BEZETTING EN BEVRIJDING VAN VELSEN
Verwoest en
beschadigd
OP EERSTE PINKSTERDAG 1940
VERTROKKEN PRINSES, PRINS EN
PRINSESJES UIT IJMUIDEN
PA ZAAL MISTE DE CANADEZEN,
MAAR ZAG VIJAND VERTREKKEN
CLSEn
HERINNERING AAN BEVRIJDING
EN DONKERE JAREN VOORAF
ZATERDAG 1 MEI 1965
Erbij
PAGINA TWEE
Arrestaties
Eerste doden
Vlucht via IJmuiden
VELSEN
■A 7
v yr'ïif**
Paniek
J. Kosak
4
Geallieerde vliegtuigen boven de Rijksweg in Santpoort-Noord.
OVER DE GEBEURTENISSEN in de gemeente Velsen in de meidagen
van het jaar 1940 laten wij hier een overzicht volgen. Het is een beknopt
overzicht, samengesteld naar gegevens uit de dagrapporten van de politie en
voorts uit mededelingen die werden verstrekt door leden van het politiekorps
die in die dagen in dienst waren.
REEDS IN APRIL 1940 vreesde men
kennelijk een aanval op het strategisch
zo belangrijke IJmuiden, vanuit zee de
toegangspoort tot het handels-, finan
ciële en industriële centrum Amsterdam
de hoofdstad des lands. Aldus werd in
die maand de zo genoemde „zeeverduis
tering" gelast. Dit geschiedde op last
van de militaire autoriteit, in dit geval
uiteindelijk door de commandant van
de „Positie IJmuiden". Die zeeverduis
tering hield in, dat geen lichten zicht
baar mochten zijn in en bij de havens
van IJmuiden en op en rond het Noord
zeekanaal. Kortom: een groot gedeel
te van het stadsdeel IJmuiden moest
snachts geheel verduisterd blijven.
TER GERUSTSTELLING van de bur
gerij en om het moreel van de militai
ren hoog te houden, had op de derde
mei een défilé plaats van alle in het
garnizoen IJmuiden gelegerde leger
eenheden. En in de avond van die dag
werd in de Minister Lelylaan een grote
taptoe gehouden.
De spanning onder burgers, politie en
militairen nam met de dag toe, tot op
10 mei de climax werd bereikt: de oor
log was uitgebroken!
Het gehele politiekorps te Velsen
werd geconsigneerd: alle politiemannen
waren zowel overdag als 's nachts.in
dienst.
Om 2.35 uur werd vanaf het bureau
C. P. IJ. (het hoofdkwartier van de
commandant Positie IJmuiden) kennis
gegeven, dat de algehele verduistering
was ingetreden.
Van de regering werd de opdracht
ontvangen, dat moest worden overge
gaan tot de arrestaties van Rijksduit
sers. De politie te Velsen rekende daar
op ongeveer 125 mannelijke Duitsers,
tussen de zestien en 65 jaar oud, in.
Deze gearresteerden werden onderge
bracht in het ulo-schoolgebouw aan het
Tiberiusplein in IJmuiden, dat onder be
waking werd gesteld van de politie.
Drie uur later bereikte de politie het
verzoek van de C.P.IJ. om de „gevaar
lijke Nederlanders, die daarvoor in aan
merking kwamen" te arresteren. Het
ging hier om ongeveer 25 personen. Al
len werden aangehouden en ze zijn la
ter overgebracht naar de strafgevange
nis te Hoorn.
Op de woningen van de achtergeble
ven gezinnen werd doorlopend politie
toezicht gehouden, deels met het oog op
eventuele contacten, maar ook om zo
nodig bescherming te kunnen bieden
tegen molestaties.
