SHIRLEY
De negerhut van Oom Tom"
nu als super kleurenfilm
S
t
AMSTELVEENS ZIEKENHUISPLAN
BEDREIGD DOOR „ZUILENITIS"
PANDA EN DE DRUMDRUMS
LAST>
VAN fyt)
EEN^N
KATER?
„DE DODE BRUID" door dr. Robert van Gulik
/SÉ
WITTE KRUIS
door Charlotte Brontë
Internationale eo-produktie bijna
mislukt door rassenstrijd in V.S.
9S
Amsterdams
x
Allerlei
Nog meer bezwaren
Tuinstad Noord
De Bonte Os
Ons vervolgverhaal
Sterren
uit vier
landen
in de
hoofd
rollen
W
X
X
Jaag hem weg met
poeders!
j?
155)
„Jongen, ga maar door. Ik noem
het koek, noten en lekkers. Ik hou' bij
zonder veel van die smaak. Ga door;
het zal je goed doen om te praten;
de hei ligt nu voor ons en er is
kilometers in het rond geen levende
ziel te ontdekken."
„Ik wil praten. Ik schaam mij niet
om het te vertellen. Er zit een soort
wilde kat in mijn borst en ik wil dat
u hoort hoe hij kan schreeuwen."
„Voor mij is het muziek. Wat een
prachtige stemmen hebben jij en
Louis! Wanneer Louis zingt geluid
begint te geven als een zachte, zwa
re klok heb ik mezelf weer voelen
trillen. De nacht is stil en luistert.
Hij buigt zich op het ogenblik voor
over naar je als een zwarte priester
naar een nog zwartere boeteling.
Biecht op, mijn jongen, je moet het
niet onderdrukken; wees zo openhar
tig als een overtuigde, gerechtvaardig
de, gewijde Methodist op een beproe
vingsbijeenkomst. Maak jezelf zo ver
doven als Beëlzebub, dat zal je op
luchten.
„Zo gemeen als Mammon, zou je
zeggen. Yorke, als ik van mijn paard
afstapte en dwars over de weg ging
liggen, zou jij dan zo goed willen zijn
over mij heen te galopperen, heen
en terug, zowat twintig keer?"
„Met alle plezier als er niet zoiets
bestond als een gerechtelijke lijk
schouwing."
„Hiram Yorke, ik heb echt geloofd
dat zij mij liefhad. Ik heb haar ogen
zien schitteren wanneer zij mij in een
menigte ontdekte; zij kreeg een vuur
rode kleur wanneer zij mij een hand
gaf en zei „Hoe maakt u het, me
neer Moore?"
„Mijn naam had een betoverende
invloed op haar. Wanneer anderen
hem uitspraken, veranderde de uit
drukking van haar gezicht dat weet
ik. Zijzelf sprak hem op de lieflijkste
manier uit met haar lieflijke stem.
Zij was hartelijk tegen mij, zij had
belangstelling voor mij, ze was be
zorgd over mij, zij wilde dat het mij
goed ging, zij zocht en gebruikte
iedere gelegenheid om mij te bevoor
delen. Ik dacht erover na, ik wachtte
ik lette op. Ik overwoog, ik vroeg
mij af; ik kon slechts tot één gevolg
trekking komen dit is liefde.
„Ik keek naar haar, Yorke. Ik zag
jeugd in haar en een soort schoon
heid. Ik zag dat zij macht had. Haar
rijkdom bood mij eerherstel en mijn
vroegere positie. Ik was haar dank
baarheid schuldig. Zij had mij een
belangrijke en doeltreffende hulp ver
schaft door mij vijfduizend pond te
lenen. Mocht ik mij deze dingen her
inneren? Mocht ik geloven dat zij
mij liefhad? Kon ik horen hoe het
verstand erop aan drong haar te trou
wen en toch niet letten op alle
prettige voordelen, niet aan alle vlei
ende ingevingen geloven, alle goed
overwogen besluiten versmaden, mij
omkeren en haar verlaten? Jong, be
vallig, minzaam mijn weldoen
ster, die aan mij gehecht is, die op
mij verliefd is. Dit zei ik steeds weer
bij mijzelf en ik hield vast aan het
woord, herhaalde het steeds weer;
mijn hart zwol door een aangename,
hoogdravende zelfvoldoening door be
wondering die geheel op mijzelf was
gericht en zelfs niet werd verzwakt
door mijn achting voor haar. Inder
daad, in het diepste geheim glimlach
te ik om haar naïveteit en eenvoud,
daar zij de eerste was om lief te heb
ben en het te tonen. Die zweep van
je lijkt wel een goed, stevig hand
vat te hebben, Yorke, je kunt ermee
boven je hoofd zwaaien en mij er
mee uit het zadel slaan, als je dat
wilt. Ik zou geen bezwaar hebben te
gen een flinke opdonder."
