Een kat tussen de
duiven
Josientje en de plant
PANDA EN DE BRON
K
DE DODE BRUID
Een zeehond om
na te tekenen
Een detectiveverhaal
door Agatha Christie
WONDERLAND
LEWIS «OIL
door dr. Robert van Gulik
ZATERDAG 8 MEI 1965
23
L-
(fl)ALfSDiSHEyS
en
geheim
zinnige
vet^oeèw
99
99
15)
„Kan ik u even spreken, juffrouw
JuLstrode?"
Juffrouw BuLstrode legde haar pen
leer en keek in het opgewonden ge
acht van het hoofd van de huishou-
iing, juffrouw Johnson.
„Zeker, juffrouw Johnson."
„Het betreft dat meisje Shaisat
lat Egyptische meisje, of wat 't zijn
mag. Zij draagt onderkleding, bras-
sières als een volwassen vrouw met
opvullingen. Dat gaat toch niet aan
bij een schoolkind van vijftien!"
Juffrouw Bulstrode moest zich op
haar onderlip bijten om niet te glim
lachen, zoals zo vaak wanneer juf
frouw Johnson met haar sprak. „Mis
schien is het 't verstandigste dat ik
maar even met u mee ga kijken," zei
ze op ernstige toon.
Er volgde een onderzoek ter plaat
se. waarbij juffrouw Johnson het aan
stootgevende uitvindsel demonstreer
de en Shaista geïnteresseerd toekeek.
„Ik vind het heel belangrijk voor een
meisje," pleitte Shaista op een ge
geven moment, „dat ze er niet pre
cies uitziet als een jongen!"
„Dat komt later wel Jij bent pas
vijftien!" protesteerde juffrouw John
son.
„Als je vijftien bent ben je een
vrouw! En ik zie er toch ook uit als
'n vrouw? Of niet soms?" Zij keek
daarbij juffrouw Bulstrode aan, die
ernstig knikte.
„Ik begrijp je best," sprak de di
rectrice, „maar op deze school, be
grijp je, verkeer je onder meisjes die
voor het merendeel nog niet zo vroeg
volwassen zijn. Ik vind het ook bes„
dat mijn meisjes zich opmaken, mits
op bescheiden wijze, en gekleed gaan
op een manier die bij hun leeftijd en
fysieke ontwikkeling past. Daarom zou
ik je willen voorstellen je brassière
alleen te dragen wanneer je je kleedt
voor een feestje of als je uitgaat naar
Londen, maar niet alle dagen hier op
school. Hier wordt ook veel aan gym
nastiek gedaan en daarvoor moet je
je lichaam juist alle bewegingsvrij
heid gunnen."
„O, het is veel te veel al dat
hollen en springen," gaf Shaista mop
perend ten antwoord, „en dan bo
vendien nog al die sport! Ik mag die
juffrouw Springer helemaal niet. Die
roept altijd maar: „Vlugger, vlugger,
doe niet zo sloom!" Ik word er dood
moe van!"
„Nu is het genoeg, Shaista!" sprak
juffrouw Bulstrode op een toon van
gezag. „Je familie heeft je hierheen
gezonden om een Engelse opvoeding
te krijgen. Sport en gymnastiek zijn
juist bevorderlijk voor je lichamelijk
schoon, je gezondheid en je teint!"
Zij stuurde Shaista weg en keek juf
frouw Johnson glimlachend aan. „Het
is een feit," zei ze, „dit meisje is al
volwassen, ze zou best twintig kunnen
zijn. En zo voelt zij zich ook. Je kunt
dan ook niet verwachten dat zij is
zoals onze meisjes van gelijke leeftijd,
Julia Upjohn bijvoorbeeld. Julia is
veel intelligenter dan Shaista, maar
fysiek minder ontwikkeld."
„Ik wou dat ze allemaal waren zo
als Julia Upjohn," verzuchtte juffrouw
Johnson.
„Ik niet," antwoordde juffrouw Bul
strode levendig. „Een school vol van
zulke meisjes zou een vervelende boel
worden!"
Vervelend, dacht ze, toen ze naar
haar werkkamer terugliep. Dat woord
had haar reeds een tijdlang door
het hoofd gespookt. Vervelend
Als er iets was dat haar school
nooit geweest was, dan was 't ver
velend! Haar hele loopbaan als direc
trice had ze geen moment vervelend
gevonden. Wat al moeilijkheden had
den er op haar weg gelegen, onvoor
ziene crises, wrijvingen en botsingen
met ouders en kinderen, onenigheden
onder het personeel. Door beleidvol
optreden had zij dreigende onheilen
weten af te wenden. Hoe stimulerend
had zo iets gewerkt, opwekkend, dubbel
en dwars alle moeite belonend. Zelfs
nu zij voor zichzelf bijna tot een be
sluit was gekomen, zag ze er tegenop
hier weg te gaan.
