Een verhaal van hoop en belofte
Afrikanen zijn heus niet
zo goedgelovig meer
iel?
Humanisten in de
moderne wereld
Heeft de hond
een z
Boeken over
leven
Jehova's getuigen
in nieuw
gebou
w
Allemanskerk
Voettocht van
Pax Christi
Luther-dissertatie
ZATERDAG 17 APRIL 1965
Erbij
PAGINA TWEE
Onderwijslegers
Geen dagblad
Opleidingscentrum
Mijn als toevluchtsoord
Goede journalisten
iimniiiimnnimiiiiiii
Hele schepen vol tijdschriften en kranten komen recht
streeks uit Peking aan in de havensteden van Afrika. Voor
een paar dubbeltjes kocht ik in een van de honderden
krantenwinkeltjes in Nairobi een prachtig geïllustreerd
tijdschrift over China. Niet minder gul met deze ontwikke
lingshulp zijn de Russen. Voor communistische propaganda
over de hele wereld trok de regering in Moskou vorig jaar
vijf miljard uit.
Op een van de vele plezierige terrasjes aan de brede
Vrijheidsboulevard in Leopoldstad, waar de ober voor een
kwartje een hele kan koffie serveert, leg ik die cijfers voor
aan een jonge Kongolese journalist. Hij glimlacht. „Het zal
vermoedelijk wel kloppen. Zeker is in elk geval, dat ze ons
hier in Afrika bombarderen met communistische lectuur.
Maar of het veel uithaalt? Kijk, de mensen hier willen
kranten geschreven door Afrikanen zelf. Daar grijpen ze
naar. Lectuur van anderen vertrouwen ze steeds minder,
onverschillig of die uit Moskou of uit New York komt. Want
vergeet niet dat de Amerikanen zich hier ook uitsloven
met wat je voorlichting noemt".
Voor ife naar Afrika vertrok, hoorde
Ik van iemand in Nederland een wrang
grapje: de zending en de missie heb
ben de mensen in Afrika lezen geleerd
thans zorgen de communisten voor
de lectuur. Na vier weken reizen in
Afrika en tientallen gesprekken met
journalisten, politici, kerkelijke leiders,
drukkers en uitgevers moet ik zeggen
dat die grap niet helemaal opgaat.
Een tikje geamuseerd praten ontwik
kelde Afrikanen over al die buitenland
se propaganda. Mijn Kongolese collega
op het terrasje in Leopoldstad zei: „De
hele kwestie is dat ze in de gaten heb
ben dat hier flink geld te verdienen is
als je het goed aanpakt. Nog altijd.
Vandaar die mooie tijdschriften en boe
ken uit Moskou en Peking en New
York. En neem het de Russen nu eens
kwalijk, dat ze ook een vinger in de
pap proberen te krijgen".
We bladeren in 't laatste nummer van
„Sovjet-news". Voorin een tirade tegen
het kapitalisme van Amerika en Euro
pa, die zich proberen te verrijken aan
de arme negers. En verder? Prijzende
artikelen over nieuwe Russische fototoe
stellen, medische instrumenten, che
mische produkten en turbines voor elek
triciteitscentrales. „Ziet u, dat ligt er
net iets te dik boven op. Zelfs de ge
wone man hoeft er niet aan te twijfe
len waar het de Russen om begonnen
is", zegt de Kongolees.
Nog nemen veel mensen, die net leer
den lezen, in Afrika voetstoots aan dat
iets waar is omdat het in de krant
staat. Ongetwijfeld is voor de goedge
lovige Afrikaan het communistisch ge
schrijf niet helemaal zonder zin. Maar
steeds minder Afrikanen zijn goedgelo
vig. Een opmerking, die ik steeds weer
te horen kreeg, kwam hierop neer: als
Europa echt iets voor ons wil doen,
laat het ons dan geen blaadjes sturen,
maar ons helpen eigen drukkerijen en
uitgeverijen op te bouwen en journalis
ten op te leiden".
De jonge staten van Afrika vechten
verbeten tegen het analfabetisme. Hele
legers jonge onderwijzers worden gere-
cruteerd om in de binnenlanden leesles
te geven aan volwassenen. Er zijn al
landen in Afrika, waar op het ogenblik
tachtig percent van de kinderen naar
schobl gaat. Berekend is, dat er per jaar
in Afrika drie tot vier miljoen nieuwe
lezers bij komen. En wie lezen kan,
leest graag en veel. Onder een lantaarn
paal in Kameroens hoofdstad Yaounde
zag ik jonge mensen, die de krant voor
lazen aan hele groepen nieuwsgierigen,
die zelf nog niet konden lezen.