Enige dagen eerder was er al een
lastgeving uitgegaan aan alle ingezete
nen van de gemeente Velsen om alle
vuurwapenen, die zij in het bezit moch
ten hebben, onverwijld in te leveren
bij de politie. Maar de militaire auto
riteiten waren kennelijk niet gerust met
het resultaat. Daarom gaven zij last tot
huiszoeking naar mogelijk nog verbor
gen wapens en munitie. De politie voer
de deze opdracht zorgvuldig uit en vele
woningen werden uitgekamd. Het uit
eindelijk resultaat was, dat op 't hoofd
bureau van politie een zeer groot aan
tal vuurwapens van allerlei model en
kaliber werd gedeponeerd.
Zoals begrijpelijk is, speelden in die
dagen de zenuwen menigeen parten. En
Gedurende de tweede wereld
oorlog zijn in de gemeente Vel
sen niet minder dan 3190 wonin
gen totaal verwoest. Beschadigd
werden 4600 woningen. Negen
schoolgebouwen gingen in puin
en 31 liepen min of meer ern
stige schade op. Twee kerken
veranderden in puinhopen en
tien kerken werden beschadigd.
De droeve balans laat voorts
zien: 159 andere gebouwen
verwoest en 363 beschadigd.
Ruim tienduizend vierkante
meter glas ging aan gruzelemen
ten. Wat in Velsen verwoest
werd is op bijgaand kaartje in
zwart aangeduid. In het oosten
(rechts beneden op de kaart) de
door de Dutisers gegraven tank
val.
zo kwamen er bij de politie meldingen
binnen betreffende het afschieten van
lichtkogels en het geven van lichtsigna
len, die niet altijd op waarheid berust
ten. Uiteraard stelde de politie in alle
gevallen een onderzoek in.
REEDS OP de elfde mei vielen er
doden in IJmuiden. Een mijnenveger
van de Koninklijke Nederlandse Marine
liep op een mijn. Dit gebeurde op het
Noordzeekanaal, tussen de spoorbrug
en de' kleine sluis. De hevige explosie
eiste het leven van niet minder dan
acht opvarenden op. Het onfortuinlijke
oorlogsschip zonk.
Op diezelfde dag waren berichten
binnengekomen, dat omstreeks 18 uur
parachutisten waren uitgesprongen bo
ven Velsen-Noord, in de Velserpolder
en boven Duin en Kruidberg.
EEN TWEEDE drama in de „IJmui-
dense wateren" voltrok zich reeds de
volgende dag. 't Was nog voor de mid
dag, toen het Nederlandse stoomschip
„Van Renselaer" zich binnen de pieren
van IJmuiden bevond. Het schip moet
toen op een mijn zijn gelopen. Het zonk
op een plaats, die aanvankelijk na de
bevrijding geen al te grote overlast
bezorgde aan de scheepvaart; maar la
ter deed het dit wel en bij de huidige
uitdieping van het water binnen de pie
ren en de verbreding van de vaargeul
is het wrak, ten koste van veel geld
en moeite, op zodanige diepte de bo
dem ingewerkt, dat schepen met zeer
grote diepgang er veilig over kunnen
varen.
Er vielen bij de ondergang van de
„Van Renselaar" geen doden te betreu
ren. Maar er waren wel gewonden. Zij
werden overgebracht naar het Antonius
Ziekenhuis in IJmuiden.
ZOALS LATER in de avond zou blij
ken, kon het dagrapport van de politie
te Velsen van de 12de mei 1940 niet
worden afgesloten met de vermelding
van de feiten met betrekking tot de
ramp met de „Van Renselaar".
Het was immers nog 12 mei, toen
prinses Juliana, haar echtgenoot en
twee kinderen in de gemeente arriveer
den om in het Raadhuis van Velsen de
gelegenheid af te wachten, dat het gezin
zich kon inschepen aan boord van de
„Codrington", een torpedojager van
de Royal Navy, die de drie prinsessen
en de prins veilig naar Engeland zou
varen.
Het spreekt vanzelf, dat in verband
met deze evacuatie, die diep geheim
moest worden gehouden, uitgebreide
politiemaatregelen moesten worden ge
nomen.
