„Der Weg zuruck'' Leed dat bleef Herinneringen aan de jaren 1940 45 door onxe medewerker P. Klaassen De hel barst los Chaos en verwarring Schiphol geliquideerd Een goede slag Capitulatie Dijken ondermijnd Verzet in actie De tragedie van Arnhem - ZATERDAG 1 MEI 1965 Erbij PAGINA VIER P. Klaassen VAN MOBILISATIE TOT BEVRIJDING IN DE HAARLEMMERMEERPOLDER Het leed dat blijft. Nabestaanden van gesneuvelde militairen bezoeken regel matig de graven van hun familieleden in de Haarlemmermeer. Dit zijn familie leden van een gesneuvelde Britse vlie ger by diens graf op de Nieuwe Alge mene Begraafplaats tussen Hoofddorp en Vijfhuizen. plaats naar de andere, om te zien wat er gebeurde en waar de nieuwe onderkomens waren. Vier uur later bestegen zij opnieuw hun gammele kar- rdtjes en reden langs dezelfde adres sen. Toen om te zeggen dat het was afgelopen. Want door de radio van de luisterpost, ergens in een huis aan de dijk, was het bericht gekomen, dat de Duitsers dc volgende dag om acht uur de wapens zouden neerleggen. Onvoor waardelijk... HET GEVAAR voor de polder was echter nog niet voorbij. De Duitsers wa ren er nog, volledig bewapend, in het bezit van de springputten. In de oentend van 5 mei wordt een poging gedaan om de bewaking van de springput bij de „Leeghwater" te ont wapenen. Deze slaagde, hoewel er la ter een sterke Duitse eenheid naderde, die de leden van de Binnenlandse Strijd krachten dwong om zich te verwijde ren. Er werd echter geen schot gelost. Erger was het bij de Westeinderplas aan de Leimuiderdijk. Ook hier gaf de Duitse bewaking van de springput zich over, maar daarna ontstond een ge vecht met een sterkere Duitse groep. Eén B.S.-er werd gedood. De anderen trokken terug, op één na, die achter bleef om een gewonde Duitser te hel pen. Hij werd later door de Duitse versterkingen zonder vorm van proces neergeschoten. Op 8 mei, in de vroege morgen, na derde een motorrijwiel met twee Duit sers het kantoor, waar de B.S. zetelde. Het voerde de witte vlag. De officier, die op de duo zat, liep op enkele B.S.-ers toe en vroeg naar de commandant. „Es ist vorbei, ich kapituliere", zei de Duit ser. „O.K.", antwoordde de B.S.-er. DANKZIJ 't feit, dat de Binnenland se Strijdkrachten in de Haarlemmer meer reeds lang vóór de bevrijding over het archief en het ledenregister van de N.S.B. beschikten was de con trole op ongewenste elementen tamelijk eenvoudig. De lijsten met verdachte na men lagen klaar. De bruggen over de ringvaart werden bezet. Wie in of uit de polder ging moest deze bruggen pas seren en werd aangehouden. Stond de naam niet op de lijst, dan kon hij of zij doorgaan. Was dit wél het geval, dan werden zij vastgehouden voor verhoor en indien nodig gearresteerd. IN DE EERSTE week na de bevrij ding, trokken de Duitse colonnes op nieuw door de polder. Weer kwamen ze uit de richting van Aalsmeer en gingen ze naar Haarlem, precies zoals in 1940. Maar nu niet als overwinnaars in de paradepas, maar als krijgsgevangenen, die sjokkend door de polder trokken. Der. Weg zurück. NU IS DIT alles twintig jaar geleden. De wonden in de polder zijn geheeld, Schiphol is weer opgebouwd. Maar er zijn in de Haarlemmermeerpolder plaatsen, waar de herinneringen niet zijn verdwenen. Op de Nieuwe Algeme ne Begraafplaats bij de Vijfhuizerweg liggen zij, die op 10 mei 1940 in de vroegte van de zonnige lente-ochtend de donkere dood ingingen: gesneuveld op Schiphol, gekomen uit Veendam, Val- thermond, Erica, Nieuwe Pekela. Land genoten, wier lichamen na de bevrij ding werden gevonden, onherkenbaar; niemand weet hoe en waarom zij vie len en vanwaar zij kwamen. En tussen hen liggen de vliegers uit Engelarid en Schotland en Ierland, in Zwanenburg de doden uit Australië. Op de algemene begraafplaats in Hoofddorp, naast de Nederlands Her vormde kerk, zijn de graven met de namen van de verzetsmensen, die sneuvelden toen de