„Als de douane de handel wantrouwde lag de vaart stil" Lobith „klaart" dagelijks meer dan 500 schepen Wekelijks toegevoegd Haarlems Dagblad Oprech en IJmuide Vertrouwen Nachtklaring Op stoom Geen succes Hierboven: De „wachtkamer". Aan de steiger wachten de schepen hun klaarbeurt af. Links (van boven naar beneden): Veel wordt „op stroom" geklaard, met behulp van snelle douanebootjes. Drie douaniers stappen aan boord om de lading te controleren Worden de „papieren" nagestuurd, dan ver zegelt men de luiken. Hoe snel de in- en uitklaring ook gaat, soms ligt de rivier vol schepen die op boordcontrole moeten wachten. BIJ TIENTALLEN liggen de schepen voor Tolkamer aan de steiger: stroomopwaarts tot aan de grens bij Spijk liggen ze in vakken te wachten op de zogenoemde „groen- klaring", allemaal met bestemming: afvaart. Verderop, op de rede van Emmerik, liggen de schepen die op weg zijn „naar boven" (stroomopwaarts), want in Lobith is de Duits- Nederlandse douane-afhandeling van alles wat Nederland OP DE REDE van Lobith nadert de Nederlandse douaneboot Linge het Bel gische motorschip Banzystad, dat van zijn lichtmast de vlag voert: Nederland se douane kan aan boord komen: schip gereed om in te klaren. Sluiters verzegelen de luiken aan oord en ondertussen neemt de kla ringsleider Reitsema in de keuken met de schipper de laadbrief door. Schipper E. Somers uit Antwerpen heeft twee dagen tevoren in Karlsruhe 875 ton grind geladen. Over twee dagen zal hij ermee in Anderlecht bij Brussel zijn, via Dordrecht en Hansweert. Louter doorvoer dus. Regelmatig vaart de Banzystad op en neer, „omlaag" met grind, „omhoog" uit de Kempen met wit zand. Voor de douane een bijzonder eenvoudig geval. Heel anders ligt het als een schip een lading stukgoederen „in" heeft. De be geleidende papieren vermelden dan mis schien driehonderd verschillende pos ten. Vooral als dan de herkomst ver schillend is (van in en buiten de E.E.G.), de bestemming uiteen loopt (deels doorvoer, deels bestem ming Nederland) en ingewikkelde situ aties ontstaan rondom halffabrikaten, verschillende tarif eringsmogeli j kheden en certificaten van vrij verkeer, wordt zo'n inklaring een heel karwei. „WE WERKEN alles zo snel moge lijk af", zegt de heer J. H. Timmer, hoofd van de inspectie Lobith der in voerrechten en accijnzen. „Ons uit gangspunt daarbij is dat we handel en bedrijfsleven vertrouwen geven. Deden we dat niet, dan lag in de kortst denk bare tijd de rivier dicht van de schepen, want per jaar passeert hier op het ogen blik zo'n 73 miljoen ton. Dat is twee maal zoveel als over de hele Neder landse landsgrenzen per as vervoerd wordt". DAT VERTROUWEN geven bestaat er niet in, dat de douane het wel ge- binnenkomt geconcentreerd, in Emmerik de Nederlands- Duitse controle op alles wat er uitgaat. En tussen die tien tallen schepen, kasten en bakken jakkeren 25 bootjes van douane, marechaussee, expediteurs, parlevinkers en entre pothouders. Behalve de mensen aan de wal zijn voor Lobith dagelijks zo'n zeventig man op stroom in de weer om de goederenstroom gaande te houden. pers zelf moesten doen, maar dat ze niet zo gauw voor elkaar kunnen krij gen, terwijl het schip voor de wal ligt. En wat doet sen douane-ambtenaar nu als er uit Rotterdam gebeld wordt dat het bevrachtingskantoor per ongeluk de documenten naaf Lobith gestuurd heeft, maar dat het schip via Hans- weert op weg is naar Antwerpen? De heer Wiersema geeft zelf het antwoord: „dan bellen we met Hansweert en ma ken het met onze collega's ginds zo ver mogelijk in orde. Maar we brengen de telefoonkosten in rekening". In Lobith-Tolkamer kunnen de schippers accjjnsvrjj fourageren: een pakje sigaretten van 1.25 voor 50 cent, een fles Schotse of Canadese merkwhiskey van achttien voor acht gulden. looft en met een half dichtgeknepen ogen gaat zitten kijken hoe de schepen passeren. Elk schip moet stoppen en in- of uitgeklaard worden. Maar de dou ane staat er niet op dat bij de grens passering alle documenten volledig in gevuld bij de ambtenaren op tafel lig gen. Heel veel scheepsladingen passe ren b.v. stroomopwaarts de grens op een „permissie", een eenvoudig formu lier waarop een douane-ambtenaar in de haven van vertrek veelal het Rot terdamse havengebied zijn handteke ning gezet heeft. De eigenlijke docu menten worden nog nagezonden per post. En nu mag Lobith vrijwel de enige plaats in Nederland zijn waar dank zij speciale P.T.T.