FILATELIE
WERKEN MET HOUT BIEDT
TAL VAN MOGELIJKHEDEN
Mees ee Teie
Takken
Guts werk
ZATERDAG 20 MAART 1965
tAt Erbij W
PAGINA ACHT
0
CANADA
g m
m iWt
Filarski
Mt. Ea. Spanjaard
HOUT is een fantastisch ma
teriaal. Je kunt er van alles van ma
ken. Het laat zich met eenvoudige
gereedschappen goed bewerken. Het
is sterk en toch licht van gewicht en
vele houtsoorten zijn prachtig om te
zien. Het bijzondere van hout is
bovendien dat het in de natuur groeit
en wanneer de mens nu maar zorgt
dat er niet alleen hout wordt gekapt,
maar dat het ook weer wordt aange
plant, zullen er steeds voldoende bo
men groeien om in onze houtbehoefte
te voorzien".
Jacques Levif
■wvwire 1
FINLAND. De honderdste geboorte
dag van K. J. Stahlberg (18651952),
de eerste president van de Finse repw
bliek, zal op 22 maart worden herdacht
door de uitgifte van een postzegel van
0.35 mk. De zegel vertoont zijn portret
met op de achtergrond de Lex-sculp-
tuur (een vrouw met schild, zwaard en
leeuw), ontleend aan het Rijksdagzegel.
INDIA. Een postzegel van 15 p.
(donkerbruin) is uitgegeven ter herinne
ring aan het feit, dat honderd jaar ge
leden de vrijheidsstrijder Laja Lapat
Rai (18651928) werd geboren. De zegel,
die zijn portret laat zien, heeft een op
lage van twee miljoen exemplaren.
FRANKRIJK. Ter gelegenheid van
de Dag van de Posttegel zal op 29 mrt.
een postzegel van 0.25 0.10 fr. in om
loop worden gebracht. Op de zegel is
de pakketboot „La Guienne" uit 1860
voorgesteld. Het ontwerp en de gravure
zijn van de hand van Cami. De toeslag
komt ten goede aan het Franse Rode
Kruis.
i-i.i triat-n
ISRAEL. Naar aanleiding van de
Internationale boekenbeurs, die in de
maand april in Jeruzalem zal worden
gehouden, is een postzegel van 70 ag.,
uitgevoerd in vierkleurendruk ver
schenen. Het ontwerp is ontleend aan
het embleem van de beurs: een leeuw
met boeken.
TANZANIA, KENYA EN OEGANDA.
Deze drie Oostafrikaanse landen zullen
op 17 mei een gemeenschappelijke uit
gifte het licht doen zien voor het 100-
jarig bestaan van de Union Internatig-
nale des Télêcommunications (U.I.T.). De
waarden zijn: 30, 50 cents, 1.30 en 2.50
sh. De zegels vertonen het embleem van
de U.I.T. en symbolen van de telecom
municatie.
BASOETOLAND heeft zelfbestuur
verkregen, hetgeen onder meer zal wor
den gevierd door de uitgifte (op 1 april)
van een serie van vier waarden. Op de
2l/t cents ziet men een Mosotho-vrouw
en kind op de 3lh cents de grenspost te
Maseroe, op de 5 cents een bergland
schap en op de 12lh cents regeringsge
bouwen.
?OST£3ctttST«t_.
CANADA. Op 30 juni zal een post
zegel van 5 cents verkrijgbaar worden
gesteld, waarop tegen een blauwe ach
tergrond de nieuwe Canadese vlag in de
officiële kleuren is afgebeeld.
MALAWI, het vroeger Nyassaland,
heeft een serie van vier waarden het
licht doen zien, waarop de keerzijden
van de nieuwe munten van Malawi
voorkomen: de sixpence met een haan,
de shilling met een tros maïskolven, de
florin met olifanten en de half-crown
met het wapen van Malwi. De zegels
zijn gedrukt bij Joh. Enschedé en Zonen
te Haarlem.
