BROOD VOOR HET HART Wederwoord op wederwoord i Cantate op grammofoonplaat Dominee voor de motorrijders w Le Transcame rounais J JCURNAl. I IR C> 11: S A N I ZATERDAG 20 MAART 1965 Erbij PAGINA TWEE Bevolkingsexplosie Roeping Overzicht Projecten Wereldfonds Merkwaardig Radio, TV i :§f K Lc Président JOHNSON Premier Coup /ie Pioche Rendez-vous Verkeerde barmhartigheid Dienstweigering Machten Ds. D. ter Steege In een groots opgezette actie „Brood voor het hart" gaat de Neder landse Zendingsraad proberen ander half miljoen gulden bijeen te brengen voor de lectuurvoorziening in Afrika, Azië en Zuid-Amerika. Een belangrijk deel van de actie is de collecte in de kerkdiensten van 2 mei. Verder wordt er een dia-serie samengesteld uit spe ciaal voor dit doel ontvangen dia's uit Indonesië, Afrika en Zuid-Ameri ka, die in deze maanden ter beschik king van geïnteresseerde groepen Onder leiding van de componist Ru dy de Heus en met medewerking van Karin Ostar, sopraan, Jan Athos, bas, het Opstandingskerkkoor, de Loosduin- se Gemengde Zangvereniging, een har piste en twaalf blazers is een cantate „Laetare" als plaat uitgebracht, waar van de opbrengst ten goede komt aan de actie (besteladres mevrouw Ver beek, Parkweg 226, Voorburg, prijs 6.50). Er zal een informatiebulletin verschijnen, dat uitgebreide voorlich ting zal geven over de stand van zaken van het lektuurwerk van de kerken in Azië, Afrika en Zuid-Amerika. Maar de lijst is nog langer: op zondag 25 april zal in de Woestduinkerk in Am sterdam een kerkdienst worden gehou den, waarin prof. dr. J. Verkuyl zal voorgaan. Deze dienst zal via de televi sie worden uitgezonden. Waarom is christelijke lectuurproduc- tie en distributie op tevoren ongeken de schaal zo noodzakelijk? Prof. dr. J. Verkuyl, algemeen secretaris van de Nederlandse Zendingsraad, noemt als een van de belangrijkste feiten, die hiervoor bepalend zijn, de bevolkings tellen. Deze snelle groei van de wereld bevolking geschat op 2.126.000.000, in het jaar 2000 zal, als het zo doorgaat, de wereldbevolking zes miljard zielen tellen. Deze snelle groei van de wered- bevolking voltrekt zich vooral in de zo genoemde ontwikkelingslanden. Nu reeds woont 56 percent van de wereld bevolking in Azië. Het aantal christenen is percentsge wijs hierdoor gedaald. In 1950 bestond 33 percent van de wereldbevolking uit christenen, in het jaar 2000 zal dit per centage nog maar twintig zijn. „Dit stelt hoge eisen aan de strate gie" vindt prof. Verkuyl, die de gewel dige verspreiding van de kunst van le zen en schrijven een machtige factor in de ontwikkeling noemt. Het analfa betisme wordt van twee kanten aange grepen: van de top, dat wil zeggen door cursussen voor volwassenen, en van de bodem door de kolossale uitbreiding van het volksonderwijs. Men schat bijvoorbeeld dat op het con tinent van Afrika deze dubbele aanval op het analfabetisme zal leiden tot de uitbreiding van het aantal mensen, dat kan lezen en schrijven, met 17 miljoen In 1970. Zeer belangrijk is de geboorte van nieuwe staten, die een veel groter om vang heeft aangenomen, dan vroeger ooit het geval is geweest. „De teen agers kloppen aan de deur in Azië en Afrika" zegt prof. Verkuyl. „Zij vragen om lectuur, om voorbereid te worden voor de taak in de samenleving. Zij vragen om voorlichting en richtlijnen, en zij krijgen daarbij hulp genoeg van niet-christelijke gemeenschappen en ook van ideologieën. Overal is er een geweldige strijd der geesten aan de gang. Er zijn in Azië en Afrika grote drukkerijen opgebouwd, die zich geheel bezighouden met de produktie van com munistische lectuur, zowel onder de in vloed van Moskou als van Peking". Prof. Verkuyl wijst er op dat politie ke agenten boeken als onderdeel van de „wapenhandel" beschouwen. Ze achten ze zelfs belangrijker dan echte wapens. Daarnaast zijn er de keiharde businessfirma's op het terrein van de publiciteit, die „sex en misdaad" ex ploiteren ten eigen bate. „Maar gelukkig bestaan daarnaast activiteiten