-maatregelen nog het ,,'s avonds gepost 's morgens be steld" geldt: heel vaak zijn de schepen toch door voor de documenten gearri veerd zijn. DE MAM die daar veel mee te ma ken krijgt, is de heer T. Wiersema, lei der van de afdeling uitklaring in Em merik. Hij heeft zijn kantoor in het Duitse „Zollamt" Emmerich-Hafen. De Nederlandse douane heeft in dat ge bouw twee bescheiden vertrekken, maar het Nederlandse wapen domineert de gevel alsof de staat der Nederlanden de trotse bezitter is van het hele com plex. De heer Wiersema, zijn zes vaste kla ringsleiders waarvan vier op stroom" en twee op kantoor en de maandelijks wisselend'e overige ploeg ambtenaren wonen in de omgeving van Lobith: met auto's en busjes gaan ze dagelijks naar hun werk. Bij de uitklaring van de opvarende schepen (controle van documenten voor lading, proviandering, stook- en smeer olie en controle van de in Nederland aangebrachte verzegeling) komt ook nog al eens werk dat eigenlijk de schip- STEEDS meer goederen en schepen, steeds meer haast, steeds meer uitzon deringsbepalingen: mèt alle daaruit vdortvloeiende mogelijkheden tot frau de. De heer P. van Eek, verificateur van de douane in Lobith, tevens plaats vervangend chef van de douanepost, heeft het allemaal in de loop van de jaren zien groeien. De nieuwste ontwikkeling is de nacht klaring voor afvarende schepen. De grote rederijen hebben daarop aange drongen, speciaal met het oog op de duwvaart. Tot 18 januari was het zo dat 's avonds en 's nacht niets ingeklaard werd. Schepen die na een bepaalde tijd variërend van 17 uur in de winter tot 20.30 uur in de zomer de rivier afkwamen moesten blijven liggen tot 's ochtends. Nu kan er ook in de avond en de nacht ingeklaard worden: niet op stroom, maar aan een specia le nachtsteiger. Er mag maar een schip tegelijk aan de nachtsteiger liggen en er is een uitgebreide regeling getroffen om sche pen te verwijzen naar een speciaal an kervak voor nachtbehandeling („de „wachtkamer") en ze door lichtsigna len te waarschuwen dat ze aan de beurt zijn. ER IS DE eerste weken maar spora disch gebruik gemaakt van de gelegen heid tot nachtklaring. Een, twee, drie schepen per nacht: daarmee hield het op en vele nachten hebben de douane-beambten geen enkel schip aan de nachtsteiger gezien. Daarvoor zijn dan in totaal in de weer: een Duitse en een Nederlandse expeditiebediende: een marechaussee en een Duitse passeneontroleur: twee Duitse en twee Nederlandse douane ambtenaren. Rekent men daarbij dat de Ne derlandse staat twee ton gestoken heeft in kade- en andere voorzieningen (waarmee in de naaste toekomst nog eens een paar ton gemoeid zijn) en dat de gezamenlijke expediteurs ook een ton betaald hebben voor de bouw van de nachtsteiger, dan is de con clusie: nachtklaring is voorlopig een dure zaak, waar dik geld bij moet. Commentaar uit Rotterdamse haven en rederskringen: er is tien jaar over gepraat: iaten we eerst maar eens tien jaar werken. Dit is iets dat een aan looptijd nodig heeft. AFGEZIEN van de nachtklaring kent men in Lobith zowel voor de opvaart als de afvaart drie manieren om de douaneformaliteiten af te handelen: groenklaring, volgordeklaring en stei- gerkiaring. Bij de groenklaring, de snelste metho de, komen de schippers niet aan wal. De schepen blijven op stroom liggen op een aangewezen plaats en krijgen daar achtereenvolgens bezoek van de Neder landse expediteur en de Nederlandse douane. Deze volgorde geldt voor de reis naar Duitsland. Bi] de afvaart is de volgorde Duitse expediteur en Duit se douane, Nederlandse expediteur en Nederlandse douane. De documenten moeten bij de aankomst op de rede van Lobith (afvaart) of op de rede van Emmerik (opvaart) aan