk voor een aantal Surinamer»
moeilijkheden mee.
De minister van Maatschappelijk Werk,
mevrouw J. F. Schouwenaar-Franssen,
heeft in verband hiermee een onderzoek
naar de situatie hier te lande van de Su
rinaamse werknemers doen instellen. Het
rapport hierover is gereed en zal binnen
kort worden gepubliceerd.
Het Tweede Kamerlid P. Voogd (Boeren
partij) heeft de minister van Verkeer vra
gen gesteld over klachten van chauffeur»
over de constructie van de leuning van
de Haringvlietbrug. Hij vraagt of het de
minister bekend is dat bij ambtenaren van
Rijkswaterstaat, evenals bij de chauffeurs,
de mening heerst dat de constructie t«
licht is.
Is de minister bereid hiernaar een on
derzoek te doen instellen, althans zich met
de n.v. Haringvlietbrug in verbinding to
stellen, en mocht het nodig zijn de no
dige verbeteringen te doen aanbrengen? zo
vraagt de heer Voogd.