Haar gezondheid was nog uitstekend
niets minder dan toen zij en Chaddy
(die trouwe Chaddy!) deze groot
scheepse onderneming met slechts een
handjevol kinderen hadden opgezet,
gesteund door een bankier met onge
woon vooruitziende blik. Chaddy's
academische graad was hoger dan
de hare, maar zij was het geweest
die het plan had ontworpen, en ten
uitvoer gebracht, om van dit inter
naat zo'n voortreffelijk instituut te
maken dat het in heel Europa bekend
heid genoot. Zij was nooit bang ge
weest voor experimenten. Chaddy
daarentegen had zich vergenoegd met
op deugdelijke, rustige manier te do
ceren wat zij wist. Chaddy's voor
naamste bijdrage was altijd geweest
dat zij op het kritieke moment aan
wezig was, om stoten op te vangen of
snel te hulp te komen, indien er hulp
moest worden geboden. Zoals bijvoor
beeld op die eerste dag met Lady
Veronica. Het was op die betrouw
baarheid, overdacht juffrouw Bulstro
de, dat het hele belangwekkend ge
bouw eigenlijk was opgetrokken.
Och, materieel waren beide vrou
wen er zeer wèl bij gevaren. Wan
neer zij nu weggingen, hadden zij
voor de gehele verdere duur van hun
leven een verzekerd bestaan. Juffrouw
Bulstrode was wel benieuwd of Chad
dy ook weg zou gaan, als zij besloot
ermee op te houden. Waarschijnlijk
niet. Haar school was haar thuis. Zij
zou blijven, trouw en betrouwbaar, en
de opvolgster van juffrouw Bulstrode
tot steun zijn.
Aangezien juffrouw Bulstrode met
zichzelf tot klaarheid gekomen was,
zou er dus een opvolgster moeten ko
men. Eerst aan 't hoofd in combinatie
met haar en naderhand alleen. Te
weten wanneer je moest gaan dat
was een heel belangrijk ding in het
leven. Heengaan voordat je krachten
verminderden en je vaste greep ver
zwakte, voordat je je animo kwijt
raakte en je ertegen opzag je in te
spannen.
Juffrouw Bulstrode had nu alle op
stellen nagekeken en gemerkt dat dat
meisje Upjohn een heel oorspronkelij
ke geest bezat. Jennifer Sutcliffe daar
entegen miste iedere fantasie, maar
toonde sterk bevattingsvermogen voor
feiten. Mary Vyse, dat spreekt, ver
diende te gaan studeren die bezat
een ongelooflijk geheugen. Maar wat
een vervelend kind! Vervelend
daar had je het weer. Juffrouw Bul
strode bande dit woord uit haar ge
dachten en belde haar secretaresse.
Zij begon brieven te dicteren.
„Geachte Lady Valence. Jane heeft
last van haar oren gehad. Ik sluit een
doktersverklaring hierbij in," enz.
„Geachte baron Von Eisenger. Wij
zullen ervoor zorgen dat Hedwig naar
de opera gaat, als Hellstem de partij
zingt van Isolda
Een uur vloog op deze manier voor
bij. Juffrouw Bulstrode behoefde maar
zelden naar een woord te zoeken. Het
potlood van Ann Shapland vloog over
het papier van haar stenoblok.
„Een uitstekende secretaresse,"
dacht juffrouw Bulstrode. „Beter dan
Vera Lorrimer." Vervelend kind, die
Vera. Om haar betrekking plotseling
erbij neer te gooien. Een zenuwinzin
king, had ze beweerd. Daar zat na
tuurlijk een man achter. Dat zag je zo
dikwijls.
„Ziezo, klaar!" besloot juffrouw Bul
strode, toen zij de laatste zin had ge
dicteerd. Zij slaakte een zucht van
verlichting. „Er zijn zoveel vervelen
de dingen te doen," sprak ze, „brie
ven schrijven aan ouders is net zo
iets als voer geven aan de honden. Je
stopt maar een geruststellende ge
meenplaats in iedere wachtende
mond."
Ann lacht. Juffrouw Bulstrode nam
haar eens op. „Hoe ben je er eigen
lijk toe gekomen secretaresse te wor
den?"
