„Der Weg zuruck''
Leed dat bleef
Herinneringen aan de jaren 1940 45
door onxe medewerker P. Klaassen
De hel barst los
Chaos en verwarring
Schiphol geliquideerd
Een goede slag
Capitulatie
Dijken ondermijnd
Verzet in actie
De tragedie van Arnhem
-
ZATERDAG 1 MEI 1965
Erbij
PAGINA VIER
P. Klaassen
VAN MOBILISATIE TOT BEVRIJDING IN
DE HAARLEMMERMEERPOLDER
Het leed dat blijft. Nabestaanden van
gesneuvelde militairen bezoeken regel
matig de graven van hun familieleden
in de Haarlemmermeer. Dit zijn familie
leden van een gesneuvelde Britse vlie
ger by diens graf op de Nieuwe Alge
mene Begraafplaats tussen Hoofddorp
en Vijfhuizen.
plaats naar de andere, om te zien
wat er gebeurde en waar de nieuwe
onderkomens waren. Vier uur later
bestegen zij opnieuw hun gammele kar-
rdtjes en reden langs dezelfde adres
sen. Toen om te zeggen dat het was
afgelopen. Want door de radio van de
luisterpost, ergens in een huis aan de
dijk, was het bericht gekomen, dat de
Duitsers dc volgende dag om acht uur
de wapens zouden neerleggen. Onvoor
waardelijk...
HET GEVAAR voor de polder was
echter nog niet voorbij. De Duitsers wa
ren er nog, volledig bewapend, in het
bezit van de springputten.
In de oentend van 5 mei wordt een
poging gedaan om de bewaking van de
springput bij de „Leeghwater" te ont
wapenen. Deze slaagde, hoewel er la
ter een sterke Duitse eenheid naderde,
die de leden van de Binnenlandse Strijd
krachten dwong om zich te verwijde
ren. Er werd echter geen schot gelost.
Erger was het bij de Westeinderplas
aan de Leimuiderdijk. Ook hier gaf de
Duitse bewaking van de springput zich
over, maar daarna ontstond een ge
vecht met een sterkere Duitse groep.
Eén B.S.-er werd gedood. De anderen
trokken terug, op één na, die achter
bleef om een gewonde Duitser te hel
pen. Hij werd later door de Duitse
versterkingen zonder vorm van proces
neergeschoten.
Op 8 mei, in de vroege morgen, na
derde een motorrijwiel met twee Duit
sers het kantoor, waar de B.S. zetelde.
Het voerde de witte vlag. De officier,
die op de duo zat, liep op enkele B.S.-ers
toe en vroeg naar de commandant. „Es
ist vorbei, ich kapituliere", zei de Duit
ser. „O.K.", antwoordde de B.S.-er.
DANKZIJ 't feit, dat de Binnenland
se Strijdkrachten in de Haarlemmer
meer reeds lang vóór de bevrijding
over het archief en het ledenregister
van de N.S.B. beschikten was de con
trole op ongewenste elementen tamelijk
eenvoudig. De lijsten met verdachte na
men lagen klaar. De bruggen over de
ringvaart werden bezet. Wie in of uit
de polder ging moest deze bruggen pas
seren en werd aangehouden. Stond de
naam niet op de lijst, dan kon hij of zij
doorgaan. Was dit wél het geval, dan
werden zij vastgehouden voor verhoor
en indien nodig gearresteerd.
IN DE EERSTE week na de bevrij
ding, trokken de Duitse colonnes op
nieuw door de polder. Weer kwamen ze
uit de richting van Aalsmeer en gingen
ze naar Haarlem, precies zoals in 1940.
Maar nu niet als overwinnaars in de
paradepas, maar als krijgsgevangenen,
die sjokkend door de polder trokken.
Der. Weg zurück.
NU IS DIT alles twintig jaar geleden.
