ENORM VREDESLEGER IN KONGO Dietrich Bonhoeffer werd in een concentratiekamp vermoord Geestelijke muziek op platen van „De band met God" Christusdagen in Noord-Holland Qév»4* J h' c/u* ZATERDAG 1 MEI 1965 Erbij PAGINA VIJF Nauwelijks was ik in Leopoldstad of ik stond er al ver baasd naar te kijken. Op een groot bord aan een boom langs de Kongorivier las ik gewoon in het Nederlands: „Aan boord der schepen is het verboden te hengelen". In de grote winkels in de binnenstad werd reclame gemaakt voor „reuzekoopjes" en de meeste straatnaambordjes waren tweetalig: Nederlands en Frans. Een typische herinnering Netjes Groot wereldfonds Zwarte Christus Jk*—Av -{&**■ Niet vergeefs Kippenfokker Jac. P. Looyen cfaf x* 'hSk aAt /L(u.4aM' Uc* 4,4XA.-VU- O—U. <Az' <JU-— ÏKUcA* /^'U* SIP -- Ds. D. ter Steege Maar het Nederlands verdwijnt thans snel van de postzegels, de straatnaam bordjes en de gemeentehuizen in Kon- go. Wie een Kongolees wil verbieden om te vissen moet dat beslist niet meer in onze taal proberen. Maar Hollanders zullen er, als het aan hen ligt, nog lang blijven in Kongo. Nergens in wes telijk en oostelijk Afrika heb ik zoveel landgenoten aangetroffen als in Leo poldstad. Ze hebben aan de rand van de stad een mooi eigen clubgebouw. Daar zijn ze graag onder elkaar, voor al in het weekend: de zakenlieden en de V.N.-ambtenaren, de leraren en de mensen van het Leger des Heils, de dominees en de priesters. Zijn ze bezorgd over hun toekomst in dit land? Natuurlijk, de toestanden in Stanleystad waren verschrikkelijk en de omgeving daar is nog niet vei lig, maar zeggen ze: „Denk nu niet, dat heel Kongo er zo voor staat. Inte gendeel, in het algemeen is het hier gewoon rustig. In Nederland hebben ze daar geen idee van." Ik vertel van mijn verzekering in Amsterdam, die me vierhonderd gul den premie had laten betalen voor een bezoek van een paar dagen aan Leo poldstad en me gezegd had niet buiten de stad te gaan, omdat ze daarvoor geen enkele verantwoording nam. In de Nederlandse club in Leopoldstad moes ten ze er hard om lachen. „Daar heb je nou weer zoiets. Zo staan we be kend". Naast me in de club zat een jonge baptistenzendeling, Jan ter Braak, die net voor de volgende dag geboekt had voor het vliegtuig naar Stanleystad. Een kapiteine van het Leger des Heils in Kongo, Eva den Hartog uit Schevenin- gen, kwam naar me toe: „Zeg, ver geet die verzekering maar rustig. Mor genochtend om zeven uur kom ik je ha len, dan kun je zelf zien wat er nu eigenlijk aan de hand is in Kongo". In een witte ambulancewagen van het Leger des Heils reed ik de volgende dag met Eva den Hartog over mulle zandwegen in een fel brandende zon het binnenland van Kongo in. Na een uur waren we bij het eerste dorp: hier en daar een huisje, gebouwd van leem en gevlochten bamboe, uiterst pover, maar: bijzonder netjes. Nergens zag ik vuil of rommel. Hier was de eerste kliniek van de kapiteine. Een kleine honderd mensen stonden geduldig in de rij voor een af dakje van verdorde palmbladeren. Dat was Eva den Hartogs spreekkamer. Snel observeerde ze de patiënten. Som migen stonden onbeschermd in de hitte te rillen van de koorts. „Hier, kijk eens, deze vrouw heeft over de veertig. En daar.Ik zag een kind suf in de draagdoek van de moeder. Het was in het vuur gevallen. „Maar zie je wat ze op de beentjes gesmeerd hebben? Kijk maar. Blauwe verf". Ik werd er akelig van toen ik zag hoe de kapitei ne het vel van de beentjes moest knip pen om te kunnen helpen. Nog vaker zou ik die dag een andere kant uit kijken, omdat het me teveel werd. Geteld