ENORM VREDESLEGER IN KONGO
Dietrich Bonhoeffer werd in een
concentratiekamp vermoord
Geestelijke muziek op platen
van „De band met God"
Christusdagen in
Noord-Holland
Qév»4* J h' c/u*
ZATERDAG 1 MEI 1965
Erbij
PAGINA VIJF
Nauwelijks was ik in Leopoldstad of ik stond er al ver
baasd naar te kijken. Op een groot bord aan een boom langs
de Kongorivier las ik gewoon in het Nederlands: „Aan boord
der schepen is het verboden te hengelen". In de grote
winkels in de binnenstad werd reclame gemaakt voor
„reuzekoopjes" en de meeste straatnaambordjes waren
tweetalig: Nederlands en Frans. Een typische herinnering
Netjes
Groot wereldfonds
Zwarte Christus
Jk*—Av -{&**■
Niet vergeefs
Kippenfokker
Jac. P. Looyen
cfaf x* 'hSk aAt
/L(u.4aM' Uc*
4,4XA.-VU- O—U. <Az' <JU-—
ÏKUcA* /^'U*
SIP
--
Ds. D. ter Steege
Maar het Nederlands verdwijnt thans
snel van de postzegels, de straatnaam
bordjes en de gemeentehuizen in Kon-
go. Wie een Kongolees wil verbieden
om te vissen moet dat beslist niet meer
in onze taal proberen. Maar Hollanders
zullen er, als het aan hen ligt, nog
lang blijven in Kongo. Nergens in wes
telijk en oostelijk Afrika heb ik zoveel
landgenoten aangetroffen als in Leo
poldstad. Ze hebben aan de rand van
de stad een mooi eigen clubgebouw.
Daar zijn ze graag onder elkaar, voor
al in het weekend: de zakenlieden en
de V.N.-ambtenaren, de leraren en
de mensen van het Leger des Heils,
de dominees en de priesters.
Zijn ze bezorgd over hun toekomst
in dit land? Natuurlijk, de toestanden
in Stanleystad waren verschrikkelijk
en de omgeving daar is nog niet vei
lig, maar zeggen ze: „Denk nu niet,
dat heel Kongo er zo voor staat. Inte
gendeel, in het algemeen is het hier
gewoon rustig. In Nederland hebben ze
daar geen idee van."
Ik vertel van mijn verzekering in
Amsterdam, die me vierhonderd gul
den premie had laten betalen voor een
bezoek van een paar dagen aan Leo
poldstad en me gezegd had niet buiten
de stad te gaan, omdat ze daarvoor
geen enkele verantwoording nam. In de
Nederlandse club in Leopoldstad moes
ten ze er hard om lachen. „Daar heb
je nou weer zoiets. Zo staan we be
kend".
Naast me in de club zat een jonge
baptistenzendeling, Jan ter Braak, die
net voor de volgende dag geboekt had
voor het vliegtuig naar Stanleystad. Een
kapiteine van het Leger des Heils in
Kongo, Eva den Hartog uit Schevenin-
gen, kwam naar me toe: „Zeg, ver
geet die verzekering maar rustig. Mor
genochtend om zeven uur kom ik je ha
len, dan kun je zelf zien wat er nu
eigenlijk aan de hand is in Kongo".
In een witte ambulancewagen van het
Leger des Heils reed ik de volgende
dag met Eva den Hartog over mulle
zandwegen in een fel brandende zon het
binnenland van Kongo in. Na een uur
waren we bij het eerste dorp: hier en
daar een huisje, gebouwd van leem en
gevlochten bamboe, uiterst pover, maar:
bijzonder netjes. Nergens zag ik vuil
of rommel.
Hier was de eerste kliniek van de
kapiteine. Een kleine honderd mensen
stonden geduldig in de rij voor een af
dakje van verdorde palmbladeren. Dat
was Eva den Hartogs spreekkamer.
Snel observeerde ze de patiënten. Som
migen stonden onbeschermd in de hitte
te rillen van de koorts. „Hier, kijk eens,
deze vrouw heeft over de veertig. En
daar.Ik zag een kind suf in de
draagdoek van de moeder. Het was in
het vuur gevallen. „Maar zie je wat
ze op de beentjes gesmeerd hebben?