vrijheidsklokken in mei 1945 hun blijde klanken reeds over de ontluikende akkers van de polder strooiden. Dit leed blijft. En door dit leed, dat van 1940 tot 1945 geleden werd, zijn wij bevrijd. N NADAT IN DE NAZOMER van 1939 de mobilisatie was afgekondigd, begon het leven in de Haarlemmermeerdorpen geleidelijk aan een andere sfeer te krijgen. Kinderen keken de ogen uit naar het drukke militaire gedoe, waarbij ook de polder steeds weer werd betrokken. De jongens maakten een praatje met de soldaten. De dorpsmeisjes vonden „een avondje uit" met een militair van dit of dat wapen een welkome afwisseling in haar bestaantje. Het militaire gebeuren in ons land was alleen nog maar een kijkspel, zoals op die zonnige mobilisatiedag in Hoofddorp, toen op het Marktplein de ge vorderde vrachtauto's werden bemand met opgeroepen vrijwilligers van het Corps Motordienst. Honderden toeschouwers zagen hoe de nieuwbakken militairen sommigen in uniformen die al lang niet meer pasten vanwege de ZO WAS het op de avond van 9 mei 1940. In de voortuin van een Haarlem- mermeerse middenstander waren wat militairen en burgers samengegroept voor een praatje. De soldaten zaten in het gras tussen de bloemperkjes. De dorpspastoor leunde tegen de gevel. De bewoner van het huis zat op een stoel in het grintpad. Hij zei: „Zou nu óns land aan de beurt zijn?" „Dan sta de hemel ons bij"!, zei de pastoor. En de vaandrig, die het dorpsgarnizoen van 36 man commandeerde, antwoordde zacht „Amen". Intussen dreinde de trekharmonica in het dorpscafé op de hoek. Er werd gedanst. Vrolijke kre ten, gelach en gegiechel klonken door de open cafédeur. De zon zakte als een rode bol achter de hoge bomen van de Haarlemmerhout. De laatste stralen penseelden lichtende tinten langs de hemel goud rood, en geel tot de avondnevel opklom uit de sloten tussen de akkers en alles omfloerste met een witte sluier. De muziek in het dorpscafé zweeg. De soldaten zochten hun kwartieren op. De meisjes gingen naar huis. „Als het weer morgen goed is, kom ik weer!" riep er een. „Dan maken we er wéér een feest van", antwoordde de soldaat. Maar vijf jaar lang zou het geen feest meer worden. na het bevestigend antwoord: „Dan vraagt de luitenant of we hier een luis terpost mogen inrichten. Onze radio is defect en een ordonnans heeft zojuist het bericht gebracht dat er belangrijke mededelingen verwacht worden." Terwijl het gezin at, installeerden de soldaten zich om de radio. De alarme rende berichten van de luchtwacht dienst waren verstomd. Toen kwam de mededeling. De kalme, ontroerde stem van de opperbevelhebber, generaal Win kelman, vertelde dat na de luchtaan val op Rotterdam het leger de wapens had neergelegd. Even was het stil in de kamer. Daarop beenden twee, drie soldaten naar, buiten om het nieuws in de school te vertellen. Een andere knetterde er de ruwste vloeken uit. Een sergeant viel op een stoel neer en bonk te met zijn hoofd op de tafel, zijn schouders schokten van het snikken. Buiten dreigde even een chaos te ontstaan. De vaandrig, die het com- DE TIENDE MEI begon in de Haar lemmermeerpolder even mooi als de negende was geëindigd. De lentebries streelde zacht over de akkers en voer de de geur van bloesem mee. Nog vóór de zon in het oosten kleurde, zongen de vogels al. Leeuweriken stegen tie relierend op naar de hemel. Maar op eens veranderde het beeld. Donderend sloegen de eerste bommen in op Schip hol. Het afweergeschut blafte. Het blauw van de ochtendhemel werd be- plekt met de explosiewolken van lucht doelgranaten en rookslierten. Ranke Fokker-Gl vliegtuigen flitsten de lucht in. Kleine jagers buitelden als dolle hommels om de steeds weer naderen de zwarte vliegtuigen met de balken- kruisen op vleugels en romp en het hakenkruis op de staart. Langs de dorpswegen stonden de be woners in nachtkleding. Boven hun hoofden explodeerden de granaten en de