Een verhaal van hoop en belofte Afrikanen zijn heus niet zo goedgelovig meer iel? Humanisten in de moderne wereld Heeft de hond een z Boeken over leven Jehova's getuigen in nieuw gebou w Allemanskerk Voettocht van Pax Christi Luther-dissertatie ZATERDAG 17 APRIL 1965 Erbij PAGINA TWEE Onderwijslegers Geen dagblad Opleidingscentrum Mijn als toevluchtsoord Goede journalisten iimniiiimnnimiiiiiii Hele schepen vol tijdschriften en kranten komen recht streeks uit Peking aan in de havensteden van Afrika. Voor een paar dubbeltjes kocht ik in een van de honderden krantenwinkeltjes in Nairobi een prachtig geïllustreerd tijdschrift over China. Niet minder gul met deze ontwikke lingshulp zijn de Russen. Voor communistische propaganda over de hele wereld trok de regering in Moskou vorig jaar vijf miljard uit. Op een van de vele plezierige terrasjes aan de brede Vrijheidsboulevard in Leopoldstad, waar de ober voor een kwartje een hele kan koffie serveert, leg ik die cijfers voor aan een jonge Kongolese journalist. Hij glimlacht. „Het zal vermoedelijk wel kloppen. Zeker is in elk geval, dat ze ons hier in Afrika bombarderen met communistische lectuur. Maar of het veel uithaalt? Kijk, de mensen hier willen kranten geschreven door Afrikanen zelf. Daar grijpen ze naar. Lectuur van anderen vertrouwen ze steeds minder, onverschillig of die uit Moskou of uit New York komt. Want vergeet niet dat de Amerikanen zich hier ook uitsloven met wat je voorlichting noemt". Voor ife naar Afrika vertrok, hoorde Ik van iemand in Nederland een wrang grapje: de zending en de missie heb ben de mensen in Afrika lezen geleerd thans zorgen de communisten voor de lectuur. Na vier weken reizen in Afrika en tientallen gesprekken met journalisten, politici, kerkelijke leiders, drukkers en uitgevers moet ik zeggen dat die grap niet helemaal opgaat. Een tikje geamuseerd praten ontwik kelde Afrikanen over al die buitenland se propaganda. Mijn Kongolese collega op het terrasje in Leopoldstad zei: „De hele kwestie is dat ze in de gaten heb ben dat hier flink geld te verdienen is als je het goed aanpakt. Nog altijd. Vandaar die mooie tijdschriften en boe ken uit Moskou en Peking en New York. En neem het de Russen nu eens kwalijk, dat ze ook een vinger in de pap proberen te krijgen". We bladeren in 't laatste nummer van „Sovjet-news". Voorin een tirade tegen het kapitalisme van Amerika en Euro pa, die zich proberen te verrijken aan de arme negers. En verder? Prijzende artikelen over nieuwe Russische fototoe stellen, medische instrumenten, che mische produkten en turbines voor elek triciteitscentrales. „Ziet u, dat ligt er net iets te dik boven op. Zelfs de ge wone man hoeft er niet aan te twijfe len waar het de Russen om begonnen is", zegt de Kongolees. Nog nemen veel mensen, die net leer den lezen, in Afrika voetstoots aan dat iets waar is omdat het in de krant staat. Ongetwijfeld is voor de goedge lovige Afrikaan het communistisch ge schrijf niet helemaal zonder zin. Maar steeds minder Afrikanen zijn goedgelo vig. Een opmerking, die ik steeds weer te horen kreeg, kwam hierop neer: als Europa echt iets voor ons wil doen, laat het ons dan geen blaadjes sturen, maar ons helpen eigen drukkerijen en uitgeverijen op te bouwen en journalis ten op te leiden". De jonge staten van Afrika vechten verbeten tegen het analfabetisme. Hele legers jonge onderwijzers worden gere- cruteerd om in de binnenlanden leesles te geven aan volwassenen. Er zijn al landen in Afrika, waar op het ogenblik tachtig percent van de kinderen naar schobl gaat. Berekend is, dat er per jaar in Afrika drie tot vier miljoen nieuwe lezers bij komen. En wie lezen kan, leest graag en veel. Onder een lantaarn paal in Kameroens