BLOEMEND AAL-MUSSCHEN-HAARLEM-COMBINATIE
GAAT HAAR ZEVENTIGSTE VERJAARDAG VIEREN
VOORZITTER BENNO SCHMEINK:
„Clubtraining moet
worden om successen
serieuzer
te geven
George Best verhuisde naar de
rechtervleugel in N-Iers elftal
WIELERCOACH JOOP MIDDELINK:
Bij de amateurs
concurrentie uit
komt er een grote
vreemde hoeken
Onbeschaafde jongens maken geen
kans in de top-wielrennerij
Talentvolle jeugd
straks basis voor
het eerste elftal
Scholte blijft
op het zegepad
Poulidor dreef
Altig op Ventoux
van leidersplaats
Makinen in de
Tulpenrallye
Vier spelers aan de kant gezet
ZATERDAG 3 APRIL 1965
13
Roemrucht
Mentaliteit
Engelse gasten
Zesde veld
Vooruitgang
Karakter
Er zijn op het BMHC-terrein veel
enerverende wedstrijden gespeeld,
zoals die tegen HHYC (op deze foto).
Op de voorgrond de fameuze schutter
Roepie Kruize. Rechts de al even be
faamde BMHC-international Henk
Bouwman.
De Bloemendaal-Musschen-Haarlem-Combinatie, beter
bekend als de Bloemendaalse hockeyclub BMHC, maakt
zich op om haar zeventigste verjaardag te vieren. Zeventig
jaar hockeyhistorie worden deze maand weer uit de kast
gehaald en daarbij zullen de heldendaden van weleer zeker
in alle toonaarden worden bezongen. Dat de eerste elf van
de eertijds zo gevreesde combinatie dit seizoen in de
westelijke eerste klasse niet zo hoge ogen gooit als men
wellicht in dit jubeljaar had gehoopt, zal de komende weken
het enthousiaste gesprek zeker niet nadelig beinvloeden,
want hockeyen doet men bij BMHC nog altijd voor zijn
plezier. Dat is ook het geheim van de goede clubgeest en
tevens de inzet voor de viering van het zeventig-jarig be
staan. Het zullen dan ook meer de „graankorreltjes" uit het
tien jaar geleden uitgegeven lustrumboek zijn, die de reü
nisten deze maand gretig zullen rondstrooien; grappige voor
vallen, die hen zullen aanzetten tot de roep „Weet je nog
van toen en toen
Dat zij daarbij aan het historisch fei
tenmateriaal niet zullen voorbijgaan be
hoeft geen betoog. Daarvoor is het te
nauwkeurig opgetekend en geeft het
bovendien te goed een beeld van de op
komst van het hockey in Haarlem en
omgeving tot op de situatie van 't ogen
blik. Wie zou geloven dat BMHC de
volle zeventig jaar heeft volgemaakt gaat
mogelijk af op de meest voor de hand
liggende namen waarvan de initialen
zouden zijn afgeleid. Maar waar BMHC
door de jaren alleen mannen tot haar
leden heeft gerekend, gaat een uitleg als
mixed hockeyclub niet op.
Over de komst van het hockey in Ne
derland hebben wij onlangs geschreven in
het speciale Pim Mulier-nummer. Hij im
mers introduceerde het bandy, dat in het
Haarlem van 1891 als een soort ijshockey
druk werd beoefend. Met hockey „op het
droge" hield men zich voor het eerst wat
meer georganiseerd bezig in 1895, toen op
26 april (let op deze stichtingsdatum) de
Hockey en Bandy Club „Haarlem en Om
streken" werd opgericht. 1907 was het vol
gende belangrijke „boekjaar". Twee groe
pen scholieren gingen samen in de hockey
club „Bloemendaal", terwijl iets oudere
Jongelui, die regelmatig bijeenkwamen na
bij het Wilsonplein in Haarlem, de hockey-
vereniging „De Musschen" (afgeleid van
het scheldwoord „lelijke straatmusschen"
dat de Haarlemse dienders hun nariepen,
wanneer ze hen achterna zaten wegens het
verboden oefenen op straat) formeerden.