Kijk maar. Blauwe verf". Ik werd er
akelig van toen ik zag hoe de kapitei
ne het vel van de beentjes moest knip
pen om te kunnen helpen.
Nog vaker zou ik die dag een andere
kant uit kijken, omdat het me teveel
werd. Geteld heb ik de patiënten niet
in de drie dorpen, die we bezochten.
Het moeten er op zijn minst driehon
derd zijn geweest. Dat was een werkdag
voor Eva den Hartog. En zo gaat het
door dag in, dag uit.
aan het Belgisch bewind, dat aan de vele talen die Kongo
al rijk was er nog twee trachtte toe te voegen, het Neder
lands en het Frans. Het is aardig gelukt met het Frans. De
ontwikkelde Kongolezen spreken het vloeiend. Op de
lagere scholen is het, ook nu Kongo onafhankelijk is, een
verplicht leervak.
der. U hebt er geen idee van wat lees
honger is. In Afrika leren thans miljoe
nen en miljoenen mensen lezen. Maar
wie zorgt voor de lectuur? Hier moet
ontzettend veel gebeuren. En op korte
termijn".
Hebben de Nederlanders, die me dit
vertellen en die ondanks de moeilijkhe
den met de grootste animo in Leopold
stad werken, zo'n haast met die lec
tuur, omdat ze vrezen dat de grote ex
porteurs van communistische littera
tuur uit Moskou en Peking hen anders
voor zijn? Dat is wel een probleem,
maar ik hoorde hen er weinig over pra
ten. Ze zitten hier trouwens niet om te
concurreren, want het gaat er hen niet
om in Afrika de literatuur uit Europa
of Amerika te propageren, al kan men
die voorlopig niet missen. Maar doel is
de Afrikanen zelf op gang te helpen.
De Unesco doet dit ook. Zij heeft ech
ter weinig ter beschikking, nog geen
anderhalf miljoen gulden per jaar.
Een veel groter publiciteitsplan heb
ben de kerken in internationale samen
werking gemaakt. Zij hebben thans een
„wereldfonds voor christelijke lectuur"
gesticht met een basiskapitaal van meer
dan tien miljoen gulden. De gezamen
lijke protestantse kerken van Nederlan
den hebben hiervoor anderhalf miljoen
gulden als bijdrage toegezegd. Dit ho
pen zij bijeen te brengen in de grote
gezamenlijke campagne „Brood voor
het hart" op zondag 2 mei in vrijwel
alle protestantse kerken van ons land.
In Afrika sprak ik de mensen, die op
dat geld zitten te wachten voor boeken
over, nu ja zoals ik zei bij voorbeeld
over: „Hoe repareer ik m'n fiets?"
Maar ook, en dat is wel even iets an
ders, een man als Jan Petoio, hoofd
van het protestantse onderwijs in Kon
go. Hij heeft al verscheidene jonge Ne
derlandse leraren naar zijn land ge
haald.
Deze Jan Petoio schreef ook een boek.
Over Simon Kibangu. De man, die zei
dat er voor de negers een andere Chris
tus gekomen was dan voor de blanken.
Hijzelf, Kibangu, was de man die de
niet-blanken zou verlossen. Vroeger was
hij een christen. Het klinkt ongelooflijk,
maar tienduizenden Kongolezen gingen
over tot zijn sekte. Hele dorpen werden
door Kibangu bekeerd. Zij haten de
blanken en u begrijpt welke gevaarlij
ke gevolgen dat heeft, niet alleen voor
de kerk, maar ook voor het sociale en
maatschappelijke leven. De sekte heeft
al zestig scholen. Zij groeit sterk. Om
de mensen te waarschuwen tegen deze
heilloze beweging schreef ik mijn boek."
Petoio liet het me zien. In manu
script Al vier jaar ligt het klaar, maar
In internationaal verband hebben
de kerken een „wereldfonds voor
christelijke lectuur" gesticht. Meer
dan tien miljoen gulden wil men in
vesteren in de bouw van de drukke
rijen, de stichting van uitgeverijen
en de opleiding van journalisten en
andere schrijvers in de ontwikke
lingslanden van Azië, Afrika en
Zuid-Amerika. De protestantse ker
ken van Nederland hebben voor dit
wereldfonds een „aanslag" van een
miljoen gulden gekregen. In een gro
te gezamenlijke actie „Brood voor
het hart", willen zij dit bedrag bij
eenbrengen op zondag 2 mei. Bo
vendien vragen de kerken bij die
gelegenheid nog een half miljoen
voor eigen Nederlandse projecten in
Indonesië, Afrika en Zuid-Amerika.
