BROOD VOOR HET HART
Wederwoord op wederwoord
i
Cantate op grammofoonplaat
Dominee voor de motorrijders
w
Le Transcame rounais
J
JCURNAl.
I IR C> 11: S A N I
ZATERDAG 20 MAART 1965
Erbij
PAGINA TWEE
Bevolkingsexplosie
Roeping
Overzicht
Projecten
Wereldfonds
Merkwaardig
Radio, TV
i :§f
K
Lc Président JOHNSON
Premier Coup /ie Pioche
Rendez-vous
Verkeerde barmhartigheid
Dienstweigering
Machten
Ds. D. ter Steege
In een groots opgezette actie
„Brood voor het hart" gaat de Neder
landse Zendingsraad proberen ander
half miljoen gulden bijeen te brengen
voor de lectuurvoorziening in Afrika,
Azië en Zuid-Amerika. Een belangrijk
deel van de actie is de collecte in de
kerkdiensten van 2 mei. Verder wordt
er een dia-serie samengesteld uit spe
ciaal voor dit doel ontvangen dia's
uit Indonesië, Afrika en Zuid-Ameri
ka, die in deze maanden ter beschik
king van geïnteresseerde groepen
Onder leiding van de componist Ru
dy de Heus en met medewerking van
Karin Ostar, sopraan, Jan Athos, bas,
het Opstandingskerkkoor, de Loosduin-
se Gemengde Zangvereniging, een har
piste en twaalf blazers is een cantate
„Laetare" als plaat uitgebracht, waar
van de opbrengst ten goede komt aan
de actie (besteladres mevrouw Ver
beek, Parkweg 226, Voorburg, prijs
6.50). Er zal een informatiebulletin
verschijnen, dat uitgebreide voorlich
ting zal geven over de stand van zaken
van het lektuurwerk van de kerken in
Azië, Afrika en Zuid-Amerika. Maar
de lijst is nog langer: op zondag 25
april zal in de Woestduinkerk in Am
sterdam een kerkdienst worden gehou
den, waarin prof. dr. J. Verkuyl zal
voorgaan. Deze dienst zal via de televi
sie worden uitgezonden.
Waarom is christelijke lectuurproduc-
tie en distributie op tevoren ongeken
de schaal zo noodzakelijk? Prof. dr. J.
Verkuyl, algemeen secretaris van de
Nederlandse Zendingsraad, noemt als
een van de belangrijkste feiten, die
hiervoor bepalend zijn, de bevolkings
tellen. Deze snelle groei van de wereld
bevolking geschat op 2.126.000.000, in
het jaar 2000 zal, als het zo doorgaat,
de wereldbevolking zes miljard zielen
tellen. Deze snelle groei van de wered-
bevolking voltrekt zich vooral in de zo
genoemde ontwikkelingslanden. Nu
reeds woont 56 percent van de wereld
bevolking in Azië.
Het aantal christenen is percentsge
wijs hierdoor gedaald. In 1950 bestond
33 percent van de wereldbevolking uit
christenen, in het jaar 2000 zal dit per
centage nog maar twintig zijn.
„Dit stelt hoge eisen aan de strate
gie" vindt prof. Verkuyl, die de gewel
dige verspreiding van de kunst van le
zen en schrijven een machtige factor
in de ontwikkeling noemt. Het analfa
betisme wordt van twee kanten aange
grepen: van de top, dat wil zeggen
door cursussen voor volwassenen, en van
de bodem door de kolossale uitbreiding
van het volksonderwijs.
Men schat bijvoorbeeld dat op het con
tinent van Afrika deze dubbele aanval
op het analfabetisme zal leiden tot de
uitbreiding van het aantal mensen, dat
kan lezen en schrijven, met 17 miljoen
In 1970.