De wonden in de polder zijn geheeld,
Schiphol is weer opgebouwd. Maar er
zijn in de Haarlemmermeerpolder
plaatsen, waar de herinneringen niet
zijn verdwenen. Op de Nieuwe Algeme
ne Begraafplaats bij de Vijfhuizerweg
liggen zij, die op 10 mei 1940 in de
vroegte van de zonnige lente-ochtend
de donkere dood ingingen: gesneuveld
op Schiphol, gekomen uit Veendam, Val-
thermond, Erica, Nieuwe Pekela. Land
genoten, wier lichamen na de bevrij
ding werden gevonden, onherkenbaar;
niemand weet hoe en waarom zij vie
len en vanwaar zij kwamen. En tussen
hen liggen de vliegers uit Engelarid en
Schotland en Ierland, in Zwanenburg de
doden uit Australië.
Op de algemene begraafplaats in
Hoofddorp, naast de Nederlands Her
vormde kerk, zijn de graven met de
namen van de verzetsmensen, die
sneuvelden toen de vrijheidsklokken in
mei 1945 hun blijde klanken reeds over
de ontluikende akkers van de polder
strooiden.
Dit leed blijft. En door dit leed, dat
van 1940 tot 1945 geleden werd, zijn wij
bevrijd.
N NADAT IN DE NAZOMER van 1939 de mobilisatie was afgekondigd,
begon het leven in de Haarlemmermeerdorpen geleidelijk aan een
andere sfeer te krijgen. Kinderen keken de ogen uit naar het drukke militaire
gedoe, waarbij ook de polder steeds weer werd betrokken. De jongens maakten
een praatje met de soldaten. De dorpsmeisjes vonden „een avondje uit" met
een militair van dit of dat wapen een welkome afwisseling in haar bestaantje.
Het militaire gebeuren in ons land was alleen nog maar een kijkspel, zoals op
die zonnige mobilisatiedag in Hoofddorp, toen op het Marktplein de ge
vorderde vrachtauto's werden bemand met opgeroepen vrijwilligers van het
Corps Motordienst. Honderden toeschouwers zagen hoe de nieuwbakken
militairen sommigen in uniformen die al lang niet meer pasten vanwege de
ZO WAS het op de avond van 9 mei
1940. In de voortuin van een Haarlem-
mermeerse middenstander waren wat
militairen en burgers samengegroept
voor een praatje. De soldaten zaten in
het gras tussen de bloemperkjes. De
dorpspastoor leunde tegen de gevel. De
bewoner van het huis zat op een stoel
in het grintpad. Hij zei: „Zou nu óns
land aan de beurt zijn?" „Dan sta de
hemel ons bij"!, zei de pastoor. En de
vaandrig, die het dorpsgarnizoen van
36 man commandeerde, antwoordde
zacht „Amen". Intussen dreinde de
trekharmonica in het dorpscafé op de
hoek. Er werd gedanst. Vrolijke kre
ten, gelach en gegiechel klonken door
de open cafédeur. De zon zakte als
een rode bol achter de hoge bomen
van de Haarlemmerhout. De laatste
stralen penseelden lichtende tinten
langs de hemel goud rood, en geel
tot de avondnevel opklom uit de sloten
tussen de akkers en alles omfloerste
met een witte sluier.
De muziek in het dorpscafé zweeg.
De soldaten zochten hun kwartieren op.
De meisjes gingen naar huis. „Als het
weer morgen goed is, kom ik weer!"
riep er een. „Dan maken we er wéér
een feest van", antwoordde de soldaat.
Maar vijf jaar lang zou het geen feest
meer worden.
na het bevestigend antwoord: „Dan
vraagt de luitenant of we hier een luis
terpost mogen inrichten. Onze radio is
defect en een ordonnans heeft zojuist
het bericht gebracht dat er belangrijke
mededelingen verwacht worden."