Veel leeslust dus. Maar in de lande
lijke hoofdstad Kigali van de republiek
Ruanda, midden in Afrika, is een oude
stencilmachine in het studeerkamertje
van de gereformeerde zendingspredikant
J. van der Neut uit Nederland een van
de voornaamste drukpersen van het he
le land. Ruanda is zo groot als België
en heeft vier miljoen inwoners.
„Nee, een dagblad hebben we hier nog
niet. Wel is er eenmaal in de veertien
dagen een blad van de regeringsvoor
lichtingsdienst. Ook de rooms-katholieke
missie verspreidt een eigen orgaan.
Maar verder moet mijn krantje het
doen", zegt ds. Van der Neut.
Het gestencilde blaadje van deze do
minee bereikt duizenden mensen. Zijn
nieuwsberichten luistert hij af van de
wereldomroep en verder verzamelt hij
wat uit buitenlandse kranten. Uiteraard
publiceert hij veel kerknieuws, ook uit
Ruanda zelf. En verder schrijft hij ar
tikelen over de vraag hoe christenen
positief kunnen meewerken aan de op-
iwJaSaalKlS
Een verhaal van hoop en beloften.
Het Wachttoren Genootschap (Jeho
vah's getuigen) heeft in Amsterdam,
Voorburgstraat 10, zijn nieuwe kan
toorgebouw in gebruik genomen. Het
drie verdiepingen tellende gebouw, dat
werd ontworpen door de Amsterdamse
architect A. Staal, heeft inclusief de
inventaris 1,35 miljoen gekost en is
gefinancierd uit schenkingen en bij
dragen van de getuigen. Veel van de
inventaris is buiten Amsterdam door
de leden zelf vervaardigd, waardoor
de bouwkosten met ongeveer een vijfde
konden worden verminderd.
In het pand, dat vijftig meter lang en
veertien meter breed is, zijn behalve de
kantoren vele andere afdelingen, waar
onder de bibliotheek, ondergebracht.
Ook is er de „Koninkrijks Bedienings-
school" gevestigd, het opleidingsinsti
tuut voor „gemeente-opzieners". Dit
zijn de verantwoordelijke leiders van
de plaatselijke afdelingen van het ge
nootschap, dat thans in ons land 214
afdelingen heeft. Er zijn in Nederland
veertienduizend actieve leden, van wie
ln Amsterdam 2500. Het officiële
orgaan van het genootschap is het
veertiendaagse tijdschrift „De Wacht
toren" met een wereldoplage van 4,55
miljoen exemplaren in 68 talen. Lan
delijk opziener is de heer P Kushnir.
Jehovah's getuigen werken sinds
1909 in Nederland. In 1926 was het
centrum van hun activiteit gevestigd in
Amsterdam, later werd het verplaatst
naar Haarlem. Dadelijk na de bevrij
ding van Nederland in 1945 verhuisde
men weer naar Amsterdam.
bouw van hun land. Ook de informatie
dienst van Ruanda helpt hem aan ko
pij. Jongeren uit Ruanda hebben zelf in
zijn blad het vraagstuk van de bruids
schat aangesneden.
In een van de mooiste nieuwe wijken
van Kigali, midden in het heerlijke heu
velland, laat ds. Van der Neut me zijn
bouwterrein zien. „Hier willen we een
jeugdhuis bouwen, en daar, vlak er
naast, een kapel. En Iets verder een
uitgeverij met, maar dat is nog niet ze
ker, een drukkerij. Ik hoop toch zo,
dat het lukt. We zouden er Ruanda een
grote dienst mee bewijzen. De regering
doet veel. We hebben hier, sinds het land
zelfstandig is, volkomen vrijheid van
godsdienst. Ze hebben ons zelfs gevraagd
nu het onderwijs te gaan verzorgen aan
een groot jongenscollege, dat hier aan
de andere kant van het dal zal komen.
De staat betaalt de salarissen".
Voor negenhonderd jongens zal er
plaats zijn op dit nieuwe college. Een
eind buiten Kigali werkt de protestant-
Voorgegaan door ds. Theodore Roose
velt Kendall heeft de Oness pinksterge
meente te Huntingburg (Indiana) vele
maanden hard gewerkt om een oude
verlaten kolenmijn gereed te maken als
een toevluchtsoord als rampen de aarde
zullen teisteren.
