ZATERDAG 27 MAART 1965
W Erbij ir
PAGINA TWEE
H' ET IS NIETS MEER dan een historische toevalligheiddat de lot
gevallen der Amerikaanse kleurlingenbevolking in een tijdsverloop
van eeuwen hun hoogtepunten hebben gekend onder presidenten die
beiden Johnson heetten. Gedurende de ambtsperiode van president
Andrew Johnson, die van 1865 tot 1869 de Verenigde Staten leidde, verkregen
de Amerikaanse kleurlingen-burgers hun feitelijke gelijkstelling met de blanken
door een amendement op de Amerikaanse grondwet, het befaamde vijftiende
amendement, dat de Amerikaanse kleurlingen formeel het kiesrecht toekende.
Eveneens een historische toevalligheid is het, dat precies honderd jaar later
onder de thans regerende president Johnson de Amerikaanse negers de Tocht
naar Montgomery ondernemen als vreedzame maar niet minder welsprekende
getuigenis van het feit, dat zij nu al honderd jaar lang van hun verkregen
rechten zijn uitgesloten.
en zij mag dankbaar zijn, dat ook thans nog de gelegenheid tot vreedzame
regeling volop aanwezig is.
DE GROTE TOCHT zal in de Amerikaanse geschiedenis evenzeer geboek
staafd worden als de Vrijheidsoorlog, de afschaffing der Slavernij en de
Wapenstilstand van Appomatox in 1865, die voorgoed besliste over de per
soonlijke vrijheid der Amerikaanse negers. Hun verheffing tot een menswaardig
niveau door de beëindiging van de slavernij, die op dat moment plaatsgreep,
is nog steeds niet door alle Amerikanen geaccepteerd. Met een onbegrijpelijke
koppigheid blijft een deel der blanken in Amerika zich vastklemmen aan het
idee, dat er in de Amerikaanse samenleving ergens tussen slaaf en gelijk
berechtigde burger een zwevende plaats zou zijn voor de Amerikaanse negers.
Zij klemmen zich vast aan een waanidee, dat voor Europese begrippen moeilijk
te omschrijven is. Afgezien van de regelrechte moordenaarsmentaliteit bij een
(gelukkig klein) deel der blanken is er nog steeds een gebrek aan inzicht
te constateren bij een veel grotere groep, een gebrek dat duidt op een angst
voor consequent denken en handelen. Het is waarschijnlijk De Grote Tocht
van 1965, die een aanmerkelijk deel van die groep bij wijze van plotselinge
verheldering des geestes duidelijk heeft gemaakt, hoe de zaken precies liggen.
De Grote Tocht is een sentimentsfactor. Het is een dramatisch geladen gebaar,
dat in de plaats komt van woorden, discussies, argumenten, petities of be
togingen met borden. Een gebaar dat zijn grootheid ontleent aan een factor,
die vooral de Amerikaanse mens van vandaag zo sterk pleegt aan te spreken:
het beeld, het „image".
„Image"
BOVENSTAANDE FOTO geeft een zij het zwakke indruk van dat beeld.
Het is een beeld van massaal zwijgen, massaal voortgaan, massaal en onaan
doenlijk vorderen in een symbolisch en heilig geweld. Een geweld zonder
bloed of tragiek, zonder haat of wraak, maar toch een geweld zoals een rivier
losbreekt uit haar beddingen en het land overstroomt. Het geweld verbergt
zich in de onontkoombare indrukwekkendheid, uit zich in het lied „Wij zullen
overwinnen" en verder alleen maar in de vertrouwende glimlach der trekkers,
die zich noch door laster, noch door moord laten weerhouden van hun einddoel.
Dit allesoverweldigende beeld is al eens eerder in de Verenigde Staten
vertoond en het heeft ook toen niet nagelaten miljoenen te imponeren. Dat
was de vreedzame en ordelijke massabetoging van vorig jaar te Washington,
toen de omgeving van het Kapitool zwart zag van stille, vreedzame mensen,
zwart en blank, die luisterden naar de bezielende rede van Martin Luther
King. Hetzelfde „image" zou men hebben kunnen ontdekken in een gebeurte
nis van veel kleinere omvang: een dapper, eenzaam negermeisje van negen
jaar, dat met opgeheven hoofd spitsroeden loopt tussen twee hagen scheldende
volwassenen op weg naar haar school. Met dat beeld heeft Amerika niet
kunnen waarnemen op dezelfde wijze als het vandaag de Mars naar Mont
gomery waarneemt. En de vergelijking slaat onmiddellijk terug op de tijd,
waarin dè vrijmaking der slaven begon: het boek van Harriet Beecher Stowe,
„De Negerhut van Oom Tom" droeg méér bij tot de afschaffing der slavernij
dan de discussies over het negervraagstuk in het parlement. „Image" is belang
rijk, al ruikt het woord naar commerciële reclame: De Grote Tocht is een
machtige reclame voor de doorbreking der sentimentsgrenzen, die nog tussen
blank en zwart doorlopen. Ds. Martin Luther King heeft met zijn tocht naar
Montgomery iets geschapen, dat lijkt op een dramatisch kunstwerk: een soort
„Porgv en Bess" of een veredelde en uitgewerkte „West Side Story", een
machtig en realistisch toneelwerk van puur realistische makelij, waarvan de
uitwerking op de Amerikaanse sentimenten op dit ogenblik niet te schatten is.