scherven kletterden overal neer. Vliegtuigen doken op elkaar en vuur den met de boordwapens. De soldaten stonden tussen de dorpelingen en tracht ten met hun geweer de laagvliegende Duitse toestellen te raken. Opeens begón één der motoren van een Duits vliegtuig te roken. Vlammen werden zichtbaar. Met een boog dook de bommenwerper omlaag. Tussen Hoofddorp en Vijfhuizen, vlak bij de Vijfhuizerweg, plofte hij neer. De men sen juichten. De oorlog was ook in die eerste uren, evenals in de mobilisatie maanden, nog een kijkspel. Behalve op Schiphol en in Badhoevedorp. Daar werden de gewonden geholpen en de eerste doden geborgen. Dat was de rauwe werkelijkheid, die vijf jaar zou duren. IN DE DORPEN werden noodvoor zieningen getroffen. De luchtbescher mingsdienst werd gealarmeerd. In Vijf huizen werd de in de laatste oor logswinter afgebrande molen van Middelkoop aan de Spieringweg waar nemingspost van bominslagen. Het huis van de slager werd hoofdkwartier; pakken stro moesten het tegen scher ven vrijwaren. In Hoofddorp loeiden voortdurend de sirenes alarm.vei lig. alarmveilig. Bij het via duct van de rijksweg over de Kruisweg vielen bommen. En de geruchten tui melden over elkaar, het ene al dwa zer dan het andere. Op de derde oor logsdag eerste pinksterdag, maar wie dacht er aan feest? werden de oud-militairen van Bjjzondere Vrijwil lige Landstorm opgeroepen. Vrijwilli gers moesten dienst doen voor bewa king èn voor het opsporen van door de geruchten vaak veronderstelde vij andelijke parachutisten. De verwarring was soms groot. Zoals in de pinkster nacht, toen de ene groep de andere voor de vijand aanzag en het vuur open de. Gelukkig vielen er geen slachtoffers. Later, toen het gevaar voorbij was, werd er zelfs gelachen om de hoofd onderwijzer, die in een sloot dook om zich te beschermen. Opeens zagen de anderen van zijn groep hem over de rand gluren, met een vergiet op zijn hoofd tegen de kogels ZO WERD het 14 mei. In de Haar lemmermeerpolder verschenen gaande weg meer legereenheden, die uit onder de voet gelopen gebieden waren terug genomen. In Vijfhuizen kwam een zoek lichtdetachement aan. De lagere school in het dorpscentrum werd hoofdkwar tier. Motorordonnansen reden af en aan. 's Avonds zouden de zoeklichten in stel ling worden gebracht als onderdeel van de laatste verdedigingsgordel rond Am sterdam. „Amsterdam zal tot het uiter ste gehouden worden," zei de comman derende luitenant. Hij wist ook dat de rookkolom in het zuiden werd veroor zaakt door de brand in Rotterdam, dat die middag was gebombardeerd. Het werd avond. Opeens werd de deur van de werkplaats van de schoen maker tegenover de school openge gooid. Zes, zeven soldaten stapten bin nen. „Hebt u radio?" vroegen ze, en Een Heinkel-b ommenwerper van de nazi'sneergeschoten in de vroege och tend van 10 mei 1940 op de landerijen van de heer J. Kort aan de Hoofdweg te Hoofddorp. mando over het dorpsgarnizoen had ge voerd, moest er door zijn mannen van worden weerhouden zelfmoord te ple gen. Een tiental militairen wilde een vrachtauto hebben om daarmee de op rukkende Duitsers alsnog te lijf te gaan. De luitenant hoorde hun ge schreeuw en getier aan. Hij gaf een commando, maar niemand hoorde het omdat het verloren ging in de herrie. Daarop greep hij zijn revolver en los te een paar schoten in de lucht. Het vjerd stil. „En nu naar binnen jullie", commandeerde hij, „de school in, dan gaan we eerst praten". Ze gingen. In het lokaal namen ze plaats om hem heen. „Luister nou 'es jongens", zei hij, „dit kan niet", en hij kalmeerde hen. De avond daalde. In het noordoosten flakkerden de vlammen van de in brand staande oliehaven van Amster dam. In het zuiden steeg de zwarte, roodbeschenen rookkolom boven het stervende Rotterdam steeds hoger. Op Schiphol plekte het ene vuur na het an dere, waar de Nederlandse vliegers hun materiaal en papieren vernietig