„Dat weet ik zelf niet. Ik had geen
aanleg voor iets spéciaals en dan kom
je er eigenlijk vanzelf toe."
„Vind je het geen eentonig werk?"
„Ik geloof dat ik geboft heb. Ik heb
allerlei interessante baantjes gehad.
Ik ben een jaar werkzaam geweest
bij Sir Mervyn Todhunter, de archeo
loog. Daarna bij Sir Andrew Peters
van de Shell. Ook ben ik een poosje
secretaresse geweest van Monica
Lord, de actrice dat was erkelijk
allerdolst!" Zij glimlachte bij de her
innering.
(Wordt vervolgd)
Zijn jullie weieens in het circus
geweest? Ja? Dan hebben jullie
vast wel de zeehond gezien. Wat
een leuk dier is dat, hè? Het heeft
een heel mooi zwart glimmend vel
en wat nog leuker is: het kan
prachtige kunstjes uithalen. Op de
punt van zijn neus kan hij een bal
laten tollen. Soms gooit hij de bal
in de lucht en vangt hem met zijn
neus weer op. De bal valt bijna
nooit. Proberen jullie zo'n zeehond
maar eens na te tekenen. Hier
boven staat het voorbeeld. Begin
maar bij het eerste hokje. Dan het
tweede en het derde. Ziezo. Nu is
de zeehond klaar. Pak nu je kleur-
doos en kleur de tekening. Als hij
erg mooi is geworden, mag je hem
misschien wel tegen de muur van
je kamertje prikken.
Josientje is blij. Haar oogjes glim
men. Josientje zingt hardop. Weet je
waarom? Morgen is het moederdag. Nu
loopt Josientje over straat. Haar hand
je is stijf gesloten. Wat zou er in dat
handje zitten? Josientje mocht van
papa haar spaarpot openmaken. En er
één gulden uithalen. Voor een kadootje.
Josientje houdt de gulden stevig vast.
„Eén cyclaam," moet ze zeggen. In
de bloemenwinkel. Dat is een heel
moeilijk woord. „Cyclaam," zo schrijf
je het. „Siklaam", zo zég je het. Mama
houdt van een cyclaam. Het is een
mooie plant, met rode of witte of rose
bloemen. Daar is de winkel. Josientje
gaat naar binnen. „Tingelingeling," zegt
de bel.
„Een cyclaam alstublieft," zegt Jo
sientje.
„Wat voor een kleur?" vraagt de
mijnheer.
„Rood," kiest Josientje. Er komt
een mooi papier om de plant heen
Klaar Daar stapt Josientje weer, met
de cyclaam in haar hand. Terug naar
huis. Maar o, er gebeurt wat. Zie je die
losse steen? Ja? Josientje ziet het
niet. Boms daar ligt Josien, op
straat. En de plant? Ook op straat.
Josientje huilt en huilt. Ha, daar is
Peter, Josientjes vriendje. „Waarom
huil je?" vraagt hij.
„Ik ben gevallen," snikt Josien.
„En de plant is stuk", zegt Peter.
„Kijk maar. Alle bloemen zijn ge
knakt."
„O", zegt Josientje verdrietig. „De
plant is voor mama. Morgen is het
moederdag."
„Nou," zegt Peter. Er zijn alleen nog
maar groene blaadjes over. Zal ik die
er ook maar af halen?"
„Goed," zegt Josientje. Peter haalt al
le blaadjes eraf.
„Maar nu is de plant helemaal kaal,"
zegt Josientje.
„Nietes hoor", zegt Peter. „De
bloempjes hebben we nog. Die stoppen
we gewoon weer in de pot Zo, papier
erom Klaar Daar stapt Josien
tje weer. Terug naar huis.
„Alsjeblieft, mam," zegt Josientje.
„Voor moederdag."
„Maar dat is morgen pas," zegt
mama.
„Hindert niet," zegt Josientje. „Mor
gen krijg je een dikke zoen."
„Dan laat ik het papier er maar tot
morgen om zitten," zegt mama.
Josientje is vroeg wakker. Vandaag is
het moederdag. Ze gaat vlug naar de
slaapkamer van papa en mama.
„Wel gefiteert", zegt Josientje. Dat is
toch zo'n moeilijk woord. Papa moet
hard lachen. „Ge-fe-li-ci-teerd, zó hoort
het." De plant staat al naast mama's
bed. Maar nu mag het papier eraf.
