BLOEMEND AAL-MUSSCHEN-HAARLEM-COMBINATIE GAAT HAAR ZEVENTIGSTE VERJAARDAG VIEREN VOORZITTER BENNO SCHMEINK: „Clubtraining moet worden om successen serieuzer te geven George Best verhuisde naar de rechtervleugel in N-Iers elftal WIELERCOACH JOOP MIDDELINK: Bij de amateurs concurrentie uit komt er een grote vreemde hoeken Onbeschaafde jongens maken geen kans in de top-wielrennerij Talentvolle jeugd straks basis voor het eerste elftal Scholte blijft op het zegepad Poulidor dreef Altig op Ventoux van leidersplaats Makinen in de Tulpenrallye Vier spelers aan de kant gezet ZATERDAG 3 APRIL 1965 13 Roemrucht Mentaliteit Engelse gasten Zesde veld Vooruitgang Karakter Er zijn op het BMHC-terrein veel enerverende wedstrijden gespeeld, zoals die tegen HHYC (op deze foto). Op de voorgrond de fameuze schutter Roepie Kruize. Rechts de al even be faamde BMHC-international Henk Bouwman. De Bloemendaal-Musschen-Haarlem-Combinatie, beter bekend als de Bloemendaalse hockeyclub BMHC, maakt zich op om haar zeventigste verjaardag te vieren. Zeventig jaar hockeyhistorie worden deze maand weer uit de kast gehaald en daarbij zullen de heldendaden van weleer zeker in alle toonaarden worden bezongen. Dat de eerste elf van de eertijds zo gevreesde combinatie dit seizoen in de westelijke eerste klasse niet zo hoge ogen gooit als men wellicht in dit jubeljaar had gehoopt, zal de komende weken het enthousiaste gesprek zeker niet nadelig beinvloeden, want hockeyen doet men bij BMHC nog altijd voor zijn plezier. Dat is ook het geheim van de goede clubgeest en tevens de inzet voor de viering van het zeventig-jarig be staan. Het zullen dan ook meer de „graankorreltjes" uit het tien jaar geleden uitgegeven lustrumboek zijn, die de reü nisten deze maand gretig zullen rondstrooien; grappige voor vallen, die hen zullen aanzetten tot de roep „Weet je nog van toen en toen Dat zij daarbij aan het historisch fei tenmateriaal niet zullen voorbijgaan be hoeft geen betoog. Daarvoor is het te nauwkeurig opgetekend en geeft het bovendien te goed een beeld van de op komst van het hockey in Haarlem en omgeving tot op de situatie van 't ogen blik. Wie zou geloven dat BMHC de volle zeventig jaar heeft volgemaakt gaat mogelijk af op de meest voor de hand liggende namen waarvan de initialen zouden zijn afgeleid. Maar waar BMHC door de jaren alleen mannen tot haar leden heeft gerekend, gaat een uitleg als mixed hockeyclub niet op. Over de komst van het hockey in Ne derland hebben wij onlangs geschreven in het speciale Pim Mulier-nummer. Hij im mers introduceerde het bandy, dat in het Haarlem van 1891 als een soort ijshockey druk werd beoefend. Met hockey „op het droge" hield men zich voor het eerst wat meer georganiseerd bezig in 1895, toen op 26 april (let op deze stichtingsdatum) de Hockey en Bandy Club „Haarlem en Om streken" werd opgericht. 1907 was het vol gende belangrijke „boekjaar". Twee groe pen scholieren gingen samen in de hockey club „Bloemendaal", terwijl iets oudere Jongelui, die regelmatig bijeenkwamen na bij het Wilsonplein in Haarlem, de hockey- vereniging „De Musschen" (afgeleid van het scheldwoord „lelijke straatmusschen" dat de Haarlemse dienders hun nariepen, wanneer ze hen achterna zaten wegens het verboden oefenen op straat) formeerden. „Musschen" kwam meteen als ontzag in boezemende tegenstander naar voren en won jaren achtereen alle grote wedstrij den. „Bloemendaal" deed het kalm aal en is pas in het begin van de twintigel Jaren aan zijn volle ontplooiing toegeko men. Maar toen werd ook vijf jaar ach tereen (1919 tot en met 1923) de