De Oness pinkstergemeente telt veer
tig lidmaten, die tezamen vier genera
ties omspannen.
De 29-jarige mevrouw Juanita Coo-
mer zou een innerlijke stem hebben ge
hoord die haar zei dat een tijd van
grote verwoestingen naderde en dat de
gelovigen een toevluchtsoord moesten
gereedmaken met levensmiddelen voor
twee weken. Bovendien, aldus deze stem
moesten zij in hun woningen nog voor
raden voor drie maanden aanleggen.
De Afrikanen worden minder goed
gelovig.
se zending aan de vernieuwing van een
groot middelbaar onderwijscentrum
voor meisjes. En nu de jongensschool.
Ds. van der Neut ziet er al toekomsti
ge trouwpartijen in zitten.
„Dit wordt dan tegelijk het begin van
een ontwikkelde groep in de protestant
se kerken. Begrijpt u, waarom ik me
zo druk maak voor een goede krant,
voor een drukkerij, voor een uitgeverij?
Die jonge gezinnen vragen straks
om lectuur". Goed, de drukkerij staat
op de urgentielijst van de gereformeer
de zending in Baarn en van de gezamen
lijke actie „Brood voor het hart" van
de Nederlandse kerken.
Maar, volgende vraag, wie zullen in
Kigali de kopij leveren voor de druk
kerij, als die er zou komen? Volkomen
eens is ds. Van der Neut het met mijn
Afrikaanse collega uit Leopoldstad:
„Mensen uit het land zelf en liever geen
anderen".
Naar Noord-Rhodesia, dat tegenwoor
dig Zambia heet, moet ik reizen om te
zien wat de kerken van Afrika in geza
menlijk overleg en met hulp van bui
ten, (ook van de vorige Nederlandse ac
tie „Brood voor het hart"> doen om een
antwoord te geven op deze vraag. Vlak
bij Kitwe, in het bosachtige Mindolo,
hebben zij een uitgebreid modern oecu
menisch trainingscentrum opgezet.
Daar vind ik in een fraai nieuw gebouw
de opleidingsschool voor Afrikaanse
journalisten.
Jonge mensen, komende uit heel
Afrika, krijgen hier gedurende een half
jaar, dag in dag uit les in het schrij
versvak. „Dertig leerlingen kunnen we
hebben. Meer niet, want er is in de
logiesgebouwen niet meer plaats. Wel
honderd zouden we er kunnen krijgen,
als we maar plaats hadden en... beur
zen, want zo'n school als hief is niet
goedkoop", zegt mij de Zweedse journa
list Bengt Simonson, die rector is van
de school. Ook een kleine kunstakade-
mie vind ik in dit centrum. Afrikaan
se jongeren, die er aanleg voor heb-
De landelijke rust in het Engelse
dorpje Chobham is verstoord door een
kwellende theologische vraag: heeft een
hond een ziel? Het begon toen een ac
countant op de plaatselijke dierenbe
graafplaats bij het graf van zijn Deense
dog Aristoteles een kruis plaatste met
het opschrift: „Hier ligt de edelste
hond die ooit rondliep. Tot weerziens,
ouwe kameraad".
Sindsdien is het kruis verscheidene
malen zwaar beschadigd en weggeslin
gerd en heeft de beheerder van de be
graafplaats twaalf anonieme brieven
ontvangen, waarin gezegd wordt dat
het plaatsen van een kruis op het graf
van een hond heiligschennis is. Een
Londense advocaat, die eveneens het
plan heeft het graf van zijn hond van
een kruis te voorzien, heeft olie op het
vuur geworpen door te zeggen: „Een
hond kan evenzeer een christen zijn als
sommige mensen."
De dorpspredikant, de rev. Oswald
Roney Acworth, vindt: „Een hond kan
geen christen zijn tenzij hij gedoopt is.
Ik zie een predikant al een hond do
pen Welke dwaze ideeën dieren
vrienden al niet kunnen hebben."
De strijd duurt echter voort. Bij de
ingang van de dierenbegraafplaats is
nu een bord geplaatst met de vraag of
de dorpelingen bezwaren hebben tegen
kruisen op de graven van dieren. Za
terdag was de stand: 24 „ja" en 15
„nee".
ben, leren hier tekenen en ontwerpen
voor de publiciteit.