„Musschen" kwam meteen als ontzag in
boezemende tegenstander naar voren en
won jaren achtereen alle grote wedstrij
den. „Bloemendaal" deed het kalm aal
en is pas in het begin van de twintigel
Jaren aan zijn volle ontplooiing toegeko
men. Maar toen werd ook vijf jaar ach
tereen (1919 tot en met 1923) de nationale
titel bereikt. Toch zouden beide clubs het
later veel moeilijker krijgen. „Musschen"
ging al in 1915 over tot een fusie met
„Haarlem", wat pas weer in 1925 als MHC
de titel opleverde. „Bloemendaal" kwam
een inzinking ook niet meer gemakkelijk
te boven.
De promotie-degradatiewedstrijden welke
om en om door MHC en Bloemendaal wer
den gespeeld, waarbij degradatie meestal
tot gigantische feesten aanleiding gaf, kon-
den nog slechts worden opgevangen door
opnieuw het samengaan van twee vereni
gingen. Daartoe werd onder fel protest
van de oudere leden eindelijk besloten
in 1936. Het succes kwam reeds twee jaar
later, toen een select BMHC-elftal het na
tionale kampioenschap behaalde, maar dat
was dan ook gelijk de laatste maal in de
geschiedenis.
In dat roemruchte team speelde Benno
Schmeink, de huidige voorzitter van
BMHC. Als hij aan dat gebeuren terug
denkt, en een foto in zijn werkkamer her
innert hem daar bijna dagelijks aan, komt
een joviale lach over zijn gezicht. „We
hadden bepaald geen wonderelftal in die
dagen, maar niettemin wonnen we met 3-1
van Breda. Zelf vonden we het vreselijk
onverdiend, maar we hadden een ijzerster-
ke verdediging en een enkele flitsende
aanval bracht de tegenstander op de
knieën". Dat het nadien niet meer is ge
lukt valt moeilijk te verklaren. Wel onder
scheidde BMHC zich in de jaren '50, toen
Henk Bouwman triomfen als international
vierde, als de eeuwige tweede, maar aan
een titel is men nooit meer toegekomen.
Hoewel hockeyen dus iets is wat je voor
Je plezier moet doen, schrijft de heer
Schmeink de veranderde situatie toch voor
een deel toe aan de mentaliteitsverande
ring. „Het hockey in deze dagen is be
slist niet beter dan dat van vroeger. Al
leen wordt nu veel meer aan de lichame
lijke conditie van de spelers gedaan. Het
spel wordt daardoor harder en ik geloof
niet dat dit altijd even bevorderlijk is voor
de goede geest in het team. Vroeger was
er niet zoveel afleiding. Trok een elftal
ook buiten de wedstrijden samen op. Werd
er na afloop ook uitgbreid een biertje
gedronken en was het bezoeken van de
gastvrijheid geniet. Besprekingen zijn
gaande over een zo broodnodig zesde veld,
opdat met name de planning van de ju
niorenwedstrijden wat soepeler wordt. In
ternationals heeft BMHC de laatste jaren
niet zo veel gekend. Op het ogenblik maakt
alleen Arthur Offers deel uit van de selec-
Het elftal waarmee BMHC in 1938
de nationale hockeytitel behaalde:
staande v.l.n.r. Piet Gunning. Loet
de Roos, Wim van Olphen, Aad de
Roos, Kees de Wit, Benno Schmeink,
Han van Olphen en Bas Pot; zittend
v.l.n.r. Bob Brusse, Noud Dalmeyer
en Nol Stuker.
tie en is als zodanig gekozen in het Ne
derlands B-elftal. Bij de juniores ligt dat
even beter. Van hen zijn Erik Schmeink
(de 16-jarige zoon van de voorzitter), Paul
Cats en Nico Boerma in het vertegenwoor
digend elftal gekozen.
Tot slot de lustrumviering. Daarmee
werd verleden herfst reeds begonnen, toen
de adspiranten een toernooi hadden. Van
daag begint het eigenlijke feest met een
reünistenbijeenkomst. Daarvoor zullen de
veteranen van het eerste uur een hon
derdtal heeft zich aangemeld zich nog
maals op het veld laten zien, voor een deel
in de lange kortebroek, die zij van vroeger
hebben overgehouden, voor een ander deel
ook simpelweg in hemdsmouwen en bre
tels. Om zes uur vanavond verplaatst het
feest zich naar restaurant Brinkmann,
waar heel wat „graankorreltjes", zeker in
vloeibare vorm, over de tong zullen gaan.
op 17, 18 en 19 april volgt een Internatio
naal Paastoernooi, waaraan naast de Ba
tavieren, Boekaniers, Amsterdam, Laren
en de elftallen één en twee van BMHC,
ook de bevriende Engelse clubs als Bac
chanalians, Travellers, Oxford Occasionals
en Cambridge Wanderers zullen deelne
men. „Allemaal Engelse clubs," zoals voor
zitter Schmeink het uitdrukte, „omdat het
zo gezellige, sportieve kerels zijn, die we
ten wanneer er een biertje wordt gedron
ken, maar evenzeer beseffen, wat het mee
doen aan een toernooi betekent. En daar
gaat het bij ons om: het plezierig vereni
gen van hockeysport en clubgeest."