Terwijl het gezin at, installeerden de
soldaten zich om de radio. De alarme
rende berichten van de luchtwacht
dienst waren verstomd. Toen kwam de
mededeling. De kalme, ontroerde stem
van de opperbevelhebber, generaal Win
kelman, vertelde dat na de luchtaan
val op Rotterdam het leger de wapens
had neergelegd. Even was het stil in
de kamer. Daarop beenden twee, drie
soldaten naar, buiten om het nieuws in
de school te vertellen. Een andere
knetterde er de ruwste vloeken uit. Een
sergeant viel op een stoel neer en bonk
te met zijn hoofd op de tafel, zijn
schouders schokten van het snikken.
Buiten dreigde even een chaos te
ontstaan. De vaandrig, die het com-
DE TIENDE MEI begon in de Haar
lemmermeerpolder even mooi als de
negende was geëindigd. De lentebries
streelde zacht over de akkers en voer
de de geur van bloesem mee. Nog vóór
de zon in het oosten kleurde, zongen
de vogels al. Leeuweriken stegen tie
relierend op naar de hemel. Maar op
eens veranderde het beeld. Donderend
sloegen de eerste bommen in op Schip
hol. Het afweergeschut blafte. Het
blauw van de ochtendhemel werd be-
plekt met de explosiewolken van lucht
doelgranaten en rookslierten. Ranke
Fokker-Gl vliegtuigen flitsten de lucht
in. Kleine jagers buitelden als dolle
hommels om de steeds weer naderen
de zwarte vliegtuigen met de balken-
kruisen op vleugels en romp en het
hakenkruis op de staart.
Langs de dorpswegen stonden de be
woners in nachtkleding. Boven hun
hoofden explodeerden de granaten en
de scherven kletterden overal neer.
Vliegtuigen doken op elkaar en vuur
den met de boordwapens. De soldaten
stonden tussen de dorpelingen en tracht
ten met hun geweer de laagvliegende
Duitse toestellen te raken.
Opeens begón één der motoren van
een Duits vliegtuig te roken. Vlammen
werden zichtbaar. Met een boog dook
de bommenwerper omlaag. Tussen
Hoofddorp en Vijfhuizen, vlak bij de
Vijfhuizerweg, plofte hij neer. De men
sen juichten. De oorlog was ook in die
eerste uren, evenals in de mobilisatie
maanden, nog een kijkspel. Behalve op
Schiphol en in Badhoevedorp. Daar
werden de gewonden geholpen en
de eerste doden geborgen. Dat was de
rauwe werkelijkheid, die vijf jaar zou
duren.
IN DE DORPEN werden noodvoor
zieningen getroffen. De luchtbescher
mingsdienst werd gealarmeerd. In Vijf
huizen werd de in de laatste oor
logswinter afgebrande molen van
Middelkoop aan de Spieringweg waar
nemingspost van bominslagen. Het huis
van de slager werd hoofdkwartier;
pakken stro moesten het tegen scher
ven vrijwaren. In Hoofddorp loeiden
voortdurend de sirenes alarm.vei
lig. alarmveilig. Bij het via
duct van de rijksweg over de Kruisweg
vielen bommen. En de geruchten tui
melden over elkaar, het ene al dwa
zer dan het andere. Op de derde oor
logsdag eerste pinksterdag, maar
wie dacht er aan feest? werden de
oud-militairen van Bjjzondere Vrijwil
lige Landstorm opgeroepen. Vrijwilli
gers moesten dienst doen voor bewa
king èn voor het opsporen van door
de geruchten vaak veronderstelde vij
andelijke parachutisten. De verwarring
was soms groot. Zoals in de pinkster
nacht, toen de ene groep de andere
voor de vijand aanzag en het vuur open
de. Gelukkig vielen er geen slachtoffers.
Later, toen het gevaar voorbij was,
werd er zelfs gelachen om de hoofd
onderwijzer, die in een sloot dook om
zich te beschermen. Opeens zagen de
anderen van zijn groep hem over de
rand gluren, met een vergiet op zijn
hoofd tegen de kogels
ZO WERD het 14 mei. In de Haar
lemmermeerpolder verschenen gaande
weg meer legereenheden, die uit onder
de voet gelopen gebieden waren terug
genomen. In Vijfhuizen kwam een zoek
lichtdetachement aan. De lagere school
in het dorpscentrum werd hoofdkwar
tier. Motorordonnansen reden af en aan.