hoofdstad Yaounde zag ik jonge mensen, die de krant voor lazen aan hele groepen nieuwsgierigen, die zelf nog niet konden lezen. Veel leeslust dus. Maar in de lande lijke hoofdstad Kigali van de republiek Ruanda, midden in Afrika, is een oude stencilmachine in het studeerkamertje van de gereformeerde zendingspredikant J. van der Neut uit Nederland een van de voornaamste drukpersen van het he le land. Ruanda is zo groot als België en heeft vier miljoen inwoners. „Nee, een dagblad hebben we hier nog niet. Wel is er eenmaal in de veertien dagen een blad van de regeringsvoor lichtingsdienst. Ook de rooms-katholieke missie verspreidt een eigen orgaan. Maar verder moet mijn krantje het doen", zegt ds. Van der Neut. Het gestencilde blaadje van deze do minee bereikt duizenden mensen. Zijn nieuwsberichten luistert hij af van de wereldomroep en verder verzamelt hij wat uit buitenlandse kranten. Uiteraard publiceert hij veel kerknieuws, ook uit Ruanda zelf. En verder schrijft hij ar tikelen over de vraag hoe christenen positief kunnen meewerken aan de op- iwJaSaalKlS Een verhaal van hoop en beloften. Het Wachttoren Genootschap (Jeho vah's getuigen) heeft in Amsterdam, Voorburgstraat 10, zijn nieuwe kan toorgebouw in gebruik genomen. Het drie verdiepingen tellende gebouw, dat werd ontworpen door de Amsterdamse architect A. Staal, heeft inclusief de inventaris 1,35 miljoen gekost en is gefinancierd uit schenkingen en bij dragen van de getuigen. Veel van de inventaris is buiten Amsterdam door de leden zelf vervaardigd, waardoor de bouwkosten met ongeveer een vijfde konden worden verminderd. In het pand, dat vijftig meter lang en veertien meter breed is, zijn behalve de kantoren vele andere afdelingen, waar onder de bibliotheek, ondergebracht. Ook is er de „Koninkrijks Bedienings- school" gevestigd, het opleidingsinsti tuut voor „gemeente-opzieners". Dit zijn de verantwoordelijke leiders van de plaatselijke afdelingen van het ge nootschap, dat thans in ons land 214 afdelingen heeft. Er zijn in Nederland veertienduizend actieve leden, van wie ln Amsterdam 2500. Het officiële orgaan van het genootschap is het veertiendaagse tijdschrift „De Wacht toren" met een wereldoplage van 4,55 miljoen exemplaren in 68 talen. Lan delijk opziener is de heer P Kushnir. Jehovah's getuigen werken sinds 1909 in Nederland. In 1926 was het centrum van hun activiteit gevestigd in Amsterdam, later werd het verplaatst naar Haarlem. Dadelijk na de bevrij ding van Nederland in 1945 verhuisde men weer naar Amsterdam. bouw van hun land. Ook de informatie dienst van Ruanda helpt hem aan ko pij. Jongeren uit Ruanda hebben zelf in zijn blad het vraagstuk van de bruids schat aangesneden. In een van de mooiste nieuwe wijken van Kigali, midden in het heerlijke heu velland, laat ds. Van der Neut me zijn bouwterrein zien. „Hier willen we een jeugdhuis bouwen, en daar, vlak er naast, een kapel. En Iets verder een uitgeverij met, maar dat is nog niet ze ker, een drukkerij. Ik hoop toch zo, dat het lukt. We zouden er Ruanda een grote dienst mee bewijzen. De regering doet veel. We hebben hier, sinds het land zelfstandig is, volkomen vrijheid van godsdienst. Ze hebben ons zelfs gevraagd nu het onderwijs te gaan verzorgen aan een groot jongenscollege, dat hier aan de andere kant van het dal zal komen. De staat betaalt de salarissen". Voor negenhonderd jongens zal er plaats zijn op dit nieuwe college. Een eind buiten Kigali werkt de protestant- Voorgegaan door ds. Theodore Roose velt Kendall heeft de Oness pinksterge meente te Huntingburg (Indiana) vele maanden hard gewerkt om een oude verlaten kolenmijn gereed te maken als een toevluchtsoord als rampen de aarde zullen teisteren. De Oness