„Nee, ik ben echt niet moedeloos van
al die ellende. Hoewel soms.Nee,
laat ik wat anders zeggen: het zou be
ter zijn wanneer ze in Nederland pre
cies wisten wat we hier met zijn allen,
ook samen met de Kongolese regering,
proberen op te bouwen aan ziekenzorg,
aan kinderhulp, aan onderwijs en ga zo
maar verder.
Wanneer ze van dit vredesleger pre
cies zoveel wisten als van de rebellen
in Stanleystad. Wanneer ik al die hulp
optel van de zending, van de missie,
van ons Leger des Heils ook, dan kun
je rustig schrijven dat we hier voor
miljoenen mensen veel goeds kunnen
doen. Kijk, dat gebeurt ook in Kongo
en, ik ben daar vast van overtuigd:
niet vergeefs".
Het valt niet mee een gesprek met
deze Nederlandse heilsofficier af te
breken. Trouwens: zij is een van die
mensen uit ons land, die in Kongo recht
van spreken hebben. Bitter praat ze
over de Belgen: „Ze hebben hier mooie
boulevards gemaakt in Leopoldstad en
schitterende regeringsgebouwen, maar
ze hebben vergeten de mensen scholen
te geven, aan opvoeding hebben ze zo
goed als niets gedaan. En daar heb je
nu het hele probleem".
Welk probleem? Hetzelfde waar ande
re Nederlanders mij over spraken in
Kongo. Eva den Hartog zei het zo:
„Opvoeding tot menswaardigheid. Dat
is voor ons: vorming van christenen,
die met beide handen klaar staan om
mee te helpen aan de opbouw van een
goede samenleving. Daarvoor is thans
lectuur broodnodig, en die hebben we
niet, tenminste, lang niet voldoende. Ik
kan iedere dag wel een paar honderd
zieke mensen helpen, maar beter is het
wanneer ze leren hoe ze een tuintje
met vitaminerijke groenten en vruch
ten kunnen aanleggen en waarom dat
moet. Ik heb wel een paar duizend
zieke, uitgeputte mensen geholpen, die
er alleen maar zo slecht aan toe wa
ren door de verkeerde voeding. Want
ze eten wel, maar niet goed".
Boekjes, eenvoudige voorlichtende lec
tuur over voedingsleer dus. Bas Laker-
veld, vroeger onderwijzer in Kerken-
veld bij Hoogeveen en in het Betuwse
Ingen, maar thans kippenfokker voor
de kerk in Kongo, laat me in z'n be
drijf bij Leopoldstad een aardig voor
beeld van die lectuur zien. Een boekje
over het fokken van goede produktief-
eierleggende kippen in Afrika. Prachti
ge resultaten bereikt hij met zijn werk.
Het boekje is uitgegeven door het evan
gelische lectuurcentrum te Yaounde in
Kameroen, een groot publiciteitscen-
trum dat tot stand is gekomen uit de
opbrengst van de actie „Brood voor
het hart", die twee jaar geleden in de
protestantse kerken van Nederland bij
na anderhalf miljoen gulden opbracht.
Zelfs met een boekje over de vraag:
„hoe repareer ik mijn fiets?", zouden
we de mensen een grote dienst bewij
zen, zei mij een dominee in Ruanda.
Maar natuurlijk, het gaat om meer.
Dat kreeg ik in de Kongo te horen van
twee Nederlandse docenten aan de
vrije protestantse universiteit, die daar
voorlopig ondergebracht is in de rooms-
katholieke Lovanium-universiteit, een
campus met grote moderne collegege
bouwen en internaten voor de Kongole
se studenten. Tegelijk een plaats waar
protestanten en rooms-katholieken sa
menwerken. De bedoeling is dat de
protestantse universiteit naar Stanley
ville gaat, maar dat kan nu nog niet.
