Een kat tussen de duiven ENGELANDS WORSTELING MET HET KLEURLINGEN-PROBLEEM 1 PANDA EN DE BRON BOLS DE DODE BRUID t y DeMOCKAat Immigratie opnieuw drastisch beperkt DINSDAG 11 MEI 1965 11 Onjs vervolgverhaal Een detectiveverhaal door Agatha Christie Rassenhaat een getalskwestie Door de mazen mm T Smethwick-schandaal Extremisten Teken aan de wand „Dit is het geheim van het huwelijk!" 99 99 door drRobert van Gulik 17) „Nou, je mag .toch wel oppassen," waarschuwde Briggs. „Het past je ook niet met een van de jongedames hier te staan praten. Zij wil dat hele maal niet hebben." „Ik heb anders niks onbehoorlijks gezegd!" „O, maar dat beweer ik ook niet, jongen. Maar ik zeg je, zo'n berg vrouwen bij mekaar en dan niet eens een tekenleraar in de buurt om hun aandacht bezig te houden... nou, ik zeg je, je mag wel deksels goed uit kijken. Meer niet. Ah, daar komt de oude dame zelf. Die heeft weer wat, let eens op!" Juffrouw Bulstrode naderde met vlugge tred. „Morgen, Briggs," begon zij. „Morgen, eh..." „Adam, juffrouw." „O, ja, Adam. Nu die lap grond heb je keurig omgespit, vind ik. Briggs, het gaas bij de verste tennisbaan be gint naar beneden te komen. Wil je daar eerst eens naar kijken?" „Komt in orde, mevrouw. Ik zal er voor zorgen." „Wat wou je hier vooraan zetten?" „Wel, mevrouw, ziet u, ik had zo gedacht..." „Geen asters!" besliste juffrouw Bulstrode, die hem niet liet uitspre ken. „Pompondahlia's!" Daarop stap te zij kwiek verder. „Komt hier maar commandere..." bromde Briggs. „Niet dat ze blind is Ze ziet ook dadelijk, of je be hoorlijk je werk hebt gedaan. Maar onthoud wat ik je gezegd heb van de jongedames, jongen!" „Als ze aanmerking heeft," mop perde Adam, „dan weet ik het wel. Ik kan zó een andere baan krijgen." „Och, zo praten alle jongelui tegen woordig. Ze nemen van geen mens wat aan. Ik zeg alleen maar: kijk goed uit. wat je doet!" Adam keek nijdig, maar boog zich weer over zijn werk. Juffrouw Bul strode liep over het tuinpad naar school terug, maar er was een rim peltje op haar voorhoofd verschenen. Van de andere kant kwam juffrouw Vansittart aan. „Wat is het warm vanmiddag, hè?" begon deze. „Ja, drukkend warem!" Ander maal verscheen op juffrouw Bulstro- des voorhoofd een rimpeltje. „Heb je op die nieuwe tuinman gelet... die jongeman?" „Nee, niet speciaal." „Hij lijkt me... wat zal ik zeggen... een eigenaardig slag," sprak juf frouw Bulstrode bedachtzaam. „Niet wat je hier in de buurt gewoonlijk ziet." „Misschien is hij net klaar in Ox ford en wil hij wat geld verdienen." „Het is een verbazend knappe jon gen. En dat is de meisjes niet ont gaan." „Het bekende recept!" Juffrouw Bulstrode glimlachte. „Je bedoelt zeker, Eleanor, vrijheid voor de meisjes, gecombineerd met nauw lettend toezicht? Ja, dat lukt ons wel". „Gelukkig maar. We hebben hier op Meadowbank nog nooit een schandaal tje beleefd." „Wel een paar keer bijna!" klonk het antwoord. Juffrouw Bulstrode lachte erbij. „Je hoeft je nooit te ver velen, als je er een school op na houdt. Vind jij het leven hier ooit ver velend, Eleanor?" „Weineen, geen sprake van," ant woordde juffrouw Vansittart. „Het is bepaald stimulerend werk, dat je echt voldoening schenkt. Jij moet je wel erg trots en gelukkig voelen, Honoria, dat jij dit succes hebt weten te be reiken." „Ik geloof wel dat ik erin geslaagd ben er iets van te maken," gaf juf frouw Bulstrode nadenkend ten ant woord. „Hoewel niets natuurlijk pre cies zo wordt als je dat hebt voor gesteld." „Vertel me eens, Eleanor," ging ze onverwachts voort, „als jij in mijn plaats aan het hoofd stond, wat zou jij dan veranderen, denk je? Geneer je niet het te zeggen. Ik luister met belangstelling." „O, neen, ik geloof niet dat ik ra dicale veranderingen zou invoeren," verzekerde