's Avonds zouden de zoeklichten in stel
ling worden gebracht als onderdeel van
de laatste verdedigingsgordel rond Am
sterdam. „Amsterdam zal tot het uiter
ste gehouden worden," zei de comman
derende luitenant. Hij wist ook dat de
rookkolom in het zuiden werd veroor
zaakt door de brand in Rotterdam, dat
die middag was gebombardeerd.
Het werd avond. Opeens werd de
deur van de werkplaats van de schoen
maker tegenover de school openge
gooid. Zes, zeven soldaten stapten bin
nen. „Hebt u radio?" vroegen ze, en
Een Heinkel-b ommenwerper van de
nazi'sneergeschoten in de vroege och
tend van 10 mei 1940 op de landerijen
van de heer J. Kort aan de Hoofdweg
te Hoofddorp.
mando over het dorpsgarnizoen had ge
voerd, moest er door zijn mannen van
worden weerhouden zelfmoord te ple
gen. Een tiental militairen wilde een
vrachtauto hebben om daarmee de op
rukkende Duitsers alsnog te lijf te
gaan. De luitenant hoorde hun ge
schreeuw en getier aan. Hij gaf een
commando, maar niemand hoorde het
omdat het verloren ging in de herrie.
Daarop greep hij zijn revolver en los
te een paar schoten in de lucht. Het
vjerd stil. „En nu naar binnen jullie",
commandeerde hij, „de school in, dan
gaan we eerst praten". Ze gingen. In
het lokaal namen ze plaats om hem
heen. „Luister nou 'es jongens", zei hij,
„dit kan niet", en hij kalmeerde hen.
De avond daalde. In het noordoosten
flakkerden de vlammen van de in
brand staande oliehaven van Amster
dam. In het zuiden steeg de zwarte,
roodbeschenen rookkolom boven het
stervende Rotterdam steeds hoger. Op
Schiphol plekte het ene vuur na het an
dere, waar de Nederlandse vliegers
hun materiaal en papieren vernietig
den. De nacht viel, donker en dreigend.
De volgende dag verlieten de Ne
derlandse soldaten dit gebied. De
bevolking deed hun uitgeleide. Har
telijk werden ze nagewuifd. Bij de
Schipholweg naderde een Duitse co
lonne, op weg naar Haarlem. De
marechaussee een boom van een
vent posteerde zich midden op de
weg. De colonne Duitsers kwam tot
stilstand. Een Duitse majoor reed
naar voren en vroeg aan de mare
chaussee wat dit te betekenen had.
„We moeten erdoor, dat zie je!",
was het antwoord. Toen de laatste
Nederlandse soldaat was overgesto
ken, gaf de marechaussee aan de
Duitsers een seintje, dat zij verder
mochten trekken
HET GEWONE leven in de Haarlem
mermeerpolder hernam weldra zijn
gang. De eerste dagen trokken er gro
te Duitse eenheden door de polder.
Maar er waren andere zaken, die de
aandacht opeisten: het graan moest
worden gewied, de koeien moesten wor
den gemolken. Als Schiphol er niet was
geweest, zou er in die eerste tijd wei
nig van de oorlog in de polder merk
baar zijn geweest. In feite was dat de
thermometer, waarop de stand van de
oorlog kon Worden afgelezen.
Na de meidagen '40 was het spoedig
door de Luftwaffe in gebruik genomen.
Er kwam een ,£Tliegerhorstkomman-
dant", die de schade liet herstellen en
weldra stegen de nazi-bommenwerpers
op: naar het zuiden waar in België en
Frankrijk de oorlog nog woedde en
daarna naar Engeland, naar de „Batt
le of Britain". De bewoners van de pol
der zagen de bommen onder de vleu
gels hangen. Ze telden hoeveel vliegtui
gen er vertrokken en hoeveel er
terugkwamen.