Hier sprak ik met dr. Y. Feenstra,
die in Nederland bekend was als gere
formeerd predikant in Rotterdam en
met de historicus drs. J. Schipper en
zijn echtgenote. Alle drie doceren zij
aan deze protestantse universiteit. Zij
vertelden wat op akademisch niveau
aan literatuur nodig is.
„Dit is ontwikkelingshulp van de eer
ste orde. In Nederland, trouwens in
heel Europa en het geldt ook voor Ame
rika, ziet men nog maar nauwelijks in
wat in een werelddeel als Afrika aan
de orde is. De mensen geven spontaan
en veel, zodra ze horen van aardbevin
gen en hongersnood en daarvoor is in
derdaad veel geld nodig. Maar hier in
Afrika is een ontstellend gebrek aan
drukpersen, aan uitgeverijen, aan fond
sen voor speciale niet winstgevende lec
tuur, aan kranten, en ga zo maar ver-
er is geen geld om het uit te geven,
en dat is een zaak waar de kerken in
Kongo zich zorgen over maken. Niet al
leen vanwege dit boek van Petoio, al is
dat uiterst belangrijk, maar vanwege
de duizenden boeken die in Afrika on
gedrukt blijven. Boeken, die broodnodig
zijn.
Niet ten onrechte klagen de Neder
landers in Kongo over de eenzijdigheid
van het Europese gepraat over oproe
rig Afrika. Zeker, ook zij hebben zor
gen. Maar niet alleen over de strijd in
en om Stanleystad. Hun zorg is de onbe
kendheid in Nederland en eigenlijk in
heel Europa met de strijd van het enor
me vredesleger van artsen, leraren, do
minees, verpleegsters, priesters en
heilssoldaten, protestanten en katholie
ken, dat op tenminste duizend posten in
de Kongo ononderbroken vecht voor een
betere toekomst. Een leger, dat thans
één sterk nieuw wapen vraagt: lectuur.
Op Hemelvaartsdag (27 mei) zal in
vijf Noordhollandse gemeenten (Hei-
loo, Den Helder, Nieuwe Niedorp.
N oord - Schar woude en Schagen) een
„Christusdag" worden gehouden.
Deze kerkdagen zullen worden geor
ganiseerd door de werkgroep, die verle
den jaar de „kerkedag" in Heerhugo-
waard organiseerde en later ook de
kerkweken in Winkel en Kolhom.
Het thema van deze dag is voor alle
samenkomsten gelijk, namelijk „Komt
bij Eén", hetgeen zowel een beweging
suggereert, die mensen nader tot elkaar
brengt als doel en reden van het samen
komen: de beweging naar de éne Heer,
Christus ongedeeld, Heer van de we
reld.
Voor de toespraken hebben zich al be
schikbaar gesteld prof. Berkhof, pater
Jelsma. ds. Klamer, ds. Klijn, ds.
Toornvliet en ds. G. R. de Visser.
Het middagmaal wordt als „agapè"
gevierd, gevolgd door samenzang.
No good, Mown trash!
Het Gereformeerd weekblad bevat
een ooggetuigeverslag van de heer J.
H. J. Hofland, die in de Verenigde Sta
ten theologie studeert, over de protest
meeting in Selma.
Na een lange rit kwam de schrijver
met een vriend in Selma, waar de in
woners niet erg geïnteresseerd leken.
De verzamelplaats van de demonstran
ten was een brug aan de grote verkeers
weg tussen Selma en Montgomery.
Veel toeschouwers waren er niet. De
laatste 500 meter voor een brug was
verboden voor negers. „Wij mochten
doorlopen, wij waren blank". De de
monstranten 2500 deelnemers
stonden in lange rij opgesteld. „Tussen
ons en de demonstranten stonden onge
veer 50 zwaar gewapende, gehelmde
politieagenten. Toen we de weg over
staken om met een paar demonstranten
te praten, stuurde een boom van een
agent ons terug naar het trottoir met
een paar ruwe vloeken".