Eleanor Vansittart. „De geest die hier heerst en de hele inrichting zijn, naar mijn idee, nage noeg ideaal." „Zou je dezelfde beginselen handha ven, bedoel je?" „O, ja, stellig. Ik geloof niet dat ze te verbeteren vallen." Juffrouw Bulstrode zweeg even. Zij dacht bij zichzelf: „Zegt ze dat nu al leen om mij plezier te doen? Je bent nooit helemaal zeker van een ander, al ben je ook nog zoveel jaren ver trouwd met elkaar. Nee, ze kan het vast niet menen. Iedereen met een aasje fantasie moet toch wijzigingen willen aanbrengen? Maar ja, het is wel een bewijs van tact, zo iets niet te zeggen... En tact is van het groot ste belang. Het is van belang tegen over de ouders, tegenover de leerlin gen en tegenover de leerkrachten. Ja, Eleanor beschikt over bijzonder veel tact." Hardop zei ze: „Men moet zich toch altijd aanpassen aan veranderende omstandigheden." „O, dat wel," beaamde juffrouw Vansittart. „Je moet natuurlijk met je tijd meegaan, zoals dat heet. Maar het is helemaal jouw school, Honoria, jij hebt 'm gemaakt tot wat zij ge worden is en de door jou gevestigde tradities vormen een onmisbaar be standdeel ervan. Vind je traditie ook niet van de grootste betekenis?" Juffrouw Bulstrode gaf geen ant woord. Zij aarzelde het woord uit te spreken dat zij niet zou kunnen her roepen. Het aanbod voor een deelge nootschap. Het zweefde in de lucht. Jaffrouw Vansittart, zich ogenschijn lijk van niets bewust, was te beschaafd om ook maar iets te doen blijken van hetgeen haar ongetwijfeld duidelijk moest zijn geworden. Juffrouw Bulstrode zou werkelijk niet hebben kunnen zeggen wat haar weerhield het beslissende woord te spreken. Waarom wilde zij zich niet binden? Waarschijnlijk, gaf ze enigs zins verdrietig toe, omdat zij ertegen opzag het roer uit handen te geven. Diep in haar hart wenste ze dat ze kon blijven die ze was. Maar zou ze een waardiger opvolgster kunnen vin den dan Eleanor. Zo door en door be trouwbaar. Je wist zo volkomen wat je aan haar had. Wat dat betreft hoef de je ook niet aan die goede Chaddy te twijfelen. Maar toch zou je je Chad dy niet kunnen voorstellen als direc trice van een eersteklasse school. „Wat wil ik eigenlijk?" vroeg juf frouw Bulstrolde zich af. „Wat doe ik toch vervelend. Tot nu toe ben ik nooit zo besluiteloos geweest! In de verte ging een bel. „O, mijn Duitse les!" riep juffrouw Vansittart. „Ik moet naar binnen!" Zij liep snel maar waardig naar het schoolgebouw. Juffrouw Bulstrode, die in langza mer tempo volgde, kwam bijna in bot sing met Eileen Rich, die uit een zij pad kwam hollen. „O, neemt u me niet kwalijk, juf frouw Bulstrode, ik zag u zo gauw niet!" Eileens haren ontsnapten, zo als gewoonlijk, aan haar netje. Juf frouw Bulstrode bemerkte weer hoe lelijk eigenlijk de jukbeenderen uit staken in het gezicht van deze eigen aardige, onweerstaanbaar-voortvaren de jonge vrouw. „Moet je les geven?" informeerde zij. „Ja, Engels,." „Dat doe je graag hè, lesgeven?" „Ik vind het heerlijk. Het is het boeiendste wat ik me denken kan". „Waarom?" Eileen Rich stond doodstil. Haar hand streek door haar haren. Zij fronste de wenkbrauwen bij het zoe ken naar een antwoord. „Dat is merkwaardig! Ik wist niet dat ik daarover eigenlijk nog nooit heb na gedacht! Waarom je dol bent op les geven? Komt het doordat je jezelf dan verheven en belangrijk voelt? Nee, dat is 't niet.Het is net alsof je uit vissen gaat. Je weet van tevo ren niet wat je zult vangen, wat je uit het water zult ophalen. Dat is de grote verrassing, het is de weerklank, de reactie die je opwekt. O, het is be paald, opwindend als je die weerklank werkelijk krijgt. Maar dat gebeurt niet zo heel vaak, natuurlijk!" Juffrouw Bulstrode knikte instem mend. Zij had niet verkeerd gezien. Dit meisje had iets in zich! „Ik