Overal in de omgeving stonden af
weergeschut en zoeklichten. Hoewel er
inmiddels ontstane corpulentie manoeuvreerden met auto's, waaraan ze niet
gewend waren. Zoals die chauffeur op een trekker met oplegger, die de
bochten nam alsof hij in een „wegluis" zat. Daar werd bij gelachen, ronduit
gelachen, of.geforceerd, als camouflage om de innerlijke angst te ver
bergen. Zeker, er waren mensen, die vol waren van verhalen over „veertien
achttien": „Toen was het af en toe óók erg dreigend", zeiden ze, „maar er
gebeurde niets omdat Nederland neutraal was en dat zijn we nu ook Maar
intussen marcheerden de legers achter de swastika-vanen voort. Hun dreunende
voetstap weerklonk in andere neutrale landen, eerst in Oost-Europa, later in
Denemarken, toen in Noorwegen.
ste oorlogsmaanden schrikbarend toe.
Er werd bij de boeren wat tarwe op
gescharreld, de bakker bakte er broden
van, de slager brouwde grote pannen
soep. Als in de woonplaats de dreiging
wat was weggeëbd, gingen ze naar huis
terug, naar Haarlem, Amsterdam, Zwa
nenburg of soms nóg verder.
HET JAAR 1944 vergleed in 1945. De
honger ging mee. De kou ging mee.
Ook de nieuwste Duitse maatregel: de
deportatie van alle mannen. Ieder
moest zich melden. „Niet gaan" was
het besluit van bijna iedereen. Maar...
in het arbeidsbureau aan de Kruisweg
in Hoofddorp (nu Inspectie der Belas
tingen) en op het Raadhuis had men
de namen van allen, die in aanmerking
kwamen. Zo konden de Duitsers de on-
willigen en weigeraars zonder meer op
halen. 'In januari werden deze drei
gingen door de ondergrondse in één
nacht opgeheven. Zowel het archief van
het arbeidsbureau als de burgerlijke
stand van de gemeente Haarlemmer
meer werden door hen „ingepikt". Het
gebeurde in enkele uren, een actie die
zó goed was voorbereid, dat er geen
schot viel en geen schrammetje werd
opgelopen.
Zelfs de toenmalige N.S.B. burge
meester die in het raadhuis sliep en
daar met het koord van zijn ochtend
jas aan de verwarming werd vastge
bonden kon in zijn rapport aan de
Duitse commandant niet anders schrij
ven dan: „Hun optreden getuigde van
een prima organisatie."
De strenge winter week voor het be
gin van de lente: maanden, waarin
vreemde dingen gebeurden die zelfs nu
nog niet zijn opgehelderd. Zoals op die
middag in maart. Aan de Spieringweg
tussen de Kruisweg en Vijfhuizen stond
buiten een eindje achter een wo
ning een w.c. Er viel niets bijzonders
aan te zien. Alleen de duimstok kon
aantonen dat het dak wel erg dik was.
Dit was namelijk dubbel en in de tus
senruimte was de munitie voor de on
dergrondse opgeborgen. Slechts weini
gen waren daarvan op de hoogte; die
het wisten vertrouwen elkaar ook nu
nog volkomen. Maar op die middag
reed er een wagen van de Feldgendar-
merie uit Haarlem het erf op. De man
schappen liepen naar de w.c., sloegen
zonder meer met een bijl het dak open
en haalden de kogels eruit.
Tot 4 mei gebeurde er verder niets.
Op die dag werden weer Duitse over
valwagens in de Cruquiusbuurt, aan de
Oude Kruisweg en in Vijfhuizen gesig
naleerd. Enkele leden van de onder
grondse werden van hun bed gelicht.
De rest verdween naar nieuwe adres
sen. Twee van hen, ingesmeerd met
modder en mest om landarbeiders te
lijken, fietsten van de ene bedreigde
volgens het Duitse bericht in Ne
derland bijna geen Duitse vliegtuigen
verloren waren gegaan, gingen er langs
Aalsmeer tientallen zolderschuiten met
vliegtuigwrakken naar Schiphol, om
daar te worden opgekalefaterd of om
er onderdelen uit te slopen. Pottenkij
kers konden daarbij niet gebruikt wor
den: in juli 1940 werd de wijde omtrek
van Schiphol „Sperrgebiet", waar nie
mand mocht komen.