De schrijver vertelt dan, hoe de stoet
zich in beweging stelt, zwijgend, ern
stig, terwijl de agenten zelfs met de
hand aan hun revolver liepen en met
de gummistokken zwaaiden. „Aan de
overkant van de brug stond de politie
macht, honderd man sterk, opgesteld in
slagorde. In opdracht van Governor
Wallace moesten zij de demonstranten
tegenhouden. Kings volgelingen deden
geen poging om zich daar doorheen te
vechten. Op een woord van King kniel
den de demonstranten en King ging
voor in een kort gebed. Toen gingen zij
terug naar de stad.
Op de terugweg kwam de file langs
ons heen. Velen van de demonstranten
waren blank. Ongeveer 200 blanke pre
dikanten, priesters en rabbi's waren
aanwezig. Allen waren voorzien van kof
fers en slaapzakken, goed uitgerust voor
de 80 km lange tocht naar Montgomery.
Sommigen van de geestelijken liepen
hand in hand met de negers.
Twee rabbi's hieven het ontroerende
negervrijheidslied aan: „We shall over
come, From the depths of my heart, I do
believe: We shall overcome some day".
Maar nu klonk het niet als een over
winningslied, maar als een klacht uit
de diepten van gekrenkte harten. Het
was dan ook geen victorie, maar trage
die".
De blanke toeschouwers hoonden en
joelden, vloeken vlogen door de lucht.
De schrijver wilde dr. King horen en
ging achter de stoet aanlopen.
„Toen opeens stond er een agent voor
ons. „Where the h.do you think
you're going? Are you with them, or
something?" We stonden voor een keu
ze. Het was een „moment of truth!"
Enerzijds waren er de vijandigheid en
de haat van de blanke man van het Zui
den, anderzijds de uiteenlopende motie
ven in het protest van de negers. Toch
was de keuze niet moeilijk meer, na
alles wat we gezien hadden. De keuze
kwam neer op dit: wil je de neger als
Het handschrift van Bonhoeffer in zijn oorspronkelijke dagboek.
Twintig jaar geleden werd, vrijwel
zonder proces, in het concentratie
kamp Flossenburg in Beieren Dietrich
Bonhoeffer door de nazibeulen omge
bracht; precies een maand voor de
ineenstorting van het Derde Rijk en
het einde van de tweede wereldoor
log. Juist door dit einde is nog meer
aandacht op deze Duitse protestantse
theoloog gevallen en op zijn boeken
en geschriften die hij naliet. Vooral in
de laatste tijd is er veel belangstelling
ontstaan voor deze figuur, die na zijn
dood grote invloed heeft gekregen op
het theologisch denken.
- -5 =3p«r
een medemens beschouwen of niet?
We knikten. „Then get the h.over
there!"
We liepen niet snel genoeg. Een agent
kwam op ons af, de gummistok drei
gend opgeheven. We moesten het laatste
stukje hollen".
Later liep de heer Hofland door de
negerwijk naar de auto. „De situatie
in de negerwijk is allerbedroevendst.
De negers wonen daar in onbeschrijfe
lijke armoede en vervuiling. Je moet
het zien om het te geloven. Na de har
telijke ontvangst in de negerwijk walm
de ons de vijandigheid tegemoet, toen
wij in de blanke buurt kwamen. De
blikken van onze kleurgenoten waren
om bang van te worden. Een garage
houder siste ons toe: „No good, low-
down trash!" Wij durfden niet langer in
Selma te blijven. Onderweg naar Mont
gomery zagen we een groot bord langs
de weg: „Christ is the Answer", Chris
tus is de oplossing. Zulke borden staan
overal langs de weg in Alabama. Het
volk is erg religieus hier. Maar Selma
haat". Het artikel eindigt met het vol
gende: „Dr. King heeft eens gezegd:
als er niets meer is om voor te sterven,
dan is er ook niets meer om voor te
leven. Misschien steekt er, achteraf
bezien, meer in dan we eerst dachten,
toen Paulus zei: Geliefden, laat ons el
kander liefhebben.
Dietrich Bonhoeffer.
Op vele plaatsen is aandacht aan zijn
dood geschonken zowel in Duitsland als
daarbuiten. Zo is in Engeland een her
denkingsdienst gehouden in de kerk van
het Londense Sydenham, waar Bonhoef
fer enige tijd predikant is geweest. In
deze dienst is gesproken door de beken
de Robinson en door Eberhard Bethge,
vriend en leerling van Bonhoeffer, die
zijn nagelaten werken heeft uitgegeven.