boord aanwe zig zijn, of worden door de expediteur aan boord gebracht. Een systeem van vlagsignalen waar schuwt de over de rivier zwermende douane- en expediteursbootjes wie op welk voor anker liggend schip terecht kan, zodat er een minimum aan tijd verloren gaat. Die signaalvlaggen zijn groen: vandaar het woord groenklaring. Onder normale omstandigheden kan een schip op deze manier de douane in een uur a vijL kwartier gepasseerd zijn. Voor het werk dat hiermee ge moeid is beschikt de douanepost Lobith, die 120 man telt, over elf boten: snelle motorvletten die voor het merendeel met roerpropellers zijn uitgerust, zodat ze bijzonder wendbaar zijn. ZOWEL BIJ de zogenaamde volgorde klaring als bij de steigerklaring moet de schipper aan wal zijn. Bij de stei gerklaring leggen de schepen aan bij een van de steigers, vlak voor Tolka mer. Op het ogenblik zijn er vijf van zulke steigers beschikbaar, waaraan vrijwel voortdurend schepen gemeerd liggen. Schepen die niet aan de steiger ko men omdat ze te lang zijn, of vanwege de aard van hun lading (tankers) vin den oostelijk van Tolkamer nauwkeurig aangegeven ankervakken. Bij deze volg ordeklaring gaat de schipper met een Spidobootje van boord om bij de expe diteur aan de wal en aan de loketten van het kantoor van invoerrechten en accijnzen zijn zaken in orde te maken. Meestal gaat het gezin mee om in Tol kamer wat inkopen te doen. De controle van de klaring heeft na tuurlijk op het schip zelf plaats. Een soortgelijk vlagsysteem als bij de groen klaring maar dan met gele vlaggen waarschuwt wanneer een schip zover is. Vroeger gebeurde dat per mobili- foon. maar dat leidde nog wel eens tot misverstand en nodeloos wachten. De anderhalf jaar geleden ingevoerde „ouderwetser" aandoende vlaggen, vol doen in de praktijk beter. EEN RIJNSCHIPPER drinkt aan boord niet zomaar een glas whiskey; hij bestelt heel nauwkeurig Vat, of Black and White, of wat zijn geliefde merk precies is. Waarom ook niet: zo'n fles die normaal in de winkel achttien gulden kost, kost hem accijnsvrij een gulden of zeven, acht. De levering gaat via een van de twee entrepots in Tolka mer, die ook om een voorbeeld te noemen jenever van acht gulden le veren voor f 3,50 per fles en sigaretten van 1,25 voor f 0,40 a f 0,50 per pakje. Meer dan de helft van de uitgaande schepen neemt een entrepot-pakket mee, dat in het magazijn wordt klaar gemaakt (foto) onder het toeziend oog van een douaneambtenaar, die het met een loodje verzegelt. Pas als de schip pers de douanecontrole op de rivier ge passeerd is, mag het controleloodje ver broken worden. Maar Lobith-Tolkamer levert meer dan accijnsgoederen als si garetten, gedistilleerd, suiker, koffie en thee. Op een oppervlakte van 300 bij 300 meter bezit Tolkamer o.a.' vier bankfilialen, vijf expeditiebedrijven, ze ven cafés, vijf slagers, zes kruideniers, drie banketbakkers, vier groente winkels, vier textielzaken, twee bazaars, 10 parlevinkers, 18 gasoliebootjes, 5 ex peditievaartuigen en 5 spidoboten. On der de boten van de parlevinkers zijn er drie die als een complete slagerij zijn ingericht. (Van onze correspondent in Arnhem) LOBITH-TOLKAMER. Steeds meer; steeds sneller; steeds ingewikkelder. Die drie begrip pen beheersen de Rijnvaart en de douane afhandeling aan de grens bij Lobith. Steeds meer: in 1964 passeerden 206.000 schepen de grens: dat is voor het eerst meer dan 200.000: per dag gemiddeld 500 a 600. Steeds sneller: schepen en bemanningen zijn duur, op de goederen wordt gewacht, lange ligtijden zijn ontoelaatbaar. Daarom biedt de douane sinds 18 januari van dit jaar ook gelegenheid tot nachtklaring. Steeds ingewikkelder: ondanks de EEG- bepalingen of liever: juist daardoor ko men er steeds meer papieren aan in- en uit klaring te pas: steeds meer uitzonderingen leiden tot verlaagde tarifering en moeten „aangetoond" worden. Daarom is de rivier tussen Lobith en Emmerik een wirwar van varende, stilliggende en omzwaaiende sleep en vrachtschepen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1965 | | pagina 15