op het terrein der publici teit, die van constructieve aard zijn. Wij denken aan de stroom van lec tuur, die door de regeringen van de desbetreffende landen wordt uitgege ven. Ik denk aan de publikaties van Unesco en aan de activiteiten van gro te internationale bona fide uitgeve rijen". Prof. Verkuyl acht het temidden van deze vloed van lectuur nodig om ook een bedding te graven, waarlangs een stroom van deze christelijke lectuur deze volkeren bereikt. Deze beddingen zijn reeds aanwezig in en rondom de jonge kerken, maar de bedding moet worden uitgediept opdat de stroom kan worden verbreed. „De christelijke kerken moeten het initiatief op het terrein van de lectuur- produktie herwinnen," zegt hij, „het is net of de duivel tegen Kerk en Zen ding zegt: Dank u, u hebt de men sen leren lezen, ik ben u er zeer er kentelijk voor, ik zal nu die kansen ge bruiken. Maar God zegt tegen de ker ken: „Gebruikt gij die kansen en ge legenheden" en dan moeten wij be schaamd erkennen dat wij lang niet ge noeg gedaan hebben, en dat wij deze roeping niet voldoende gezien hebben. Het is net alsof je gasten genodigd hebt aan een maaltijd, maar eigenlijk maar op een paar hebt gerekend. Dan komen er ineens honderden en honderden en blijkt de tafel niet voldoende voorzien te zijn." Bij de vorige actie „Brood voor het Hart" rekende men op twee miljoen, maar men kwam uiteindelijk op ander half miljoen uit. Hoe werden die gel den besteed? Het moge blijken uit het volgende overzicht: Bestemming nodig keerd uitge- Luth. kerk Tanzania f 42.000 26.250 Broedergem. Suriname 25.000 15.625 Evangelische en Armeense kerken Midden-Oosten 50.000 31.250 Bijbelcentr. Kameroen 200.000 115.625 Lectuurcentr. Kameroen 550.000 317.975 Kenya (Bwana Loubster M) 50.000 25.000 Indonesië 50.000 37.000 Indonesië (voor BPK) 400.000 365.000 Indonesië (Midden-Java en Soemba) 210.000 130.000 Indonesië (Java) 20.000 12.500 Indonesië (Celebes) 50.000 50.000 Tchaad en Ghana 10.000 4.850 Brazilië-Argentinië 150.000 150.000 Rwanda 200.000 62.500 Men wil het halve miljoen, dat niet kon worden uitgekeerd nu alsnog bij eenbrengen en daarnaast een miljoen inzamelen als bijdrage voor het we reldfonds voor christelijke lectuur. Dit is een fonds, dat zelf geen programma's voor opleiding, publiciteit of distributie opzet, maar uitsluitend medewerkt aan de programma's, die reeds door be staande lectuurorganisaties zijn begon nen. Zo staat het officieel in de stukken: Het doel van het fonds is overal de ontwikkeling aan te moedigen van doel treffende en goed-gecoördineerde chris telijke lectuur-activiteiten, die de steun en de participatie krijgen van de ker ken in de desbetreffende gebieden. Met dit doel zal het fonds gebruikt worden om projecten en programma's door christelijke literatuur-instanties-waar voor die instanties en de hun steunen de lichamen zelf de volle verantwoor delijkheid aanvaarden bij te staan. Bij welke projecten zijn Nederlandse zendingsinstanties rechtstreeks betrok ken? Dat is in de eerste plaats het in terkerkelijke project in Kameroen, dat, vooral gesteund door de Raad voor de Zending van de Nederlandse Hervorm de Kerk op verrassende wijze van de grond gekomen is. Daarnaast is er het interkerkelijke project Badan Penerbit Kristen in Djakarta. De Badan Pener bit Kristen is de lectuurdienst van de Raad van Kerken te Djakarta, die lec tuur produceert en distribueert over heel het gebied van Indonesië, en die gesteund wordt door de zending der Gereformeerde Kerken, door de Raad voor de Zending van de Nederlandse Hervormde Kerk en door de Gerefor meerde Zendingsbond. Men wil een nieuw lectuurcentrum stichten. De Duitse kerken zullen deze interkerkelijke uitgeverij helpen aan de machines voor een drukkerij. De Ameri kaanse kerken zullen het geld fourne ren dat nodig is om een gebouw voor deze drukkerij op te zetten. Een aantal kleinere projecten heeft hulp nodig. Zoals het lectuurwerk van de lutherse kerken in Tanzania, de pro jecten van de Doopsgezinde