pinkstergemeente telt veer tig lidmaten, die tezamen vier genera ties omspannen. De 29-jarige mevrouw Juanita Coo- mer zou een innerlijke stem hebben ge hoord die haar zei dat een tijd van grote verwoestingen naderde en dat de gelovigen een toevluchtsoord moesten gereedmaken met levensmiddelen voor twee weken. Bovendien, aldus deze stem moesten zij in hun woningen nog voor raden voor drie maanden aanleggen. De Afrikanen worden minder goed gelovig. se zending aan de vernieuwing van een groot middelbaar onderwijscentrum voor meisjes. En nu de jongensschool. Ds. van der Neut ziet er al toekomsti ge trouwpartijen in zitten. „Dit wordt dan tegelijk het begin van een ontwikkelde groep in de protestant se kerken. Begrijpt u, waarom ik me zo druk maak voor een goede krant, voor een drukkerij, voor een uitgeverij? Die jonge gezinnen vragen straks om lectuur". Goed, de drukkerij staat op de urgentielijst van de gereformeer de zending in Baarn en van de gezamen lijke actie „Brood voor het hart" van de Nederlandse kerken. Maar, volgende vraag, wie zullen in Kigali de kopij leveren voor de druk kerij, als die er zou komen? Volkomen eens is ds. Van der Neut het met mijn Afrikaanse collega uit Leopoldstad: „Mensen uit het land zelf en liever geen anderen". Naar Noord-Rhodesia, dat tegenwoor dig Zambia heet, moet ik reizen om te zien wat de kerken van Afrika in geza menlijk overleg en met hulp van bui ten, (ook van de vorige Nederlandse ac tie „Brood voor het hart"> doen om een antwoord te geven op deze vraag. Vlak bij Kitwe, in het bosachtige Mindolo, hebben zij een uitgebreid modern oecu menisch trainingscentrum opgezet. Daar vind ik in een fraai nieuw gebouw de opleidingsschool voor Afrikaanse journalisten. Jonge mensen, komende uit heel Afrika, krijgen hier gedurende een half jaar, dag in dag uit les in het schrij versvak. „Dertig leerlingen kunnen we hebben. Meer niet, want er is in de logiesgebouwen niet meer plaats. Wel honderd zouden we er kunnen krijgen, als we maar plaats hadden en... beur zen, want zo'n school als hief is niet goedkoop", zegt mij de Zweedse journa list Bengt Simonson, die rector is van de school. Ook een kleine kunstakade- mie vind ik in dit centrum. Afrikaan se jongeren, die er aanleg voor heb- De landelijke rust in het Engelse dorpje Chobham is verstoord door een kwellende theologische vraag: heeft een hond een ziel? Het begon toen een ac countant op de plaatselijke dierenbe graafplaats bij het graf van zijn Deense dog Aristoteles een kruis plaatste met het opschrift: „Hier ligt de edelste hond die ooit rondliep. Tot weerziens, ouwe kameraad". Sindsdien is het kruis verscheidene malen zwaar beschadigd en weggeslin gerd en heeft de beheerder van de be graafplaats twaalf anonieme brieven ontvangen, waarin gezegd wordt dat het plaatsen van een kruis op het graf van een hond heiligschennis is. Een Londense advocaat, die eveneens het plan heeft het graf van zijn hond van een kruis te voorzien, heeft olie op het vuur geworpen door te zeggen: „Een hond kan evenzeer een christen zijn als sommige mensen." De dorpspredikant, de rev. Oswald Roney Acworth, vindt: „Een hond kan geen christen zijn tenzij hij gedoopt is. Ik zie een predikant al een hond do pen Welke dwaze ideeën dieren vrienden al niet kunnen hebben." De strijd duurt echter voort. Bij de ingang van de dierenbegraafplaats is nu een bord geplaatst met de vraag of de dorpelingen bezwaren hebben tegen kruisen op de graven van dieren. Za terdag was de stand: 24 „ja" en 15 „nee". ben, leren hier tekenen en ontwerpen voor de publiciteit. Bengt Simonson ziet goede resulta ten van zijn werk. De eerste geslaag de kandidaten van Mindolo kregen reeds goede posities in de Afrikaan