BULGARIJE. Een serie van zes
waarden met afbeeldingen van land
schappen is in roulatie gebracht: 1, 2,
3, 4, 5 en 6 st. Voorts zal op 9 mei een
serie van twee stuks, 5 en 13 st. worden
uitgegeven ter gelegenheid van de Dag
van de Overwinning 19451945 met
symbolische voorstellingen:
iÜpp*
mmu
PHILIPPIJNEN. Ter herinnering
aan het feit, dat in 1963 het Manila-
akkoord werd gesloten tussen Malaya,
de Philippijnen en Indonesië is een se
rie van drie waarden in omloop ge
bracht. Het zijn een 6, 10 en 25 sentimo,
waarop de ondertekening van het ak
koord door de presidenten van Indonesië
en de Philippijnen en de premier van
Malaya, is voorgesteld.
KONGO (BRAZZAVILLE). Een nieu
we luchtpostzegel van 100 fr. is in om
loop gebracht met als voorstelling het
stadhuis van Brazzaville. De zegel is
ontworpen door Combet en gegraveerd
door Delrieu. Ook is een postzegel van
25 fr. uitgegeven ter gelegenheid van de
stichting van de postadministratie. Af
gebeeld zijn een postduif met brief, te
legraafdraden en posthoorns.
NERVEUS
Men hoort na afloop van een bridge-
wedstrijd nog wel eens de verzuchting van
16x27. 5) 37-31 26x37. 6) 42x2. wat langere dan een 40-urige werkweek
Ook aan de problematiek wordt aandacht besteedt aan openingsstudie,
gewijd. Wij plaatsen twee vraagstukken Over de „Losbladige" gesproken: dit in
van de Belg L. de Schyuter. de gehele wereld in meerdere talen ver-
Om het de oplossers niet al te moeilijk schijnende naslagwerk voor de moderne
te maken, geven wij aan het slot de op- openingstheorie heeft aan geen enkele va-
lossingen. riant zoveel aandacht gewijd als aan de
Damvrienden, die eens kennis willen ma- onderhavige, genoemd naar Najdorf. In de
deze of gene: „Ik begrijp niet, hoe ik dat ken met dit damblad, kunnen schrijven laatste tien jaren behelsde het niet minder
juist tegen hèn heb kunnen doen!" Daarna naar de heer Fr. Duytschaever, Dahlia- dan 55 zeer uitgebreide artikelen over deze
volgt dan een verhandeling over een ge- straat 140, Gent (België). actuele speelwijze. Niettemin zoekt men
schoten bok en vaak blijkt ook, dat de Het is voor de heer A. Douma uit Haar- vergeefs naar de zet 9) Tb8.
„hen" waarover werd gesproken, zeer lem een hele eer, dat hij nu reeds een uit- Dat wij de Veenendaalse partij niettemin
sterke spelers zijn. Wordt menigeen dus nodiging heeft ontvangen om in januari op het spoor kwamen, danken wij aan de
nerveus, als hij (zij) tegen zéér sterke 1966 in de hoofdklasse van het internatio- kennis, oplettendheid en het geheugen van
spelers moet opereren Er zijn lieden, die naai toernooi uit te komen.
Hier volgen dan de twee problemen.
tegen de sterksten juist hun beste spel
spelen en zo zijn er kennelijk ook
anderen, die dat juist niet doen. Van een
bekende, zeer sterke Nederlandse speler
bereikte mij het verhaal, dat hij soms
tegen onbekende tegenstanders zegt: „Ik
ben meneer zus en zo, u wéét wel, de be
kende; maar u hoeft niet zenuwachtig te
worden hoor!" Ik weet niet, of alle tegen
standers deze vorm van koude bridge-
oorlog op prijs stellen, maar zeker is het
dat sommigen tóch van de kook raken.