Zeer belangrijk is de geboorte van
nieuwe staten, die een veel groter om
vang heeft aangenomen, dan vroeger
ooit het geval is geweest. „De teen
agers kloppen aan de deur in Azië en
Afrika" zegt prof. Verkuyl. „Zij vragen
om lectuur, om voorbereid te worden
voor de taak in de samenleving. Zij
vragen om voorlichting en richtlijnen,
en zij krijgen daarbij hulp genoeg van
niet-christelijke gemeenschappen en
ook van ideologieën. Overal is er een
geweldige strijd der geesten aan de
gang. Er zijn in Azië en Afrika grote
drukkerijen opgebouwd, die zich geheel
bezighouden met de produktie van com
munistische lectuur, zowel onder de in
vloed van Moskou als van Peking".
Prof. Verkuyl wijst er op dat politie
ke agenten boeken als onderdeel van
de „wapenhandel" beschouwen. Ze
achten ze zelfs belangrijker dan echte
wapens. Daarnaast zijn er de keiharde
businessfirma's op het terrein van de
publiciteit, die „sex en misdaad" ex
ploiteren ten eigen bate.
„Maar gelukkig bestaan daarnaast
activiteiten op het terrein der publici
teit, die van constructieve aard zijn.
Wij denken aan de stroom van lec
tuur, die door de regeringen van de
desbetreffende landen wordt uitgege
ven. Ik denk aan de publikaties van
Unesco en aan de activiteiten van gro
te internationale bona fide uitgeve
rijen".
Prof. Verkuyl acht het temidden van
deze vloed van lectuur nodig om ook
een bedding te graven, waarlangs een
stroom van deze christelijke lectuur
deze volkeren bereikt. Deze beddingen
zijn reeds aanwezig in en rondom de
jonge kerken, maar de bedding moet
worden uitgediept opdat de stroom kan
worden verbreed.
„De christelijke kerken moeten het
initiatief op het terrein van de lectuur-
produktie herwinnen," zegt hij, „het is
net of de duivel tegen Kerk en Zen
ding zegt: Dank u, u hebt de men
sen leren lezen, ik ben u er zeer er
kentelijk voor, ik zal nu die kansen ge
bruiken. Maar God zegt tegen de ker
ken: „Gebruikt gij die kansen en ge
legenheden" en dan moeten wij be
schaamd erkennen dat wij lang niet ge
noeg gedaan hebben, en dat wij deze
roeping niet voldoende gezien hebben.
Het is net alsof je gasten genodigd hebt
aan een maaltijd, maar eigenlijk maar
op een paar hebt gerekend. Dan komen
er ineens honderden en honderden en
blijkt de tafel niet voldoende voorzien
te zijn."
Bij de vorige actie „Brood voor het
Hart" rekende men op twee miljoen,
maar men kwam uiteindelijk op ander
half miljoen uit. Hoe werden die gel
den besteed? Het moge blijken uit het
volgende overzicht:
Bestemming nodig keerd
uitge-
Luth. kerk Tanzania f 42.000 26.250
Broedergem. Suriname 25.000 15.625
Evangelische en Armeense
kerken Midden-Oosten 50.000 31.250
Bijbelcentr. Kameroen 200.000 115.625
Lectuurcentr. Kameroen 550.000 317.975
Kenya (Bwana Loubster M) 50.000 25.000
Indonesië 50.000 37.000
Indonesië (voor BPK) 400.000 365.000
Indonesië
(Midden-Java en Soemba) 210.000 130.000
Indonesië (Java) 20.000 12.500
Indonesië (Celebes) 50.000 50.000
Tchaad en Ghana 10.000 4.850
Brazilië-Argentinië 150.000 150.000
Rwanda 200.000 62.500
Men wil het halve miljoen, dat niet
kon worden uitgekeerd nu alsnog bij
eenbrengen en daarnaast een miljoen
inzamelen als bijdrage voor het we
reldfonds voor christelijke lectuur. Dit
is een fonds, dat zelf geen programma's
voor opleiding, publiciteit of distributie
opzet, maar uitsluitend medewerkt aan
de programma's, die reeds door be
staande lectuurorganisaties zijn begon
nen. Zo staat het officieel in de stukken:
Het doel van het fonds is overal de
ontwikkeling aan te moedigen van doel
treffende en goed-gecoördineerde chris
telijke lectuur-activiteiten, die de steun
en de participatie krijgen van de ker
ken in de desbetreffende gebieden. Met
dit doel zal het fonds gebruikt worden
om projecten en programma's door
christelijke literatuur-instanties-waar
voor die instanties en de hun steunen
de lichamen zelf de volle verantwoor
delijkheid aanvaarden bij te staan.