De Britse torpedobootjager lag in de
grote sluis. Om hoe laat precies de
„Codrington" tussen de pieren van IJ
muiden voer om zee te kiezen, staat
niet met zekerheid vast, maar het
moet tussen 21.00 en 23.00 uur ge
weest zijn.
De „Codrington" bracht de gevaar
lijke reis over met mijnen bezaaid wa
ter tot een goed einde en dit was toch
wel het belangrijkste.
OP DE dertiende mei heeft IJmuiden
een enorme stroom van Joden te ver
werken gehad. Minstens drieduizend in
doodsangst voor de wrede vijand ver
kerende Joden waren, hoofdzakelijk
per auto, naar IJmuiden gevlucht. De
ze landgenoten kwamen niet alleen uit
Amsterdam, maar verder ook uit an-
OP ZONDAG, 12 mei 1940 het was
eerste Pinksterdag beleefde IJmui
den zijn eerste bominslag. De materië
le schade was groot. Doordat evacuatie
eerder had plaatsgehad, vielen er geen
persoonlijke ongelukken bij te betreu
ren.
De 12e mei, omstreeks 21 uur, ver
trokken prinses Juliana, prins Bern-
hard en de prinsessen Beatrix en Irene,
na een korte rustpauze in het Raadhuis,
van IJmuiden naar Engeland aan
boord van de Britse torpedojager „Co
drington".
Een aantal joden slaagde er die
dag in naar Engeland over te steken.
Twee dagen later ontstond paniek in
IJmuiden. Geruchten deden de ronde,
dat de IJmuidense Sluizen, de Spoor
brug, Hoogovens en het Fort zouden
worden opgeblazen.
Nog twee dagen later trok de Duitse
bezetting IJmuiden binnen.
OP 18 MEI 1941 ging het gerucht,
dat de gehate Führer dood was en het
publiek te IJmuiden liep te hoop. Groot
was de teleurstelling, toen het gerucht
niet waar bleek te zijn.
In februari 1941, op de 26ste februari,
braken in Velsen stakingen uit, in ver
band met de arrestaties van joden in
Amsterdam.
Aan de werkzaamheid van Velsens
gemeenteraad en van burgemeester en
wethouders kwam op 1 september van
genoemd jaar een einde.
In het jaar daarop begon op bevel
van de Duitse legerautoriteiten het gra
ven van tankgrachten. Ook in dat jaar
werd oud-IJmuiden geëvacueerd.
De grote evacuatie begon op 5 decem
ber 1942. Eeveneens op die datum werd
brand gesticht in het Raadhuis.
Vier inwoners van Velsen zijn op de
2de februari 1943 door de Duitsers ge
fusilleerd.
Het bombardement dat elf dagen la
ter, op de 13de februari, volgde, had
tot gevolg, dat vier woonhuizen ver
woest en 253 huizen beschadigd wer
den. Bij latere bombardementen, op 2
mei tweemaal en op 3 mei, vielen
slachtoffers. Bij de P.E.N. waren er
drie doden te betreuren. Op 14 mei en
16 december vielen brandbommen. Er
werd 190 maal luchtalarm gemaakt tij
dens deze bombardementen.
IN 1943 werden ten gevolge van bom
bardementen 351 percelen zwaar be
schadigd. De terugvoering van het Ne
derlandse leger in krijgsgevangen
schap gaf aanleiding tot stakingen.
Twee inwoners van de gemeente wer
den op 2 mei gefusilleerd.
De bezetter gelastte op 1 juni 1943 de
inlevering van alle radiotoestellen.
IJMUIDEN onderging op 26 maart
en 24 augustus opnieuw zware bombar
dementen. Velsen-noord beleefde op 16
april van dat jaar een grote razzia.