Beroemde internationale spelers, waar
„men" het als regel heel slecht tegen doet,
zijn de Engelsen Reese-Shapiro en de
Fransen Jaïs-Trézel. Velen die aan de tafel
van deze vermaarde spelers komen, heb
ben bij wijze van spreken al verloren
vóórdat zij goed en wel begonnen zijn.
En denkt u niet, dat het alleen maar
onbekenden zijn dit het tegen deze paren
slecht doen. Ziehier bijvoorbeeld een spel
uit de wereldkampioenschappen, onlangs
gespeeld in New York. De partij kwam
voor in de wedstrijd tussen Engeland en
Frankrijk:
B 8 5
9? 6 5
O A 9 8 3
A H 64
lOOOCCO
XOOOOOOOOCJOOOOOOCXXXDCXXJOOOOOOOOOOOCJOOOOOOOOCXDOOOOOOOOOO
ooooooooooooooooocxxxxxxxxxx)o<xx)ooooooooooooooocoooooooc
H V 2
9H32
O H V 4 2
B97
Zuid gever, allen kwetsbaar. Zuid open
de met één ruiten - OW boden niets. Zowel
de Fransen als de Engelsen bereikten met
de NZ-kaarten het goede eindcontract van
drie SA en aan beide wedstrijdtafels werd
door west uitgekomen met schoppen vier.
Hoe te spelen, als gegeven is dat in slag 1
noord de slag maakt met schoppenboer?
De Engelsman Konstam deed, wat u en
onze lezer de heer A. van Maanen uit IJ-
muiden. Deze schreef ons ook het vervolg.
Na 9) Tb8 speelde Van den Berg
evenals vorige maand 10) Rfl-d3 b7-b5. 11)
Thl-el waarna Donner voortzette met de
in onze analyse genoemde zet 11)
Rf8-e7 welke werd weerlegd met 12)
e4-e5! d6xe5. 13) f4xe5 b5-b4. Zoals wij
reeds aangaven, faalt hier 13) Pe5: op
14) Te5:! De5:. 15) Rf4 Dd4:. 16) Rb5:t enz.
Maar ook de tekstzet bleek onvoldoende.
Na 14) e5xf6 b4xc3. 15) Pd4xe6! (nog ster
ker dan 15) fe7:) kapituleerde Donner, daar
15) fe6: tot mat in enkele zetten leidt,
b.v. 16) Dh5t g6. 17) Rg6:t hg6:. 18) Dg6:t
en 19) fe7: mat.
Terecht merkt de heer Van Maanen op:
„Donner's nieuwtje was dus niet zo erg
nieuw. Maar deze partij werpt m.i. wel
een merkwaardig licht op Donner's ope
ningskeuze in Noordwijk. Of was hij bo
venstaand drama vergeten? Hetgeen te
begrijpen zou zijn
Wij zijn de heer Van Maanen natuurlijk
bijzonder dankbaar voor zijn opmerking,
welke des te knapper is, nu men ook in
het tijdschrift van de KNSB en de afde
ling middenspel van de „Losbladige" ver
geefs naar de betreffende partij zal zoeken.
Merkwaardige coïncidentie. Tegelijk met
de heer Van Maanen's brief ontvingen wij
ter recensie: Theorie der schaakopeningen,
deel 9. van Dr. Euwe (zesde druk, uitgave
N.V. Van Goor, 8,90)) o.m. het Siciliaans
behelzende. Vanzelfsprekend sloegen wij
onmiddellijk de Najdorf-variant op, maar
ook hier geen woord over 9) Tb8. Wel
wordt aandacht gewijd aan de in ons vorig
artikel als „de juiste voortzetting" aange
geven zet 9)Re7, waarna, zo schreven
wij. wit met 10) g4 zwart voor moeilijke
problemen kan zetten.
XXXXXXDOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOf
ooooooooooooooooooo
Zwart: 1, 7, 8, 12, 16, 17, 18, 19, 20, 23, 26.