TELEVISIE, film en fotoreportages presenteren dit drama op dit ogenblik
aan de Amerikaanse mens. Hier raakt de kunst de werkelijkheid hier wordt
de draad gesponnen tussen regie en lot, tussen visie en
organisatie, tussen religie en materie. Dat is een machtig
denkbeeld. Wij zijn getuigen van een wonderlijk stukje
Amerikaanse beschavingsgeschiedenis. Een bijna sprookjes
achtig gegeven van onrecht en boosheid en wraak en adel
dom en heldhaftigheid en wat al niet, dat sprookjes eigen is,
wordt opgevoerd tegen het decor van het echte, onvervalste
Amerikaanse landschap tussen Selma en Montgomery in
Alabama. Het is eigenlijk een tocht tussen 1865 en 1965, een
brug tussen John Brown en Luther King, een verbond tussen
geweld en vrede. Een brug ook tussen een oud, zeer
oud Amerika en een nieuwe, zeer nieuwe samenleving der verenigde
staten.
Vermaan
ER ZIT EEN ERNSTIG en belangrijk vermaan in deze gebeurtenis, speciaal
ook voor buitenwereld. Het vermaan dat de voltrekking der beschavings
ontwikkeling allerminst uitsluitend afhangt van datgene wat oude beschavingen
in hun boezem accepteren of creëren. De bijdrage van de Amerikaanse negers
aan de Amerikaanse cultuur wordt op dit moment gepresenteerd in Mont
gomery, een onaanzienlijke stad in Alabama. Het is een zeer belangrijke bij
drage, omdat zij de vrede en de menselijkheid der samenleving bevordert met
zeer zware, persoonlijke offers. Diezelfde bijdrage kan overal ter wereld door
alle volken, blank, bruin, geel of zwart, worden gepresenteerd aan de vertegen
woordigers van de Oude Wereld. Het hangt van die vertegenwoordigers af,
hoe zij dat aanbod zullen begroeten. Zij kunnen het afwijzen en voortgaan in
hun eigenwaan, die hun wijsmaakt dat alleen blank in staat is tot bouw van
waarachtige cultuur. Zij kunnen het aanvaarden en op die wijze bijdragen
tot een betere, waardevoller wereld.
Maar de consequenties van een afwijzing mag de blanke zich dan toch wel
zeer degelijk realiseren, vooraleer hij klaagliederen zal aanheffen bij de onder
gang van zijn eigen dierbare tradities, privileges en bestaansgronden.
J. L,
Van John Brown naar Luther King
DS. MARTIN LUTHER KING, de onbetwiste leider der verdrukte negers
in Amerika, veel gesmaad door rassenhaters doch bijna als een heilige vereerd
door zijn lotgenoten en geacht door de blanke voorstanders
van rassenintegratie, heeft een illustere voorganger gehad,
die echter minder vreedzaam van aard was. In 1859 werd
John Brown, leider van eep negeropstand in de zuidelijke
staten, terechtgesteld na mislukking van een poging tot ver
overing van een wapenarsenaal. John Brown was de eerste
martelaar van het Amerikaanse negerprobleem en zijn dood
heeft de stimulans geleverd tot een groeiend zelfbewustzijn
der negers, ofschoon hun positie ten opzichte de Ameri
kaanse huishouding in de daaropvolgende honderd jaar aan
merkelijke wijzigingen heeft ondergaan. Het is eigenlijk
een historische curiositeit, dat de strijd van de Amerikaanse neger
bevolking in de loop der laatste honderd jaar nooit is uitgemond in een
massale poging tot geweld, ofschoon de reactie der blanke rassenhaters wel
degelijk het geweld als instrument heeft gebruikt. De lynchpartijen, de sluip-
misdaden der Ku-klux-klan en de terreur waaraan de negers werden bloot
gesteld, zonder dat de federale regering of justitie bij machte was afdoende
tegenmaatregelen ten uitvoer te leggen, zouden logischerwijs een veel ver
bitterder, gevaarlijker actie van de negerbevolking hebben moeten opwekken.
Niettemin bleef haar standvastig streven naar gelijke rechten gebaseerd op
humaniteit en vreedzaamheid, al kwamen incidenteel uiteraard gewelddaden
voor. Ds. Martin Luther King is duidelijk een figuur, die door de ontwikkeling
der tijden is opgeroepen en gecreëerd. De gebondenheid van de Amerikaanse
neger aan de religie en zijn natuurlijke, kinderlijke Godsvertrouwen, gepaard
aan een eveneens natuurlijke zin voor orde en recht, hebben een geestelijke
op de zetel van het leiderschap geplaatst. Die plaats had, in andere om
standigheden en door andere factoren, kunnen worden ingenomen door een
verbitterd volksmenner, die zou hebben opgezweept tot blankenhaat en moord.
Het feit ligt er, dat de negerbevolking de Amerikaanse blanken honderd
jaar lang lankmoedig en vreedzaam de kans heeft gegeven, het probleem
volgens recht en menselijkheid op te lossen. Dat Washington op dit punt lang
niet datgene heeft gepresteerd, wat het had kunnen presteren, is eveneens een
feit. Niettemin wordt de wereld van vandaag geconfronteerd met deze feiten
„We shall overcome