heb ik de patiënten niet in de drie dorpen, die we bezochten. Het moeten er op zijn minst driehon derd zijn geweest. Dat was een werkdag voor Eva den Hartog. En zo gaat het door dag in, dag uit. aan het Belgisch bewind, dat aan de vele talen die Kongo al rijk was er nog twee trachtte toe te voegen, het Neder lands en het Frans. Het is aardig gelukt met het Frans. De ontwikkelde Kongolezen spreken het vloeiend. Op de lagere scholen is het, ook nu Kongo onafhankelijk is, een verplicht leervak. der. U hebt er geen idee van wat lees honger is. In Afrika leren thans miljoe nen en miljoenen mensen lezen. Maar wie zorgt voor de lectuur? Hier moet ontzettend veel gebeuren. En op korte termijn". Hebben de Nederlanders, die me dit vertellen en die ondanks de moeilijkhe den met de grootste animo in Leopold stad werken, zo'n haast met die lec tuur, omdat ze vrezen dat de grote ex porteurs van communistische littera tuur uit Moskou en Peking hen anders voor zijn? Dat is wel een probleem, maar ik hoorde hen er weinig over pra ten. Ze zitten hier trouwens niet om te concurreren, want het gaat er hen niet om in Afrika de literatuur uit Europa of Amerika te propageren, al kan men die voorlopig niet missen. Maar doel is de Afrikanen zelf op gang te helpen. De Unesco doet dit ook. Zij heeft ech ter weinig ter beschikking, nog geen anderhalf miljoen gulden per jaar. Een veel groter publiciteitsplan heb ben de kerken in internationale samen werking gemaakt. Zij hebben thans een „wereldfonds voor christelijke lectuur" gesticht met een basiskapitaal van meer dan tien miljoen gulden. De gezamen lijke protestantse kerken van Nederlan den hebben hiervoor anderhalf miljoen gulden als bijdrage toegezegd. Dit ho pen zij bijeen te brengen in de grote gezamenlijke campagne „Brood voor het hart" op zondag 2 mei in vrijwel alle protestantse kerken van ons land. In Afrika sprak ik de mensen, die op dat geld zitten te wachten voor boeken over, nu ja zoals ik zei bij voorbeeld over: „Hoe repareer ik m'n fiets?" Maar ook, en dat is wel even iets an ders, een man als Jan Petoio, hoofd van het protestantse onderwijs in Kon go. Hij heeft al verscheidene jonge Ne derlandse leraren naar zijn land ge haald. Deze Jan Petoio schreef ook een boek. Over Simon Kibangu. De man, die zei dat er voor de negers een andere Chris tus gekomen was dan voor de blanken. Hijzelf, Kibangu, was de man die de niet-blanken zou verlossen. Vroeger was hij een christen. Het klinkt ongelooflijk, maar tienduizenden Kongolezen gingen over tot zijn sekte. Hele dorpen werden door Kibangu bekeerd. Zij haten de blanken en u begrijpt welke gevaarlij ke gevolgen dat heeft, niet alleen voor de kerk, maar ook voor het sociale en maatschappelijke leven. De sekte heeft al zestig scholen. Zij groeit sterk. Om de mensen te waarschuwen tegen deze heilloze beweging schreef ik mijn boek." Petoio liet het me zien. In manu script Al vier jaar ligt het klaar, maar In internationaal verband hebben de kerken een „wereldfonds voor christelijke lectuur" gesticht. Meer dan tien miljoen gulden wil men in vesteren in de bouw van de drukke rijen, de stichting van uitgeverijen en de opleiding van journalisten en andere schrijvers in de ontwikke lingslanden van Azië, Afrika en Zuid-Amerika. De protestantse ker ken van Nederland hebben voor dit wereldfonds een „aanslag" van een miljoen gulden gekregen. In een gro te gezamenlijke actie „Brood voor het hart", willen zij dit bedrag bij eenbrengen op zondag 2 mei. Bo vendien vragen de kerken bij die gelegenheid nog een half miljoen