Bengt Simonson ziet goede resulta
ten van zijn werk. De eerste geslaag
de kandidaten van Mindolo kregen
reeds goede posities in de Afrikaan
se krantenwereld. „Laatst zei een rij
ke Zweedse dame tegen me: „Ik wil
u wel geld geven voor de school,
maar hoeveel mensen bekeert u per
jaar?" Daar heb je het nu. Men be
grijpt in Europa nauwelijks waar het
om gaat in het moderne Afrika. Onze
jongens leren wel degelijk hoe ze een
bezinningsartikel kunnen schrijven.
Maar ze moeten gewone goede jour
nalisten worden. Dat wil zeggen: als
Afrikaanse christenen kunnen schrij
ven over alles, over politiek, over
economie, over sociale vraagstukken",
Bengt Simonson. „Van onze leerlin
gen wordt in de krant commentaar
verwacht op de duizenden vragen, die
de Afrikaanse samenlevind in onze
tijd stelt".
Maar overstemt het tumult van de
rebellen en de vechtersbazen in Afri
ka al dit opbouwwerk niet? Ik sprak
er over met de leerlingen in Mindolo.
Een beetje geërgerd zei een van hen:
„Als er op Cyprus moeilijkheden zijn,
zeggen wij toch ook niet, kijk, daar
heb je nu die Europeanen weer, al
tijd maken ze herrie. U in Europa
spreekt wel zo over Afrika. Zo gauw er
bij u een stuk in de krant staat over
rebellen in de Kongo, zegt u: „Zie
je wel, van Afrika komt niets terecht."
Dat is dwaas. Kleine groepen veroor
zaken moeilijkheden, hoe kan het an
ders in een werelddeel, dat zo stekk
in opkomst is. Maar, als geheel is
Afrika gezond, principieel gezond. Wij
proberen er boven op te komen, ik kan
u over Afrika een heel ander verhaal
vertellen. Een verhaal van hoop en
van beloften voor de toekomst. En help
ons inmiddels van te klagen, die toe
komst inderdaad goed te maken, want
u kon daar wel eens evenveel belang
bij hebben als wij".
Jac. P. Looyen
mm
Morgen viert de christenheid het Paasfeest. Merkwaardig: wanneer men in ver
zamelingen van religieuze kunst zoekt naar afbeeldingen van het paasgebeuren
is dat een veel moeizamer werk dan wanneer het de geboorte of het lijden van
Christus betreft. Dat komt overigens overeen met de praktijk, want in het westen
heeft het paasfeest nooit dezelfde plaats ingenomen als Kerstmis en heeft de
lijdensgeschiedenis ons meer aangesproken dan de opstanding. Hoe populair is
niet Bach's passiemuziek, waartegenover met pasen geen equivalent staat. Het
hierboven afgebeelde specimen van Romaanse kunst is niet een specifieke „Paus
schildering". Maar toch hebben we de betekenis van het opstandingsverhaal
zelden zo treffend uitgedrukt gezien als juist in deze „Hand Gods" uit de koornis
van de San Clemente-kerk in Tahull, die nu in het museum voor Catalaanse
kunst in Barcelona te zien is. Jezus, die opstaat uit het graf, en spoedig heen
zal gaan om plaats voor zijn kinderen by de Vader te bereiden, is de overwin
naar van de dood. De plaat zegt het duidelijk: „Grijp Zijn hand en Hij zal u
met zich meenemen".
Het Humanistisch Verbond heeft
in Utrecht het tweejaarlijkse congres
gehouden in het Jaarbeursgebouw.
Voorzitter prof. Van Praag heeft er
bij deze gelegenheid duidelijk op ge
wezen dat het gaat om het leggen van
de grondslag voor een nieuwe mense
lijkheid. Bezinning en verdieping,
publiciteit en voorlichting, geestelijke
en humanistische vorming zijn daar
voor nodig. Het congres was gewijd
aan het humanisme in de moderne
wereld en volgens dr. Van Praag zal
de komende grote strijd gaan om de
ziel, het zelfbewustzijn en de creativi
teit van de buitenkerkelijke wereld.
Een belangwekkende toespraak is op
dit congres uitgesproken door prof. dr.
ir. J. P. Mazure, die er op wees dat
door het verloren gaan van tradities de
mens zich enerzijds angstig voelt en
anderzijds verdrukte of achtergestelde
groepen kunnen emanciperen. Hij sprak
over een functieverlies van de gods
dienst, dat ontstaat door de weten
schappelijke ontwikkelingen en de min
dere waarde van de traditie. In het
moderne denken staat het begrip van
het heilige wat vreemd, vond prof.