Wit: 27, 28, 29, 32, 34, 36, 37, 38, 42, 48, 49.
Voor beide vraagstukken geldt: wit speelt
ik en vele bridgespelers zouden hebben en wint.
gedaan. In slag 2 klaveraas incasseren en in het eerste vraagstuk is de dam op 20
in slag 3 een kleine klaver uit noord spe- overbodig en kan met een stuk worden
len. Zuid heeft nu legio kansen om negen volstaan. In no 2 is de winst direct (met
slagen te maken. In dé praktijk won oost 27-22 18x27 29x18 12x23 32x3 23x41 of 43
de tweede klaverronde met klavervrouw enz. enz.) aanwezig.
en speelde in slag 4 de hartenboer na - Oplossing no één: 26-21 30-24 37-31 47-41
zuid had geen haast met het spelen van 40-34 45x1.
hartenheer en legde dus klein; west moest No 2: 34-30 27-22 32x21 37-31 42x15.
overnemen met harten vrouw, want west In de rubriek van 27 februari plaatsten
had gehad ♦A 10 743 9AV O 10 75 wij twee vraagstukken van Leen de Rooy
8 5 3. West speelde nu een kleine schop- en Jan Scheyen.
pen terug, maar er waren geen problemen Het eerste vraagstuk van De Rooy.
meer over. Zuid maakte twee schoppens, Zwart: 5, 8, 17, 20, 22, 23, 25, 27, 35.
drie klaveren en vier ruiten 9 slagen Wit: 15, 24, 26, 30, 34, 38, 40, 44, 45.
voor een score van 600 punten. Wit speelt en wint door: 1) 38-32 27x38 de stelling past.
Aan tafel II moest Bacherich (Frankrijk) of? 2) 44-39 35x33. 3) 26-21 20x40. 4) 21x3 10) b7-b5. 11) Rg5xf6 Pd7xf6. 11)
het spel spelen en hij is écht geen kleine 25x34. 5) 15-10 en nu moet de witdam stop- Rf6:? faalt op 12) Rb5:!, maar 11)
jongen in bridge - zelfs enkele malen pen op veld 29, na 25, 43, 27, 18 en 29, Sf6: komt in aanmerking. Wit zet daarop
Europees kampioen, samen spelende met 33x24 en 45x34. Zeer fraai wordt het ar- bet best voort met 12) f5 Pe5. 13) Dh3 b4.
zijn vermaarde partner, de bridge-, dam- tikel 15 van het spelreglement toegepast 14) Pce2 ef5:. 15) ef5:
oooooooooooooooooooocooooooooooooooooooooooooo
Het is aardig hier te vermelden, wat
Euwe's boek (bewerkt door Van den Berg)
verder over deze variant behelst. Dus: 10)
g2-g4De scherpste zet, die geheel in
en schaakmeester Pierre Ghestem. Wat om tot winst te komen,
was echter óók het geval? OW waren de No 2, Scheyen.
EngelsenReese-Shapiro en deze on
verstoorbare Britten leken de Fransman
nerveus te maken. Inplaats van direct de
12) g4-g5 Pf6-d7. 13) a2-a3 De ver
wikkelingen na 13) f5 Pc5! 14) Tgl b4. 15)
Pce2 e5. 16) f6 ed4:. 17) fe7: d3. 18) cd3: b3
zijn voor zwart gunstig. 13) Rc8-b7.
14) Rfl-h3 met de dreiging op e6 in
Wit: 20, 22, 24, 25, 28, 30, 32, 41, 48, 49.
Zwart: 3, 5, 13, 15, 18, 29, 31, 33, 39.