voor eigen Nederlandse projecten in Indonesië, Afrika en Zuid-Amerika. „Nee, ik ben echt niet moedeloos van al die ellende. Hoewel soms.Nee, laat ik wat anders zeggen: het zou be ter zijn wanneer ze in Nederland pre cies wisten wat we hier met zijn allen, ook samen met de Kongolese regering, proberen op te bouwen aan ziekenzorg, aan kinderhulp, aan onderwijs en ga zo maar verder. Wanneer ze van dit vredesleger pre cies zoveel wisten als van de rebellen in Stanleystad. Wanneer ik al die hulp optel van de zending, van de missie, van ons Leger des Heils ook, dan kun je rustig schrijven dat we hier voor miljoenen mensen veel goeds kunnen doen. Kijk, dat gebeurt ook in Kongo en, ik ben daar vast van overtuigd: niet vergeefs". Het valt niet mee een gesprek met deze Nederlandse heilsofficier af te breken. Trouwens: zij is een van die mensen uit ons land, die in Kongo recht van spreken hebben. Bitter praat ze over de Belgen: „Ze hebben hier mooie boulevards gemaakt in Leopoldstad en schitterende regeringsgebouwen, maar ze hebben vergeten de mensen scholen te geven, aan opvoeding hebben ze zo goed als niets gedaan. En daar heb je nu het hele probleem". Welk probleem? Hetzelfde waar ande re Nederlanders mij over spraken in Kongo. Eva den Hartog zei het zo: „Opvoeding tot menswaardigheid. Dat is voor ons: vorming van christenen, die met beide handen klaar staan om mee te helpen aan de opbouw van een goede samenleving. Daarvoor is thans lectuur broodnodig, en die hebben we niet, tenminste, lang niet voldoende. Ik kan iedere dag wel een paar honderd zieke mensen helpen, maar beter is het wanneer ze leren hoe ze een tuintje met vitaminerijke groenten en vruch ten kunnen aanleggen en waarom dat moet. Ik heb wel een paar duizend zieke, uitgeputte mensen geholpen, die er alleen maar zo slecht aan toe wa ren door de verkeerde voeding. Want ze eten wel, maar niet goed". Boekjes, eenvoudige voorlichtende lec tuur over voedingsleer dus. Bas Laker- veld, vroeger onderwijzer in Kerken- veld bij Hoogeveen en in het Betuwse Ingen, maar thans kippenfokker voor de kerk in Kongo, laat me in z'n be drijf bij Leopoldstad een aardig voor beeld van die lectuur zien. Een boekje over het fokken van goede produktief- eierleggende kippen in Afrika. Prachti ge resultaten bereikt hij met zijn werk. Het boekje is uitgegeven door het evan gelische lectuurcentrum te Yaounde in Kameroen, een groot publiciteitscen- trum dat tot stand is gekomen uit de opbrengst van de actie „Brood voor het hart", die twee jaar geleden in de protestantse kerken van Nederland bij na anderhalf miljoen gulden opbracht. Zelfs met een boekje over de vraag: „hoe repareer ik mijn fiets?", zouden we de mensen een grote dienst bewij zen, zei mij een dominee in Ruanda. Maar natuurlijk, het gaat om meer. Dat kreeg ik in de Kongo te horen van twee Nederlandse docenten aan de vrije protestantse universiteit, die daar voorlopig ondergebracht is in de rooms- katholieke Lovanium-universiteit, een campus met grote moderne collegege bouwen en internaten voor de Kongole se studenten. Tegelijk een plaats waar protestanten en rooms-katholieken sa menwerken. De bedoeling is dat de protestantse universiteit naar Stanley ville gaat, maar dat kan nu nog niet. Hier sprak ik met dr. Y. Feenstra, die in Nederland bekend was als gere formeerd predikant in Rotterdam en met de historicus drs. J. Schipper en zijn echtgenote. Alle drie doceren zij aan deze protestantse universiteit. Zij vertelden wat op akademisch niveau aan literatuur nodig is. „Dit is ontwikkelingshulp van de