Mazure, die zei, dat zelfs God een dis
placed person wordt. Franklin heeft
hem beroofd van zijn bliksem, de mo
derne astronomie van zijn woning.
Ook in de rooms-katholieke kerk vindt
een vrijzinniger stroming ingang, meent
prof. Mazure. Hij juichte het toe dat
de beginselen van het humanisme al
door vele gelovige christenen zijn aan
vaard.
Hoe ziet prof. Mazure het humanis
me? Hij gaf er een uiteenzetting van:
„een poging om, met aanvaarding van
het verlies aan bovennatuurlijke leiding
in een algemeen menselijk waardebe
sef een richtsnoer te vinden voor het
menselijk handelen."
Iedere humanist is zich ervan be
wust, dat het er om gaat mee te wer
ken aan een evenwichtige ontplooiing
van de menselijke vrijheid en de maat
schappelijke gerechtigheid, zei prof.
Mazure.
Dr. Bonger zei in een inleiding over
de verwarring en onzekerheid van onze
tijd over het grote nivelleringsproces
dat in onze wereld aan de gang is. De
In het witte kerkje van Winkel (Nrd-
Holland) is de tweede serie begonnen
van de interkerkelijke samenkomsten
van rooms-katholieken, doopsgezinden,
gereformeerden en hervormden. De
„allemanskerk" zal op elke eerste zon
dagavond van de maand worden gehou
den. Het programma bestaat uit vier
delen muziek door koor of orkest,
toespraak, koffie en discussie.
In de eerste serie spraken alleen le
ken, nu zullen ook enkele theologen het
woord voeren. Het zijn de bisschop van
Haarlem, mgr. dr. J. A. E. van Dode-
waard en ds. M. L. W. Schoch. Andere
sprekers in deze serie zijn Hirsch
Blum uit Krakau., burgemeester H. W.
H. Letschert van Medemblik, brigade
generaal H. M. Stam en mej. dr. M. A.
M. Klompé, lid van de Tweede Kamer.
De serie is geopend door ir. W. H.
Schoenmaker, directeur van Hoogovens.
mens kan eigenlijk alleen nog maar
gelukkig zijn als hij voor struisvogel
speelt. Beslotenheid is geen basis meer
voor veiligheid, de groeiende welvaart
leidt tot een' gevoel van zinloosheid. Dr.
Bonger meende dat het christendom
door de welvaart in een crisisperiode
is gekomen. „De dankbaarheid, die de
mens zou kunnen en moeten voelen is
niet zijn sterkste zijde" zei dr. Bonger.
„Het bestaan kan zinvol worden be
leefd indien de zelfontplooiing met
medemensen tot zelfverwerkelijking
kan leiden".
Jongeren tussen 18 en 30 jaar van de
Nederlandse afdeling van de Pax-
Christibeweging maken in het weekend
1920 juni voor de zesde maal de voet
tocht Amsterdam-Laren. Ouderen zul
len meetrekken als gesprekspartners.
Men maakt de tocht in groepen van on
geveer 25 personen, zogenoemde kapit
tels, elk met een eigen aalmoezenier.
Het gespeksthema luidt „Op weg naar
de wereld van morgen".
Zondagmiddag om half zes wordt in
de St. Jansbasiliek een gedialogeerde
avondmis gevierd samen met kardi
naal Alfrink, voorzitter van de Pax-
Christibeweging.
In „Renaissance en reformatie"
schotelt K. H. Neubig de lezer een
aantal fragmenten uit brieven voor.
Elk fragment wordt door hem met
een korte schets van de situatie, waar
in de brief moet worden geplaatst,
toegelicht. Natuurlijk geeft het boek
geen volledig beeld, maar dit heeft de
schrijver zich ook niet ten doel ge
steld. Wel kan worden gesteld dat het
noodt tot het lezen van meer littera
tuur over een zo belangrijke periode
in de geschiedenis van de mensheid.
Lize Stilma heeft een bijbels woorden
boek samengesteld, dat voor de prote
stantse en roomskatholieke jeugd zeker
bruikbaar is, al is het soms wel wat erg
beknopt. Als bijvoorbeeld Jesaja:
„Jesaja (P. C. Isaias) de profeet
(800 v. Chr.) preekte altijd over de lief
de van God voor de mensen. In het bij
belboek, dat naar hem heet, staan veel
dingen die hij heeft gezegd, maar het
is niet zeker of het wel door hem is
geschreven".