Bij welke projecten zijn Nederlandse
zendingsinstanties rechtstreeks betrok
ken? Dat is in de eerste plaats het in
terkerkelijke project in Kameroen, dat,
vooral gesteund door de Raad voor de
Zending van de Nederlandse Hervorm
de Kerk op verrassende wijze van de
grond gekomen is. Daarnaast is er het
interkerkelijke project Badan Penerbit
Kristen in Djakarta. De Badan Pener
bit Kristen is de lectuurdienst van de
Raad van Kerken te Djakarta, die lec
tuur produceert en distribueert over
heel het gebied van Indonesië, en die
gesteund wordt door de zending der
Gereformeerde Kerken, door de Raad
voor de Zending van de Nederlandse
Hervormde Kerk en door de Gerefor
meerde Zendingsbond.
Men wil een nieuw lectuurcentrum
stichten. De Duitse kerken zullen deze
interkerkelijke uitgeverij helpen aan de
machines voor een drukkerij. De Ameri
kaanse kerken zullen het geld fourne
ren dat nodig is om een gebouw voor
deze drukkerij op te zetten.
Een aantal kleinere projecten heeft
hulp nodig. Zoals het lectuurwerk van
de lutherse kerken in Tanzania, de pro
jecten van de Doopsgezinde Zendings
raad op Java, West-Irian en in Tchaad
en de projecten van de zending van de
Gereformeerde Kerken, op Java en
Soemba, in Rwanda, Brazilië en Argen
tinië. Een Nederlands project vindt
men verder in West-Azië en in Algiers,
waar de Morgenland- zending werkt.
In het al genoemde wereldfonds voor
christelijke lectuur vertegenwoordigt
prof. Verkuyl Nederland in het bestuur.
Directeur van het fonds is de Engels
man mr. Richards, die jarenlang de
leiding heeft gehad van de regerings-
publiciteit in Nairobi (Kenya) en te
vens vertegenwoordiger in Oost-Afrika
was van Oxford Universisy Press.
Meen overigens niet, dat het bij al
deze zaken alleen maar gaat om het stu
ren van stichtelijke boekjes. De situatie
is totaal veranderd en dat geldt niet
alleen voor de vorm van de lectuur.
Het geldt ook voor de organisatie van
de distributie, voor de opleiding van de
schrijvers. Men moet er nu voor zorgen
wordt gesteld en wordt er in Kame
roen een filmpje van vijftien a twintig
minuten gemaakt, dat op 23 april door
de NCRV op de televisie zal worden
gebracht. In april zal in een aantal
radiorubrieken aandacht aan de actie
worden besteed, en ten behoeve van
de hoogste klassen van de lagere
scholen zal een aantrekkelijk „taken-
schrift" verschijnen.
dat in de landen zelf schrijvers en jour
nalisten worden opgeleid. Talenten zijn
er genoeg, maar het gaat er om ze te
ontdekken en hun ontwikkeling moge
lijk te maken.
Hoorde de nu beroemde schrijver Ri
chard Wright niet altijd zeggen: „That
stupid nigger?" In Chicago ontdekte
hij wat hij kon en dat geldt ook voor
figuren als de Braziliaanse Maria de
Jesus, die nu een bekend schrijfster is.
Het westen zal in de landen hulp
moeten geven bij de programmering,
bij de opzet van de drukkerijen. Zo zal
men typografische artiesten ter be
schikking moeten stellen. En zoals al
gezegd is is de distributie een belang
rijk facet van het gehele werk. Mis
schien wei het belangrijkste, omdat men
hier van de zwakste schakel kan spre
ken door de slechte verbindingen. Het
is zo langzamerhand wei duidelijk ge
worden dat deze grote taken alleen
door de kerken gezamenlijk kunnen
worden opgelost.