In die eerste tijd kwam er wel eens
een Engels vliegtuig Schiphol bombar
deren. Later gebeurde dit steeds vaker.
Zijn einde als Duitse luchtmachtbasis
bereikte Schiphol in 1943. Op zondag
25 juli van dat jaar werd de aandacht
van de preek in één der Vijfhuizense
kerken afgeleid door naderend moto
rengeronk. De predikant bemerkte dat
zijn gehoor begon te draaien en naar
buiten keek. Hij wist één middel om
deze afleiding te bezweren: zelfwerk
zaamheid. De mensen moesten zingen,
dan hoorden ze het oorlogsgeweld niet.
trokken, werd de schade opgenomen.
Er werden 1125 voltreffers geteld. Ze
maakten de startbanen onbruikbaar..
Van hangars, gehouwen en vliegtuig-
sëhuilplaatsen was niets meer over. Op
de laatste dag van 1943 trokken ook
de zoeklichtbatterijen uit de Haarlem
mermeerpolder en de omgeving van
Haarlem weg.
NA HET uitvallen van Schiphol was
het gevaar voor directe oorlogshande
lingen in de polder geringer geworden.
Maar.de Haarlemmermeer werd
daardoor ook waardeloos voor de bezet
ters. Nog geen half jaar later bleek
dat de polder in het Duitse vernietings-
programma was betrokken. De invasie
in Normandië had plaatsgevonden. De
geallieerde legers marcheerden op,
maar zo redeneerden de Duitsers
zij zouden de Haarlemmermeerpolder
niet in handen mogen krijgen. De pol
ders tussen Haarlem en de ringvaart
(nu Schalkwijk en Boerhaavewijk)
stonden al onder water. Ook ten, zuiden
van de Haarlemmermeer was er veel
geïnundeerd. De smalle strook grond
met de vele wegverbindingen tussen
Amsterdam, Haarlem en Leiden moest
daarom aan het water worden prijsge
geven zodra dit wenselijk was. Een
groep Duitse geniesoldaten begon met
het graven van grote gaten in de ring
dijk: tegenover de Westeinderplas bij
Leimuiden, nabij Zwanenburg, bij de
„Cruquius" tegenover het Spaarne en
bij het gemaal „De Leeghwater" in het
zuiden. In de gaten kwamen de explo
sieve ladingen: mijnen van anderhalve
meter lengte en een halve meter dik.
Er werden elektrische leidingen aange
legd om ze tot ontploffing te kunnen
brengen en het gebied rond de spring
putten werd „Sperrgebiet".
IN HET DIEPSTE geheim werden
door de Nederlanders voorzorgsmaat
regelen getroffen. Er werden zandbak
ken met zand aangeschaft, die naar de
gevaarlijkste punten in de ringvaart
werden gevaren en daar gemeerd. Dek-
DE SLAG om Arnhem bloedde dood
in de bossen bij Oosterbeek. De Duit
sers keerden naar de Meer terug. De
herfst kwam, grauw en triest. Neder
land ging de laatste winter in: de
hongerwinter met voedseltochten, raz
zia's, fusillades, terreur, honger, dood.
Elke ochtend opnieuw bood de polder
het trieste schouwspel van de eindeloze
colonnes „etenhalers" uit Amsterdam,
Leiden en Haarlem, op fietsen zonder
banden, met karretjes en kinderwagens,
met vreemde zelfgeknutselde voertuig
jes of lopend met een zak op de rug.
Boerderij op, boerderij af gingen zij,
om een handvol tarwe, een kwartliter
melk, wat erwten. Later om een suiker
biet of wat bloembollen, 's Avonds ging
de stoet naar de stad terug, angstig in
het rond kijkend. Want je mócht geen
eten halen. Je moest kreperen van het
beetje, dat je op je distributiebonnen
kreeg.