nationale titel bereikt. Toch zouden beide clubs het later veel moeilijker krijgen. „Musschen" ging al in 1915 over tot een fusie met „Haarlem", wat pas weer in 1925 als MHC de titel opleverde. „Bloemendaal" kwam een inzinking ook niet meer gemakkelijk te boven. De promotie-degradatiewedstrijden welke om en om door MHC en Bloemendaal wer den gespeeld, waarbij degradatie meestal tot gigantische feesten aanleiding gaf, kon- den nog slechts worden opgevangen door opnieuw het samengaan van twee vereni gingen. Daartoe werd onder fel protest van de oudere leden eindelijk besloten in 1936. Het succes kwam reeds twee jaar later, toen een select BMHC-elftal het na tionale kampioenschap behaalde, maar dat was dan ook gelijk de laatste maal in de geschiedenis. In dat roemruchte team speelde Benno Schmeink, de huidige voorzitter van BMHC. Als hij aan dat gebeuren terug denkt, en een foto in zijn werkkamer her innert hem daar bijna dagelijks aan, komt een joviale lach over zijn gezicht. „We hadden bepaald geen wonderelftal in die dagen, maar niettemin wonnen we met 3-1 van Breda. Zelf vonden we het vreselijk onverdiend, maar we hadden een ijzerster- ke verdediging en een enkele flitsende aanval bracht de tegenstander op de knieën". Dat het nadien niet meer is ge lukt valt moeilijk te verklaren. Wel onder scheidde BMHC zich in de jaren '50, toen Henk Bouwman triomfen als international vierde, als de eeuwige tweede, maar aan een titel is men nooit meer toegekomen. Hoewel hockeyen dus iets is wat je voor Je plezier moet doen, schrijft de heer Schmeink de veranderde situatie toch voor een deel toe aan de mentaliteitsverande ring. „Het hockey in deze dagen is be slist niet beter dan dat van vroeger. Al leen wordt nu veel meer aan de lichame lijke conditie van de spelers gedaan. Het spel wordt daardoor harder en ik geloof niet dat dit altijd even bevorderlijk is voor de goede geest in het team. Vroeger was er niet zoveel afleiding. Trok een elftal ook buiten de wedstrijden samen op. Werd er na afloop ook uitgbreid een biertje gedronken en was het bezoeken van de gastvrijheid geniet. Besprekingen zijn gaande over een zo broodnodig zesde veld, opdat met name de planning van de ju niorenwedstrijden wat soepeler wordt. In ternationals heeft BMHC de laatste jaren niet zo veel gekend. Op het ogenblik maakt alleen Arthur Offers deel uit van de selec- Het elftal waarmee BMHC in 1938 de nationale hockeytitel behaalde: staande v.l.n.r. Piet Gunning. Loet de Roos, Wim van Olphen, Aad de Roos, Kees de Wit, Benno Schmeink, Han van Olphen en Bas Pot; zittend v.l.n.r. Bob Brusse, Noud Dalmeyer en Nol Stuker. tie en is als zodanig gekozen in het Ne derlands B-elftal. Bij de juniores ligt dat even beter. Van hen zijn Erik Schmeink (de 16-jarige zoon van de voorzitter), Paul Cats en Nico Boerma in het vertegenwoor digend elftal gekozen. Tot slot de lustrumviering. Daarmee werd verleden herfst reeds begonnen, toen de adspiranten een toernooi hadden. Van daag begint het eigenlijke feest met een reünistenbijeenkomst. Daarvoor zullen de veteranen van het eerste uur een hon derdtal heeft zich aangemeld zich nog maals op het veld laten zien, voor een deel in de lange kortebroek, die zij van vroeger hebben overgehouden, voor een ander deel ook simpelweg in hemdsmouwen en bre tels. Om zes uur vanavond verplaatst het feest zich naar restaurant Brinkmann, waar heel wat „graankorreltjes", zeker in vloeibare vorm, over de tong zullen gaan. op 17, 18 en 19 april volgt een Internatio naal Paastoernooi, waaraan naast de Ba tavieren, Boekaniers, Amsterdam, Laren