In Nederland werd ter nagedachtenis
een speciaal aan Bonhoeffer gewijde
conferentie gehouden in „Kerk en We
reld" te Driebergen. Vooral in Duits
land is dit nazi-slachtoffer herdacht
door een reeks televisieprogramma's en
radiouitzendingen en door een plechtige
samenkomst in het voormalige concen
tratiekamp Flossenburg, gehouden door
de Lutherse Landskerk en de Beierse
Evangelische jeugd. Het hoogtepunt van
de herdenking was een centrale samen
komst in Berlijn waar gesproken is
door dr. Visser 't Hooft, secretaris-ge
neraal van de Wereldraad van Kerken,
die met Bonhoeffer bevriend is geweest.
invloed
Visser 't Hooft tekende Bonhoeffer als
een man, die ondanks de betrekkelijke
korte duur van zijn leven (hij stierf op
39-jarige leeftijd) en het kleine aan
tal mensen, dat ten tijde van zijn dood
op de hoogte was van zijn werk, mis
schien wel meer invloed heeft gehad op
de kerk in zijn tijd dan wie ook van
die generatie. „Evenals Pascal, wiens
leven werd vergeleken met een mete
oor wegens zijn verblindende intensiteit
en die ook zo vroeg stierf, heeft hij ons
gedwongen met hem mee te denken en
daarop door te gaan," aldus Visser 't
Hooft. „Evenals voor Pascal en ook
als voor Socrates was zijn taak die
van een vroedvrouw, namelijk die van
het stellen van de laatste vraag in zijn
meest concrete vorm: Wat betekent het
VBmMmMnwwwMMmmwwMwmmwwwrwnmmmm
De stichting „De band met God" die
via de geluidsband het evangelie brengt
onder zieken, blinden, bejaarden, invali
den, emigranten en allen, die om een
of andere reden niet in de kerk kun
nen komen, wil meer grammofoonpla
ten met geestelijke muziek gaan uit
brengen. Daarvoor nodigt men koren,
orkesten, zanggroepjes of solisten uit
zich aan te melden bij de studio, post
bus 34, Bloemendaal. De opnamedienst
maakt van de daartoe geschikte liede
ren een bandopname, bestemd voor
overname op grammofoonplaten.
De deelnemers worden dan te zijner
tijd uitgenodigd op te treden in één van
de grote zangmeetings, die worden ge
houden in Haarlem, Groningen, Utrecht
Arnhem, Eindhoven en Rotterdam. De
deelnemers zullen dan op de meeting
hetzelfde repertoire brengen als reeds
op de band is opgenomen. Het publiek
fungeert mede E^ls jury, waarna be
paald zal worden van welke liederen
een grammofoonplaat zal worden uitge
bracht.
De (interkerkelijke) stichting ver
in de wereld te leven met Christus?"
Drie dingen waren het die het leven
van de jonge theoloog bepaalden: zijn
trouw aan de „Bekenntniskirche" (de
groep evangelische christenen die actief
weerstand bood aan het nationaal-socia-
lisme), zijn steun aan de oecumenische
beweging en zijn openlijke tegenstand
tegen de nazi-tirannie. Sprekende over
zijn invloed als theoloog zei dr. Visser
't Hooft, dat Bonhoeffers boodschap
„een evangelische boodschap in de juis
te zin was. Toen hij in de cel gevan
gen zat begreep hij beter dan ooit, dat
Christus niet te vangen is in systemen,
gebonden door tradities en instellingen,
waarin de mensen hem willen opslui
ten. De uitdaging in Bonhoeffers laatst®
brieven, die zo gemakkelijk misverstaan
kan worden, bedoelt niet een godsbeeld
uit de weg te ruimen dat een God kent
die in Jezus mens werd, ook niet een
evangelie te brengen dat beter past bij
moderne mensen. Het gaat om een ra
dicaal begrijpen van de vleeswording
van Christus. Deze Christus droeg niet
alleen de zonden van de christenen,
maar die van de gehele wereld. Daar
om moet de Kerk leven en lijden in
de wereld, met de wereld en voor de
wereld."