De dorpen kregen een ander aanzien.
De statige bomenrijen langs de wegen
en van de erven verdwenen om te wor
den opgestookt in de noodkacheltjes. Er
kwamen steeds meer „vreemde gezich
ten". 't Aantal onderduikers, dat bv. in
Vijfhuizen en omgeving „normaal" zo'n
kleine honderd beliep, nam in die laat-
Hij gaf een psalm op, maar de orga
nist zette niet in. Ook niet toen hij de
opgave herhaalde. De organist had na
melijk de vliegtuigen ook gehoord. Hij
wist dat hij pas na de preek zou moeten
spelen en dus had hij ruim de tijd om
buiten te gaan kijken. Zo was de musi
cus getuige van het begin van een his
torische gebeurtenis: de vernietiging
van Schiphol.
's NACHTS kwamen de vliegtuigen
van de R.A.F. weer en zo ging het door
tot de genadeslag op 13 december. Op
deze dag vond de grootste geallieerde
luchtaanval plaats, die ooit in deze om
geving geschiedde: een gebeuren, dat
duurde van half drie tot kwart over
drie 's middags. In twaalf formaties
van achttien bommenwerpers elk,
koersten de Amerikanen vanuit het
zuiden naar de Haarlemmermeer. Het
helse lawaai van de donderende moto
ren was angstwekkend. Daar tussen
door klonk het Duitse luchtafweerge
schut. Doch als gold het een oefening
in vredestijd, zo vlogen de bijna 220
bommenwerpers in strakke lijn voort,
ook toen er één brandend tussenuit
werd geschoten. De bommen vielen
bij honderden tegelijk. De polderbodem
golfde onder het geweld van de ex
plosie. Nadat de laatste groep was ver-
Op 8 met 1945 capituleerde de Duitse
commandant van de springput aan dl
Cruquiusdijk tegenover het Z uider-
Buiten-Spaarne. Hier geeft hij de put
over aan de leden van de Binnenlandse
Strijdkrachten. Op de voorgrond een
Nederlandse marechausSée in het oude
uniform. De leden van de B.S. droegen
als uniform een blauwe overal met op
de armband het woord „Oranje".
zeilen en zandzakken werden in de
omgeving opgeslagen. Van Duitse zijde
werd er geïnformeerd, wat die zand
schuiten bij de „Cruquius" en de
„Leeghwater" betekenden. „Die bevat
ten strooizand voor gladde wegen" was
het antwoord. Toch kwam er opdracht
ze verder van de springputten te me
ren. Op de andere plaatsen o.a. bij
de suikerfabriek in Halfweg bleven
de schuiten onopgemerkt.
Ook voor de illegaliteit waren de
springputten een middelpunt van mo
gelijke toekomstige acties. Er werden
geschutsopstellingen geïmproviseerd
in de omgeving van de putten, zodat er
in tijd van nood kon worden opgetre
den. Bij de „Cruquius" was er een aan
de overkant vande ringvaart, op het
terrein van de firma Tjaden, juist te
genover de springput in de dijk. De be
wapening van deze groepen was uiterst
modern: zij beschikten in de Haarlem
mermeer zelfs over piats en bazooka's,
die door Britse vliegtuigen waren „ge-
dropped".
DE ZOMER van 1944 verstreek. De
geallieerde legers rukten op door Bel
gië. „Dolle Dinsdag" kwam. De geruch
ten regenden met vlagen. De N.S.B.-ers
vluchtten.
September ging verder. Op 17 septem
ber landden Engelse parachutisten op
de Zuid Veluwe. De „Slag om Arnhem"
was begonnen, In de nacht na de lan
ding donderde een ontploffing over de
slapende Haarlemmermeer. Ieder dacht
de dijk gaat de lucht in! Gelukkig was
dat niet het geval. De Duitsers waren
begonnen om het laatste restje Schip
hol op te blazen.