Het opblazen en slopen van een groot
aantal woningen in Velsen-noord begon
na de ontruiming op 19 september van
Velsen-noord en IJmuiden. Op 24 en 25
november brandde Huize Rooswijk af.
Als represaille voor de aanslag op
Rauter is op 8 maart 1945 een ingeze
tene van Velsen door de Duitsers dood
geschoten.
De eerste twee Canadezen in Santpoort.
IN HET HUIS Kerkweg num
mer 23 in Santpoort-Noord
woont het echtpaar Zaal-Marijt. De
Zaals zijn geen Santpoorters van ge
boorte: hij komt uit de buurt van
Breukelen, zij is van Noordwijk-
Binnen. Maar al kort na hun huwelijk
vorig jaar, op 30 juli, vierden zij
hun gouden bruiloft bracht schoen
maker Zaal zijn bruid naar Santpoort,
waar hij zich enkele maanden eerder
had gevestigd. Daar, in Santpoort-
Noord, hebben de Zaals twee wereld
oorlogen „uitgezeten".
DE HEER ZAAL oefent al een halve
eeuw het beroep van schoenmaker niet
meer uit. Hij kwam in 1914 bij de
tm&L MO.ÖOQ
r«<XS*'<V»A:
dere delen van Nederland. Zij probeer
den van IJmuiden uit naar Engeland
over te steken. Veel hadden zij niet
bij zich; het waren niet meer dan en
kele in grote haast bij elkaar geraapte
bezittingen.
Helaas is het maar weinigen gelukt,
zich van hieruit in te schepen naar het
land, waar de meedogenloze Joden-ver
volgers nooit zouden komen.
Hoe weinigen er wel zo gelukkig zijn
geweest, is niet meer te achterhalen.
Maar het zullen er niet meer dan en
kele tientallen zijn geweest. Na die
dertiende mei zijn ruim vijftig perso
nenauto's in de omgeving van de IJmui-
der Vissershaven onbeheerd aangetrof
fen... Deze auto's werden overgebracht
naar het hoofdbureau van politie.
IN DE AVOND van de veertiende
mei, na de capitulatie, maakte zich een
paniek meester van de bewoners van
IJmuiden-West en IJmuiden-Oost op
het gerucht, dat -het Fort en de sluizen
de lucht in zouden vliegen. Een steeds
groter wordende mensenmassa vluchtte
vanuit deze delen der gemeente naar
de duinen; een andere stroom van met
angst vervulde IJmuidenaren bewoog
zich in de richting van Driehuis en
verder naar Santpoort, waar zij meen
den veiliger te zijn.
Slechts met de grootste moeite kon
den deze mensen door het zoveel mo
gelijk op straat gezonden politieperso
neel, versterkt door ongeveer honderd
militairen, enigszins tot kalmte worden
gebracht. Maar het duurde tot de
straatverlichting was aangestoken, dat
de rust wederkeerde.
DIE DAG na de capitulatie is het
stoomschip „J. P. Coen" in de haven
van IJmuiden gezonken. Deze keer was
het geen mijn, die een goed Nederlands
schip naar de zeebodem zond. De
„Coen" is doelbewust tot zinken ge
bracht. In opdracht van de Nederland
se marineautoriteiten, die het noodzake
lijk achtten, dat de haveningang werd
versperd. Vooral dit wrak heeft na de
oorlog grote moeilijkheden opgeleverd
voor de toegang tot IJmuiden; maar
ook deze zijn, sinds kort, achter de rug.
OP DE 15de mei en de daarop vol
gende dagen werden door de politie te
Velsen behalve de reeds vermelde
auto's, zeer veel achtergebleven goede
ren en koffers geborgen. Ook... een gro
te hoeveelheid geweren, munitie en an
dere voorwerpen, door de Nederlandse
militairen op diverse wegen en terrei
nen achtergelaten.
Gedurende deze oorlogsdagen kwa
men, volgens de politierapporten, zes
gevallen van zelfmoord voor.