eer ste orde. In Nederland, trouwens in heel Europa en het geldt ook voor Ame rika, ziet men nog maar nauwelijks in wat in een werelddeel als Afrika aan de orde is. De mensen geven spontaan en veel, zodra ze horen van aardbevin gen en hongersnood en daarvoor is in derdaad veel geld nodig. Maar hier in Afrika is een ontstellend gebrek aan drukpersen, aan uitgeverijen, aan fond sen voor speciale niet winstgevende lec tuur, aan kranten, en ga zo maar ver- er is geen geld om het uit te geven, en dat is een zaak waar de kerken in Kongo zich zorgen over maken. Niet al leen vanwege dit boek van Petoio, al is dat uiterst belangrijk, maar vanwege de duizenden boeken die in Afrika on gedrukt blijven. Boeken, die broodnodig zijn. Niet ten onrechte klagen de Neder landers in Kongo over de eenzijdigheid van het Europese gepraat over oproe rig Afrika. Zeker, ook zij hebben zor gen. Maar niet alleen over de strijd in en om Stanleystad. Hun zorg is de onbe kendheid in Nederland en eigenlijk in heel Europa met de strijd van het enor me vredesleger van artsen, leraren, do minees, verpleegsters, priesters en heilssoldaten, protestanten en katholie ken, dat op tenminste duizend posten in de Kongo ononderbroken vecht voor een betere toekomst. Een leger, dat thans één sterk nieuw wapen vraagt: lectuur. Op Hemelvaartsdag (27 mei) zal in vijf Noordhollandse gemeenten (Hei- loo, Den Helder, Nieuwe Niedorp. N oord - Schar woude en Schagen) een „Christusdag" worden gehouden. Deze kerkdagen zullen worden geor ganiseerd door de werkgroep, die verle den jaar de „kerkedag" in Heerhugo- waard organiseerde en later ook de kerkweken in Winkel en Kolhom. Het thema van deze dag is voor alle samenkomsten gelijk, namelijk „Komt bij Eén", hetgeen zowel een beweging suggereert, die mensen nader tot elkaar brengt als doel en reden van het samen komen: de beweging naar de éne Heer, Christus ongedeeld, Heer van de we reld. Voor de toespraken hebben zich al be schikbaar gesteld prof. Berkhof, pater Jelsma. ds. Klamer, ds. Klijn, ds. Toornvliet en ds. G. R. de Visser. Het middagmaal wordt als „agapè" gevierd, gevolgd door samenzang. No good, Mown trash! Het Gereformeerd weekblad bevat een ooggetuigeverslag van de heer J. H. J. Hofland, die in de Verenigde Sta ten theologie studeert, over de protest meeting in Selma. Na een lange rit kwam de schrijver met een vriend in Selma, waar de in woners niet erg geïnteresseerd leken. De verzamelplaats van de demonstran ten was een brug aan de grote verkeers weg tussen Selma en Montgomery. Veel toeschouwers waren er niet. De laatste 500 meter voor een brug was verboden voor negers. „Wij mochten doorlopen, wij waren blank". De de monstranten 2500 deelnemers stonden in lange rij opgesteld. „Tussen ons en de demonstranten stonden onge veer 50 zwaar gewapende, gehelmde politieagenten. Toen we de weg over staken om met een paar demonstranten te praten, stuurde een boom van een agent ons terug naar het trottoir met een paar ruwe vloeken". De schrijver vertelt dan, hoe de stoet zich in beweging stelt, zwijgend, ern stig, terwijl de agenten zelfs met de hand aan hun revolver liepen en met de gummistokken zwaaiden. „Aan de overkant van de brug stond de politie macht, honderd man sterk, opgesteld in slagorde. In opdracht van Governor Wallace moesten zij de demonstranten tegenhouden. Kings volgelingen deden geen poging om zich daar doorheen te vechten. Op een woord van King kniel den de demonstranten en King ging voor in een kort gebed. Toen gingen zij terug naar de stad. Op de terugweg kwam de file