denk dat je zelf eens aan het hoofd van een school zult staan," zei ze. (Wordt vervolgd) LONDEN (AP). Engeland, dat door de eeuwen heen gegolden heeft als een bolwerk van politieke verdraagzaamheid en een toevluchtsoord voor ver drukten, heeft tegenwoordig te kampen met rassenproblemen. De oude „tempel der verdraagzaamheid" begint scheuren te vertonen. Er ontstaan spanningen tussen de rassen. Sommige politici betogen, dat er een eind moet worden ge maakt aan de massale immigratie van kleurlingen in Engeland, omdat het land anders een sociale ramp tegemoet gaat. De essentiële vraag waarvoor Engeland zich gesteld ziet, luidt: kan het land een uit vele rassen bestaande maatschappij opbouwen en wil het dit? Of zal de toenemende verdeeldheid tussen blanken en kleurlingen het land voeren naar rassenscheiding en voortdurende rassenstrijd? ONDER DE 54 MILJOEN inwoners van Groot-Brittannië leven naar schat ting ongeveer een miljoen kleurlingen, die men „het donkere miljoen" noemt. Ofschoon zij dus maar een kleine minderheid vormen, oefent hun aan wezigheid groter politieke en maat schappelijke invloed uit dan ooit te voren. Zij bestaan hoofdzakelijk uit Pa kistani, Jamaicanen, Indiërs en Afri kanen. VELE ENGELSEN uiten de vrees dat, indien geen paal en perk wordt gesteld aan het binnenstromen van immigranten (op het ogenblik komen er zo'n 50.000 per jaar) de hele levenswijze van het volk, zijn speciale Britse karakter, verloren zul len gaan. De blanken, die roepen „houdt de kleur lingen buiten de deur", zijn niet allemaal rassen-fanatiekelingen. Het zijn niet be- Een negervrouw in Notting Hill, wier huisraad door blanke indringers kort en klein geslagen werd, wapende zich met een bijl om wraak te nemen op de onverlaten, die toen ijlings het hazenpad kozen. slist mensen, die er bezwaar tegen hebben, dat een kleurling in hetzelfde restaurant eet of in dezelfde bus rijdt. Maar zij zijn wel bevreesd, dat Engeland zijn aloude eigen „persoonlijkheid" zal verliezen. De blanken vrezen maatschappelijke en economische druk. „Er zijn in Enge land geen eerste- en tweedeklasse burgers en die kunnen er ook niet zijn" verklaar de Sir Alec Douglas Home, leider van de Conservatieven, onlangs op een vergade ring van zijn partij. „Maar dat dese soor ten van maatschappelijke slagbomen er zullen komen is zeker, tenzij wij erin sla gen, de immigranten te doen opgaan in het leven van de plaatselijke gemeen schappen en, terwijl wij dat doen, het aan tal nieuwe immigranten vast in de hand te houden." Een wet van in 1962 heeft de vloedgolf iets gestuit. Immigranten worden nu nog slechts tóegelaten om zich bij verwanten te voegen, een inrichtingg van onderwijs 19. Terwijl hij voldaan de duizend florijnen bevinger de, die hij van meneer Drom had gekregen, begaf Joris zich naar het slopersbedrijf bij de haven. Hier wendde hij zich tot een bonkig persoon, die met een slopershamer in de hand stond te overleggen, wat hij in elkaar zou slaan. „Zijt gij de eigenaar van deze roestige nering?" vroeg hij. „Dan zou ik gaarne de prijs verne men van die oude drijvende cementmolen." De hande laar bleek een snelle opmerker te zijn. Hij wierp een taxerende blik op het stapeltje bankbiljetten dat Joris nog in de hand hield en antwoordde: „Duizend florij nen." „Ge schertst!" riep Joris geschokt. „Zoveel geld voor een vaartuig, dat reeds lang uit de mode is en waarschijnlijk van de scheepvaartinspectie niet meer varen en malen mag?" „Duizend florijnen," herhaalde de ander hardnekkig. „Komaan, wees redelijk," pleitte Joris. „Het is voor een goed doel, moet ge weten, een wetenschappelijk doel. De vereniging van Ontdekkings reizigers heeft het nodig, voor een belangrijke expedi tie. Als ge het gratis afstaat, komt uw naam in de