se krantenwereld. „Laatst zei een rij ke Zweedse dame tegen me: „Ik wil u wel geld geven voor de school, maar hoeveel mensen bekeert u per jaar?" Daar heb je het nu. Men be grijpt in Europa nauwelijks waar het om gaat in het moderne Afrika. Onze jongens leren wel degelijk hoe ze een bezinningsartikel kunnen schrijven. Maar ze moeten gewone goede jour nalisten worden. Dat wil zeggen: als Afrikaanse christenen kunnen schrij ven over alles, over politiek, over economie, over sociale vraagstukken", Bengt Simonson. „Van onze leerlin gen wordt in de krant commentaar verwacht op de duizenden vragen, die de Afrikaanse samenlevind in onze tijd stelt". Maar overstemt het tumult van de rebellen en de vechtersbazen in Afri ka al dit opbouwwerk niet? Ik sprak er over met de leerlingen in Mindolo. Een beetje geërgerd zei een van hen: „Als er op Cyprus moeilijkheden zijn, zeggen wij toch ook niet, kijk, daar heb je nu die Europeanen weer, al tijd maken ze herrie. U in Europa spreekt wel zo over Afrika. Zo gauw er bij u een stuk in de krant staat over rebellen in de Kongo, zegt u: „Zie je wel, van Afrika komt niets terecht." Dat is dwaas. Kleine groepen veroor zaken moeilijkheden, hoe kan het an ders in een werelddeel, dat zo stekk in opkomst is. Maar, als geheel is Afrika gezond, principieel gezond. Wij proberen er boven op te komen, ik kan u over Afrika een heel ander verhaal vertellen. Een verhaal van hoop en van beloften voor de toekomst. En help ons inmiddels van te klagen, die toe komst inderdaad goed te maken, want u kon daar wel eens evenveel belang bij hebben als wij". Jac. P. Looyen mm Morgen viert de christenheid het Paasfeest. Merkwaardig: wanneer men in ver zamelingen van religieuze kunst zoekt naar afbeeldingen van het paasgebeuren is dat een veel moeizamer werk dan wanneer het de geboorte of het lijden van Christus betreft. Dat komt overigens overeen met de praktijk, want in het westen heeft het paasfeest nooit dezelfde plaats ingenomen als Kerstmis en heeft de lijdensgeschiedenis ons meer aangesproken dan de opstanding. Hoe populair is niet Bach's passiemuziek, waartegenover met pasen geen equivalent staat. Het hierboven afgebeelde specimen van Romaanse kunst is niet een specifieke „Paus schildering". Maar toch hebben we de betekenis van het opstandingsverhaal zelden zo treffend uitgedrukt gezien als juist in deze „Hand Gods" uit de koornis van de San Clemente-kerk in Tahull, die nu in het museum voor Catalaanse kunst in Barcelona te zien is. Jezus, die opstaat uit het graf, en spoedig heen zal gaan om plaats voor zijn kinderen by de Vader te bereiden, is de overwin naar van de dood. De plaat zegt het duidelijk: „Grijp Zijn hand en Hij zal u met zich meenemen". Het Humanistisch Verbond heeft in Utrecht het tweejaarlijkse congres gehouden in het Jaarbeursgebouw. Voorzitter prof. Van Praag heeft er bij deze gelegenheid duidelijk op ge wezen dat het gaat om het leggen van de grondslag voor een nieuwe mense lijkheid. Bezinning en verdieping, publiciteit en voorlichting, geestelijke en humanistische vorming zijn daar voor nodig. Het congres was gewijd aan het humanisme in de moderne wereld en volgens dr. Van Praag zal de komende grote strijd gaan om de ziel, het zelfbewustzijn en de creativi teit van de buitenkerkelijke wereld. Een belangwekkende toespraak is op dit congres uitgesproken door prof. dr. ir. J. P. Mazure, die er op wees dat door het verloren gaan van tradities de mens zich enerzijds angstig voelt en anderzijds verdrukte of achtergestelde groepen kunnen emanciperen. Hij sprak over een functieverlies van de gods dienst, dat ontstaat door de weten schappelijke ontwikkelingen en de min dere waarde van de traditie. In het moderne