en de elftallen één en twee van BMHC, ook de bevriende Engelse clubs als Bac chanalians, Travellers, Oxford Occasionals en Cambridge Wanderers zullen deelne men. „Allemaal Engelse clubs," zoals voor zitter Schmeink het uitdrukte, „omdat het zo gezellige, sportieve kerels zijn, die we ten wanneer er een biertje wordt gedron ken, maar evenzeer beseffen, wat het mee doen aan een toernooi betekent. En daar gaat het bij ons om: het plezierig vereni gen van hockeysport en clubgeest." Vrijdag is in het Antwerpse sportpaleis het toernooi om het wereldkampioenschap pentathlon voortgezet. Henk Scholte boek ten in de eerste twee onderdelen, het kader 71/2 en het libre, overwinningen op de Oostenrijker Scherz en de Argentijn Gir- vez. In het driebandenspel moest Scholte in Scherz zijn meerdere erkennen. Anker kader 71/2: Scholte (Ned.) 300 4 276 75.00 Scherz (Oost.) 191 4 152 57.75 Spielmann (Did) 300 18 63 16.66 Girvez (Arg.) 145 18 49 8.05 Ceulemans (Belg.) 300 3 256 100.— Schrauwen (Belg.) 102 3 99 34.00 Libre: Schrauwen 500 2 500 250.00 Ogata (Jap.) 11 2 11 5.50 Spielmann 500 6 388 83.33 Scherz 136 6 102 22.66 Scholte 500 2 405 250.00 Girvez 21 2 18 10.50 Driebanden: Ceulemans 60 46 8 1.304 Schrauwen 29 56 5 0.630 Scherz 60 47 8 1.276 Scholte 37 47 3 0.787 Ogata 60 68 4 0.882 Spielmann 41 68 5 0.602 Raymond Poulidor heeft vrijdagmor gen in het eerste gedeelte van de derde etappe van de lastige, door Zuid-Frank rijk voerende „provencal" zijn „eeuwige" concurrent Jacques Anquetil een kleine nederlaag toegediend. Hoewel de beklim ming van de venijnige Ventoux al bij Chalet Reynard (op 5 km van de eigen lijke top) „eindigde" heeft deze beruchte col een duidelijke scheiding teweegge bracht. Poulidor reed in de laatste me ters zijn medebelagers Anquetil (2 sec), Bahamontes (5 sec.) en Delisle (9 sec.) los. Jan Janssen was al eerder voor zijn klimmerscapaciteiten bezweken. De Ne derlandse wereldkampioen eindigde niette min als zeer eervolle vijfde op slechts 26 sec. en bewees daarmee dat hij zich in de bergen steeds meer op zijn gemak gaat voelen. Voor andere grote favorieten eindigde de etappe minder voorspoedig. Rik van Looy, dit seizoen luidruchtiger dan ooit, eindigde als 55ste op ruim negen minuten ex-wereldkampioen Beheyt als 69ste op bij na 20 minuten.Ook onze landgenoot Ab Geldermans stelde teleur. In het tweede gedeelte van de etappe gebeurde er ondanks herhaaldelijke po gingen van Van Looy vrijwel niets, en eerst in de laatste kilometers moch ten enkele niet gevaarlijk geklasseerde renners er van door. Angelino Soler won de spurt van zijn landgenoot Echevarria, Jan Janssen die van het peloton dat slechts 11 sec. later finishte. In dit pelo ton zaten alle kanshebbers en onze land genoot Geldermans. In het algemeen klassement na drie rit ten heeft Poulidor twee sec. voorsprong op Anquetil en vijf op Bahamontes. Jan Janssen bezet na de Franse belofte Ray mond Delisle de vijfde plaats. Het klassement luidt als volgt: 1 Poulidor (Fr.) 13.39.15; 2 Anquetil (Fr.) op 2 sec.; 3 Bahamontes (Sp.) op 5 sec.; 4. Delisle (Fr.) op 9 sec.; 5 Jans sen (Ned.) op 26 sec.) 47 Geldermans (Ned.) op 13-27. De Fin Timo Makinen die voor BMC de Rallye Monte Carlo 1965 won, zal deel nemen aan de Tulpenrallye, die van 27 tot en met 30 april a.s. wordt gehouden. De Fin is een van de drie oud-winnaars van de sterrit van de RAC-West die zich al hebben aangemeld. Behalve Makinen, die vorig jaar triomfeerde, schreven reeds de gebroeders Dave en Earl Morley win naars in 1959 en de Roterdammer Hans Kreisel in, die de wedstrijd in 1957 op zijn