„Geduld, Robert, tot de maan op
komt, dan kan ik je zien. Zeg maar,
ronduit: hield jij van haar, of niet?
Ik zou het graag weten. Ik ben er
nieuwsgierig naar."
„Meneer meneer ik moet zeg
gen zij ziet er lief uit, op haar ma
nier is zij zeer aantrekkelijk. Zij
lijkt soms op iets dat uit vuur en wa
ter is gemaakt, waar ik met bewon
dering naar sta te kijken, zonder er
één ogenblik aan te denken haar in
mijn armen te nemen en te kussen.
Ik voelde een sterke magneet in haar
voor mijn belang en ijdelheid; ik
heb nooit het gevoel gehad alsof de
i natuur haar voor mijn andere en be-
MfHifvvvwvvvvMnnwvwvvvvv
tere helft bestemd had. Wanneer een
vraag daaromtrent mij overviel, wierp
ik hem van mij af en zei ruw, dat
ik rijk zou zijn met haar en geruï
neerd zonder haar; ik legde een ge
lofte af praktisch te zijn en niet ro
mantisch."
„Een zeer verstandig besluit. Wat
is er nu voor onheil uit voortgekomen
Rob?"
„Met dat verstandige besluit liep
ik op een avond in augustus naar
Fieldhead; het was de avond vóór
mijn vertrek naar Birmingham
want ziet u ik wilde zeker zijn
van de schitterende buit van de for
tuin; ik had van tevoren een briefje
gestuurd om te vragen of ik haar al
leen kon spreken. Ik vond haar thuis
en alleen.
„Zij ontving mij zonder enige ver
legenheid, want zij dacht dat ik voor
zaken kwam. Ik was lang niet op
mijn gemak, maar vastbesloten. Ik
weet nauwelijks hoe ik de operatie
gedaan kreeg; maar ik ging mijn
gang op een harde, strenge wijze
het zal wel verschrikkelijk zijn ge
weest, denk ik. Ik bood mijzelf op een
ernstige manier aan mijn indruk
wekkende persoon met mijn schul
den, natuurlijk als belegging.
„Het hinderde mij; het wekte mijn
toorn op toen ik zag dat zij niet bloos
de noch beefde en ook haar ogen niet
neersloeg. Zij antwoordde „ik ge
loof niet dat ik u goed begrepen heb,
meneer Moore."
„En ik moest het hele aanzoek nog
eens doen en het zo eenvoudig onder
woorden brengen als het ABC, voor
dat zij het volledig in zich op wilde
nemen. En wat deed zij toen? In
plaats van een lieftallig Ja te stame
len of een zachte, beschaamde stilte
in acht te nemen (wat even goed zou
zijn geweest) stond zij op, liep twee
maal snel door de kamer, op de ma
nier waarop alleen zij dat doet en
geen enkele andere vrouw en riep
toen uit „God zegene me!"
„Yorke, ik stond voor de haard,
met de schoorsteenmantel achter mij
daar leunde ik tegen en bereidde mij
op alles voor. Ik wist wat mij boven
het hoofd hing en ik kende mij zelf.
Het was niet mogelijk haar uiterlijk
en haar stem verkeerd te begrijpen.
Zij bleef staan en keek naar mij.
„God zegene mij!" herhaalde
zij zielig op zo'n geschokte, veront
waardigde en toch bedroefde toon.
„U hebt een vreemd voorstel gedaan
vreemd omdat het van u kwam;
en indien u wist welke zonderlinge
woorden u gebruikt hebt en hoe u er
bij keek, zou u van uzelf schrikken.
U sprak als een bandiet, die mijn
beurs opeiste, niet als een minnaar,
die om mijn hart vroeg."
„Een eigenaardige zin, hè Yorke?
en ik wist, toen zij hem uitsprak, dat
hij even waar als eigenaardig was.
Haar woorden waren een spiegel
waarin ik mijzelf zag.
„Ik keek naar haar, sprakeloos en
nederig. Zij maakte mij razend en te
gelijk beschaamd.
