r
yiiouw
Mijn man heeft
heel gewoon
promotie gemaakt
IEDER ZIJN VRIJHEID IN
HET MODERNE INTERIEUR
Kersverse ministersvrouw Trimus Vrolijk:
Dasspeld komt
weer terug
TENNISMODE MET EEN ROMANTISCHE TIC
ZATERDAG 24 APRIL 1965
Erbij
PAGINA ZEVEN
door A. A. PATIJN
Binnenhuisarchitect
Vrije tijd
Socialistische idealen
IN TWINTIG JAREN woningnood
kreeg een derde van alle gezinnen in
Nederland een nieuwgebouwde wo
ning tot zijn beschikking; van de drie
miljoen huizen die ons land nu rijk is,
werden er één miljoen na 1945 ge
bouwd. Er is dus toch wel iets bereikt
en hoewel we van de woningnood
diep doordrongen zijn, moet het ons
toch van het hart dat hier iets tot
stand gebracht werd dat de moeite
van het overdenken waard is.
■T-T-
-
9ËËSMÊêmÈÈÊSgmËSÊÊÊËMÊʧÊi
(Van onze correspondent)
DEN HAAG (GPD). Op straat maakte ik ken
nis met mevrouw Truus Vrolijk, sinds tien dagen echt
genote van de minister van Cultuur, Recreatie en Maat
schappelijk Werk. Niet sinds tien dagen echtgenote van
mr. Maarten Vrolijk natuurlijk. Het echtpaar heeft al grote
kinderen: Madeion 17, Marco 15 en Eva van 13 jaar. Voor
haar portiek aan het Haagse Pomonaplein stond ze met
een buurvrouw te praten. „O, bent u daar? Ach, wilt u dit
even voor me vasthouden? Als u nou deze boodschappen
voor me draagt, dan hou ik nog een hand over om de auto
op slot en de huisdeur open te doen. Loopt u maar vast
naar boven". En ondertussen stapelde ze vijf, zes zakjes
op mijn verslaggeversbloknoot en beende de hoek weer
om, naar waar haar autootje stond. Ik weet niet of de
nieuwe minister 's avonds biefstuk gegeten heeft, maar
als dat zo was geniet ik de eer die naar boven te hebben
mogen dragen.
EN DAT IS dan meteen mevrouw
Vrolijk ten voeten uit: hartelijk, on
gecompliceerd en vlot in de omgang,
zonder ook maar het geringste zweem
van „kouwe drukte" omdat ze nu op
eens ministersvrouwgeworden is.
„Nee hoor, ik blijf gewoon", bevestigt
zij ten overvloede op een vraag in die
richting. „Mijn man trouwens ook.
Niets van dat gedoe van excellentie
en zo, daar houden wij niet van". En
om te onderstrepen hoe groot haar
antl-statusgevoel wel is, flapt ze haar
tong naar buiten en trekt een vies
gezicht. „Waarom trouwens?"
NAAR DE MENING van mevrouw
Vrolijk heeft haar man gewoon promo
tie gemaakt. Een mooie promotie na
tuurlijk, van journalist en kamerlid via
een Haagse wethouderszetel opgescho
ven op de politieke ladder naar een
baan met nog groter verantwoordelijk
heid. maar zo zijn er in het bedrijfs
leven bijvoorbeeld ook. Daarom: ge
woon blijven. Zij vindt het danook hele
maal niet nodig om te verhuizen en
blijft van harte graag haar gezellige
woonbuurt en haar tweede-etagewoning
die overigens tien kamers telt, trouw.
„Nee, neem nou het Catshuis. Heerlijk
om in te wonen natuurlijk, maar dan
particulier. Niet met de kans dat je er
over twee jaar weer uit moet. Dat lijkt
me zo sneu. We zouden hier wel graag
nog eens centrale verwarming hebben.