Een leerzame meerslagwinst door: 1)
klaver te spelen, begon Bacherich (na het 49-44 18x38. 2) 48-43 38x40. 3) 41-36 33x22 te slaan. De situatie is nu zeer lastig voor
maken van schoppenboer) met vier ronden en nu is het leuk, dat wit met 36x9 of met beide partijen.
ruiten, eindigend in noord. Toen speelde 24x35 kan slaan en steeds wint door 35-30. Als eerste van „enkele mogelijkheden"
hij.schoppen na, welke slag west een- De heren H. C. J. Stoop, L. Blok, J. Krab wordt nu vermeld: 14) 0-0-0. 15) f5
voudig liet lopen. Van winnen was nu geen en J. Mensen onze dank voor de goede op- Rg5t: (op 15)e5 volgt 16) f6) 16) Kbl
sprake meer en hoewel René probeerde de lossingen. e5. 17) Pdb5: ab5: 18) Pb5: en nu moet
9e slag nu in harten te krijgen, mislukte Tot slot een probleempje met elk vijf zwart volgens Fischer 18) Db6 spelen
dat: één down. Nu kan men, met de beste stukken; in drie zetten is het uit. De stand 19) Pd6t Kc7. 20) Pf7: Rf6:).
wil, geen argumenten vinden waaróm het is als volgt. Men mag het een kleine tekortkoming
speelplan van Bacherich beter zou zijn, dat Zwart: 5 stukken op 29, 30, 32, 36, 38. noemen, dat het boek (zojuist verschenen,
het simpel spelen op de ontwikkeling van Wit: 41, 43, 44, 47, 50. blijkens het voorwoord bijgewerkt tot
drie klaverslagen. Ik denk ook niet, dat Wit speelt en wint. maart 1964) niet het veel belangrijker
R DiiIcpI vo°rbeeld TalGligoric Moskou 1963 re
leveert. Daarin speelde Tal niet 15) f5,
Oplossingen en correspondentie te zen
den aan het adres van de damredacteur:
B. Dukel, VV\jk aan Zeeërweg 125, IJmui-
gever, ,jen
deze sympathieke Fransman later onder de
indruk is geweest van zijn eigen speelwijze.
Bridgevraag dezer week: Zuid
allen kwetsbaar. Zuid heeft:
AHVB2 A 10 9 6 09 +HVB
Zuid één schoppen - OW passen - noord
één SA (6 9 punten) - wat moet zuid
bieden? Antwoord elders op deze bladzijde.
maar het veel scherpere 15) Re6:! met het
vervolg fe6:. 16) Pe6: Dc4 (vermoedelijk
niet het beste) 17) Pd5! Wit ver
smaadt de kwaliteit, daar hij Pe6 sterker
acht dan Td8. Het verder verloop bevestig
de de juistheid van deze visie. Tal won op
overtuigende wijze.
OPENINGSTHEORIE, EEN DUIVELSE
UITVINDING
Het laatste nieuws van het Najdorf-
variant-front komt uit Rusland en betreft
de hierboven gememoreerde zet 11)
gf6:, getest in een recente partij Cholmov
Bronstein. Na 12) f5 Pe5. 13) Dh3 probeerde
Twee weken geleden bespraken wij het zwart 0-0 (inplaats van b4), een aanbe-
miniatuurdrama Van den BergDonner veling van Fischer in een contra-analyse
13 zetten kort dat zich op zondag tegen een analyse van Simagin. Na 14) g5
organiseerde in"'januari" van cfit jaar een 28 februari afspeelde in de laatste ronde b4 (beter fg5:) volgden er verwikkelingen
internationaal toernooi, dat door de Vlaar- van het Daniël Noteboomtoernooi. Na de van zo adembenemende aard, dat de partij
dinner J. H. de Kluyver werd gewonnen, bekende zettenreeks 1) e2-e4 c7-c5. 2) Pgl- met een schoonheidsprijs werd bekroond.