naam bracht. trainingsmiddagen een vanzelfsprekende zaak," aldus dé heer Schmeink. Als hij daar de gang van zaken op het ogenblik naast legt, komt hij tot de over tuiging, dat men het tegenwoordig wat al te gemakkelijk opneemt. „We hebben trai- ningsdagen. Op de woensdagavond condi tietraining onder leiding van de bekende Nereus-coach Iwan Vanier. En we hebben wedstrijdtraining op de zaterdagmiddag. In september begint men enthousiast, maar wat er tegen Kerstmis over is laat zich in aantal gemakkelijk tellen. Let wel, tot het komen op de training wordt men niet verplicht. Het is ook niet bepalend voor de uitverkiezing in een eerste of twee de elftal. Maar willen we de komende sei zoenen tot een beter resultaat komen, dan zal en dat is een vastomlijnd plan veel meer serieus van de trainingsmoge lijkheden gebruik gemaakt moeten wor den." Een opmerkelijk verschijnsel, waarvan BMHC meer dan de club lief is de gevol gen van ondervindt, is het vertrek van de jongere leden naar clubs buiten het reik- gebied van de combinatie. Ieder seizoen gebeurt het namelijk weer dat van de goe de spelers uit de eerste junioren-elftallen er een aantal gaan studeren, hetzij in Am sterdam, Delft of Leiden, hetzij in het bui tenland. Dan zijn ze goeddeels voor de club verloren, temeer daar de in die ste den gevestigde verenigingen dikwijls heel snel een beroep op hen doen. „Dat is jam mer" vindt BMHC-voorzitter Schmeink, „vooral omdat ieder jaar de hoogste ju niorenelftallen kampioen in hun afdeling worden en die lijn, wanneer deze talent volle jongelui de seniorenleeftijd hebben bereikt, nimmer wordt doorgetrokken." Niettemin zal een drastische verjonging van het eerste elftal worden doorgevoerd, opdat men niet, zoals halverwege dit sei zoen, een „oude rot" als bij voorbeeld Ca- rel Dekker weer moet terugroepen om de gradatie te ontlopen. BMHC, dat op Aelbertsberg in Bloemen daal wellicht de oudste hockeyvelden van Europa bespeelt, kan in dit jubileumjaar bogen op tien senioren- tien junioren- en drie aspirantelftallen, tezamen zo'n 550 leden. Zij heeft de beschikking over vijf velden, waarop tevens de volkomen onaf hankelijke dameshockeyvereniging BDHC De smadelijke 5-0 nederlaag die het Noordierse voetbalteam woensdag j.l. te gen Wales leed heeft vier spelers hun plaats in het nationale team van Noord- leriand gekost. Doelman Bobby Irvine, rechtsback Parke, rechtsbuiten Humph ries en linksbinnen Clements, die allen te gen Wales uitkwamen, maken namelijk geen deel uit van de ploeg die woensdag a-s. in het Feijenoord-stadion te Rotter dam tegen Nederland zal spelen voor de voorronden van het toernooi om het we reldkampioenschap 1966. Zeven spelers die op 17 maart in Bel fast tegen Nederland van de partij waren, zullen ook in Rotterdam aantreden. Op vallend is dat George Best, in Belfast linksbuiten van de Noordieren, in de twee de ontmoeting op de rechtsbuitenplaats zal opereren. De ploeg is als volgt samengesteld: Doel: Jenning (Tottenham Hotspur), achter: Magill (Arsenal) en Elder (Burn ley), midden: Harvey (Sunderland), Neill (Arsenal) en Parke (Sunderland), voor: Best (Manchester United), Crossan (Man chester City), Irvine (Burnley), Nicholson (Huddersfield) en Braithwaite (Middles brough), AMSTERDAM. „Ben je niet te vroeg met je gedachten bij de Olympische Spelen in Mexico? Dat hebben er enkelen gevraagd, toen ik mijn plannen voor de training, opleiding en selectering van onze amateurijwielrenners voor Mexico had bekendgemaakt. Het antwoord op die vraag kan ik natuurlijk afdoen met de opmerking, dat je voor zo iets nooit te