Zwarte parels uit de Kaspische mee Waarom de kaviaar zo kapitalistisch-duur is Jeugd uit arbeidersgezinnen nog zwaar gehandicapt door invloeden van eigen milieu Studiereis voor de studenten naar Israël mgëvoegd aan alle edities van blad Oprechte Haarlemsche Courant JJmuider Courant Achterstand Schoolkeuze en milieu School ook taak? Het is bekend dat de z.g. zwarte kaviaar kuit is, die gewonnen wordt uit de lichaamsholte van steuren, zoals parels uit schelpen. Met dit verschil dat in een schelp slechts één parel voorkomt, terwijl één reuzenstem miljoenen zwarte parels een kilogram of 70-75 kuit inééns voort brengt. Onze foto rechts bovenaan de pagina geeft u een indruk van de afmetingen van zo'n kolos. Zij is gemaakt op de aanlegplaats van de kaviaar- en balyk- fabriek van het „visconserven-koel- combinaat" Astrakan. Van de talloze rivierarmen der Wolgadelta en het noorden der Kaspische Zee, waar de vis wordt gevangen, brengen speciale sche pen „jagers" zouden wij zeggen de levende vis zo snel mogelijk naar de fabrieken. Men kent vele soorten steur: de „stompsnuitige", de „langsnuitige", de „beweeglijke snuitsteuren" en de ge weldige breedgebekte reuzensteuren. Natuurlijk zijn niet alle steuren zo for midabel groot als de reuzensteur op de foto, maar soms komen er nog grotere voor, hoewel vrij zeldzaam. Weegt dit exemplaar ongeveer 600 kg, de oudere vissers herinneren zich, reuzensteuren met een gewicht van meer dan een ton te hebben gevangen. De stompsnuitige steuren en snuitsteuren zijn aanzienlijk bescheidener van postuur. Daar heft de nogal primitieve hijs kraan het „goudvisje" op het vlot van de fabriek (het is werkelijk goud waard de vissers krijgen er méér voor uit betaald dan voor welke andere vis ook, de edele zalm niet uitgezonderd). Daar, op het vlot, wordt met de verwerking begonnen: de visruggen zullen later gedroogd worden en tot de zogenoemde „balyk" (voor binnenlands gebruik), maar de kostbare kuit dient allereerst verwijderd te worden. In de verwerkingsafdeling wordt uit de nog levende vis, die echter wel ver doofd is, de kuit tevoorschijn gehaald. Deze maakt gemiddeld 10 a 12 percent van het gewicht van de vis uit. En hoe veel vissen er op een gegeven ogenblik ook in deze afdeling zijn, uit elk ervan wordt de kuit in een afzonderlijke schaal gedaan. Want maar zelden heeft de kuit van twee vissen precies dezelf de smaak, kleur en compactheid der eitjes. De schalen met kuit worden nu naar de zogenoemde grondstoffenafdeling overgebracht. Hier heerst de reinheid van een operatiekamer en de nauw keurigheid van een apotheek. Nu zou het hier de plaats zijn om u te vertellen over diverse prachtige machines, die heel voorzichtig de tedere eiertjes oppakken en van de aanhangen de vellen ontdoen. Maar.... zulke ma chines kent de steurkuitindustrie helaas nog niet. Er is wel een experimentele voorloper van zo'n machine, maar deze, een geesteskind van het Astrakanse proefstation voor visserij en oceanogra fie, wordt voorlopig nog beproefd. Aan deze machines stellen de opdrachtgevers namelijk bijna onmogelijke eisen: hun bewegende onderdelen moeten te- *99999mBB9mB99999999999999Jw**WM~MWWsmm mBB9BB99B99BB9B9999BBBB99B9999BBW9BB999B9BB9BBM999999, W999999999999W999B „GELIJKE STUDIEKANSEN VOOR IEDER KIND": IN DE PRAKTIJK EEN FICTIE ALGEMEEN HEERST in Nederland de opvatting dat kinderen uit alle milieus, van hoog tot laag, de kans moeten hebben een opleiding te volgen, die in overeenstemming is met hun intelligentie en begaafdheid. Weten schappelijke onderzoekingen hebben echter aangetoond, dat er een gebrek aan aansluiting is tussen school en lager milieu, waardoor de kinderen uit een voudige gezinnen niet de kansen kunnen grijpen, die de school biedt. Momen teel stelt het Sociologisch Instituut te Leiden een onderzoek in naar de ver schillen in schoolprestaties der diverse milieus en in het vooronderzoek is reeds vast komen te staan, dat die prestaties aanzienlijke verschillen vertonen. OOK IN ONS LAND is het onder wijs uitgegroeid tot een reusachtige sociale organisatie met een enorme betekenis voor de maatschappelijke welvaart en de concurrentiepositie van de natie. Het onderwijs is het kostbaarste onderdeel van ons staats budget. Landen, die nog aan het be gin van hun economische ontwikke ling staan, besteden 1 cl 2 percent van hun nationale inkomen aan dit doel. In Nederland is dit ruim 6 percent en dat is meer dan vergelijkbare landen voor het schoolwezen uitgeven. Het gaat hierbij niet meer om miljoenen, maar om miljarden guldens. Thans beloopt onze onderwijsrekening on