De tweede plaats werd bezet door G. Mos- f3 d7"de- 3) d2'd4 c5xd4- 4) pf3xd4 pS8"f6- Een volgend maal zullen wij dit wonder
tovoy uit Parijs 5> pbl"c3 a7"a6- 6> Kel-g5 e7-e6. 7) f2-f4 ten tonele voeren. Voor vandaag hopen wij
In het maartnummer van het cluborgaan Pb8"d7* 8)„Ild„1",f3 Dd8:c7- 9) °"°"0 sPeelde de lezer te hebben duidelijk gemaakt dat
troffen wii een stand aan die een be- JJonner Ta8-b8, kennelijk zo meenden wij openingstheorie een regelrecht van de
Am tntTQA r] Q Kqc a Arinvi i' n rtnlr VI >Tr>v\ /IxLtaI ..G...!— J!» 1 n_
De Gentse damclub „Koning Dammas"
schouwing waard is.
(XXXX>OOCOOCOCXX)OC)OOOOOOOCOOOOOOOOOOOOOOOOOOCOOCOOOOOOOOC
om tegen de beste openingskenner van duivel komende uitvinding is, aan welker
ons land, Van den Berg, de doorvorste the- gevolgen geen schaker van klasse zich kan
oretische gebieden te ontwijken. Wij schre- onttrekken.
ven dit, heet. van de naald, onmiddellijk
■uajfiaaaq ql'qaqqELu
ag jaAepf jftA aatq jbaoS qja ui uep uBq
na het einde van de partij in het Palace
Hotel. En zulks op grond van de mede
delingen, ons verstrekt door niemand an
ders dan Van den Berg zelf, die op dat
moment dus ook van mening was met 9) uaIU '„tads af joao jaaui jbay (tui jajaaA
Tb8 een nieuwe zet te spelen. stB uaAvnoqosaq a; (aapaiqsSutuado) jaAepi
Hoe kort is de mens van memorie! Want a!JP UBA P0*! lat! inojesues ua^ jaujued-
9) Tb8 werd wel degelijk eerder ge- (uaipu jo ua^teq) uaddoqos uj uaa :eu uio
speeld. In 1959, te Veenendaal, in het Rit- S1 anuaAuoa (asueentni) spuaqajsjm uaa
meestertoernooi. qaAt J35(?z jep uftz
Goed, men kan niet alles weten, resp. suaddoqos ap 'uftz ai :}ueeqjftA uaag uaAaoq
onthouden. Maar het is toch wel een pi- suajaeq sjaujacd uftz - uaddoqos aup
kante bijzonderheid, dat uw redacteur er UBB WasS „anaqaooA" paoou ftzuax qoej-j
naast heeft gezeten, toen de zet werd ge- -uoo apaog jaq ut jatu uaui )iz (;oop jqoq
lanceerd. Hij was n.l. één van de vier "Iam fm )ba\) jbja joj jgooqjaA atp paoou
deelnemers van de betreffende vierkamp! sts - uapatq aj uapieq aup uto ïuautuadxa
Een reden om in het holst van de nacht uaa sï Is H uaddoqos aatA :poq asuas-uotu
uit schaamte te emigreren? Wij menen van -utoa paog uaa putA qi qsuioq^tnuarpreq
niet. Want: 9)Tb8 werd gespeeld door f!Q Ijaopi afj-reeAag uaa gou uee-teep jaAt
Donner! En zijn tegenstander was -ooq jaAeiq saz st poqputa jatoout .:aa 'uad
Van den Berg!! Deze was vijfeneenhalf jaar -doqos jota si jotujuooputa qfqapaj uaa;
later blijkbaar volkomen vergeten, zelf aan S 8 6 01 V Z f L ■O- ffiACb S01
de wieg van de nieuwe variant te hebben :uaqftqaq Ciqja uajjceqpaoou ap Cias. sps
De winst wordt verkregen door 1) 27-22 gestaan. En dat, terwijl hij, als samenstel- 'qfqapmp jpjo/A st „utaajqojd" uaa jip im
18x27. 2) 32x21 23x34. 3) 40x9 3x14. 4) 45-40 Ier van de „Losbladige", constant een heel qaaM jazap SrtuAaSpuq do paoo.wjuy
XXXXX>OOCOOOOOOCCOOOOOOCC*CXXXXXXXXXXXXX}GOCOOCCOOC>0000000
Zwart: 3, 7, 12, 14, 16, 17, 18, 19, 23, 24, 26.
