Paaspassies in
Catalonië
Kleurrijke processies en bonte gebruiken
lmmw< 111
Het Licht halen
„Staatsbegrafenis"
Koning speelt
met eieren
1111 111 III II I I I 11J1 1 JI
Het ronddragen van de Epitaphiosop een Atheense begraajplaats.
(Van onze correspondent)
BARCELONA Tijdens de „semana
santa" (heilige week) worden in de
Spaanse landstreek Catalonië in meer
dan dertig steden en dorpen door de
inwoners passiespelen vertolkt; een tra
ditie die 500 jaar oud is.
inwoners van de hoofdstad hebben wel
een dorp, waar zij zelf of hun familie
vandaan komen. In het merkwaardig-
direkte Griekse spraakgebruik vraagt
men elkaar de weken daarop: „Waar
zijn jullie dit jaar opgestaan?" (d.w.*.
waar hebben jullie Pasen gevierd?)
Dit drukt intussen goed uit, hoe intens
de deelname van het Griekse volk
als geheel aan althans de uiterlijke
viering van het opstandingsfeest is.
Mensen die het hele jaar door niet in
de kerk komen, zullen toch in de paas
nacht nog wel even „het nieuwe Licht
gaan halen".
Er zijn dorpen, waar de tekst der
spelen bij de gratie van de overleve
ring bestaat en nooit is opgeschreven.
Daar leren de vaders hun zonen de
schoonste zinnen uit het lijdensverhaal,
die ze op hun beurt weer doorgeven
aan hun kroost. Iedereen kent dus de
tekst al jaren lang en geen rol is de
spelers vreemd. De kleinen beginnen
mee te juichen bij de intocht in Jeru
zalem en groeien met de jaren naar
een apostel- of farizeeërsrol.
Soms moet de plaatselijke geestelijk
heid tijdens de voorstelling al te geest
driftige spelers tot de orde roepen, om
dat zij in de hartstocht van het spel
de ene godslastering op de andere sta
pelen.
De tekst is in de taal van het volk,
het Catalaans. Zo verbaast niemand
zich erover als Christus voor het laat
ste avondmaal tot zijn apostelen zegt:
„kom jongens, laten we een stukje
gaan eten."
De spelen van Olesa zijn de grootste
van Catalonië en dateren uit 1642. Aan
vankelijk improviseerden de spelers en
naarmate zij minder bijbelvast bleken,
gingen zij zich te buiten aan bizarre
ketterijen. Vooral het gemene volk,
wanneer dat te hoop was gelopen om
Christus uit te jouwen, maakte het nog
al bont. In 1792 heeft toen de abt van
Montserrat de tekst op schrift gezet.
Men speelt thans in een nieuw thea
ter dat 1600 plaatsen telt.
Hier spreken de apostelen alle talen
van de wereld, evenals dat tijdens de
eerste prediking het geval was. Verant
woordelijk hiervoor is een groep talen
kenners, die met veel acteertalent via
koptelefoons het spel voor de buiten
landse toerist verstaanbaar maakt. In
hun apostolische ijver schrikken de
Spanjaarden nergens voor terug.
Soms moeten de processies op elkaar wachten.
op Paasavond echter ook alle gewone
liedjes en „tophits".
EEN EIGENLIJKE tweede paasdag
is er niet, tenzij de grote feestdag van
de heilige Georgos, 23 april, in de
vastenperiode is gevallen: dan wordt
deze tot maandag na Pasen uitgesteld.
Dat gebeurt dit jaar dus, want het
Grieks-katholieke Pasen valt deze len
te een week later dan het Westerse.
Soms, zoals vorig jaar, is dat verschil
zes of zeven weken. Dit heeft te ma
ken met het feit, dat alle Orthodoxe
kerken de paasdatum nog altijd vol
gens de oude Juliaanse kalander bere
kenen. Voor de merkwaardige sekte
van de „Paleo-Imerologiti", de Ortho
doxen die alle feestdagen dertien dagen
later vieren, komt met Pasen altijd de
triomf van het „wij hebben toch ge
lijk".