EN?? „Oooooh", zegt mama.
toe,
11. Nu Joris wist, dat al het geld van het Genoot
schap aan de heer Drom was afgedragen, begaf hij
tich dadelijk naar hem toe. Hij werd er echter minder
vriendelijk ontvangen. „Koffers dicht!" riep de ontdek
kingsreiziger, zodra hij hem in het oog kreeg. „Hier
komt iemand met lange vingers!" Joris schudde ver
drietig het hoofd. „Is dat nu vriendelijk?" vroeg hij.
„Ik geef toe, dat ik mij in het verleden wel eens heb
misdragen, doch men kan zijn leven beteren, nietwaar?
Hier, lees dit maar eens." En hij hield de ander de ver
klaring voor van de penningmeester van het Genoot
schap. Hier stond de heer Drom wel van te kijken.
„Wel, wel," zei hij. „Dus U hebt ons Genootschap be
langeloos ondersteund? Dat valt me mee. Ik neem mijn
woorden terug, hoor! En eh op welke wijze was
die steun, als ik het vragen mag?" „Och op allerlei
manieren," antwoordde Joris eenvoudig. „Tijd en geld
heb ik gegeven voor het grootste doel: het ontdekken
van onbekend gebied. Zo heb ik belangeloos een uitvin
ding ter beschikking gesteld, die het mogelijk zal ma
ken, de KlapTrap open te houden." „Werkelijk?!" riep
Panda blij. „O Joris, dan heb je onze grootste moeilijk
heid opgelost! En je vraagt daar niets voor?!" „Niets",
beaamde Joris. „Het enige, wat ik vraag, is mee te
mogen gaan op deze expeditie." „Dat sta ik graag toe,"
antwoordde de heer Drom. „Iemand die zoveel voor
ontdekkingsreizen over heeft, is welkom." „Welaan,"
hernam Joris. „Dat is dan afgesproken. „En hm
nu nog een kleinigheid, die me bijna was ontschoten.
Ik zou gaarne duizend florijnen ontvangen, ten behoeve
van de uitvinder."
„De cyclaam is dóód", zegt papa.
„Hoe komt dat?" Josientje kijkt erg
verdrietig„Ik was gevallen. En
toen heeft Peter de plant weer héél
gemaakt. Kijk zo al de bloempjes
weer in het zand gezet."
Papa moet wéér hard lachen.
„Waarom lach je nou," zegt Josientje
boos. „Het is niets leuk, hoor."
„Je bent een dommerdje," lacht
papa. „Bloemetjes die zonder wortel
tjes in het zand staan, die f>aan dood."
„O," zegt Josientje. „Dan is Peter
ook dom".
„Ja," zegt papa. „Twee domme kin
dertjes."
„We laten de cyclaam in de pot zit
ten," zegt mama. „Dan komen er vol
gend jaar weer nieuwe blaadjes aan."
„Bloempjes ook?", vraagt Josientje.
„Bloempjes ook!", zegt mama.
„Geef me nu maar een dikke zoen.
Dat ben je nog vergeten."
En dat doet Josien dan maar vlug.
EL KA
HET WITTE KONVN BENT DE TUIN VAN 06
GEKKE HAAS IN EN MAAKT EEN EIND AAN
GEEN WÜNDEE, DAT OE LAAT
BENT. DB HOE LOGE LOOPT
HALLO,
PASIk
BEN
ALS DE GEKKE HOEDENMA
KER. HET HORLOGÊWES
LEGTSTRRT DE GEKKE
HAAS OP/
OH...IK ZIE HL
WAT EC FOUT
flflN IS'. ALLE.
MRAL WIELTJES.
HAETEl'JK
CRDEAU
MARE HET WITTE KDN'JN VEEDWUNT WEEE...
EN ALICE VEEDWVNT OOK.... MARIZ ZE START
HON PE BOND VAN EEN GEHEIMZINNIG 0OS
KONUN
WACHT
TOCH
KDN'JN OOK'
HEB IK GENOEG
<KE DINGEN
HET WIT
TE KONUN
6HRT ER
OP EEN
HOLLETOE
VANDOOR.
ALICE
PENT EE.
WEER
ACHTER
AAN I
VU. WiK Dïinty Productions
Rights Reserved
WOEDT
ALICE GAAT
TOCH IN
DATGBPTE
ZEIS
VEE LOKEN
INWON-
DCELAND
WAAK
M'JN HUIS?
WARE
VCfcVtXQT.
cEN KWAkTIEZ
laiek
HET WAT EZ
KOOKT,EDEL
ACHTBARE.
5S5HT... ZltDAAK
DE MOOR DE
NAAR