„Gérard Moore, u weet dat u
niet van Shirley Keeldar houdt." Ik
had wel in valse eden kunnen uitbre
ken bezweren dat ik haar liefhad
maar ik kon niet liegen tegenover
haar zuivere gezicht; ik kon geen
meineed doen in haar waarachtige
bijzijn. Bovendien zouden zulke lege
eden niets betekend hebben zij zou
mij evenmin geloofd hebben als de
geest van Judas, indien deze uit de
duisternis was losgebroken en vóór
haar had gestaan. Haar vrouwenhart
had een te fijn besef, dan dat ze zich
zou laten bedriegen en mijn half gro
ve, half koude bewondering aan zou
zien voor een oprechte mannelijke
liefde.
„Wat gebeurde er toen?" zult u
zeggen, meneer Yorke.
„Nu, zij ging op de vensterbank zit
ten en weende hartstochtelijk. Het
stroomde niet alleen uit haar ogen,
ze bliksemden ook. Open, groot, don
ker, hooghartig schoten ze lichtflitsen
op mij af. Ze zeiden: „je hebt me pijn
gedaan; je hebt me beledigd, je hebt
mij bedrogen."
„Al gauw voegde ze woorden bij
haar blikken.
(Wordt vervolgd)
"VlMAAfWWWtMAAfVWlMMfWVWWWWWVWWWWWWWWWWWWWWWt 1
DE 113 JAAR oude roman „De negerhut van Oom Tom" van de dominees
dochter Harriet Beecher-Stotve, die destijds een grote invloed op de ontwikke
ling van de beweging tot afschaffing van de slavernij in Amerika hadzal men
binnenkort in kleuren en superpanorama met een keur van internationale sterren
op het ivitte doek kunnen bewonderen. Bijna had zelfs Georg Reuther, de man,
die in 1958 zelfs paus Pius XII overhaalde, aan de Westduitse speelfilm „Der
veruntreute Himmel zijn medewerking te verlenen, de produktievoorberei-
dingen voor dit problematische thema zien mislukken. Nadat aanvankelijk elf
partners uit elf verschillends landen enthousiast hun instemming hadden betuigd
met het filmproject „De negerhut van Oom Tom", brachten de rassenonrusten
in de erenigde Staten een geweldige terugslag. Niet alleen de financiële deel
nemers trokken zich terug, ook Louis Armstrong en Ella Fitzgerald, die hoofd
rollen zouden vervullen, lieten op het laatste ogenblik om' „gezondheidsredenen"
respectievelijk wegens „contractuele verplichtingen elders" verstek gaan. Alleen
Italiaanse en Franse producenten bleven de Westduitse collega's trouw;
superfilm kon dus toch gemaakt worden.
de
HET LANDSCHAP aan de Mississippi
werd kort en goed naar Joegoslavië ver
legd, waar men echter wel gebrek had
aan donkergekleurde figuranten. Regis
seur Geza von Radvanyi liet neger
studenten uit München overkomen en
engageerde zelfs het zoontje van de
Ethiopische ambassadeur in Belgrado
voor een bijrolletje.
John Kitzmiller, die in 1946 als ge
demobiliseerd Amerikaans soldaat in
Italië bleef hangen en daar via film en
theater tot aanzien kwam, speelt de
hoofdrol van de slaaf Oom Tom. Charly
Fawcett, eveneens een gewezen Ameri
kaans burger en thans inwoner van
Rome, speelt de rol van plantagebezit-
ter Shelby, die uit geldnood zijn „eigen
dom" Oom Tom aan de meedogenloze
slavenhandelaar Haley verkoopt. In de
rol van de zoon George Shelby, die Oom
Tom uit de handen van Haley wil red
den, zal men West-Duitslands jongste
hartenbreker Thomas Fritsch zien. Her-
bert Lom, in Praag geboren, wonende in
Engeland en sinds de film „Ladykillers"
voorbeschikt om schavuitenrollen te
spelen kreeg de rol van Haley.
De Duitse filmacteur O. W. Fischer
ziet men als mr. Saint Claire,
die Oom Tom op verzoek van zijn doch
ter Eva vrijkoopt, de Italiaanse Eleo-
nora Rossi-Drago als mevrouw Saint
Claire, de Franse zangeres Juliette
Greco als „saloon"-eigenares Dinah en
haar landgenote Mylène Demongeot als
Saint Claires heimelijke liefde Harriet.
De musical-ster Olive Moorefield, Ame
rikaanse maar woopachtig in Wenen,
speelt de rol van de donkergekleurde
geliefde van de slavenhandelaar, de
opera- en jazz-zangeres Dorothy Ellison
is „Mammy", Oom Toms vrouw. Deze
en enige andere internationaal-bekende
namen moeten de rolprent nog dit jaar
tot een wereldsucces maken, zo hopen
de producers.