Merkwaardig is het echter, dat het
gemakkelijker blijkt op diakonaal ge
bied geld bjj elkaar te krijgen dan op
zendingsgebied. „De mensen zijn vrij
gevig als het om diakonale doeleinden
gaat", zegt de kerkelijke hoogleraar in
Leiden prof. H. Berkhof, „maar het
lijkt wel of dat in mindering gaat van
de bijdragen voor de zending. Toch zou
men minstens evenveel aandacht moe
ten hebben voor de geestelijke als voor
de stoffelijke problemen. Als er geld
nodig is voor een kippenfarm in Afri
ka komt het er wel, maar wanneer het
om een vormingscentrum gaat wordt
het moeilijk".
Prof. Berkhof heeft op verschillende
reizen kunnen constateren hoe groot de
leeshonger is bij de mensen, die de
kunst van lezen en schrijven pas heb
ben Ieren beheersen. „Ik heb gebieden
in Zuid-India bezocht, waar nu ne
gentig percent van de bevolking kan le
zen en schrijven. In Vellore waren er
144.000 abonnees op een bijbelcursus,
waarvan 85°/o niet-christen was. Overal
blijkt dat het noodzakelijk is dat de
mondelinge en schriftelijke verkondi
ging hand in hand gaan."
Die mondelinge verkondiging wordt
ook gediend door de moderne commu
nicatiemiddelen, radio en tv. We gaan
de tijd van de „post-literary man" te
gemoet, en bij de zendingsorganen houdt
men daar terdege rekening mee. Be
halve de steeds groeiende leeshonger,
die moet worden bevredigd zal de vraag
naar radio en tv toenemen.
Ook op dit gebied wordt er hard ge
werkt opdat de kerken ook op dit ge
bied hun plaats kunnen innemen. Er is
trouwens sprake van een samenhang,
want voor de radio- en tv-programma's
zijn tekstschrijvers nodig. Of het nu
via oog of oor gaat, via het papier, de
luidspreker of het scherm, de mens
heeft brood voor het hart nodig. De or
ganisatoren van de actie rekenen er op,
dat dit in ons land wordt beseft, en zij
trekken zich niets aan van de sombere
opmerking van een deelnemer aan de
zendingsconferentie in Nieuw-Mexico in
1963:
„De lectuuractie krijgt overal de
naam, die niet bij de mensen past: bij
de Zwitsers „Brot für die Brüder", ter
wijl het allemaal egoïsten zijn, bij de
Duitsers „Brot für die Welt", terwijl
voor hen alleen maar „Duitsland één,
vers één" geldt, en voor Nederland
„Brood voor het hart", terwijl voor de
Hollanders op de plaats van het hart
de portemonnee zit".
Voor degenen, die kunnen lezen en
schrijven, gaat de wereld open.
De bibliotheek krijgt bezoek. Het
materiaal is bestand tegen mieren.
„Van het voor velen onaantastbare
„Machtsevenwicht" gaat een alle con
structieve plannen frustrerende wer
king uit. Dit moet duidelijk door de
kerk gezegd worden. Dit hoort bij haar
„Antwoord 1964". Het korte „neen"
kan dan gevolgd worden door een lang
durig „ja": de frustratie is immers op
geheven. Dan kunnen wij wérkelijk
de mensen dienen".
Dit schrijven dr. Kr. Strijd en prof.
dr. J. de Graaf in de brochure van
Kerk en Vrede „Wederwoord op weder
woord", waarin men het gesprek over
het vraagstuk van de kernwapenen wil
voortzetten. In de brochure wordt ge
zegd dat het „Wederwoord" van de
hervormde synode ten opzichte van het
geschrift over de kernwapenen van 1962
een teruggang betekent. Men zegt dat
in „Woord en wederwoord" het „radica
le neen" door zóveel redeneringen is
omgeven, dat er van een achteruitgang
sprake is.