Tijdens deze Berlijnse herdenkings
plechtigheid voor Bonhoeffer werd in
beide delen van Berlijn 'n oproep voor
gelezen van de Raad der Duitse Evan
gelische kerk, waarin deze raad op
roept tot bezinning op de situatie en
ontwikkelingen ten opzichte van het
einde van de oorlog twintig jaar gele
den.
In deze oproep wordt gezegd dat de
Duitse kerk er zich bewust van is me
deschuldig te staan aan de onheilen die
over het eigen volk en over andere vol
ken gekomen zijn Het einde van de oor
log betekende het einde van de natio-
naal-socialistische heerschappij, maar
tegelijk ook het einde van de eenheid
van Duitsland. De politieke verdeling
van Duitsland wierp een donkere scha
duw op het nieuwe begin waartoe ove
rigens toen de mogelijkheden geschapen
werden. Wat heeft Duitsland met dit
nieuwe begin gedaan? Zo moeten wij
ons afvragen. Hoe hebben wij ons ge
durende de afgelopen twintig jaar ge
dragen? gaat de oproep verder. Hebben
wij ons voor menselijkheid ingezet?
Hebben wij ons werkelijk ingespannen
zoveel mogelijk het onrecht goed te ma
ken dat wij andere volken en rassen
hebben aangedaan? Hebben wij vooral
ook datgene van ons geworpen dat aan
leiding gaf tot de heerschappij van on
recht in Duitsland: het opportunisme,
het gebrek aan persoonlijke moed, het
anti-semitisme, de verachting voor de
meningen van anderen, de haat en het
bedrog in allerlei vorm.
De herinnering aan het einde van de
vreselijke oorlog twintig jaar geleden
moet ons erbij bepalen, dat God geen
oorlog maar vrede wil voor de volken
en voor ons volk. Als christenen dra
gen wij er verantwoordelijkheid voor
dat het Duitse volk zich in zijn huidige
verdeeldheid niet laat verleiden tot een
houding van vijandschap vol van haat
of wel van onverschillig naast elkaar
bestaan. De vrijheid behoort tot de on
vervreemdbare rechten van de mens.
Daaraan ontleent niemand voorrechten,
maar niemand mag er ook een zelf
zuchtig misbruik van maken.
Voor ouderen èn voor jongeren van na
1945 geeft de herinnering aan wat ge
beurd is een verplichting. Het Duitse
volk moet trachten in een wereld zon
der vrede de overwinning te behalen op
haat en vijandschap en een nieuw ver
trouwen te wekken, 't Kruis van Chris
tus is het teken der verzoening, waar
van het woord getuigt dat Paul Schnei
der, die evenals Bonhoeffer in een con
centratiekamp (Buchenwald) vermoord
werd, op de muur van zijn cel kraste:
Laat u met God verzoenen. Alleen in
dat geloof is het mogelijk in de juiste
houding te leven.
Aldus de Duitse Evangelische Kerk
tijdens de herdenking van Bonhoeffers
dood.
In deze cel werd de evangelische predi
kant Paul Schneider gemarteld. Toen
hij doodziek werd bracht men hem naar
de ziekenbarak, waar hij werd gedood.
zorgt al verschillende jaren opnamen
van kerk- en evangelisatiediensten, re
portages, hoorspelen, klankbeelden, de
clamatie, jeugd- en kinderdiensten, kor
te toespraken, dagsluitingen, geestelijke
muziek of zang. Maandelijks worden
banden door geheel Nederland en naar
alle emigratielanden gezonden. De luis
teraars ontvangen de banden geheel gra
tis. Om het werk verder te kunnen uit
breiden is de stichting enige tijd gele
den begonnen met het uitbrengen van
grammofoonplaten van geestelijke mu
ziek. Vooral in rooms-katholieke krin
gen blijkt op het ogenblik grote vraag
te vraag te zijn naar het gezongen
geestelijke lied in de Nederlandse taal.
De stichting heeft nu een plaat uitge
bracht van het uit leden van de hofhou
ding van paleis Soestdijk samengestel
de koor. Het lied „Heer, behoed onze
koningin" werd het titellied van de
plaat, die verder koorwerken van Schu
bert, Kreutzer, Bruckner en Von Weber
bevat.
De opnamekwaliteit van deze plaat
is uitstekend, het koor haalt een goed
gemiddelde.