vroeg kunt zijn, maar ik wil best ver tellen, waarom de volgende Olympische Spelen me al in het hoofd spoken. Niet omdat ik bang ben dan minder goede resultaten te behalen dan in Tokio, omdat die gouden plakken van ons tijdritkwartet me nu een last worden. Simpel om bet feit, dat ik in Tokio heb gezien, dat we in Mexico een enorme concurrentie het hoofd hebben te bieden. Concurrentie uit voor de wielrennerij vreemde hoeken. Uit de landen achter het IJzeren Gordijn enuit de Amerikaanse landen. In Mexico zou het best eens zo kunnen zijn, dat de Westeuropese landen er niet meer aan te pas komen. KNWU-coach JOOP MIDDELINK praat vlot, veel en graag over zijn hobby: de amateurwielrennerij. „Als de landen ach ter het IJzeren Gordijn meer inzicht in de techniek en de taktiek van het wegrijden krijgen, als ze meer theoretische kennis weten op te doen, dan vegen ze ons van de weg. De meeste West-Europese landen verliezen elk jaar enkelen van de beste amateurs aan de beroepssport. Bij ons zijn na het vorig seizoen maar liefst der tig knapen beroepsrenner geworden. Dat hebben die landen in het oosten niet. Daar blijven de sterksten amateur op welke wijze is in dit verband niet belangrijk, of dat staatsamateur is of niet, ze doen mee aan Olympische Spelen en wereldkam pioenschappen voor amateurs en die sterksten worden elk seizoen sterker en krijgen meer ervaring." „Ik wil je vertellen dat in landen als Roemenië, Hongarije, Polen, Joegoslavië en Bulgarije de wielersport enorm voor uitgaat. Dat daar prachtig materiaal zit. Materiaal, dat alleen maar op een goede coach, een doordachte training wacht om ons naar de kroon te steken. En vergeet dan ook vooral de renners uit de Ameri kaanse landen niet. Ik heb in Tokio een Columbiaan zien rijden: fantastisch. Ar gentinië en Uruguay werpen in 1968 ook hoge ogen, let maar eens op. Die landen blijven elk jaar op volle oorlogssterkte, terwijl wij eigenlijk steeds in ieder ge val om de vier jaar helemaal van de grond af opnieuw moeten beginnen. Na tuurlijk is dat het normale lot van een amateur-coach. Denk niet, dat ik het vori ge zeg, om al bij voorbaat een veront schuldiging bij de hand te hebben als we in Mexico niet veel bereiken. Het is waan zin om nu al aan resultaten in Mexico te denken, ik bedoel om nu al bijvoorbeeld te zeggen, dat wij daar in de ploegentijd rit weer als favoriet starten omdat we in Tokio goud veroverden. Zelfs is het al waanzin om te zeggen, dat we op de aan staande wereldkampioenschappen in San Sebastian in de tijdrit favoriet zijn. Wat dat betreft, leef ik rustig naar die tijd toe. Ik kan moeilijk meer doen dan mijn uiter ste best, ik zal de jongens richtlijnen ge ven voor hun training, ik zal proberen ze zoveel mogelijk gelegenheid te geven tot het opdoen van internationale ervaring. Na de successen in Tokio zijn de Nederlandse amateur-coureurs in alle landen graag ge ziene gasten, aan uitnodigingen hebben we de komende jaren geen gebrek." „Dat succes in Tokio hebben we hoofd zakelijk te danken aan het karakter van de jongens, aan de moraal. Geloof me, die vier knapen, die goud binnenhaalden hebben in dat verre Japan tot na de wed strijd niets anders gezien, dan de trai- ningsweg en de vier muren van hun ka mer. Zij waren gebeten op een revanche voor Albertville, toen ze door in het begin te snel te rijden hun kansen op een eer volle plaats bij de wereldkampioenschap pen verspeelden. In Tokio hebben ze zich stipt aan het nauwkeurig uitgekiende Tij schema gehouden, zich door niemand en niets van hun opzet laten afhouden. Kna- Joop Middelink plaats