VUMMUMMUVUUUlUfUMMUUUUWUUUMUlflIMMUMUMMMMimM
^AMMIIUUIAAéUUUI/UMAAAAAAAAAAAMItAAMIAAAAMWUWIMUUUWWWlJIItMWWUWWUUWWUIIUWIIIAMUIIUUMUUUUWIAl
U kunt in Londen, maar ook op het
platteland van Engeland, jonge motor
rijders tegenkomen, die op hun kle
ding een insigne dragen waarop het
getal 59 voorkomt. Dit betekent dat
deze motorrijder dan lid is van de
„59 Motor Cycle Club", die geleid
wordt door een anglicaans geestelijke
Reverend W. F. Shergold. Deze or
ganisatie, meestal kortweg „59 Club"
geheten, heeft reeds eerder onze aan
dacht getrokken, maar de man achter
de schermen, de oprichter en leider
van de club heeft zich zo zorgvuldig
op de achtergrond gehouden dat maar
weinig mensen, buiten de clubleden,
hem als zodanig kenden. Nu heeft ds.
Shergold een aantal gegevens bekend
gemaakt over zijn persoon en werk
en het is de moeite waard om hiervan
kennis te nemen.
Er wordt wel eens beweerd dat de
kerk in de laatste jaren meer aantrek
kingskracht uitoefent op vrouwen en
meisjes dan op mannen en jongens. Het
kan zijn dat deze opvatting in het al
gemeen juist is, maar die stelling
wordt dan toch wel gelogenstraft door
deze man die er niet alleen zelf van
houdt om zich met stoer en stevig werk
bezig te houden, doch die in dit opzicht
ook gezien is onder (jonge) mensen die
graag „stoer" doen, „motor-nozems"
als u ze zo wilt noemen.
Rev. Shergold ontving zijn opleiding in
Mirfield. Zijn eerste standplaats was
Hackney Wick. Er bestond in deze ge
meente een jeugdclub die echter weinig
levensvatbaarheid bezat en een armza
lig bestaan leidde. In 1959 viel het be
sluit om door middel van een reorga
nisatie deze club nieuw leven in te bla
zen. Er werd een koffie-bar ingericht,
er werden rock 'n' roll-groepen samen
gesteld en Cliff Richard werd tot be
schermheer gekozen. Hij nam deze be
noeming aan. Rev. Shergold kocht zelf
een kleine motorfiets en dit vervoermid
del werd voor hem het eerste van een
SE MA INF
eniuuaouNniïE
B. P. 1068 YAOUNDÉ - Tél. 47-13
5 Novembre 1964 Prix
4" ANNE!
N" 77 -
—ui—
20 Fri
<*J' élu nvec Hilt main rité famait eonnue aux U.S.A.
Een voorbeeld van christelijke meningsvorming in Afrika.,
hele reeks van steeds groter en zwaar
der wordende motorrijwielen.
Dit laatste facet leidde tot het werk,
dat thans zo de aandacht trok. Toen Rev.
Shergold zes jaar geleden op zijn eer
ste motor reed, werd iedere motorrijder
door veel mensen beschouwd als een
soort herrieschopper. Dat was in wer
kelijkheid onjuist, want de grote meer
derheid van de motorrijders bestond en
bestaat uit gewone rijders, die zich niet
aan excessen te buiten gaan. Een aan
tal van hen richtten een vrijwillige hulp
dienst op, maar vele rijders vonden dat
nog niet voldoende. Zij besloten hun
motoren te wijden aan de dienst van
God en zij stelden zich beschikbaar
voor bijvoorbeeld koerierdiensten ten
behoeve van de kerk.
In dat verband kwam Rev. Shergold
er toe een kerkdienst voor motorrijders
te houden, welke gebeurtenis destijds
zeer de aandacht trok van de journalis
ten. Dank zij de publikaties kwam de
gemotoriseerde dominee met steeds
meer motorrijders in aanraking en hij
ontdekte dat zij heus niet zulke ar
rogante jongelui waren als velen dach
ten. Met hun stoere helmen en meestal
donkergekleurde leren motorkleding
pogingen om die wat op te sieren had
den tot gevolg, dat ze er nóg vreemder
uit gingen zien konden zij zich al
leen maar uitleven in de eenvoudigste
chauffeursrestaurants aan de wegen, die
Londen in en uit leiden. In andere eta
blissementen werden zij eenvoudig niet
geaccepteerd, ze werden niet bediend en
weggestuurd, waardoor hun gedrag al
leen maar slechter werd omdat zij van
de normale omgang met medemensen
min of meer afgesneden waren. Zij wer
den als het ware paria's.