Merkwaardig, dat hier getwijfeld
wordt aan de authenticiteit, terwijl ach
ter Johannes staat dat hij zowel het
naar hem genoemde evangelie als de
openbaring heeft geschreven. Hierover
bestaan toch ook twijfels.
Voorts zouden korte omschrijvingen
van bijbelse begrippen als bekering, be
snijdenis, doopsel toch ook op hun plaats
zijn geweest. Zoals men bij Jesaja
ziet zijn de namen zowel „protestants"
als „rooms-katholiek" weergegeven.
Hoe men dit algemene karakter heeft
bewaard blijkt heel duidelijk uit de om
schrijving van Maria:
„Maria was de moeder van Jezus,
vrouw van de timmerman Jozef, ko
mende uit het geslacht van David. Ze
woonde in Nazareth en was een nicht
van Elisabeth, de moeder van Johannes
de Doper".
Wel wat erg beknopt als men ziet,
dat bijvoorbeeld Joab tweemaal zoveel
ruimte krijgt. Vraagtekens zal bij vele
protestanten de omschrijving bij Petrus
oproepen: „Op hem werd de gemeente
gebouwd".
Het boekje is dus heel aardig voor
degenen, die eens vlug een naam wil
len naslaan. Maar als men ziet, dat bij
voorbeeld ook woorden als „zonde",
„verzoening" „hemel" ontbreken, be
grijpt men dat het gebruik toch wel
heel erg beperkt is.
Vorig jaar publiceerden wij het „Hu
manistisch Credo" van de hoofdraads-
man van het humanistisch verbond in
het leger, de heer H. Lips. Het ver
bond heeft nu hierop een vervolg uitge
geven, dat de materie van alle zijden
belicht. Het boekje is „Humanistisch
Credo" genoemd, maar het bevat niet
alleen humanistische bijdragen. Zo vindt
men een beschouwing van P. Wiemers
S. J. over „Eigenlijk bestaat „God" niet
meer sinds de Christus" en van dr. H.
J. Heering over „Opstanding" dat on
middellijk wordt gevolgd door „Op
stand" van de heer Lips.
Dr. J. P. van Praag schreef een in
leiding voor deze brochure, die ook het
getuigenis van bisschop John Robinson
„Waarom ik het geschreven heb" om
vat.
Besproken publicaties:
„Renaissance en reformatie" door K. H.
Neubig (Uitgeverij In den Toren, Baarn).
„Bijbels woordenboek" door Llze Stilma
(Bigot en Van Rossum n.v., Blaricum).
„Humanistisch Credo" door dr. J. P. van
Praag, H. Lips, P. Wiemers. S. J. J. A. T.
Robinson en dr. H. J. Heering (Uitgave van
de humanistische geestelijke verzorging voor
de strijdkrachten).
Aan de Vrije Universiteit is tot doc
tor in de godgeleerdheid gepromoveerd
ds. L. Schuurman, gereformeerd predi
kant in Voorburg op een proefschrift
getiteld: „Confusio Regnorum; Studie
zu cinem Thema aus Luthers Ethik".
De promolor was prof. dr. J. van den
Berg.
Luthers leer van de twee rijken staat
de laatste tijd in het centrum van de
aandacht. In het bijzonder is dat het
geval met de vraag of met behulp van
deze leer allerlei vraagstukken uit het
gebied van de sociale ethiek op de juiste
wijze kunnen tvorden benaderd. In
zijn dissertatie geeft de promovendus
een overzicht van de twee rijken of
regimenten Gods, die Luther onder
scheidt: het wereldlijk en het geeste
lijk regiment. Het wereldlijk regiment
strekt zich uit over „politia", het hori
zontale leven der mensen in de sa
menlevingsverbanden, terwijl het gees
telijk regiment de ziel, het leven van
de mensen voor het aangezicht God op
het oog heeft.
In zijn tijd zag Luther bij het katho
licisme alsmede bij de doperse bewe
gingen (de „Schwarmer") pogingen
beide rijken te vermengen en door
elkaar te halen (de confusio). Hij keurt
dit ten sterkste af, omdat aldus de
auteur op deze wijze de eenheid
van Gods openbaring in schepping en
verlossing wordt aangetast, rechtvaar
diging en heiliging niet meer op de
juiste wijze worden onderscheiden en
het rijk Gods zijn eschatologische ge
halte verliest.