denken staat het begrip van het heilige wat vreemd, vond prof. Mazure, die zei, dat zelfs God een dis placed person wordt. Franklin heeft hem beroofd van zijn bliksem, de mo derne astronomie van zijn woning. Ook in de rooms-katholieke kerk vindt een vrijzinniger stroming ingang, meent prof. Mazure. Hij juichte het toe dat de beginselen van het humanisme al door vele gelovige christenen zijn aan vaard. Hoe ziet prof. Mazure het humanis me? Hij gaf er een uiteenzetting van: „een poging om, met aanvaarding van het verlies aan bovennatuurlijke leiding in een algemeen menselijk waardebe sef een richtsnoer te vinden voor het menselijk handelen." Iedere humanist is zich ervan be wust, dat het er om gaat mee te wer ken aan een evenwichtige ontplooiing van de menselijke vrijheid en de maat schappelijke gerechtigheid, zei prof. Mazure. Dr. Bonger zei in een inleiding over de verwarring en onzekerheid van onze tijd over het grote nivelleringsproces dat in onze wereld aan de gang is. De In het witte kerkje van Winkel (Nrd- Holland) is de tweede serie begonnen van de interkerkelijke samenkomsten van rooms-katholieken, doopsgezinden, gereformeerden en hervormden. De „allemanskerk" zal op elke eerste zon dagavond van de maand worden gehou den. Het programma bestaat uit vier delen muziek door koor of orkest, toespraak, koffie en discussie. In de eerste serie spraken alleen le ken, nu zullen ook enkele theologen het woord voeren. Het zijn de bisschop van Haarlem, mgr. dr. J. A. E. van Dode- waard en ds. M. L. W. Schoch. Andere sprekers in deze serie zijn Hirsch Blum uit Krakau., burgemeester H. W. H. Letschert van Medemblik, brigade generaal H. M. Stam en mej. dr. M. A. M. Klompé, lid van de Tweede Kamer. De serie is geopend door ir. W. H. Schoenmaker, directeur van Hoogovens. mens kan eigenlijk alleen nog maar gelukkig zijn als hij voor struisvogel speelt. Beslotenheid is geen basis meer voor veiligheid, de groeiende welvaart leidt tot een' gevoel van zinloosheid. Dr. Bonger meende dat het christendom door de welvaart in een crisisperiode is gekomen. „De dankbaarheid, die de mens zou kunnen en moeten voelen is niet zijn sterkste zijde" zei dr. Bonger. „Het bestaan kan zinvol worden be leefd indien de zelfontplooiing met medemensen tot zelfverwerkelijking kan leiden". Jongeren tussen 18 en 30 jaar van de Nederlandse afdeling van de Pax- Christibeweging maken in het weekend 1920 juni voor de zesde maal de voet tocht Amsterdam-Laren. Ouderen zul len meetrekken als gesprekspartners. Men maakt de tocht in groepen van on geveer 25 personen, zogenoemde kapit tels, elk met een eigen aalmoezenier. Het gespeksthema luidt „Op weg naar de wereld van morgen". Zondagmiddag om half zes wordt in de St. Jansbasiliek een gedialogeerde avondmis gevierd samen met kardi naal Alfrink, voorzitter van de Pax- Christibeweging. In „Renaissance en reformatie" schotelt K. H. Neubig de lezer een aantal fragmenten uit brieven voor. Elk fragment wordt door hem met een korte schets van de situatie, waar in de brief moet worden geplaatst, toegelicht. Natuurlijk geeft het boek geen volledig beeld, maar dit heeft de schrijver zich ook niet ten doel ge steld. Wel kan worden gesteld dat het noodt tot het lezen van meer littera tuur over een zo belangrijke periode in de geschiedenis van de mensheid. Lize Stilma heeft een bijbels woorden boek samengesteld, dat voor de prote stantse en roomskatholieke jeugd zeker bruikbaar is, al is het soms wel wat erg beknopt. Als bijvoorbeeld Jesaja: „Jesaja (P. C. Isaias) de profeet (800 v. Chr.) preekte altijd over de lief de van God voor de mensen. In het bij belboek, dat naar hem heet, staan veel dingen die hij heeft gezegd, maar het is niet zeker