den. De nacht viel, donker en dreigend. De volgende dag verlieten de Ne derlandse soldaten dit gebied. De bevolking deed hun uitgeleide. Har telijk werden ze nagewuifd. Bij de Schipholweg naderde een Duitse co lonne, op weg naar Haarlem. De marechaussee een boom van een vent posteerde zich midden op de weg. De colonne Duitsers kwam tot stilstand. Een Duitse majoor reed naar voren en vroeg aan de mare chaussee wat dit te betekenen had. „We moeten erdoor, dat zie je!", was het antwoord. Toen de laatste Nederlandse soldaat was overgesto ken, gaf de marechaussee aan de Duitsers een seintje, dat zij verder mochten trekken HET GEWONE leven in de Haarlem mermeerpolder hernam weldra zijn gang. De eerste dagen trokken er gro te Duitse eenheden door de polder. Maar er waren andere zaken, die de aandacht opeisten: het graan moest worden gewied, de koeien moesten wor den gemolken. Als Schiphol er niet was geweest, zou er in die eerste tijd wei nig van de oorlog in de polder merk baar zijn geweest. In feite was dat de thermometer, waarop de stand van de oorlog kon Worden afgelezen. Na de meidagen '40 was het spoedig door de Luftwaffe in gebruik genomen. Er kwam een ,£Tliegerhorstkomman- dant", die de schade liet herstellen en weldra stegen de nazi-bommenwerpers op: naar het zuiden waar in België en Frankrijk de oorlog nog woedde en daarna naar Engeland, naar de „Batt le of Britain". De bewoners van de pol der zagen de bommen onder de vleu gels hangen. Ze telden hoeveel vliegtui gen er vertrokken en hoeveel er terugkwamen. Overal in de omgeving stonden af weergeschut en zoeklichten. Hoewel er inmiddels ontstane corpulentie manoeuvreerden met auto's, waaraan ze niet gewend waren. Zoals die chauffeur op een trekker met oplegger, die de bochten nam alsof hij in een „wegluis" zat. Daar werd bij gelachen, ronduit gelachen, of.geforceerd, als camouflage om de innerlijke angst te ver bergen. Zeker, er waren mensen, die vol waren van verhalen over „veertien achttien": „Toen was het af en toe óók erg dreigend", zeiden ze, „maar er gebeurde niets omdat Nederland neutraal was en dat zijn we nu ook Maar intussen marcheerden de legers achter de swastika-vanen voort. Hun dreunende voetstap weerklonk in andere neutrale landen, eerst in Oost-Europa, later in Denemarken, toen in Noorwegen. ste oorlogsmaanden schrikbarend toe. Er werd bij de boeren wat tarwe op gescharreld, de bakker bakte er broden van, de slager brouwde grote pannen soep. Als in de woonplaats de dreiging wat was weggeëbd, gingen ze naar huis terug, naar Haarlem, Amsterdam, Zwa nenburg of soms nóg verder. HET JAAR 1944 vergleed in 1945. De honger ging mee. De kou ging mee. Ook de nieuwste Duitse maatregel: de deportatie van alle mannen. Ieder moest zich melden. „Niet gaan" was het besluit van bijna iedereen. Maar... in het arbeidsbureau aan de Kruisweg in Hoofddorp (nu Inspectie der Belas tingen) en op het Raadhuis had men de namen van allen, die in aanmerking kwamen. Zo konden de Duitsers de on- willigen en weigeraars zonder meer op halen. 'In januari werden deze drei gingen door de ondergrondse in één nacht opgeheven. Zowel het archief van het arbeidsbureau als de burgerlijke stand van de gemeente Haarlemmer meer werden door hen „ingepikt". Het gebeurde in enkele uren, een actie die zó goed was voorbereid, dat er geen schot viel en geen schrammetje werd opgelopen. Zelfs de toenmalige N.S.B. burge meester die in het raadhuis sliep en daar met het koord van zijn ochtend jas aan de verwarming werd vastge bonden kon in zijn rapport aan de Duitse commandant niet anders schrij ven dan: „Hun optreden getuigde van een prima organisatie." De strenge winter week voor het be gin van de lente: maanden, waarin vreemde dingen gebeurden die zelfs nu nog niet zijn opgehelderd. Zoals op die middag in maart. Aan de Spieringweg tussen de Kruisweg en Vijfhuizen stond buiten