Vrijdag is in het Antwerpse sportpaleis
het toernooi om het wereldkampioenschap
pentathlon voortgezet. Henk Scholte boek
ten in de eerste twee onderdelen, het kader
71/2 en het libre, overwinningen op de
Oostenrijker Scherz en de Argentijn Gir-
vez. In het driebandenspel moest Scholte
in Scherz zijn meerdere erkennen.
Anker kader 71/2:
Scholte (Ned.)
300
4
276
75.00
Scherz (Oost.)
191
4
152
57.75
Spielmann (Did)
300
18
63
16.66
Girvez (Arg.)
145
18
49
8.05
Ceulemans (Belg.)
300
3
256
100.—
Schrauwen (Belg.)
102
3
99
34.00
Libre:
Schrauwen
500
2
500
250.00
Ogata (Jap.)
11
2
11
5.50
Spielmann
500
6
388
83.33
Scherz
136
6
102
22.66
Scholte
500
2
405
250.00
Girvez
21
2
18
10.50
Driebanden:
Ceulemans
60
46
8
1.304
Schrauwen
29
56
5
0.630
Scherz
60
47
8
1.276
Scholte
37
47
3
0.787
Ogata
60
68
4
0.882
Spielmann
41
68
5
0.602
Raymond Poulidor heeft vrijdagmor
gen in het eerste gedeelte van de derde
etappe van de lastige, door Zuid-Frank
rijk voerende „provencal" zijn „eeuwige"
concurrent Jacques Anquetil een kleine
nederlaag toegediend. Hoewel de beklim
ming van de venijnige Ventoux al bij
Chalet Reynard (op 5 km van de eigen
lijke top) „eindigde" heeft deze beruchte
col een duidelijke scheiding teweegge
bracht. Poulidor reed in de laatste me
ters zijn medebelagers Anquetil (2 sec),
Bahamontes (5 sec.) en Delisle (9 sec.)
los. Jan Janssen was al eerder voor zijn
klimmerscapaciteiten bezweken. De Ne
derlandse wereldkampioen eindigde niette
min als zeer eervolle vijfde op slechts
26 sec. en bewees daarmee dat hij zich
in de bergen steeds meer op zijn gemak
gaat voelen.
Voor andere grote favorieten eindigde
de etappe minder voorspoedig. Rik van
Looy, dit seizoen luidruchtiger dan ooit,
eindigde als 55ste op ruim negen minuten
ex-wereldkampioen Beheyt als 69ste op bij
na 20 minuten.Ook onze landgenoot
Ab Geldermans stelde teleur.
In het tweede gedeelte van de etappe
gebeurde er ondanks herhaaldelijke po
gingen van Van Looy vrijwel niets,
en eerst in de laatste kilometers moch
ten enkele niet gevaarlijk geklasseerde
renners er van door. Angelino Soler won
de spurt van zijn landgenoot Echevarria,
Jan Janssen die van het peloton dat
slechts 11 sec. later finishte. In dit pelo
ton zaten alle kanshebbers en onze land
genoot Geldermans.
In het algemeen klassement na drie rit
ten heeft Poulidor twee sec. voorsprong
op Anquetil en vijf op Bahamontes. Jan
Janssen bezet na de Franse belofte Ray
mond Delisle de vijfde plaats.
Het klassement luidt als volgt:
1 Poulidor (Fr.) 13.39.15; 2 Anquetil
(Fr.) op 2 sec.; 3 Bahamontes (Sp.) op
5 sec.; 4. Delisle (Fr.) op 9 sec.; 5 Jans
sen (Ned.) op 26 sec.) 47 Geldermans
(Ned.) op 13-27.