Pertinente aanwijzingen omtrent het
vervoer van grote hoeveelheden juwe
len of goud zijn bij de politie niet be
kend.
Dankbaar Santpoort.
„ALS HERINNERING aan het
bevrijdingsjaar en aan de daaraan
voorafgaande donkere jaren verdient
het, naar onze mening, aanbeveling
het plein waaraan het raadhuis zal
verrijzen de naam te geven van Plein
1945".
Aldus is te lezen in het Gemeente
blad van Velsen nummer 85, gedateerd
4 mei 1949.
HET WAS het zesde agendapunt, dat
op de agenda voor de openbare ge
meenteraadsvergadering stond, die zou
worden gehouden op de tiende mei 1949.
De naamgeving van het Plein 1945
verliep heel wat vlotter, dan de reali
sering van het nieuwe raadhuis. Maar
ook het raadhuis is er gekomen; het
nadert althans zijn voltooiing: het zal
over enkele maanden feestelijk in ge
bruik worden genomen.
WIJ LEZEN in hetzelfde Gemeente
blad nog iets anders: „Gelijk reeds een
vorige maal is geschied, kunnen thans
wederom een aantal straten worden ge
noemd naar gewezen inwoners van deze
gemeente, die in de strijd tegen de
vijand hun leven lieten.
Deze straatnamen zullen dan luiden:
Bonekampstraat, Van Broekhuijsen-
straat, De Pagterstraat, Gjertsenstraat,
Stolstraat, Sieraadstraat, Van der
Zwaagstraat, Stokmanplantsoen, Bia-
liosterskilaan, De Noostraat en Dink-
grevelaan."
Die „vorige maal" ging het om tien
andere Velsenaren, die in de strijd te
gen de bezetter waren gevallen en naar
wie straten in deze gemeente zijn ge
noemd: Homburgstraat, Van Leeuwen
straat, Warmenhovenstraat, Van Popta-
plantsoen, Gulikersstraat, Zeeuwstraat,
Wardenaarstraat, Ir. Krijgerstraat, Van
Rijswijkstraat en Stratingsplantsoen.
De Raad der Gemeente Velsen be
sloot tot deze naamgevingen in zijn
openbare vergadering van de dertiende
juli 1948.
HET LEVEN gaat voort. Zeker niet
alle bewoners van de hierboven ver
melde straten zullen zich gerealiseerd
hebben, dat de straat waarin zij wonen
genoemd is naar een gevallen stadsge
noot, die gesneuveld, gefusilleerd of in
een concentratiekamp omgekomen is in
de tweede wereldoorlog.
Daarom, dachten wij,
hieraan te herinneren.
is het goed
posterijen als brievenbesteller en hij
bleef dat tot zijn pensionering, nu tien
jaar geleden. In de eerste jaren van
zijn PTT-loopbaan verdiende hij er met
het herstellen van schoenen iets bij; in
de oorlogsjaren kwam zijn vakman
schap op dit gebied goed van pas.
Toen Santpoort bevrijd werd, woon
den de Zaals aan de Terrasweg. Hun
jongste zoop was nog thuis; de oudste
zoon was in arbeidsdienst in Duitsland,
hun dochter en haar man woonden in
Wanneer het maar enigszings moge
lijk was, luisterde pa Zaal bij de buren
naar Radio Oranje. Maar het bevrij-
dingsbericht miste hij: een ernstige
graad van hongeroedeem had hem al
geruime tijd het lopen onmogelijk ge
maakt. Het was moeder Zaal, die het
grote nieuws op straat had gehoord en
die, helemaal buiten adem van de snel-
loop naar huis, het haar man kwam
vertellen. De blijdschap was er niet
minder om.