Rev. Shergold stelde een uitvoerig on
derzoek naar de situatie van deze jon
gelui in vooral toen er zich enkele ver
schrikkelijke gebeurtenissen voordeden.
Kort na elkaar vonden er namelijk eni
ge pogingen plaats tot zelfmoord: jon
ge kerels probeerden zich in razende
vaart te pletter te rijden tegen de pij
lers van een viaduct op de weg naar
de Midlands.
Hij kwam tot de conclusie dat het
goed zou zijn een rendez-vous voor mo
torrijders te stichten om hen op te van
gen. Natuurlijk zag hij wel in, dat het
ten koste van zijn werk in Hackney
zou gaan, maar toch besloot hij de
hem daar ter beschikking staande gele
genheid van de plaatselijke jeugdclub
te benutten voor zijn doel. Hij trok de
wegrestaurants langs en kondigde over
al aan dat hij voornemens was een lo
kaliteit voor motorrijders te openen.
Iedereen was er enthousiast over. De
betrokkenen waren blij dat er nu voor
hen een eigen plek zou komen en de
restaurateurs toonden zich tevreden
omdat zij een groep klanten kwijt zou
den raken, die misschien hun zaak in
diskrediet bracht en bovendien niet zo
veel te verteren had.
Ook bleken de redacties van de motor-
vakbladen gaarne bereid om bekendheid
te geven aan het initiatief van Rev.
Shergold. Zo ontstond in zeer korte tijd
een nieuwe club, de sectie motorrijders
van de jeugdclub van Hackney. Men
startte met ongeveer vijftig leden maar
dank zij de publiciteit is dit aantal
enorm gegroeid. Thans telt de club on
geveer zevenduizend leden en de toe
name bedraagt ongeveer vijftig per
week.
Juist omdat Rev. Shergold, zelf een
enthousiast motorrijder, zich geheel
heeft aangepast aan deze jongelui,
heeft hij ook als geestelijke gezag on
der hen. Men vertelt dat degenen die
het hardst schreeuwen zich beheersen
als hij in de buurt is. Van verschillen
de jongeren heeft hij het huwelijk ker
kelijk ingezegend. Clubleden die in een
Men critiseert, dat het gebruik van
kernwapenen wordt afgewezen, maar
niet het bezit, en wijst er op, dat een
volk, dat eenmaal besloten heeft aan
het „koorddansen" mee te doen, carte
blanche aan zijn regering geeft, zonder
enige mogelijkheid van controle.
„Het hebben van kernwapenen bete
kent altijd het op peil houden, en impli
ceert dus een meedoen aan de bewape
ningswedloop; ook: het meedoen aan
een psychologische oorlogvoering, een
koude oorlog.
De schrijvers wijzen er in de brochu
re onder meer op, dat in „Wederwoord"
de solidariteit praktisch wordt uitge
breid tot de solidariteit in de zondige
keus en de zondige daden, maar dat
dit een solidariteit in de dwaling is.
„De synode heeft haar „radicale neen"
in een kader gevat, dat dit „neen"
krachteloos maakt".
Als voorbeeld hiervan wordt deze zin
uit „Wederwoord" geciteerd:
„AI mag dan misschien van hen die
directe verantwoordelijkheid dragen
voor het internationale politieke en mi
litaire heleid in de huidige situatie niet
verwacht en niet gevraagd worden, dat
zij openlijk zullen verklaren de wape
nen waarmee zij nu dreigen als het er
op aan komt toch niet te zullen gebrui
ken, betekent dit dan dat ook de kerk
moet zwijgen?"
De schrijvers zeggen dan dat deze
zin ten aanzien van hen die verant
woordelijkheid dragen begrijpend en
barmhartig lijkt, maar dat het een ver
keerde barmhartigheid is. „Het is de
solidariteit, die niet tot gezamenlijke
omkeer roept. Mag het zelfs al niet
meer gevraagd worden?"