geveer 4\2 miljard. In Europa be steden alleen Finland en de Sovjet- Unie een hoger percentage van het nationale inkomen aan onderwijsuit gaven. IN PRINCIPE krijgen kinderen uit 411e milieus een kans om verder te stu deren, wanneer zij de begaafdheid daar toe hebben. Jonge mensen uit financieel minder draagkrachtige gezinnen worden in staat gesteld een middelbare opleiding te volgen, de begaafdsten onder hen kunnen met een beurs aan hogeschool of universiteit studeren. Toch zijn er maar weinig jongelui uit arbeidersge zinnen, die de universiteit bereiken. Ook op de middelbare school zijn zij in de minderheid. Heel lang heeft men gemeend, dat de oorzaak hiervan in het financiële vlak lag. Wetenschappelijke onderzoekingen, onder andere van het Sociologisch In- gens uit eenvoudiger kringen 25 per cent. De voorkeur voor H.T.S. en kweek school is bij de laatsten echter groter. stituut te Leiden, hebben echter aan getoond dat een der belangrijkste oor zaken van het geringe schoolsucces van kinderen die uit een lager milieu komen, gezocht moet worden in een gebrek aan overeenstemming tussen de waarden van het lager milieu en de waarden van de school. IN „ONDERWIJS en Opvoeding" pu bliceerde dra. A. M. v. d. Poel, weten schappelijk ambtenaar van het Socio logisch Instituut te Leiden, een aantal belangwekkende gegevens over deze materie. Hieruit blijkt dat er een nauwe samenhang bestaat tussen schoolkeuze en milieu van herkomst en dat het schoolsucces in sterke mate afhankelijk blijkt te zijn van het sociale milieu. Er zijn maar weinig kinderen uit ar beiderskringen die de universiteit be reiken. Volgens de laatste gegevens was 46 percent der mannelijke studenten af komstig uit het middelbaar, en 9 percent uit het lager milieu. Voor de vrouwe lijke studenten bedroegen deze cijfers 31 percent en 3 percent. De kans van een kind uit het hoger milieu om door te dringen tot de universiteit is bijna 40 maal zo groot als die kans van een arbeiderskind. De kans van een jongen of meisje om een middelbare opleiding te krijgen is al eveneens in sterke mate afhankelijk van hun afkomst. Uit de groep van de handarbeiders en het lager administra tief personeel gaat 6 percent van de kinderen naar de eerste klas van een middelbare school, uit de groep van de leidinggevenden 64 percent. Tijdens de middelbare opleiding treedt nog een verdere selectie op. Ook hier zijn verschillen naar milieu: 60 per cent van de jongens uit de „betere krin gen" behaalt het einddiploma tegen 44 percent van de jongens uit de ar beidersklasse. Na het eindexamen kie zen leerlingen uit het lagere milieu vaak een kortere studie dan de universi taire. Van de jongens uit het hogere mi lieu is 75 percent van plan om door te gaan naar de universiteit, van de jon- UIT DEZE GEGEVENS kan men on der meer afleiden dat wanneer men de kansen van de kinderen uit het lagere milieu om de universitaire opleiding te volgen wil vergroten, men niet kan volstaan met de overgang van de mid delbare school naar de universiteit te bevorderen, bijvoorbeeld door middel van studiebeurzen. Allereerst zullen meer kinderen uit deze kringen naar gym of h.b.s. moeten. Reeds bij de over gang van lagere naar middelbare school loopt dit volksdeel een achterstand op, die het nooit meer kan inhalen! Aan het eind van de lagere school treden al verschillen in schoolprestaties per sociaal milieu op. Door het Sociolo gisch Instituut te Leiden werden een groot aantal leerlingen van de zesde klassen l.o. getest en toen bleek reeds, dat de verschillen in schoolprestaties der diverse milieus aanzienlijk zijn. BLIJKENS intelligentietests is het ge ringe schoolsucces van leerlingen uit het lagere milieu veelal niet te wijten aan een gebrekkige verstandelijke aan leg. Meestal zei men dat wel. Dan was het probleem verklaard en behoefde men er verder niet over na te denken. Wetenschappelijke onderzoekingen, zo als die de laatste jaren in het buiten land en ook in Nederland zijn gedaan, toonden echter aan dat de milieufactor meestal belangrijker was dan de aanleg- factor. Waarom kunnen kinderen van de gelijkertijd even fijngevoelig zijn als de vingers van een blinde en even zeker als de handen van een chirurg die zich op oogoperaties heeft gespecialiseerd. De kuit de broze zwarte pareltjes moet door een zeef worden gewreven, een speciale zeef van strak gespannen snoer. Ook nu wordt dit nog altijd met de hand gedaan. Door soepele, nauwe lijks merkbare bewegingen van de hand duwt de vakman de kuit door de zeef en het ene eitje na het andere valt in de schaal. Dit is een zeldzaam