De Fin Timo Makinen die voor BMC
de Rallye Monte Carlo 1965 won, zal deel
nemen aan de Tulpenrallye, die van 27 tot
en met 30 april a.s. wordt gehouden. De
Fin is een van de drie oud-winnaars van
de sterrit van de RAC-West die zich al
hebben aangemeld. Behalve Makinen, die
vorig jaar triomfeerde, schreven reeds de
gebroeders Dave en Earl Morley win
naars in 1959 en de Roterdammer Hans
Kreisel in, die de wedstrijd in 1957 op zijn
naam bracht.
trainingsmiddagen een vanzelfsprekende
zaak," aldus dé heer Schmeink.
Als hij daar de gang van zaken op het
ogenblik naast legt, komt hij tot de over
tuiging, dat men het tegenwoordig wat al
te gemakkelijk opneemt. „We hebben trai-
ningsdagen. Op de woensdagavond condi
tietraining onder leiding van de bekende
Nereus-coach Iwan Vanier. En we hebben
wedstrijdtraining op de zaterdagmiddag.
In september begint men enthousiast,
maar wat er tegen Kerstmis over is laat
zich in aantal gemakkelijk tellen. Let wel,
tot het komen op de training wordt men
niet verplicht. Het is ook niet bepalend
voor de uitverkiezing in een eerste of twee
de elftal. Maar willen we de komende sei
zoenen tot een beter resultaat komen, dan
zal en dat is een vastomlijnd plan
veel meer serieus van de trainingsmoge
lijkheden gebruik gemaakt moeten wor
den."
Een opmerkelijk verschijnsel, waarvan
BMHC meer dan de club lief is de gevol
gen van ondervindt, is het vertrek van de
jongere leden naar clubs buiten het reik-
gebied van de combinatie. Ieder seizoen
gebeurt het namelijk weer dat van de goe
de spelers uit de eerste junioren-elftallen
er een aantal gaan studeren, hetzij in Am
sterdam, Delft of Leiden, hetzij in het bui
tenland. Dan zijn ze goeddeels voor de
club verloren, temeer daar de in die ste
den gevestigde verenigingen dikwijls heel
snel een beroep op hen doen. „Dat is jam
mer" vindt BMHC-voorzitter Schmeink,
„vooral omdat ieder jaar de hoogste ju
niorenelftallen kampioen in hun afdeling
worden en die lijn, wanneer deze talent
volle jongelui de seniorenleeftijd hebben
bereikt, nimmer wordt doorgetrokken."
Niettemin zal een drastische verjonging
van het eerste elftal worden doorgevoerd,
opdat men niet, zoals halverwege dit sei
zoen, een „oude rot" als bij voorbeeld Ca-
rel Dekker weer moet terugroepen om de
gradatie te ontlopen.
BMHC, dat op Aelbertsberg in Bloemen
daal wellicht de oudste hockeyvelden van
Europa bespeelt, kan in dit jubileumjaar
bogen op tien senioren- tien junioren- en
drie aspirantelftallen, tezamen zo'n 550
leden. Zij heeft de beschikking over vijf
velden, waarop tevens de volkomen onaf
hankelijke dameshockeyvereniging BDHC
De smadelijke 5-0 nederlaag die het
Noordierse voetbalteam woensdag j.l. te
gen Wales leed heeft vier spelers hun
plaats in het nationale team van Noord-
leriand gekost. Doelman Bobby Irvine,
rechtsback Parke, rechtsbuiten Humph
ries en linksbinnen Clements, die allen te
gen Wales uitkwamen, maken namelijk
geen deel uit van de ploeg die woensdag
a-s. in het Feijenoord-stadion te Rotter
dam tegen Nederland zal spelen voor de
voorronden van het toernooi om het we
reldkampioenschap 1966.
Zeven spelers die op 17 maart in Bel
fast tegen Nederland van de partij waren,
zullen ook in Rotterdam aantreden. Op
vallend is dat George Best, in Belfast
linksbuiten van de Noordieren, in de twee
de ontmoeting op de rechtsbuitenplaats zal
opereren.