Zeer veel Atheners hechten eraan,
het paasfeest buiten de stad te vieren,
b.v. in hun „eigen" dorp. Want alle
Hoogtepunt van de
kerkelijke Paasvie
ring is de nachtmis
die vanavond, op
„Grote Zaterdag", om
11 uur begint. Te
middernacht brengt
de priester een kaars
met het „nieuwe
Licht", waaraan de
kerkgangers hun
kaarsen ontsteken.
Hier ontsteekt de
jonge koning Con-
stantijn zijn kaars
aan die van de oude
aartsbisschop Chry-
sostomos in de
Atheense hoofdkerk.
In het midden prins
Michael
(Van onze correspondent)
ATHENE. Pasen is het grootste feest in Griekenland. Het is belangrijker
dan Kerstmis en nieuwjaar, maar het heeft iets van beide. De verlossende
gedachte van het nieuwe, het „onbeschreven blad" voelen de Grieken sterker
in zich leven met Pasen dan bij de beide andere feesten. In de dagen voor
Pasen koopt men net als bij ons nieuwe kleren voor het gehele gezin en
krijgt de woning een schoonmaakbeurt, om maar een paar prozaïsche zaken
te noemen. Maar met Pasen kan men zich ook verzoenen, zonder zijn „gezicht
te verliezen", en burenruzies bijleggen. Daartoe dient dan de paasmiddagdienst
„van de liefde".
In de dagen voor Pasen zijn er tal
van processies. Pasen („lambri" op zijn
Grieks, dat is: schitterendis een
groot feest en de hele week ervoor
heet dan ook „Grote Week". Hoe ver
der die week vordert hoe ernstiger de
sfeer wordt. Op „grote dinsdag" gaan
zelfs de „zondige vrouwen" naar de
kerk, om daar de dienst bij te wonen,
die de tekst aanhoudt van de schone
negende-eeuwse non Kassiani. Op
„grote woensdag" mogen veel kin
deren al niet meer buiten spelen en
de radio speelt geen bouzouki-muziek
meer. „Grote donderdag" is eigenlijk
de diepste rouwdagChristus' kruisi
ging wordt dan 's avonds urenlang
herdacht met de voorlezing van alle
passies, afgewisseld met liturgi
sche klaagzangen. De radio zendt dit
uit en speelt overigens de hele dag
ernstige muziek. In de kerken over
heerst het paars als rouwkleur en van
de openbare gebouwen hangt de vlag
halfstok. Op straat is het doodstil; er
is geen sprake meer van dat de kin
deren nog lawaai mogen maken.
Maar daarvoor mogen zij met de
kerkklokken spelen. Dit onbestemd, on
ritmisch over de stad verwaaiend ge
beier geeft het gewenste rouw-effekt.
Zelfs wie het niet zo nauw heeft ge
nomen met de voorafgegane vasten-
plieht van 39 dagen, die zal toch op
„grote vrijdag" geen vlees of vis eten.
's Avonds is er in en rondom elke kerk
de plechtigheid waar wel bijna iedereen
aan deelneemt. Het lijkbed van Christus
(de „epitaphios") wordt, met bloemen
versierd, in processie rondgedragen. In
mijn buurt die heel wat kerkjes telt, is
het dan een uniek gewirwar van klei
nere en grote stoeten, waar iedereen zich
met een brandende kaars bij aansluit
of juist uit wegtrekt als de stoet bij
zijn huis is langsgekomen. Allerwegen
wordt de Epitaphios-hymne gezongen
en elke processie houdt driemaal stil
op een kruispunt.
SOMS MOETEN de processies bij
«o'n kruispunt op elkaar wachten en
vroeger schijnt het wel te zijn voorge-
Wie in deze week overlijdt krijgt een extra mooie begrafenis.
komen dat verschillende stoeten, af
komstig uit verschillende buurten, het
over de voorrang met elkaar aan de
stok kregen. Maar ik heb deze lente
avond nooit anders meegemaakt dan
in een volmaakte harmonie en een bij
zondere, ernstig-toegewijde sfeer die
in Griekenland overigens zeldzaam is.