langs ons heen. Velen van de demonstranten waren blank. Ongeveer 200 blanke pre dikanten, priesters en rabbi's waren aanwezig. Allen waren voorzien van kof fers en slaapzakken, goed uitgerust voor de 80 km lange tocht naar Montgomery. Sommigen van de geestelijken liepen hand in hand met de negers. Twee rabbi's hieven het ontroerende negervrijheidslied aan: „We shall over come, From the depths of my heart, I do believe: We shall overcome some day". Maar nu klonk het niet als een over winningslied, maar als een klacht uit de diepten van gekrenkte harten. Het was dan ook geen victorie, maar trage die". De blanke toeschouwers hoonden en joelden, vloeken vlogen door de lucht. De schrijver wilde dr. King horen en ging achter de stoet aanlopen. „Toen opeens stond er een agent voor ons. „Where the h.do you think you're going? Are you with them, or something?" We stonden voor een keu ze. Het was een „moment of truth!" Enerzijds waren er de vijandigheid en de haat van de blanke man van het Zui den, anderzijds de uiteenlopende motie ven in het protest van de negers. Toch was de keuze niet moeilijk meer, na alles wat we gezien hadden. De keuze kwam neer op dit: wil je de neger als Het handschrift van Bonhoeffer in zijn oorspronkelijke dagboek. Twintig jaar geleden werd, vrijwel zonder proces, in het concentratie kamp Flossenburg in Beieren Dietrich Bonhoeffer door de nazibeulen omge bracht; precies een maand voor de ineenstorting van het Derde Rijk en het einde van de tweede wereldoor log. Juist door dit einde is nog meer aandacht op deze Duitse protestantse theoloog gevallen en op zijn boeken en geschriften die hij naliet. Vooral in de laatste tijd is er veel belangstelling ontstaan voor deze figuur, die na zijn dood grote invloed heeft gekregen op het theologisch denken. - -5 =3p«r een medemens beschouwen of niet? We knikten. „Then get the h.over there!" We liepen niet snel genoeg. Een agent kwam op ons af, de gummistok drei gend opgeheven. We moesten het laatste stukje hollen". Later liep de heer Hofland door de negerwijk naar de auto. „De situatie in de negerwijk is allerbedroevendst. De negers wonen daar in onbeschrijfe lijke armoede en vervuiling. Je moet het zien om het te geloven. Na de har telijke ontvangst in de negerwijk walm de ons de vijandigheid tegemoet, toen wij in de blanke buurt kwamen. De blikken van onze kleurgenoten waren om bang van te worden. Een garage houder siste ons toe: „No good, low- down trash!" Wij durfden niet langer in Selma te blijven. Onderweg naar Mont gomery zagen we een groot bord langs de weg: „Christ is the Answer", Chris tus is de oplossing. Zulke borden staan overal langs de weg in Alabama. Het volk is erg religieus hier. Maar Selma haat". Het artikel eindigt met het vol gende: „Dr. King heeft eens gezegd: als er niets meer is om voor te sterven, dan is er ook niets meer om voor te leven. Misschien steekt er, achteraf bezien, meer in dan we eerst dachten, toen Paulus zei: Geliefden, laat ons el kander liefhebben. Dietrich Bonhoeffer. Op vele plaatsen is aandacht aan zijn dood geschonken zowel in Duitsland als daarbuiten. Zo is in Engeland een her denkingsdienst gehouden in de kerk van het Londense Sydenham, waar Bonhoef fer enige tijd predikant is geweest. In deze dienst is gesproken door de beken de Robinson en door Eberhard Bethge, vriend en leerling van Bonhoeffer, die zijn nagelaten werken heeft uitgegeven. In Nederland werd ter nagedachtenis een speciaal aan Bonhoeffer gewijde conferentie gehouden in „Kerk en We reld" te Driebergen. Vooral in Duits land