Een keur van internationale
sterren van film en theater
vervult de hoofdrollen in de
Frans - Duits - Italiaanse rol
prent „De negerhut van Oom
Tom", naar de roman van
Harriet Beecher Stowe. Het
zijn o.a. (van links naar rechts,
bovenste rij): Juliette Greco,
Eleanora Rossi-Draao en My
lène Demongeot. Daaronder
(v.l.n.r.) Thomas Fritsch, O. W.
Fischer en Olive Moorefield.
Ondanks de moeilijkheden,
ontstaan doordat o.m. enkele
geldschieters zich terugtrok
ken, zal de breedbeeld-kleu-
renfilm binnenkort voltooid
worden en waarschijnlijk nog
deze zomer in roulatie komen.
n
Een scène uit de film: „Oom Tom"
(John Kitzmiller) heeft aan zijn
vriendin Eva (Gertraud Mittermayr),
een korte maar gelukkige vrijheid te
danken.
Advertentie
(Van onze correspondent)
AMSTERDAM. Amstelveen, het ten
zuidwesten van de hoofdstad liggende
dorpje dat bezig is zich te ontwikkelen
tot een satellietstad van 100.000 in
woners, krijgt natuurlijk ook de preten
ties van een stad. Er is een modern
winkelcentrum van regionale betekenis
gekomen, er zijn middelbare scholen ver
rezen. Een modern bejaardencentrum en
een schouwburg zullen niet erg lang
meer op zich laten wachten. Het ver-
Zangen naar een ziekenhuis kon niet uit
blijven. Dat verlangen is er al in hevige
mate. Dat bleek toen een aantal Amstel-
veners de hoofden bijeen stak en een
beginkapitaal aan de bewoners vroeg: er
kwam in zeer korte tijd een bedrag van
23. Panda vond het helemaal niet aardig van me
neer Edelstein, dat die hen zomaar op de gang had
gezet. „Waarom deed hij zo lelijk tegen ons?" vroeg
hij. „En zo vriendelijk tegen Joris, terwijl die toch
de drumdrums heeft ontvoerd? Snap jij dat, Pat?" „Ik
snap alles", antwoordde Pat, door het sleutelgat glu
rend. „Maar stil nu, ik sta op het punt er achter te
komen, waar de drumdrums zijn." Dat had de grote
detective goed aangevoeld, want in ruil voor het mil
joen noemde Joris nu het adres, waar hij de beroemde
zangertjes had achtergelaten. „Ze zijn in het hotel
„Oude Zicht", sprak hij. „Een stil verblijf, waar zij
een welverdiende rust genieten." „In een hotel...?" her
haalde de manager ontevreden. „Nee, dat gaat niet,
hoor. Na de publiciteit, die we aan de ontvoering heb
ben gegeven, kunnen we ze niet in een doodgewoon
oude herenhotel laten opduiken. Maar dat regelen we
straks wel. Eerst de financiële kant van de zaak af
handelen." Hij nam de stapel bankbiljetten uit Joris'
handen en deelde deze in tweeën. „Een miljoen flo
rijnen voor publiciteit," verklaarde hij, „waarvan 50
percent voor de manager." „Tut tut!" zei Joris ge
schokt. „Neemt u de helft?!" „Ja", beaamde de heer
Edelstein, „dat is gebruikelijk. En nu moet ik van uw
aandeel nog enkele bedragen inhouden voor loonbelas
ting, A.O.W., ziekteverzekering, werkloosheidverzeke
ring, personeelfonds en nog enkele andere zaken." On
der het spreken deed hij forse grepen in het stapeltje
van Joris, die bedrukt toezag, hoe zijn aandeel kleiner
en kleiner werd.
twee ton op tafel. Dat ziekenhuis kan
er komen, dat staat al vast. Natuurlijk
wordt het een neutraal ziekenhuis, ten
minste: dat heeft iedereen tot dusver
gedacht. Maar misschien komt er wel
helemaal niets. In Amstelveen dóen zich
namelijk de eerste symptomen voor van
een typisch-Nëderlandse volksziekte
waarvoor nog geen geneesmiddel is ge
vonden: de „zuilenitis"
IN DE plaatselijke editie van het Cen
traal weekblad voor gereformeerde ker
ken kan men de volgende alinea lezen:
„Wij zullen in dit ziekenhuis niet vinden
wat wij zo graag wensen: dat de zusters
op de zaal uit de bijbel lezen, dat de zus
ters zondags in de hal psalmen en gezan
gen zingen, dat een patiënt tegen iedere
dokter en zuster, behalve over lichamelij
ke nood, ook over zorgen van zijn ziel kan
spreken, omdat hij weet dat zij eens gees-
tes met hen zijn". -
JAWEL, het staat er en de schrijver
zegt verder dat de gereformeerde kerk aan
het in Amsterdam-Zuid gelegen ziekenhuis
van de Vrije Universiteit de voorkeur
geeft boven een neutraal ziekenhuis. In
het nabijgelegen. Uithoorn zijn het de
Rooms-Katholieken die vrezen dat de plan
nen zich zij hebben voor een r.k. zieken
huis in hun gemeente in gevaar komen als
Amstelveen zijn neutrale ziekehhuis krijgt.