Hebt u het niet koud? De kachel kan
niet branden, want er moet een h-pijp
op het dak, zegt de loodgieter. Ik snap
er niets van waarom dat nou ineens
moet. We wonen hier nu vijf jaar en
nooit last gehad. Enfin en dan
wandelt ze al weer weg door de bloe
menzee in de riante suite, want ze kan,
zegt ze zelf, geen twee minuten stil
zitten. Op de gang heeft hond Trix het
kennelijk aan de stok met twee angora
poezen en daar moet even iets aan ge
daan worden; door het geblaf is er
geen woord meer te verstaan.
van de kleuter, de pick-up van de tie
ner waarbij hij languit op de vloer wil
liggen, het rennen met heerlijke spij
zen naar de tafel, of het irriterende
ijsberen van de volwassene, wat inder
daad allemaal belangrijker is dan een
dure tafel of een zondagse bank met
franje. Die kunnen juist beter een se
cundaire plaats innemen opdat het
menselijk leven zich als een primaire
aangelegenheid in huis (!j~ ontplooien
kan en het beruchte zitten, eten en sla
pen niet tot een eigenaardige hoofdzaak
wordt. De vorm van onze meubelen zal
zich in de komende generaties noodge
dwongen méér en méér aan de heden
daagse levenswijze aanpassen; trou
wens er zijn al tafels met bladen van
effen, kleurig linoleum of formica dat
afgewassen kan worden na heerlijke
knutselpartijen, banken die niet pre
cies in het midden van de kamer hoe
ven te staan en wandmeubelen waar de
groeiende boekenschat zowel als de te
levisie én het servies uitstekend in ver
enigd kunnen worden.
De veranderingen die het leven onder
gaat werken langzaam maar zeker dóór
in onze manier van wonen en in de
bruikbaarheid van onze meubelen.
Langzaam, zó langzaam dat de „ge
paste eerbied" waarmee zo vele deftige
meubelen vroeger benaderd moesten
worden, nog eerder verdwenen is dan
de deftige kabinetten, penantkastjes en
bibelotjes, die hun leven nog een beet
je trachten te rekken.
Andere meester, andere wetten luidt
een spreekwoord, dat óók in dit ver
band wel "ens toepasselijk zou kunnen
zijn
van de A.J.C. heeft leren kennen, maar
dat blijkt mis te zijn: „Nee hoor, stel je
voor! Mijn man komt uit een orthodox
protestants milieu in Scheveningen. De
A.J.C.In heel die grote Vrolijk-familie
is hij toch al zo'n buitenbeentje." Zelf
is zij geboortig van Cheribon op Java,
waar zij tot haar tiende jaar heeft ge
woond. Ze spreekt Maleis en gaat er
prat op uit het vooroorlogse Indische
leven de losse levenstrant te hebben
overgehouden. „Van veel organiseren
hou ik niet, hoor. Niet alles regelen,
liever improviseren. Ik weet om kwart
voor zes nog niet wat ik om half zeven
zal eten. Laat? Weinee, mijn man is
nog nooit voor zevenen thuis geweest.
Dat zal nu wel niet anders worden."
SPIJTIG VINDT ZIJ het, dat mr.
Vrolijk niet langer dan twee jaar wet
houder voor Onderwijs, Kunst- en Sport
zaken heeft kunnen zijn. „Er was nog
zoveel te doen. Voor de artiesten bij
voorbeeld. Hoe moet je die helpen? Je
wilt dat ze een menswaardig bestaan
hebben en niet verhongeren, maar je
kan toch niet zeggen: hier heb je een
weekloon, ga nou maar van negen tot
vijf schilderen? En dan de sport! Die
gaat ons allebei heel erg ter harte. We
zijn er gek op. Ja, ik tennis". Daarbij
wijst zij op een dikke, omzwachtelde
knie. Ze is pas terug uit het ziekenhuis,
waar ze zich aan een tennisknie heeft
laten opereren. Maar het is tegenwoor
dig bon ton om iets aan het been te
hebben en 'n gezwachtelde knie is voor
een ministersvrouw dus wel het minste.