Zendings raad op Java, West-Irian en in Tchaad en de projecten van de zending van de Gereformeerde Kerken, op Java en Soemba, in Rwanda, Brazilië en Argen tinië. Een Nederlands project vindt men verder in West-Azië en in Algiers, waar de Morgenland- zending werkt. In het al genoemde wereldfonds voor christelijke lectuur vertegenwoordigt prof. Verkuyl Nederland in het bestuur. Directeur van het fonds is de Engels man mr. Richards, die jarenlang de leiding heeft gehad van de regerings- publiciteit in Nairobi (Kenya) en te vens vertegenwoordiger in Oost-Afrika was van Oxford Universisy Press. Meen overigens niet, dat het bij al deze zaken alleen maar gaat om het stu ren van stichtelijke boekjes. De situatie is totaal veranderd en dat geldt niet alleen voor de vorm van de lectuur. Het geldt ook voor de organisatie van de distributie, voor de opleiding van de schrijvers. Men moet er nu voor zorgen wordt gesteld en wordt er in Kame roen een filmpje van vijftien a twintig minuten gemaakt, dat op 23 april door de NCRV op de televisie zal worden gebracht. In april zal in een aantal radiorubrieken aandacht aan de actie worden besteed, en ten behoeve van de hoogste klassen van de lagere scholen zal een aantrekkelijk „taken- schrift" verschijnen. dat in de landen zelf schrijvers en jour nalisten worden opgeleid. Talenten zijn er genoeg, maar het gaat er om ze te ontdekken en hun ontwikkeling moge lijk te maken. Hoorde de nu beroemde schrijver Ri chard Wright niet altijd zeggen: „That stupid nigger?" In Chicago ontdekte hij wat hij kon en dat geldt ook voor figuren als de Braziliaanse Maria de Jesus, die nu een bekend schrijfster is. Het westen zal in de landen hulp moeten geven bij de programmering, bij de opzet van de drukkerijen. Zo zal men typografische artiesten ter be schikking moeten stellen. En zoals al gezegd is is de distributie een belang rijk facet van het gehele werk. Mis schien wei het belangrijkste, omdat men hier van de zwakste schakel kan spre ken door de slechte verbindingen. Het is zo langzamerhand wei duidelijk ge worden dat deze grote taken alleen door de kerken gezamenlijk kunnen worden opgelost. Merkwaardig is het echter, dat het gemakkelijker blijkt op diakonaal ge bied geld bjj elkaar te krijgen dan op zendingsgebied. „De mensen zijn vrij gevig als het om diakonale doeleinden gaat", zegt de kerkelijke hoogleraar in Leiden prof. H. Berkhof, „maar het lijkt wel of dat in mindering gaat van de bijdragen voor de zending. Toch zou men minstens evenveel aandacht moe ten hebben voor de geestelijke als voor de stoffelijke problemen. Als er geld nodig is voor een kippenfarm in Afri ka komt het er wel, maar wanneer het om een vormingscentrum gaat wordt het moeilijk". Prof. Berkhof heeft op verschillende reizen kunnen constateren hoe groot de leeshonger is bij de mensen, die de kunst van lezen en schrijven pas heb ben Ieren beheersen. „Ik heb gebieden in Zuid-India bezocht, waar nu ne gentig percent van de bevolking kan le zen en schrijven. In Vellore waren er 144.000 abonnees op een bijbelcursus, waarvan 85°/o niet-christen was. Overal blijkt dat het noodzakelijk is dat de mondelinge en schriftelijke verkondi ging hand in hand gaan." Die mondelinge verkondiging wordt ook gediend door de moderne commu nicatiemiddelen, radio en tv. We gaan de tijd van de „post-literary man" te gemoet, en bij de zendingsorganen houdt men daar terdege rekening mee. Be halve de steeds groeiende leeshonger, die moet worden bevredigd zal de vraag naar radio en tv toenemen. Ook op dit gebied wordt er hard ge werkt opdat de kerken ook op dit ge bied hun plaats kunnen innemen. Er is trouwens sprake van een samenhang, want voor de radio- en tv-programma's zijn tekstschrijvers nodig. Of het nu via oog of oor gaat, via het papier, de luidspreker of het scherm, de mens heeft brood voor het hart nodig. De or ganisatoren van de actie rekenen er op, dat dit in ons land wordt beseft, en zij trekken zich niets aan van de sombere