Die twee ton die de Amstelveense be
volking van alle gezindten zo spontaan op
tafel heeft gebracht was een soort „open
het dorp" gebeuren op kleine schaal. De
eensgezindheid dreigt zich echter al weer
op te lossen in de hokjesgeest die er zo
sterk toe bijdraagt dat ons land langza
merhand een onleefbaar klimaat krijgt.
WIE NA lange tijd weer eens in Am
sterdam-Noord komt, zal met verbazing
hebben gezien dat zich in dat deel een
nieuwe stad ontwikkelt. Het rustieke dorp
je Nieuwendam aan de noordelijke IJ-oe-
yer dat dertig jaar geleden met de toe
voeging van een vriendelijk tuindorp je
zijn uiteindelijke vorm scheen te hebben
gekregen, wordt straks een deel van een
grote moderne tuinstad waarvan de eer
ste straten en pleinen reeds zijn aange
legd. Er wonen al mensen in het nieuwe
Nieuwendam en er wordt hard gewerkt
aan blokken flats met vele honderden wo
ningen. Amsterdam-Noord is het laatst»
deel van de hoofdstad waar nieuwbouw
zou kunnen plaatsvinden. Over vijf jaar
zullen echter ook deze terreinen geheel
zijn bebouwd en zal men zich geheel en
uitsluitend tot de Bijlmermeer moeten be
palen. Amsterdam-Noord, dat een typi
sche arbeiderswijk was, zal in de nieuwe
uitbreiding ook middenstandswoningen
krijgen. Een aantal is reeds gebouwd en
betrokken. „Herenhuizen" heten zij in de
advertenties, maar die overwaardering
die bouwers en makelaars tegenwoordig
aan een minimumwoning weten te geven,
kent men zo langzamerhand wel. Het
zijn eenvoudige vierkamerwoningen met
het hoogstnoodzakelijke comfort. Maar zij
zullen er niettemin toe bijdragen dat Am
sterdam-Noord enig cachet krijgt.
ER IS geen stad in Europa die een zo
grote oude binnenstad heeft als Amster
dam. Dat brengt vele problemen met zich
mee. Een daarvan is dat van de instand
houding. Er wordt in Amsterdam zeer
veel geld besteed aan de restauratie van
eeuwenoude monumenten die daardoor,
met behoud van die schoonheid, in deze
rtipdeme eeuw toch nog als woonhuis of
kantoor aan de eisen voldoen. Ook buiten
de binnenstad worden monumenten be
waard. Soms gaan de opofferingen wel
eens wat ver. Aan de Sloterkade is dezer
dagen bijvoorbeeld de restauratie van het
aloude veerhuis „De Bonte Os", een uit
1634 stammende herberg, gereed geko
men. Het herstel heeft drie en een halve
ton getrost. Het veerhuis is te vinden nabij
de Overtoomse sluis, maar het ligt zo uit
de route dat weinigen het ooit zullen zien.
Het resultaat van de restauratie is bijzon
der fraai maar wel blijkt nu opeens ho»
lelijk de onmiddellijke omgeving van het
oude gebouwtje wel is. Er is in het ver
leden veel gemopper geweest over de dur»
restauratie van dit op zo'n ongunstig»
plaats staande gebouw. Nu alles achter de
rus is kan Amsterdam zeggen dat het
beschikt over de best-bewaarde zeventien-
de-eeuwse herberg die ons land rijk i».
DATISD1ERUKE
SCHATRUKMAAK EEN
MUI
.ij^NOOITTI FOOITJE
-3
WIEISWEY?
GEKLETS W DEZE TWEE KOELIES, EDEL-
HEEFT HET LUK gACHTBARE, EEN KWAKTIEK GE-
EEN IS M'J GAAN
HALEN, DE ANDER
5LEEF HIER...
GEEN WONDER DAT
Z'N VROUW MN HEM WEG
GELOPEN IS
APOTHEKER OP DE H GEMENE VREK; GEEFT
GROTE MARKT,
GEVONDEN