Bij het weggaan voegt ze mij op de
overloop toe: „U maakt het wel een
beetje met me, hè. Ik flap er soms zo
van alles uit Ze kan eigenlijk nog
niet goed wennen aan haar niet hele
maal meer te loochenen positie. Mis
schien went dat wel nooit. Mevrouw
Vrolijk doet er namelijk niet zo erg
haar best voor. En feitelijk heeft ze
schoon gelijk.
De goudsmeden gaan opnieuw de
dasspeld lanceren. Aldus het aprilnum
mer van het vakblad „Edelmetaal". De
Nederlandse man blijkt opeens weer be
langstelling te hebben voor dit typische
sieraad.
De dasspeld was jarenlang in allerlei
uitvoeringen een onontbeerlijk bijou
De crisisjaren maakte aan het gebruik
van de dasspeld, evenals aan dat van
andere sieraden, echter een eind. Nu
de welvaart is teruggekeerd, is het ver
klaarbaar dat er weer vraag is naar
deze prijzige opsmuk.
symmetrie en traditie ieder gezin in
een keurslijf dwongen, waar eigen voor
keur of nieuwe ideeën niet aan te pas
kwamen. Waar geen enkele verande
ring, groei noch ontwikkeling kon ont
staan zonder „gevestigde gewoontes"
te verbreken. En dat was dan niet zo
mooi, want „anders dan anderen" was
er toen niet bij! De moderne kamer is
tegenwoordig uit „zones" opgebouwd,
die weliswaar het gezin in één ruimte
verenigen maar als een eenheid
in verscheidenheid, wat een erkenning
van de grotere vrijheid van de ander
inhoudt. Door deze „zones", die uit een
eethoek, een zitgedeelte of televisiehoek
kunnen bestaan, enigszins te scheiden
bijvoorbeeld met een hoge plant, door
de bank of de eettafel dwars op de
muur te plaatsen of door de kamer in
L-vorm te bouwen, kunnen de vrije-
tijds-activiteiten wat meer tot ontwik
keling komen zonder anderen er in te
betrekken of te hinderen.
De mens met zijn hobby's is het
thema geworden wgar tegenwoordig in
het wonen alles om draait, de mens
heeft de plaats ingenomen van de
pronkstukken die hem vroeger met on
verbiddelijke symmetrie en staatsie tot
aanpassing en „gepaste eerbied" dwon
gen.
NU WE toch over de mens spreken
als centraal thema in het moderne wo
nen, kunnen we er niet onderuit meer
dere aspecten de revue te laten passe
ren. We mochten anders eens denken
dat een fraaie salontafel tóch eigenlijk
belangrijker is dan de poppewagen
van heel wat scheidingswanden één
deel van de dagelijkse woonruimte. Ook
de centrale opstelling van tafel of bank
stel moest letterlijk het veld ruimen
voor een meer originele en doelmatige
indeling van de kamer. Maar de groot
ste verandering onderging de positie
van de mens zélf in het moderne wo
nen.
De mens is in het moderne interieur
ongetwijfeld méér heer en meester ge
worden dan in voorbije tijden, toen
vindt mevrouw Vrolijk heel moeilijk.
Madeion heeft plannen om na haar eind
examen straks naar Parijs te gaan om
Frans te leren aan de Sorbonne: „Ze is
pas zeventien, maar wat moet je? Mis
schien kan ze bij een diplomaat in huis
als kinder-oppas of zoiets." Marco, vijf
tien, bespeelt de drums in zijn gym
nasiumband „The Blubs". „Horen en
zien vergaat je als ze hierboven aan het
oefenen zijn. Je vraagt je wel eens af:
moet dat nou allemaal? Maar dan vind
ik het toch maar weer goed, want zo
hou je ze tenminste thuis. In dat ge
slier langs de straat steekt niets goeds.