is dit nazi-slachtoffer herdacht door een reeks televisieprogramma's en radiouitzendingen en door een plechtige samenkomst in het voormalige concen tratiekamp Flossenburg, gehouden door de Lutherse Landskerk en de Beierse Evangelische jeugd. Het hoogtepunt van de herdenking was een centrale samen komst in Berlijn waar gesproken is door dr. Visser 't Hooft, secretaris-ge neraal van de Wereldraad van Kerken, die met Bonhoeffer bevriend is geweest. invloed Visser 't Hooft tekende Bonhoeffer als een man, die ondanks de betrekkelijke korte duur van zijn leven (hij stierf op 39-jarige leeftijd) en het kleine aan tal mensen, dat ten tijde van zijn dood op de hoogte was van zijn werk, mis schien wel meer invloed heeft gehad op de kerk in zijn tijd dan wie ook van die generatie. „Evenals Pascal, wiens leven werd vergeleken met een mete oor wegens zijn verblindende intensiteit en die ook zo vroeg stierf, heeft hij ons gedwongen met hem mee te denken en daarop door te gaan," aldus Visser 't Hooft. „Evenals voor Pascal en ook als voor Socrates was zijn taak die van een vroedvrouw, namelijk die van het stellen van de laatste vraag in zijn meest concrete vorm: Wat betekent het VBmMmMnwwwMMmmwwMwmmwwwrwnmmmm De stichting „De band met God" die via de geluidsband het evangelie brengt onder zieken, blinden, bejaarden, invali den, emigranten en allen, die om een of andere reden niet in de kerk kun nen komen, wil meer grammofoonpla ten met geestelijke muziek gaan uit brengen. Daarvoor nodigt men koren, orkesten, zanggroepjes of solisten uit zich aan te melden bij de studio, post bus 34, Bloemendaal. De opnamedienst maakt van de daartoe geschikte liede ren een bandopname, bestemd voor overname op grammofoonplaten. De deelnemers worden dan te zijner tijd uitgenodigd op te treden in één van de grote zangmeetings, die worden ge houden in Haarlem, Groningen, Utrecht Arnhem, Eindhoven en Rotterdam. De deelnemers zullen dan op de meeting hetzelfde repertoire brengen als reeds op de band is opgenomen. Het publiek fungeert mede E^ls jury, waarna be paald zal worden van welke liederen een grammofoonplaat zal worden uitge bracht. De (interkerkelijke) stichting ver in de wereld te leven met Christus?" Drie dingen waren het die het leven van de jonge theoloog bepaalden: zijn trouw aan de „Bekenntniskirche" (de groep evangelische christenen die actief weerstand bood aan het nationaal-socia- lisme), zijn steun aan de oecumenische beweging en zijn openlijke tegenstand tegen de nazi-tirannie. Sprekende over zijn invloed als theoloog zei dr. Visser 't Hooft, dat Bonhoeffers boodschap „een evangelische boodschap in de juis te zin was. Toen hij in de cel gevan gen zat begreep hij beter dan ooit, dat Christus niet te vangen is in systemen, gebonden door tradities en instellingen, waarin de mensen hem willen opslui ten. De uitdaging in Bonhoeffers laatst® brieven, die zo gemakkelijk misverstaan kan worden, bedoelt niet een godsbeeld uit de weg te ruimen dat een God kent die in Jezus mens werd, ook niet een evangelie te brengen dat beter past bij moderne mensen. Het gaat om een ra dicaal begrijpen van de vleeswording van Christus. Deze Christus droeg niet alleen de zonden van de christenen, maar die van de gehele wereld. Daar om moet de Kerk leven en lijden in de wereld, met de wereld en voor de wereld." Tijdens deze Berlijnse herdenkings plechtigheid voor Bonhoeffer werd in beide delen van Berlijn 'n oproep voor gelezen van de Raad der Duitse Evan gelische kerk, waarin deze raad op roept tot bezinning op de situatie en