een eindje achter een wo ning een w.c. Er viel niets bijzonders aan te zien. Alleen de duimstok kon aantonen dat het dak wel erg dik was. Dit was namelijk dubbel en in de tus senruimte was de munitie voor de on dergrondse opgeborgen. Slechts weini gen waren daarvan op de hoogte; die het wisten vertrouwen elkaar ook nu nog volkomen. Maar op die middag reed er een wagen van de Feldgendar- merie uit Haarlem het erf op. De man schappen liepen naar de w.c., sloegen zonder meer met een bijl het dak open en haalden de kogels eruit. Tot 4 mei gebeurde er verder niets. Op die dag werden weer Duitse over valwagens in de Cruquiusbuurt, aan de Oude Kruisweg en in Vijfhuizen gesig naleerd. Enkele leden van de onder grondse werden van hun bed gelicht. De rest verdween naar nieuwe adres sen. Twee van hen, ingesmeerd met modder en mest om landarbeiders te lijken, fietsten van de ene bedreigde volgens het Duitse bericht in Ne derland bijna geen Duitse vliegtuigen verloren waren gegaan, gingen er langs Aalsmeer tientallen zolderschuiten met vliegtuigwrakken naar Schiphol, om daar te worden opgekalefaterd of om er onderdelen uit te slopen. Pottenkij kers konden daarbij niet gebruikt wor den: in juli 1940 werd de wijde omtrek van Schiphol „Sperrgebiet", waar nie mand mocht komen. In die eerste tijd kwam er wel eens een Engels vliegtuig Schiphol bombar deren. Later gebeurde dit steeds vaker. Zijn einde als Duitse luchtmachtbasis bereikte Schiphol in 1943. Op zondag 25 juli van dat jaar werd de aandacht van de preek in één der Vijfhuizense kerken afgeleid door naderend moto rengeronk. De predikant bemerkte dat zijn gehoor begon te draaien en naar buiten keek. Hij wist één middel om deze afleiding te bezweren: zelfwerk zaamheid. De mensen moesten zingen, dan hoorden ze het oorlogsgeweld niet. trokken, werd de schade opgenomen. Er werden 1125 voltreffers geteld. Ze maakten de startbanen onbruikbaar.. Van hangars, gehouwen en vliegtuig- sëhuilplaatsen was niets meer over. Op de laatste dag van 1943 trokken ook de zoeklichtbatterijen uit de Haarlem mermeerpolder en de omgeving van Haarlem weg. NA HET uitvallen van Schiphol was het gevaar voor directe oorlogshande lingen in de polder geringer geworden. Maar.de Haarlemmermeer werd daardoor ook waardeloos voor de bezet ters. Nog geen half jaar later bleek dat de polder in het Duitse vernietings- programma was betrokken. De invasie in Normandië had plaatsgevonden. De geallieerde legers marcheerden op, maar zo redeneerden de Duitsers zij zouden de Haarlemmermeerpolder niet in handen mogen krijgen. De pol ders tussen Haarlem en de ringvaart (nu Schalkwijk en Boerhaavewijk) stonden al onder water. Ook ten, zuiden van de Haarlemmermeer was er veel geïnundeerd. De smalle strook grond met de vele wegverbindingen tussen Amsterdam, Haarlem en Leiden moest daarom aan het water worden prijsge geven zodra dit wenselijk was. Een groep Duitse geniesoldaten begon met het graven van grote gaten in de ring dijk: tegenover de Westeinderplas bij Leimuiden, nabij Zwanenburg, bij de „Cruquius" tegenover het Spaarne en bij het gemaal „De Leeghwater" in het zuiden. In de gaten kwamen de explo sieve ladingen: mijnen van anderhalve meter lengte en een halve meter dik. Er werden elektrische leidingen aange legd om ze tot ontploffing te kunnen brengen en het gebied rond de spring putten werd „Sperrgebiet". IN HET DIEPSTE geheim werden door de Nederlanders voorzorgsmaat regelen getroffen. Er werden zandbak ken met zand aangeschaft, die naar de gevaarlijkste punten in de ringvaart werden gevaren en daar gemeerd. Dek- DE SLAG om Arnhem bloedde dood in de bossen bij Oosterbeek. De Duit sers keerden naar de Meer terug. De herfst kwam, grauw en triest. Neder land ging de laatste winter in: de hongerwinter met voedseltochten, raz zia's, fusillades, terreur, honger, dood. Elke ochtend opnieuw bood de