Soms krijgen ze geld voor een avondje
optreden, maar ik heb gezegd: ten eer
ste speel je alleen voor bekenden en ten
tweede gebruiken jullie dat geld voor de
band. Om er een versterker voor te ko
pen of een nieuw instrument." Dertien
jarige Eefje, ook op het gym, baart
kennelijk minder zorgen, want van haar
hoor ik niets, behalve dan dat ze haar
op straat geplaagd hebben met het mi
nisterschap van haar vader. „Geeft
niets, gaat wel weer over, hoor," vindt
mevrouw Vrolijk. „Net zo als met die
kleren. Dat is ook zo'n rage van die
kinderen. Dan willen ze ineens allemaal
zwarte kousen en een jekkertje of zo'n
malle cape. Nou, laat ze. Toen ik zes
tien was zei ik toch ook tegen mijn
moeder, dat ik voortaan alleen maar
zwart wou dragen. En wat hoor ik m'n
moeder nog zeggen: „Kind, je lijkt wel
gek!"
KORDAAT ALS ZE is en in de een
voudige trui met rok die ze deze mid
dag draagt, lijkt mevrouw Vrolijk het
type dat haar man aan de kampvuren
MEVROUW VROLIJK komt er graag
voor uit, dat ze haar man zeer na staat
in diens socialistische idealen, maar
toch ziet ze de ontwikkeling van de wel
vaart met enige zorg aan. „Misschien
gaat het allemaal een beetje te vlug.
Begrijp me goed, ik vind het absoluut
noodzakelijk dat iedereen een behoor
lijk loon verdient en een wasmachine
heeft. Als het kan nog met een brom
mer en een teevee erbij. Maar laten de
mensen dan toch asjeblieft ook blijven
werken. Om een snee in je duim met
een maar in de ziektewet te gaan lopen,
dat vind ik iets verschrikkelijks. En
dan de eisen, die de jongelui tegen
woordig durven stellen. Toen ik in de
oorlog bij „Voedselvoorziening" m'n
eerste baantje als secretaresse kreeg
had ik met heel mijn h.b.s.-b en m'n
Schoeversdiploma 45,- in de week en
dat vond je nog veel ook!"
Kinderen goed opvoeden in deze tijd
De romantische „tic", die de mode
deze zomer heeft meegekregen, is ook
niet aan de tenniskleding voorbijge
gaan. Dat is wel duidelijk bij deze
drie modellen van de bekende En
gelse ontwerper voor sportkleding,
Teddy Tinling. Rechts: een pakje, dat
bestaat uit een gehaakt lijfje en een
kort klokrokje. De gehaakte kousen
boven de knie horen er beslist bv-
Links: Twee rokbroeken met een
brede ceintuur, en hoge blouses met
boordjes. Ook hier weer de nadruk
op het been. Langs het boord van de
kniekousen loopt een kantje.
OOK OP het punt van de accommoda
tie van het wonen zijn belangrijke ver
beteringen geboekt; ruimte en licht ge
ven het huis van onze tijd een verfris
send nieuw aanzien, terwijl eenvoud en
doelmatigheid het meer leefbaar ma
ken. De nieuwe ideeën die de achter
grond van deze verbeteringen vormen,
werden voor velen in de jongere gene
ratie reële begrippen en een deel van
hun leven. Grote veranderingen in de
levenswijze, grote veranderingen in het
wonen kenmerkten de afgelopen twin
tig jaar en zo zal óók de komende perio
de een evolutie te zien geven waar we
nu nog vrijwel geen idee van hebben.
Steeds meer vrijheid en vrije tijd
zullen hun uitwerking niet missen en
vooral de woning zal een object worden
waar zowel de vrijere opvattingen als
de vrijetijdsbesteding tot hun recht zul
len moeten komen.
DE VRIJERE opvattingen van het
wonen hebben in de eerste plaats ze
kere tradities doen vervagen. De salon
bijvoorbeeld raakte als representatieve
kamer gelukkig een beetje in het ver
geetboek en werd door het uitbreken
Links: wonen vroeger.
Rechts: wonen nu.