Wit: 27, 28, 32, 36, 37, 38, 39, 40, 42, 45, 48.
MET DEZE enthousiaste beschouwing
introduceert Ab Meilink, cursus
leider van het opleidingscentrum voor
sociale jeugdzorg Middeloo in Amers
foort, zijn bijzonder instructieve eerste
deeltje van HOUT-HAND-HOBBY, een
fraaie en rijk geïllustreerde uitgave
van het Houtvoorlichtingsinstituut. Mei
link heeft zijn liefde voor hout en de
grote kennis die hij heeft van dit bij
uitstek voor de handvaardige knutse
laar geschikte materiaal in dit boekje
neergelegd.
WIST U, bijvoorbeeld, dat elke boom
soort een eigen karakter heeft? Let u
er maar eens op. De silhouet van een
eik is heel anders dan die van een
plataan. Een berk ziet er ook in zijn
kale winternaaktheid heel anders uit
dan een kastanje. Bomen leven. Ze
stofferen het landschap en de parken in
de stad en vaak biedt het ruwe tak-
kenmateriaal al volop gelegenheid tot
het maken van karakteristieke werk
stukken.
Veel gereedschappen heeft men daar
voor als regel niet nodig. Wel een flinke
dosis fantasie. Een scherp en handig
zakmes stelt iemand dan reeds in staat
uit zo'n tak de vormen te scheppen die
vooraf in de geest gestalte hebben ge
kregen.
Bewonderenswaardig is de wijze
waarop Meilink in simpele woorden
zijn lezers doordringt van het besef dat
een boom, de leverancier van het hout,
leeft, dat het gehele „organisme" van
'n boom onze aandacht en bewondering
meer dan waard is. Hij poogt eerbied
te scheppen voor het leven dat in een
boom verankerd is, omdat alleen als
men die eerbied heeft het bewerken
van hout veel veel meer kan worden
dan een mechanische handeling.
EEN HEEL andere vaardigheid ver
eist het bewerken van hout met gutsen.
Dat is eigenlijk, zo merkt hij op, een
soort beeldhouwen in hout. „Het is bij
zonder prettig werk en als je het nog
nooit gedaan hebt, moet je er beslist
aan beginnen."
Begin met een eenvoudig gebruiks
voorwerp, een houten schaal bij voor
beeld. Het beste kan men iepehout ne
men. Dat is niet te hard en niet te
zacht. Het heeft een mooie tekening.
Een stuk hout van 30 bij 15 cm is ge
schikt. Het te bewerken blok moet wor
den vastgezet. Als men een werkbank
heeft, levert dat geen problemen op. Als
men die niet bezit, kan men het blok
met enkele lijmtangen vastmaken op
een stevige tafel. Nee, nu niet meteen
met de guts erop af. Teken eerst de
vorm die u wilt uithakken op het blok.
Op den duur leert u beslist dat u de
vorm het best kunt kiezen op grond
van de tekening van het blok.
Over de te gebruiken gutsen, onthult
Meilink wat men ervan moet weten.
Duidelijke foto's en werktekeningen
steunen zijn tekst en noden als het wa
re om aan de slag t§ gaan.
Het slothoofdstukje van het boekje
behandelt het maken van werkstukken
waarbij draad en tekening van het hout
een rol spelen.
„Hout-hand-hobby" maakt ons duide
lijk dat men van hout vele mooie werk
stukken kan maken. Het is met de hand
goed te bewerken en de handvaardig
heid groeit naarmate de geoefendheid
toeneemt. Een publikatie als deze kan
er zeker toe bijdragen dat velen zich
bewust worden van de prachtige hob
by-mogelijkheden die voor de houtbe
werker zijn weggelegd.