polder het trieste schouwspel van de eindeloze colonnes „etenhalers" uit Amsterdam, Leiden en Haarlem, op fietsen zonder banden, met karretjes en kinderwagens, met vreemde zelfgeknutselde voertuig jes of lopend met een zak op de rug. Boerderij op, boerderij af gingen zij, om een handvol tarwe, een kwartliter melk, wat erwten. Later om een suiker biet of wat bloembollen, 's Avonds ging de stoet naar de stad terug, angstig in het rond kijkend. Want je mócht geen eten halen. Je moest kreperen van het beetje, dat je op je distributiebonnen kreeg. De dorpen kregen een ander aanzien. De statige bomenrijen langs de wegen en van de erven verdwenen om te wor den opgestookt in de noodkacheltjes. Er kwamen steeds meer „vreemde gezich ten". 't Aantal onderduikers, dat bv. in Vijfhuizen en omgeving „normaal" zo'n kleine honderd beliep, nam in die laat- Hij gaf een psalm op, maar de orga nist zette niet in. Ook niet toen hij de opgave herhaalde. De organist had na melijk de vliegtuigen ook gehoord. Hij wist dat hij pas na de preek zou moeten spelen en dus had hij ruim de tijd om buiten te gaan kijken. Zo was de musi cus getuige van het begin van een his torische gebeurtenis: de vernietiging van Schiphol. 's NACHTS kwamen de vliegtuigen van de R.A.F. weer en zo ging het door tot de genadeslag op 13 december. Op deze dag vond de grootste geallieerde luchtaanval plaats, die ooit in deze om geving geschiedde: een gebeuren, dat duurde van half drie tot kwart over drie 's middags. In twaalf formaties van achttien bommenwerpers elk, koersten de Amerikanen vanuit het zuiden naar de Haarlemmermeer. Het helse lawaai van de donderende moto ren was angstwekkend. Daar tussen door klonk het Duitse luchtafweerge schut. Doch als gold het een oefening in vredestijd, zo vlogen de bijna 220 bommenwerpers in strakke lijn voort, ook toen er één brandend tussenuit werd geschoten. De bommen vielen bij honderden tegelijk. De polderbodem golfde onder het geweld van de ex plosie. Nadat de laatste groep was ver- Op 8 met 1945 capituleerde de Duitse commandant van de springput aan dl Cruquiusdijk tegenover het Z uider- Buiten-Spaarne. Hier geeft hij de put over aan de leden van de Binnenlandse Strijdkrachten. Op de voorgrond een Nederlandse marechausSée in het oude uniform. De leden van de B.S. droegen als uniform een blauwe overal met op de armband het woord „Oranje". zeilen en zandzakken werden in de omgeving opgeslagen. Van Duitse zijde werd er geïnformeerd, wat die zand schuiten bij de „Cruquius" en de „Leeghwater" betekenden. „Die bevat ten strooizand voor gladde wegen" was het antwoord. Toch kwam er opdracht ze verder van de springputten te me ren. Op de andere plaatsen o.a. bij de suikerfabriek in Halfweg bleven de schuiten onopgemerkt. Ook voor de illegaliteit waren de springputten een middelpunt van mo gelijke toekomstige acties. Er werden geschutsopstellingen geïmproviseerd in de omgeving van de putten, zodat er in tijd van nood kon worden opgetre den. Bij de „Cruquius" was er een aan de overkant vande ringvaart, op het terrein van de firma Tjaden, juist te genover de springput in de dijk. De be wapening van deze groepen was uiterst modern: zij beschikten in de Haarlem mermeer zelfs over piats en bazooka's, die door Britse vliegtuigen waren „ge- dropped". DE ZOMER van 1944 verstreek. De geallieerde legers rukten op door Bel gië. „Dolle Dinsdag" kwam. De geruch ten regenden met vlagen. De N.S.B.-ers vluchtten. September ging verder. Op 17 septem ber landden Engelse parachutisten op de Zuid Veluwe. De „Slag om Arnhem" was begonnen, In de nacht na de lan ding donderde een ontploffing over de slapende Haarlemmermeer. Ieder dacht de dijk gaat de lucht in! Gelukkig was dat niet het geval. De Duitsers waren begonnen om het laatste restje Schip hol op te blazen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1965 | | pagina 16