Vader Zaal was er ook niet bij, toen
de eerste Canadezen Santpoort binnen
kwamen. Zijn vrouw heeft er iets van
mogen zien. Niet zo heel veel, „want
je kon er niet bij, door al die dol-blije
mensen, 't Was hoofdzakelijk een aan
gelegenheid van de jongelui, die in hun
uitbundige vreugde er niet aan dach
ten de ouderen een kans te geven. Heel
begrijpelijk overigens. We hebben de
dingen thuis maar afgewacht. Al gauw
zagen we Canadezen over de Tarras-
weg komen.
„Dat was een heerlijk gezicht. Maar
ik heb misschien nog meer genoten,
toen ik een glimp kon vangen van de
wegtrekkende Duitse bezetting", aldug
de heer Zaal.
DE KOMST van de Canadezen, be
tekende niet meteen een einde van hon
ger en van gebrek aan medicijnen,
maar je voelde je er toch enorm veel
beter door, herinnert mevrouw Zaal
zich.
Over het orgel, dat gedurende de ge
hele oorlog in huis was, spreekt zij als
over een dierbare vriend. Dat orgel
was niet haar eigendom: een familie,
die naar Amsterdam evacueerde, had
het achter moeten laten. Na de bevrij
ding is het weer aan de rechtmatige
eigenaresse terug gegeven. Dat orgel
heeft veel leed en verdriet helpen ver
zachten. Van haar ouders had me
vrouw Zaal een liederenboek van Jo
hannes De Heer meegekregen toen zij
trouwde; van geen ander huwelijksge
schenk zegt zij zoveel plezier gehad te
hebben in de oorlogsjaren.
Het was een prachtig orgel. „Ik kon
er aardig mee overweg, dacht ik. Maar
ik heb in die tijd nooit kunnen vermoe
den, wat er wel uit te halen was. Dat
werd ik pas gewaar, toen, even na de
bevrijding, Wim de Graaf er aan ging
zitten. Maar die is dan ook op het con
servatorium geweest".
VADER en moeder Zaal hebben, zo
als ontelbare andere ouders, angst ge
had om hun zoon in Duitsland. Maar
hij is weer thuis gekomen.
Op een nacht werd op de deur ge
klopt. De oorlog was voorbij, maar ze
schrokken er toch niet weinig van.
Vooral, toen een officier van het Ne
derlandse leger binnenstapte... Welke
Nederlandse moeder verwachtte in die
dagen onder dezelfde omstandigheden
niet het ergste...
De bezoeker bleek een vriend van hun
zoon te zijn. Hij kwam goed nieuws bren
gen. Hun jongen was veilig en al op
Nederlandse grond. Over enkele dagen
zou hij thuis zijn.
AL HEEFT dan, na de tweede wereld
oorlog, vader Zaal nog acht jaar brie
ven mogen bestellen en twee jaar op
kantoor mogen werken, helemaal goed
heeft hij zich door dat honger-oedeem
nooit meer gevoeld. Het gat in zijn nek
is dicht, er is alleen nog maar een lit
teken van over. Hij praat niet graag
over die lange periode, dat hij bedle
gerig was. Ten slotte is hij er levend
uit gekomen en dan moet je niet meer
te vaak terugdenken aan die tijd, vindt
hij zelf.
Overigens heeft hij ook wel een pret
tige herinnering aan die bed-periode.
Het bed stond voor het raam en er ont
ging Zaal maar weinig van wat er op
straat gebeurde. Zo is er een tijd ge
weest, dat de kapelaan van het dorp
het 's nacht minder veilig achtte in het
parochiehuis. Daarom dook hij onder bij
vrienden aan de Terrasweg. Door zijn
oplettendheid kon de heer Zaal de ka
pelaan op een avond nog bijtijds laten
waarschuwen, dat er een valletje voor
hem was uitgezet.
MISSCHIEN had het er niets mee te
maken, maar die kapelaan heeft wel
vlot meegewerkt, toen moeder Zaal om
wat extra voedsel kwam voor haar zie
ke man. De dominee trouwens ook.
Zo'n briefje, door kapelaan èn dominee
ondertekend, deed soms wonderen.