opmerking van een deelnemer aan de zendingsconferentie in Nieuw-Mexico in 1963: „De lectuuractie krijgt overal de naam, die niet bij de mensen past: bij de Zwitsers „Brot für die Brüder", ter wijl het allemaal egoïsten zijn, bij de Duitsers „Brot für die Welt", terwijl voor hen alleen maar „Duitsland één, vers één" geldt, en voor Nederland „Brood voor het hart", terwijl voor de Hollanders op de plaats van het hart de portemonnee zit". Voor degenen, die kunnen lezen en schrijven, gaat de wereld open. De bibliotheek krijgt bezoek. Het materiaal is bestand tegen mieren. „Van het voor velen onaantastbare „Machtsevenwicht" gaat een alle con structieve plannen frustrerende wer king uit. Dit moet duidelijk door de kerk gezegd worden. Dit hoort bij haar „Antwoord 1964". Het korte „neen" kan dan gevolgd worden door een lang durig „ja": de frustratie is immers op geheven. Dan kunnen wij wérkelijk de mensen dienen". Dit schrijven dr. Kr. Strijd en prof. dr. J. de Graaf in de brochure van Kerk en Vrede „Wederwoord op weder woord", waarin men het gesprek over het vraagstuk van de kernwapenen wil voortzetten. In de brochure wordt ge zegd dat het „Wederwoord" van de hervormde synode ten opzichte van het geschrift over de kernwapenen van 1962 een teruggang betekent. Men zegt dat in „Woord en wederwoord" het „radica le neen" door zóveel redeneringen is omgeven, dat er van een achteruitgang sprake is. VUMMUMMUVUUUlUfUMMUUUUWUUUMUlflIMMUMUMMMMimM ^AMMIIUUIAAéUUUI/UMAAAAAAAAAAAMItAAMIAAAAMWUWIMUUUWWWlJIItMWWUWWUUWWUIIUWIIIAMUIIUUMUUUUWIAl U kunt in Londen, maar ook op het platteland van Engeland, jonge motor rijders tegenkomen, die op hun kle ding een insigne dragen waarop het getal 59 voorkomt. Dit betekent dat deze motorrijder dan lid is van de „59 Motor Cycle Club", die geleid wordt door een anglicaans geestelijke Reverend W. F. Shergold. Deze or ganisatie, meestal kortweg „59 Club" geheten, heeft reeds eerder onze aan dacht getrokken, maar de man achter de schermen, de oprichter en leider van de club heeft zich zo zorgvuldig op de achtergrond gehouden dat maar weinig mensen, buiten de clubleden, hem als zodanig kenden. Nu heeft ds. Shergold een aantal gegevens bekend gemaakt over zijn persoon en werk en het is de moeite waard om hiervan kennis te nemen. Er wordt wel eens beweerd dat de kerk in de laatste jaren meer aantrek kingskracht uitoefent op vrouwen en meisjes dan op mannen en jongens. Het kan zijn dat deze opvatting in het al gemeen juist is, maar die stelling wordt dan toch wel gelogenstraft door deze man die er niet alleen zelf van houdt om zich met stoer en stevig werk bezig te houden, doch die in dit opzicht ook gezien is onder (jonge) mensen die graag „stoer" doen, „motor-nozems" als u ze zo wilt noemen. Rev. Shergold ontving zijn opleiding in Mirfield. Zijn eerste standplaats was Hackney Wick. Er bestond in deze ge meente een jeugdclub die echter weinig levensvatbaarheid bezat en een armza lig bestaan leidde. In 1959 viel het be sluit om door middel van een reorga nisatie deze club nieuw leven in te bla zen. Er werd een koffie-bar ingericht, er werden rock 'n' roll-groepen samen gesteld en Cliff Richard werd tot be schermheer gekozen. Hij nam deze be noeming aan. Rev. Shergold kocht zelf een kleine motorfiets en dit vervoermid del werd voor hem het eerste van een SE MA INF eniuuaouNniïE B. P. 1068 YAOUNDÉ - Tél. 47-13 5 Novembre 1964 Prix 4" ANNE! N" 77 - —ui— 20 Fri <*J' élu nvec Hilt main rité famait eonnue aux U.S.A. Een voorbeeld van christelijke meningsvorming in Afrika., hele reeks van steeds groter en zwaar der wordende motorrijwielen. Dit laatste facet leidde tot het werk, dat thans zo de aandacht trok. Toen Rev. Shergold zes jaar geleden op zijn eer ste motor reed, werd iedere motorrijder door veel mensen beschouwd als een soort herrieschopper. Dat was in wer kelijkheid onjuist, want de grote meer derheid van de motorrijders bestond en bestaat uit gewone rijders, die zich niet aan excessen te