De ploeg is als volgt samengesteld:
Doel: Jenning (Tottenham Hotspur),
achter: Magill (Arsenal) en Elder (Burn
ley), midden: Harvey (Sunderland), Neill
(Arsenal) en Parke (Sunderland), voor:
Best (Manchester United), Crossan (Man
chester City), Irvine (Burnley), Nicholson
(Huddersfield) en Braithwaite (Middles
brough),
AMSTERDAM. „Ben je niet te vroeg met je gedachten bij de Olympische
Spelen in Mexico? Dat hebben er enkelen gevraagd, toen ik mijn plannen voor
de training, opleiding en selectering van onze amateurijwielrenners voor Mexico
had bekendgemaakt. Het antwoord op die vraag kan ik natuurlijk afdoen met
de opmerking, dat je voor zo iets nooit te vroeg kunt zijn, maar ik wil best ver
tellen, waarom de volgende Olympische Spelen me al in het hoofd spoken. Niet
omdat ik bang ben dan minder goede resultaten te behalen dan in Tokio, omdat
die gouden plakken van ons tijdritkwartet me nu een last worden. Simpel om
bet feit, dat ik in Tokio heb gezien, dat we in Mexico een enorme concurrentie
het hoofd hebben te bieden. Concurrentie uit voor de wielrennerij vreemde
hoeken. Uit de landen achter het IJzeren Gordijn enuit de Amerikaanse
landen. In Mexico zou het best eens zo kunnen zijn, dat de Westeuropese
landen er niet meer aan te pas komen.
KNWU-coach JOOP MIDDELINK praat
vlot, veel en graag over zijn hobby: de
amateurwielrennerij. „Als de landen ach
ter het IJzeren Gordijn meer inzicht in de
techniek en de taktiek van het wegrijden
krijgen, als ze meer theoretische kennis
weten op te doen, dan vegen ze ons van
de weg. De meeste West-Europese landen
verliezen elk jaar enkelen van de beste
amateurs aan de beroepssport. Bij ons
zijn na het vorig seizoen maar liefst der
tig knapen beroepsrenner geworden. Dat
hebben die landen in het oosten niet. Daar
blijven de sterksten amateur op welke
wijze is in dit verband niet belangrijk, of
dat staatsamateur is of niet, ze doen mee
aan Olympische Spelen en wereldkam
pioenschappen voor amateurs en die
sterksten worden elk seizoen sterker en
krijgen meer ervaring."
„Ik wil je vertellen dat in landen als
Roemenië, Hongarije, Polen, Joegoslavië
en Bulgarije de wielersport enorm voor
uitgaat. Dat daar prachtig materiaal zit.
Materiaal, dat alleen maar op een goede
coach, een doordachte training wacht om
ons naar de kroon te steken. En vergeet
dan ook vooral de renners uit de Ameri
kaanse landen niet. Ik heb in Tokio een
Columbiaan zien rijden: fantastisch. Ar
gentinië en Uruguay werpen in 1968 ook
hoge ogen, let maar eens op. Die landen
blijven elk jaar op volle oorlogssterkte,
terwijl wij eigenlijk steeds in ieder ge
val om de vier jaar helemaal van de
grond af opnieuw moeten beginnen. Na
tuurlijk is dat het normale lot van een
amateur-coach. Denk niet, dat ik het vori
ge zeg, om al bij voorbaat een veront
schuldiging bij de hand te hebben als we
in Mexico niet veel bereiken. Het is waan
zin om nu al aan resultaten in Mexico te
denken, ik bedoel om nu al bijvoorbeeld
te zeggen, dat wij daar in de ploegentijd
rit weer als favoriet starten omdat we in
Tokio goud veroverden. Zelfs is het al
waanzin om te zeggen, dat we op de aan
staande wereldkampioenschappen in San
Sebastian in de tijdrit favoriet zijn. Wat
dat betreft, leef ik rustig naar die tijd toe.
Ik kan moeilijk meer doen dan mijn uiter
ste best, ik zal de jongens richtlijnen ge
ven voor hun training, ik zal proberen ze
zoveel mogelijk gelegenheid te geven tot
het opdoen van internationale ervaring. Na
de successen in Tokio zijn de Nederlandse
amateur-coureurs in alle landen graag ge
ziene gasten, aan uitnodigingen hebben we
de komende jaren geen gebrek."