handwerk en hier heersen dan ook de veteranen, die 20 a 30 jaar aan de kaviaarproduktie deelnemen, en hun meest bekwame leerlingen. De technoloog kan tonen, hoe „kleine man" dan toch zo moeilijk mee komen op school, wanneer zij verstan delijk niet voor andere kinderen onder doen? Sociologen wijzen in de eerste plaats op het ontbreken van een onder wijstraditie in het gezin. Men heeft geen naslagboeken en dictionaires thuis, er is weinig belangstelling voor leren en het kind kan zijn ouders dus nooit eens om advies vragen. Voorts hebben eenvoudige lieden een andere instelling ten opzichte van de school. Men wenst een opleiding om wille van een bepaald beroep, om „voor uit te komen in de wereld" enz. De school en het hogere milieu leggen méér nadruk op de academische zijde van kennis. Kennis omwille van de ken nis en als middel tot persoonlijkheids vorming en zelfexpressie. De houding van het lagere milieu ten opzichte van de school is dientengevolge nogal ambivalent: Enerzijds is er een positieve instelling ten aanzien van onderwijs-als-zodanig, anderzijds een aversie tegen de school als systeem. Een tweede oorzaak van de geringe doorstroming van kinderen uit het volk naar het V.H.M.O. en het hoger onder wijs ligt in de grote mate van onbekend heid van dit milieu met het onderwijs. Speciaal de hogere vormen van onder wijs blijven vaag. TOT DUSVER was men grif ge neigd, het gezin als oorzaak van de mislukking te zien. Er werd nauwe lijks aandacht gevraagd voor de taak, en de eventuele tekorten, van de school. In elk geval is het bijzonder be treurenswaardig dat vele kinderen uit eenvoudige gezinnen (en die gezin nen vormen het grootste deel van de bevolking) niet de opleiding krijgen of voltooien, die bij hun begaafdheden past. Daarom valt het toe te juichen dat het onderwijs-sociologisch onder zoek zich met dit vraagstuk nu inten sief bezig gaat houden en hopelijk mogelijkheden zal ontdekken die leiden tot een betere aansluiting tus sen school en lager milieu. H. T. Manrho Trots levert de jager op de foto hierboven een reuzensteur van 1200 pond af. Een fabrieks arbeidster bedient de takel die het gevaarte naar de verwerkings afdeling (middelste foto) brengt waar voor zichtige handen de kostbare kuit verwijde ren. Na het zeven en zuiveren is het produkt klaar voor verpakking. Overal heerst een „bij- na-steriele" reinheid. de kuit door de zeef moet worden ge wreven, in welke proporties het zeer fijn gemalen zout en de antiseptische middelen moeten worden gedoseerd. Maar alleen in de praktijk kan men het vak onder de knie krijgen. Is de kaviaar door de zeef „gewreven" en nogmaals herhaaldelijk met koud water gewassen, en op smaak gezouten, dan is het produkt klaar om te worden verpakt. Men kan er blikken van 1800 gram mee vullen, maar men kan hem ook nog eens licht persen, dan krijgt men de beter houdbare geperste kaviaar. Een ander deel van de parel tjes wordt naar de pasteurisatie-afdeling doorgezonden, waar de kaviaar in kleine glazen potjes van 28, 56 en 112 gram verpakt wordt. Het technologische proces is hiermee ten einde. De kaviaar is nu gereed voor de consumptie. Vanhier gaat hij naar de winkels in de Sovjet-Unie en het buitenland. Volgend jaar zal het 140 jaar geleden zijn dat met de export van de Astrakanse zwarte kaviaar werd be gonnen. In 1825 werd de eerste partij geperste kaviaar naar Duitsland ver stuurd. Thans wordt het produkt naar tien tallen landen van Europa, Azië en Amerika geëxporteerd. De Astrakanse fabriek is de grootste ter wereld. Vorig jaar zou zijn produktie, als men deze geheel in potjes van 26 gram had ver pakt, voldoende zijn geweest om ruim 40 miljoen mensen op zo'n potje te trac- teren. Alexander Krawets Evenals vorig jaar zal ook in 1965 weer een studiereis voor theologisch» studenten van alle Nederlandse univer siteiten naar Jordanië en Israel worden georganiseerd. Ook dit jaar zullen d» studenten de kosten van de reis weer geheel kunnen verdienen door het mee maken van een werkperiode als ver pleeghulp in het binnengasthuis te Am sterdam van 1 juli tot 15 september. De reis sluit daarop aan: 17 september tot 20 oktober. De wetenschappelijke voorbereiding van de reis heeft plaats in een cursus gedurende de bootreis van Genua naar Beiroet. Op deze manier wordt ge tracht zoveel mogelijk theologen voor hun ambtsaanvaarding in de gelegen heid te stellen de landen van de bij bel te bezoeken. De reis wordt geor ganiseerd door het instituut voor inter nationale excursies te Bergen (N.H.).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1965 | | pagina 13