buiten gaan. Een aan tal van hen richtten een vrijwillige hulp dienst op, maar vele rijders vonden dat nog niet voldoende. Zij besloten hun motoren te wijden aan de dienst van God en zij stelden zich beschikbaar voor bijvoorbeeld koerierdiensten ten behoeve van de kerk. In dat verband kwam Rev. Shergold er toe een kerkdienst voor motorrijders te houden, welke gebeurtenis destijds zeer de aandacht trok van de journalis ten. Dank zij de publikaties kwam de gemotoriseerde dominee met steeds meer motorrijders in aanraking en hij ontdekte dat zij heus niet zulke ar rogante jongelui waren als velen dach ten. Met hun stoere helmen en meestal donkergekleurde leren motorkleding pogingen om die wat op te sieren had den tot gevolg, dat ze er nóg vreemder uit gingen zien konden zij zich al leen maar uitleven in de eenvoudigste chauffeursrestaurants aan de wegen, die Londen in en uit leiden. In andere eta blissementen werden zij eenvoudig niet geaccepteerd, ze werden niet bediend en weggestuurd, waardoor hun gedrag al leen maar slechter werd omdat zij van de normale omgang met medemensen min of meer afgesneden waren. Zij wer den als het ware paria's. Rev. Shergold stelde een uitvoerig on derzoek naar de situatie van deze jon gelui in vooral toen er zich enkele ver schrikkelijke gebeurtenissen voordeden. Kort na elkaar vonden er namelijk eni ge pogingen plaats tot zelfmoord: jon ge kerels probeerden zich in razende vaart te pletter te rijden tegen de pij lers van een viaduct op de weg naar de Midlands. Hij kwam tot de conclusie dat het goed zou zijn een rendez-vous voor mo torrijders te stichten om hen op te van gen. Natuurlijk zag hij wel in, dat het ten koste van zijn werk in Hackney zou gaan, maar toch besloot hij de hem daar ter beschikking staande gele genheid van de plaatselijke jeugdclub te benutten voor zijn doel. Hij trok de wegrestaurants langs en kondigde over al aan dat hij voornemens was een lo kaliteit voor motorrijders te openen. Iedereen was er enthousiast over. De betrokkenen waren blij dat er nu voor hen een eigen plek zou komen en de restaurateurs toonden zich tevreden omdat zij een groep klanten kwijt zou den raken, die misschien hun zaak in diskrediet bracht en bovendien niet zo veel te verteren had. Ook bleken de redacties van de motor- vakbladen gaarne bereid om bekendheid te geven aan het initiatief van Rev. Shergold. Zo ontstond in zeer korte tijd een nieuwe club, de sectie motorrijders van de jeugdclub van Hackney. Men startte met ongeveer vijftig leden maar dank zij de publiciteit is dit aantal enorm gegroeid. Thans telt de club on geveer zevenduizend leden en de toe name bedraagt ongeveer vijftig per week. Juist omdat Rev. Shergold, zelf een enthousiast motorrijder, zich geheel heeft aangepast aan deze jongelui, heeft hij ook als geestelijke gezag on der hen. Men vertelt dat degenen die het hardst schreeuwen zich beheersen als hij in de buurt is. Van verschillen de jongeren heeft hij het huwelijk ker kelijk ingezegend. Clubleden die in een Men critiseert, dat het gebruik van kernwapenen wordt afgewezen, maar niet het bezit, en wijst er op, dat een volk, dat eenmaal besloten heeft aan het „koorddansen" mee te doen, carte blanche aan zijn regering geeft, zonder enige mogelijkheid van controle. „Het hebben van kernwapenen bete kent altijd het op peil houden, en impli ceert dus een meedoen aan de bewape ningswedloop; ook: het meedoen aan een psychologische oorlogvoering, een koude oorlog. De schrijvers wijzen er in de brochu re onder meer op, dat in „Wederwoord" de solidariteit praktisch wordt uitge breid tot de solidariteit in de zondige keus en de zondige daden, maar dat dit een solidariteit in de dwaling is. „De synode heeft haar „radicale neen" in een kader gevat, dat dit „neen" krachteloos maakt". Als voorbeeld hiervan wordt deze zin uit „Wederwoord" geciteerd: „AI mag dan misschien van hen die directe verantwoordelijkheid dragen voor het internationale politieke en mi litaire heleid