ontwikkelingen ten opzichte van het einde van de oorlog twintig jaar gele den. In deze oproep wordt gezegd dat de Duitse kerk er zich bewust van is me deschuldig te staan aan de onheilen die over het eigen volk en over andere vol ken gekomen zijn Het einde van de oor log betekende het einde van de natio- naal-socialistische heerschappij, maar tegelijk ook het einde van de eenheid van Duitsland. De politieke verdeling van Duitsland wierp een donkere scha duw op het nieuwe begin waartoe ove rigens toen de mogelijkheden geschapen werden. Wat heeft Duitsland met dit nieuwe begin gedaan? Zo moeten wij ons afvragen. Hoe hebben wij ons ge durende de afgelopen twintig jaar ge dragen? gaat de oproep verder. Hebben wij ons voor menselijkheid ingezet? Hebben wij ons werkelijk ingespannen zoveel mogelijk het onrecht goed te ma ken dat wij andere volken en rassen hebben aangedaan? Hebben wij vooral ook datgene van ons geworpen dat aan leiding gaf tot de heerschappij van on recht in Duitsland: het opportunisme, het gebrek aan persoonlijke moed, het anti-semitisme, de verachting voor de meningen van anderen, de haat en het bedrog in allerlei vorm. De herinnering aan het einde van de vreselijke oorlog twintig jaar geleden moet ons erbij bepalen, dat God geen oorlog maar vrede wil voor de volken en voor ons volk. Als christenen dra gen wij er verantwoordelijkheid voor dat het Duitse volk zich in zijn huidige verdeeldheid niet laat verleiden tot een houding van vijandschap vol van haat of wel van onverschillig naast elkaar bestaan. De vrijheid behoort tot de on vervreemdbare rechten van de mens. Daaraan ontleent niemand voorrechten, maar niemand mag er ook een zelf zuchtig misbruik van maken. Voor ouderen èn voor jongeren van na 1945 geeft de herinnering aan wat ge beurd is een verplichting. Het Duitse volk moet trachten in een wereld zon der vrede de overwinning te behalen op haat en vijandschap en een nieuw ver trouwen te wekken, 't Kruis van Chris tus is het teken der verzoening, waar van het woord getuigt dat Paul Schnei der, die evenals Bonhoeffer in een con centratiekamp (Buchenwald) vermoord werd, op de muur van zijn cel kraste: Laat u met God verzoenen. Alleen in dat geloof is het mogelijk in de juiste houding te leven. Aldus de Duitse Evangelische Kerk tijdens de herdenking van Bonhoeffers dood. In deze cel werd de evangelische predi kant Paul Schneider gemarteld. Toen hij doodziek werd bracht men hem naar de ziekenbarak, waar hij werd gedood. zorgt al verschillende jaren opnamen van kerk- en evangelisatiediensten, re portages, hoorspelen, klankbeelden, de clamatie, jeugd- en kinderdiensten, kor te toespraken, dagsluitingen, geestelijke muziek of zang. Maandelijks worden banden door geheel Nederland en naar alle emigratielanden gezonden. De luis teraars ontvangen de banden geheel gra tis. Om het werk verder te kunnen uit breiden is de stichting enige tijd gele den begonnen met het uitbrengen van grammofoonplaten van geestelijke mu ziek. Vooral in rooms-katholieke krin gen blijkt op het ogenblik grote vraag te vraag te zijn naar het gezongen geestelijke lied in de Nederlandse taal. De stichting heeft nu een plaat uitge bracht van het uit leden van de hofhou ding van paleis Soestdijk samengestel de koor. Het lied „Heer, behoed onze koningin" werd het titellied van de plaat, die verder koorwerken van Schu bert, Kreutzer, Bruckner en Von Weber bevat. De opnamekwaliteit van deze plaat is uitstekend, het koor haalt een goed gemiddelde.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1965 | | pagina 17