Het „neen-zonder-ja's" klinkt in We
derwoord, zo wordt beklemtoond in de
brochure, alleen ten aanzien van het
gebruik van kernwapens en niet ten
aanzien van het bezit ervan, en ten
aanzien van het gebruik van kernwa
pens en niet ten aanzien van conven
tionele wapens.
Geciteerd wordt een verklaring, ge
publiceerd door de „Leiterkonferena
der Kirchlichen Bruderschaften" van
4 januari 1963.
„Ondergetekende, leden en predikan
ten van de Evangelische kerk, zijn door
de atomaire bewapening tot de vasts
overtuiging gekomen, dat het met onze
belijdenis van Jezus Christus als Ko
ning des Vredes niet in overeenstem
ming is soldaat te worden. Het ge
weten van de dienstplichtige christen
wordt in verwarring gebracht als ook
de kerk zich aansluit bij de openbare
mening dat vrijstelling van dienstplicht
slechts een uitzondering behoort te zijn
voor het verontruste geweten zij
moet integendeel duidelijk tot uitdruk
king brengen, dat de weigering van mi
litaire dienst voor een ieder, die Jezus
Christus gehoorzaam wil volgen, thans
geboden is.
Wij verklaren bovendien dat wij on
zerzijds alles zullen doen om onze
medechristenen op te wekken tot een
rechte en volle gehoorzaamheid aan het
evangelie. Wij zullen nog nadrukkelij
ker dan tot nu toe in persoonlijke ge
sprekken en als predikers op de
kansel erop wijzen, dat het ernst maken
met de geloofsgehoorzaamheid vandaag
betekent de militaire dienst te weige
ren. Wij zullen waarschuwen voor een
prediking die verzwijgt of die er op
gericht is de soldatendienst met een
goed geweten te doen aanvaarden."
Dr. Striid en prof. De Graaf vatten
de huidige situatie tenslotte als volgt
samen:
„De situatie in onze wereld is geban
nen in de greep der „machten". Wat
het Nieuwe Testament over „machten"
zegt krijgt, mutatis mutandis, nieuw»
actualiteit in onze tijd. Politici en mili
taire leiders spreken en handelen vaak
in het besef, dat zij niet anders kunnen
dan zij doen en spreken. Maar door hun
doen en spreken raakt de wereldsituatie
dikwijls nog meer in de greep der
machten gebannen. Er is geen uitweg
meer. Wij zitten klem.
Waarvandaan zal een nieuw geluid,
een nieuwe wegwijzing moeten klinken
als het niet komt vanuit een levende
christelijke gemeenschap? Het gaat om
het „ja" tot de wereld. Dit „ja" impli
ceert het nemen van „verantwoorde ri
sico'", hierop spreken wij de syno
de aan. Dit betekent naar onze overtui
ging:
Een „ja" tot eenzijdige ontwapening,
dit is: een „ja" tot een risiconemend
eenzijdig begin van drastische vermin
dering van bewapening, dus zonder het
wachten op „de ander".
Een „ja" tot persoonlijke dienstwei
gering.
Zo kunnen nieuwe krachten vrij ko
men, waardoor wij ernst durven ma
ken met nieuwe voorstellen en plannen.
Hier ligt de taak van de kerk, Hier ia
de verantwoordelijkheid van de enke
ling. Hier is de Opdracht van een klein
land in de grote wereld."
ziekenhuis terecht komen worden door
hem opgezocht.
Rev. Shergold is een door iedereen
erkende dominee voor de motorrijders
geworden en daarin vindt hij een geheel
eigen pastorale taak. Hoe vreemd het
ook aandoet als men leest van kerk
diensten, waarbij de motorrijders hun
motoren in de kerk mogen meebren
gen, gezien in het kader van de arbeid
van deze Engelse geestelijke zoals die
ontstaan en gegroeid is, mogen en zul
len velen dankbaar zijn, dat deze en
thousiaste motorrijder zijn liefhebberij
heeft weten te verbinden met zijn
ambt.