Intussen vindt vanuit de metropool-
kerk tegelijkertijd de officiële „staats
begrafenis"!!) plaats, met fanfarekorp
sen die (voortreffelijk) de treurmarsen
van Beethoven en Chopin spelen, en
veel vertoon van gewicht en unifor-
nen, wat op de toeristen altijd een wat
vreemde indruk maakt. De meesten
beseffen niet, in hoe sterke mate de
godsdienst hier werkelijk staatsgods
dienst is.
„GROTE ZATERDAG" is de sfeer
van rouw reeds iets getemperd. De ra
dio laat alweer Vivaldi toe en zelfs
Saint Saens. In de ochtendmis herdenkt
men de afdaling van Christus in de
hel; er is al de zekerheid van de na
derende opstanding, 's Avonds maakt
men zich, slapend, badend of niets-
doend, maar in ieder geval niet etend,
op voor de Paasdienst die om elf uur
begint. Het hoogtepunt daarvan
komt te middernacht, als de priester (in
alle kerken van Griekenland gelijktijdig)
in feestgewaad de heilige poort uitkomt
en in de stikdonkere, nog rouwende
kerk het nieuwe licht brengt onder het
psalmodiëren van de woorden „Komt
het licht overnemen van het nooit on
dergaande Licht en verheerlijk Chris
tus die uit de doden is opgestaan".
Allen ontsteken hun kaars, direkt of in-
direkt, aan die van de priester en in
luttele sekonden is de kerk een zee
van licht. In de hoofdkerk van Athene
ontsteekt de koning zijn kaars aan die
van de aartsbisschop van de Grieks-
Orthodoxe kerk. Even later vindt, mees
tal voor het kerkgebouw, de eigenlijke
verkondiging van de opstanding plaats,
in de vorm van de oeroude hymne:
„Christus is opgestaan uit de doden,
de dood met de dood vertrappend en
de begravenen leven schenkend". De
kinderen hebben het recht, nu hun
vuurwerkjes te laten knallen, waardoor
de séance wel wat van haar plechtig
heid verliest.
NU KOMT er een kritiek moment.
De dienst is nog niet afgelopen, litur
gisch begint ze eigenlijk pas. Maar de
meesten, zeker in de stad, gaan zodra
het „openlucht-gedeelte" is afgelopen,
met hun brandende kaars naar huis
om daar de traditionele „majiritsa"
(paas-lamssoep) te eten.
De priesterlijke opwekkingen om
weer met zijn allen naar binnen te
gaan en nog enkele uren door te gaan
met wat de interessantste en plechtig-
ste mis is van het hele jaar, worden
door verreweg de meeste kerkgangers
in de wind geslagen. Alleen in een afge
legen dorp heb ik eens meegemaakt,
hoe de hele dorpsgemeenschap tot aan
het ochtendgloren in de kerk bleef om
daar dan ook tenslotte ter communie
te gaan, de kinderen eerst, daarna de
vrouwen, tenslotte de mannen.
De nu volgende Paaszondag verloopt
in een tevreden, wat gezapige sfeer
met veel maar kalm eten en drinken:
er is dan ook alle tijd voor. In de dor
pen gaat de morgen voorbij met het
aan het spit braden van het lam of
schaap (soms geit), waarbij meestal
een aantal bevriende families zich tot
een hoogst harmonieuze eenheid ver
binden. Zij stoten hun roodgeverfde,
hardgekookte eieren tegen elkaar en
wiens schaal daarbij heel blijft, wint.
In Athene gaat de koning de kazernes
langs om hetzelfde spel te spelen met
de soldaten. De groet: „Christus is op
gestaan!" (tegengroet: Hij is waar
lijk opgestaan") is niet van de lucht.
In vroeger tijden bleef dit nog mins
tens een week lang de plaats van het
gewone goedendag" innemen.
In de namiddag en avond is er
meestal dansen op het dorpsplein, van
tijd tot tijd afgewisseld met het zingen
van de opstandingshymne (die echter
veel gezongen werd tijdens de verkie
zingstournee van Papandreou verleden
winter, ten teken dat in hem „de de
mocratie was opgestaan"). Men zingt