Ab Meilink, „Hout-hand-hobby", deel 1
(39 pag., vele ill. Uitg. Houtvoorlichtings
instituut, James Wattstraat 73, Amsterdam.
Giro 109289. Prijs 1.25).
(Vervolg van pagina 3)
oog onzichtbaar bij de tuin werd getrok
ken. Sommige trotse tuinbezitters
plaatsten in bijzondere hoekjes plaquet
tes met verzen die op de stemming
van zo'n plek betrekking hadden. Een
karakteristiek „nummer" van de poë
tische tuin was altijd weer de grot,
liefst voorzien van nymfenbeelden, een
echte bron en een dichterlijke inscrip
tie.
Waarom beleefde dit type tuin juist
in het Engeland van midden achttiende
eeuw zulk een bloei? Clifford geeft een
uitstekende verklaring: „Voor de wel-
gestelden was het leven in Engeland op
eens heel wat minder opwindend ge
worden. In plaats van energiek aan de
oorlog deel te nemen of zeeroverij te
plegen, gingen de „gentlemen" nu een
reis naar Italië maken (de „Grand
Tour") en het risico van onrustbarende
gebeurtenissen in hun leven was aan
zienlijk kleiner geworden; niet langer
was het ongebruikelijk voor een Engels
aristocraat om in zijn bed te sterven.
Dit alles beschouwde men algemeen als
een verbetering; maar toen het nieuw
tje van de beschaafde staat er een beet
je af was, begon men terug te verlan
gen naar de ongeciviliseerde genoegens
van de emotie als opfleuring van een
al te geregeld leven. Het werd mode
voor mannen, maar in het bijzonder
voor vrouwen, om gevoeligheid boven
gezond verstand te stellenDe be
hoefte aan afwisseling nam steeds exo
tischer en grotesker vormen aan naar
mate iedere tuinontwerper er naar
streefde zijn buurman te overtroeven
strove to outdo the Joneses"
staat er in het Engels).
BOVEN DEZE verwarring stond een
meester: Lancelot Brown, en zoals iede
re meester-in-zijn-vak kende hij ds
waarde van soberheid en eenvoud.
Brown maakte gebruik van de in de
natuur aanwezige harmonieën die hij
componeerde met afzien van iedere po-
al waren. Perspectief, licht en schaduw
waren de principes waarmee hij werk
te. De omtrekken van een gazon, de
spiegeling van stilstaand water, niet
meer dan enkele boomsoorten, enkel
voudig, in groepjes, of geplaatst in een
soepele curve, dat waren de middelen
waarmee hij zijn lineaire spel van
groen en ruimte speelde. Zijn ontwer
pen, die veel hebben bijgedragen tot
het karakteristieke Engelse park-land
schap, zijn volgens Clifford door een ze
kere mate van abstractie eerder te ver
gelijken met muziek dan met poëzie of
schilderkunst.
Een eigenaardigheid van al deze tui
nen is dat bloemen er een betrekkelijk
ondergeschikte rol in spelen. Hierin
kwam verandering tegen het eind van
de achttiende eeuw toen botanici over
de gehele wereld uitzwermden om exo
tische soorten naar Europa te brengen.
Kew Gardens te Londen bezat in 1789
5500 soorten bloemen en planten, maar
omstreeks 1813 was dit getal 11.000, een
toename die o.a. verband houdt met de
Napoleontische oorlogen die Franse,
Spaanse en Hollandse koloniën onder
Brits gezag bracht De opkomst van de
burgerstand en de verstedelijking door
de industriële revolutie met dientenge
volge de vorming van „suburbia", de
vlucht naar de buitenwijken, maakte de
tuinen steeds kleiner. Op het panorama
volgt de close-up die één ontluikende
crocus met minstens evenveel verba
zing bekijkt als indertijd het oog van
de Zonnekoning het grastapijt van da
komnkliike avenue te Versailles.