„Dat succes in Tokio hebben we hoofd
zakelijk te danken aan het karakter van
de jongens, aan de moraal. Geloof me,
die vier knapen, die goud binnenhaalden
hebben in dat verre Japan tot na de wed
strijd niets anders gezien, dan de trai-
ningsweg en de vier muren van hun ka
mer. Zij waren gebeten op een revanche
voor Albertville, toen ze door in het begin
te snel te rijden hun kansen op een eer
volle plaats bij de wereldkampioenschap
pen verspeelden. In Tokio hebben ze zich
stipt aan het nauwkeurig uitgekiende Tij
schema gehouden, zich door niemand en
niets van hun opzet laten afhouden. Kna-
Joop Middelink
plaats macht, inhoud. Als ik het zwart-wlt
wil zeggen, zou ik kunnen zeggen, dat de
baanrenners over het algemeen weke ren
ners zijn. Natuurlijk niet de zesdagen-
rijders. Baanrenners moeten het in de
eerste plaats van hun souplesse hebben.
De wegrenner, die tegen stormen opmoet,
die in zijn eentje een gat van enkele kilo
meters moet dichten om na een lekke
band weer bij het peloton te komen, is
veel harder. Niet voor niets hebben Jan
Derksen de KNWU-baancoach en ik
besloten om Gerard Koel de weg op te
sturen en hem een druk rijseizoen op de
weg voorgeschoteld. Ook Bram Breur,
die nu De Graaf en Van der Touw prof
zijn geworden onze beste sprinter is
gaat de weg op. Ook Tiemen Groen zal
terug moeten komen via criteria en ama
teur-klassiekers op de weg. Tot een be
paalde datum en dan gaan deze jon
gens zich weer op hun baanwerk speciali
seren. Maar dan hebben ze macht, dan
hebben ze inhoud
„Ik heb in de eerste klassieker van dit
jaar de Ronde van Twente mijn ogen
uitgekeken. Ten eerste naar het zich al
weer aandienende jonge talent, maar ten
tweede naar de jongens en dat zijn dan
veelal jongens uit kleine dorpen die
hardnekkig probeerden mee te komen op
een fiets die hen helemaal niet paste. AI
werken die jongens zich kapot, ze zullen
er nooit komen, als iemand hen niet
wijst op dergelijke grondregels in de wie
lersport. Er zit onbekend talent in de pro
vincie, daar ben ik van overtuigd. Dat on
bekend talent vinden, opleiden en in de
koers brengen, zie ik als een van mijn
mooiste taken als KNWU-coach in dit sei
zoen vooral. Daarom ga ik direct na
pen met zo'n karakter bereiken iets. Daar
kun je als coach heel veel mee doen. Ik
heb in Tokio en tijdens bezoeken aan de
landen achter het IJzeren Gordijn gezien,
dat renners uit die landen een enorme
moraal hebben. Veel fanatieker zijn. Ge
loof me, die jongens rijden heus niet om
propaganda te maken voor een politiek
stelsel. Die jongens rijden om iets in de
sport te worden en misschien daardoor in
hun land een beter leven te krijgen, dat
kan wel, maar vooral om in hun sport
iets te bereiken. De mindere welvaart in
die landen maakt dat karakter sterker,
wilskrachtiger, geconcentreerder
„Daarom werk ik in het algemeen
hier ook liever met jongens uit dorpen,
waar bij wijze van spreken elke
avond om acht uur het licht uitklapt, dan
met jongens uit grote steden, die aan veel
meer afleiding bloot staan. Die dorps
jongens hebben vaak een hardere, meer
gerichte mentaliteit dan de grotestads-
jongens. Een mooie taak voor een coach is
het dan om die dorpsjongens levensstijl
bij te brengen, hen keurig in te voegen
in de maatschappij buiten hun dorp. Nog
steeds wordt de wielrennerij verkeerd be
oordeeld. Coureurs zijn geen onbeschaaf
de, rauwe knapen meer. Zulke jongens
komen niet ver, omdat ze simpelweg elke
kans missen om in een fabrieksploeg of
een vertegenwoordigend team opgenomen
te worden. De wegsport eist in de eerste
Olympia's Tour in Zwolle een centrale
training beginnen voor renners uit het
Noorden en Oosten van ons land. Ik hoop
van hun werkgevers dan gedaan te krij
gen, dat ze een halve middag vrijaf mo
gen voor die training. Dat hebben die
jongens tegen op de meeste amateurs in
het westen: ze moeten daar elke dag tot
zes uur werken en kunnen daarna nog
moeilijk veel kilometers maken. Die jon
gens durf ik dan bijvoorbeeld ook niet in
de Ronde van Noord-Holland van dit
weekeinde of in de Ronde van Friesland
die daarna komt, te laten rijden. Die pak
ken we na 1 juni wel en daar komt
wat uit!"
Jan Dassen