macht, inhoud. Als ik het zwart-wlt wil zeggen, zou ik kunnen zeggen, dat de baanrenners over het algemeen weke ren ners zijn. Natuurlijk niet de zesdagen- rijders. Baanrenners moeten het in de eerste plaats van hun souplesse hebben. De wegrenner, die tegen stormen opmoet, die in zijn eentje een gat van enkele kilo meters moet dichten om na een lekke band weer bij het peloton te komen, is veel harder. Niet voor niets hebben Jan Derksen de KNWU-baancoach en ik besloten om Gerard Koel de weg op te sturen en hem een druk rijseizoen op de weg voorgeschoteld. Ook Bram Breur, die nu De Graaf en Van der Touw prof zijn geworden onze beste sprinter is gaat de weg op. Ook Tiemen Groen zal terug moeten komen via criteria en ama teur-klassiekers op de weg. Tot een be paalde datum en dan gaan deze jon gens zich weer op hun baanwerk speciali seren. Maar dan hebben ze macht, dan hebben ze inhoud „Ik heb in de eerste klassieker van dit jaar de Ronde van Twente mijn ogen uitgekeken. Ten eerste naar het zich al weer aandienende jonge talent, maar ten tweede naar de jongens en dat zijn dan veelal jongens uit kleine dorpen die hardnekkig probeerden mee te komen op een fiets die hen helemaal niet paste. AI werken die jongens zich kapot, ze zullen er nooit komen, als iemand hen niet wijst op dergelijke grondregels in de wie lersport. Er zit onbekend talent in de pro vincie, daar ben ik van overtuigd. Dat on bekend talent vinden, opleiden en in de koers brengen, zie ik als een van mijn mooiste taken als KNWU-coach in dit sei zoen vooral. Daarom ga ik direct na pen met zo'n karakter bereiken iets. Daar kun je als coach heel veel mee doen. Ik heb in Tokio en tijdens bezoeken aan de landen achter het IJzeren Gordijn gezien, dat renners uit die landen een enorme moraal hebben. Veel fanatieker zijn. Ge loof me, die jongens rijden heus niet om propaganda te maken voor een politiek stelsel. Die jongens rijden om iets in de sport te worden en misschien daardoor in hun land een beter leven te krijgen, dat kan wel, maar vooral om in hun sport iets te bereiken. De mindere welvaart in die landen maakt dat karakter sterker, wilskrachtiger, geconcentreerder „Daarom werk ik in het algemeen hier ook liever met jongens uit dorpen, waar bij wijze van spreken elke avond om acht uur het licht uitklapt, dan met jongens uit grote steden, die aan veel meer afleiding bloot staan. Die dorps jongens hebben vaak een hardere, meer gerichte mentaliteit dan de grotestads- jongens. Een mooie taak voor een coach is het dan om die dorpsjongens levensstijl bij te brengen, hen keurig in te voegen in de maatschappij buiten hun dorp. Nog steeds wordt de wielrennerij verkeerd be oordeeld. Coureurs zijn geen onbeschaaf de, rauwe knapen meer. Zulke jongens komen niet ver, omdat ze simpelweg elke kans missen om in een fabrieksploeg of een vertegenwoordigend team opgenomen te worden. De wegsport eist in de eerste Olympia's Tour in Zwolle een centrale training beginnen voor renners uit het Noorden en Oosten van ons land. Ik hoop van hun werkgevers dan gedaan te krij gen, dat ze een halve middag vrijaf mo gen voor die training. Dat hebben die jongens tegen op de meeste amateurs in het westen: ze moeten daar elke dag tot zes uur werken en kunnen daarna nog moeilijk veel kilometers maken. Die jon gens durf ik dan bijvoorbeeld ook niet in de Ronde van Noord-Holland van dit weekeinde of in de Ronde van Friesland die daarna komt, te laten rijden. Die pak ken we na 1 juni wel en daar komt wat uit!" Jan Dassen

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1965 | | pagina 13