in de huidige situatie niet verwacht en niet gevraagd worden, dat zij openlijk zullen verklaren de wape nen waarmee zij nu dreigen als het er op aan komt toch niet te zullen gebrui ken, betekent dit dan dat ook de kerk moet zwijgen?" De schrijvers zeggen dan dat deze zin ten aanzien van hen die verant woordelijkheid dragen begrijpend en barmhartig lijkt, maar dat het een ver keerde barmhartigheid is. „Het is de solidariteit, die niet tot gezamenlijke omkeer roept. Mag het zelfs al niet meer gevraagd worden?" Het „neen-zonder-ja's" klinkt in We derwoord, zo wordt beklemtoond in de brochure, alleen ten aanzien van het gebruik van kernwapens en niet ten aanzien van het bezit ervan, en ten aanzien van het gebruik van kernwa pens en niet ten aanzien van conven tionele wapens. Geciteerd wordt een verklaring, ge publiceerd door de „Leiterkonferena der Kirchlichen Bruderschaften" van 4 januari 1963. „Ondergetekende, leden en predikan ten van de Evangelische kerk, zijn door de atomaire bewapening tot de vasts overtuiging gekomen, dat het met onze belijdenis van Jezus Christus als Ko ning des Vredes niet in overeenstem ming is soldaat te worden. Het ge weten van de dienstplichtige christen wordt in verwarring gebracht als ook de kerk zich aansluit bij de openbare mening dat vrijstelling van dienstplicht slechts een uitzondering behoort te zijn voor het verontruste geweten zij moet integendeel duidelijk tot uitdruk king brengen, dat de weigering van mi litaire dienst voor een ieder, die Jezus Christus gehoorzaam wil volgen, thans geboden is. Wij verklaren bovendien dat wij on zerzijds alles zullen doen om onze medechristenen op te wekken tot een rechte en volle gehoorzaamheid aan het evangelie. Wij zullen nog nadrukkelij ker dan tot nu toe in persoonlijke ge sprekken en als predikers op de kansel erop wijzen, dat het ernst maken met de geloofsgehoorzaamheid vandaag betekent de militaire dienst te weige ren. Wij zullen waarschuwen voor een prediking die verzwijgt of die er op gericht is de soldatendienst met een goed geweten te doen aanvaarden." Dr. Striid en prof. De Graaf vatten de huidige situatie tenslotte als volgt samen: „De situatie in onze wereld is geban nen in de greep der „machten". Wat het Nieuwe Testament over „machten" zegt krijgt, mutatis mutandis, nieuw» actualiteit in onze tijd. Politici en mili taire leiders spreken en handelen vaak in het besef, dat zij niet anders kunnen dan zij doen en spreken. Maar door hun doen en spreken raakt de wereldsituatie dikwijls nog meer in de greep der machten gebannen. Er is geen uitweg meer. Wij zitten klem. Waarvandaan zal een nieuw geluid, een nieuwe wegwijzing moeten klinken als het niet komt vanuit een levende christelijke gemeenschap? Het gaat om het „ja" tot de wereld. Dit „ja" impli ceert het nemen van „verantwoorde ri sico'", hierop spreken wij de syno de aan. Dit betekent naar onze overtui ging: Een „ja" tot eenzijdige ontwapening, dit is: een „ja" tot een risiconemend eenzijdig begin van drastische vermin dering van bewapening, dus zonder het wachten op „de ander". Een „ja" tot persoonlijke dienstwei gering. Zo kunnen nieuwe krachten vrij ko men, waardoor wij ernst durven ma ken met nieuwe voorstellen en plannen. Hier ligt de taak van de kerk, Hier ia de verantwoordelijkheid van de enke ling. Hier is de Opdracht van een klein land in de grote wereld." ziekenhuis terecht komen worden door hem opgezocht. Rev. Shergold is een door iedereen erkende dominee voor de motorrijders geworden en daarin vindt hij een geheel eigen pastorale taak. Hoe vreemd het ook aandoet als men leest van kerk diensten, waarbij de motorrijders hun motoren in de kerk mogen meebren gen, gezien in het kader van de arbeid van deze Engelse geestelijke zoals die ontstaan en gegroeid is, mogen en zul len velen dankbaar zijn, dat deze en thousiaste motorrijder zijn liefhebberij heeft weten te verbinden met zijn ambt.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1965 | | pagina 14