of het wel door hem is geschreven". Merkwaardig, dat hier getwijfeld wordt aan de authenticiteit, terwijl ach ter Johannes staat dat hij zowel het naar hem genoemde evangelie als de openbaring heeft geschreven. Hierover bestaan toch ook twijfels. Voorts zouden korte omschrijvingen van bijbelse begrippen als bekering, be snijdenis, doopsel toch ook op hun plaats zijn geweest. Zoals men bij Jesaja ziet zijn de namen zowel „protestants" als „rooms-katholiek" weergegeven. Hoe men dit algemene karakter heeft bewaard blijkt heel duidelijk uit de om schrijving van Maria: „Maria was de moeder van Jezus, vrouw van de timmerman Jozef, ko mende uit het geslacht van David. Ze woonde in Nazareth en was een nicht van Elisabeth, de moeder van Johannes de Doper". Wel wat erg beknopt als men ziet, dat bijvoorbeeld Joab tweemaal zoveel ruimte krijgt. Vraagtekens zal bij vele protestanten de omschrijving bij Petrus oproepen: „Op hem werd de gemeente gebouwd". Het boekje is dus heel aardig voor degenen, die eens vlug een naam wil len naslaan. Maar als men ziet, dat bij voorbeeld ook woorden als „zonde", „verzoening" „hemel" ontbreken, be grijpt men dat het gebruik toch wel heel erg beperkt is. Vorig jaar publiceerden wij het „Hu manistisch Credo" van de hoofdraads- man van het humanistisch verbond in het leger, de heer H. Lips. Het ver bond heeft nu hierop een vervolg uitge geven, dat de materie van alle zijden belicht. Het boekje is „Humanistisch Credo" genoemd, maar het bevat niet alleen humanistische bijdragen. Zo vindt men een beschouwing van P. Wiemers S. J. over „Eigenlijk bestaat „God" niet meer sinds de Christus" en van dr. H. J. Heering over „Opstanding" dat on middellijk wordt gevolgd door „Op stand" van de heer Lips. Dr. J. P. van Praag schreef een in leiding voor deze brochure, die ook het getuigenis van bisschop John Robinson „Waarom ik het geschreven heb" om vat. Besproken publicaties: „Renaissance en reformatie" door K. H. Neubig (Uitgeverij In den Toren, Baarn). „Bijbels woordenboek" door Llze Stilma (Bigot en Van Rossum n.v., Blaricum). „Humanistisch Credo" door dr. J. P. van Praag, H. Lips, P. Wiemers. S. J. J. A. T. Robinson en dr. H. J. Heering (Uitgave van de humanistische geestelijke verzorging voor de strijdkrachten). Aan de Vrije Universiteit is tot doc tor in de godgeleerdheid gepromoveerd ds. L. Schuurman, gereformeerd predi kant in Voorburg op een proefschrift getiteld: „Confusio Regnorum; Studie zu cinem Thema aus Luthers Ethik". De promolor was prof. dr. J. van den Berg. Luthers leer van de twee rijken staat de laatste tijd in het centrum van de aandacht. In het bijzonder is dat het geval met de vraag of met behulp van deze leer allerlei vraagstukken uit het gebied van de sociale ethiek op de juiste wijze kunnen tvorden benaderd. In zijn dissertatie geeft de promovendus een overzicht van de twee rijken of regimenten Gods, die Luther onder scheidt: het wereldlijk en het geeste lijk regiment. Het wereldlijk regiment strekt zich uit over „politia", het hori zontale leven der mensen in de sa menlevingsverbanden, terwijl het gees telijk regiment de ziel, het leven van de mensen voor het aangezicht God op het oog heeft. In zijn tijd zag Luther bij het katho licisme alsmede bij de doperse bewe gingen (de „Schwarmer") pogingen beide rijken te vermengen en door elkaar te halen (de confusio). Hij keurt dit ten sterkste af, omdat aldus de auteur op deze wijze de eenheid van Gods openbaring in schepping en verlossing wordt aangetast, rechtvaar diging en heiliging niet meer op de juiste wijze worden onderscheiden en het rijk Gods zijn eschatologische ge halte verliest.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1965 | | pagina 16