krant." „Duizend florijnen," hield de sloper vol. „Uw conversatie is eentonig," zei Joris ontstemd. „Maar goed, dan zult ge uw zin hebbenHij schreef iets op een stukje papier en drukte dit de sloper in de hand. „Begeef u hiermee naar de Vereniging voor ontdekkingsreizigers," hernam hij. „Dan zult ui aldaar de duizend florijnen ontvangen." Huhzei de hande laar verbluft. „Wacht 's even!" Maar Joris wachtte niet. Hij sprong aan boord van het begeerde vaartuigje en gooide de touwen los. te bezoeken of indien zij zeker zijn van een betrekking en een woning. In de prak tijk heeft dit het binnenkomen van ontwik kelde en ongeschoolde kleurlingen uit de landen van het Gemenebest vertraagd. Blanke immigranten uit het Gemenebest hebben weinig moeite om voor toelating in aanmerkingg te komen. Maar er zijn middelen genoeg om die wet te omzeilen en vrijwel elke dag komen via vliegvelden en aanlegplaatsen van grote lijnschepen vele kleurlingen het land binnen. Tans eisen sommige parlementsleden nog strengere controle. Daarom heeft de labourregering Earl Mountbatten be noemd tot voorzitter van een commissie die de landen van het Gemenebest zal be zoeken om deze aan te sporen, de emi gratie naar Engeland tegen te gaan. TOT 1964 heeft Engeland met zijn pro bleem geleefd, wetende dat het bestond, maar zonder er zich naar het schijnt al te bezorgd over te maken. Toen gebeurde er iets, dat het land een schok gaf. Dat was de „Smethwick-affaire" Smethwick, een onogelijk industrieel dis trict vlak bij Birmingham, had traditiege trouw altijd een lid van de Labourpartij naar het Lagerhuis gestuurd. Bij de ver kiezing van einde oktober was de kandi daat van Labour opnieuw Patrick Gordon Walker, een van de leiders van de partij. Een op elke twaalf van de 60.000 inwo ners van Smethwick is een kleurling. Bij de verkiezing wipten de blanke kie zers Gordon Walker en kozen zij de con servatief Peter Griffiths, die zijn campag ne had gevoerd met een programma, dat tegen de imigratie was gericht. Gedurende zijn campagne waren pam fletten verspreid, waar in werd gezegd: „Als gij een neger als buurman wenst, stemt dan op Labour" Griffiths beweerde, daar niets mee te maken te hebben, maar vele inwoners van Smethwick stemden conservatief, omdat zij „geen neger als buurman" wilden. Marshall Street is het brandpunt van de rassentegenstellingen in Smethwick. Deze straat is ongeveer 200 meter lang en be bouwd met eenvormige kleine huizen met gemeenschappelijke zijmuren. Een derde van die huizen behoort aan kleurlingen. Een blanke vrouw met papillotten in het haar opende haar voordeur vijf centime ter en zei: „Ja, ik heb voor Griffiths ge stemd. Ik heb een kleurling naast me, een uit Jamaica. Ik ga verhuizen zo gauw als ik een andere woning kan krijgen. Ze ko pen de hele straat op. Dit was vroeger een aardige straat, waar zelfs dokters en zo woonden. Dat was voor de oorlog als u me begrijpt." Onder de blanken van Smethwick of van Brixton, Nottingham, Southall of Ipswich overal waar geïmmigreerde kleurlingen zich hebben geconcentreerd, hoort men dezelfde klacht: „Er zijn zoveel kleurlingen ik heb niets tegen ze, maar er zijn te veel. Zij maken alles anders. Dit is per slot van rekening Engeland." Peter Thomeycroft, die in een conserva tieve regering minister van Binnenlandse Zaken zou zijn geworden zegt: „De naak te waarheid is, dat de magnetische aan trekkingskracht van een van de rijkste sa menlevingen ter wereld met het hoogste peil der sociale voorzieningen, onweer staanbaar en gevaarlijk zou kunnen wor den tenzij de controlemaatregelen op de immigratie worden verscherpt en toege past. In tal van districten bestaat reeds een werkelijk gevaar voor rechtstreekse strijd om schaarse zaken en vooral natuur lijk om huizen". Hij bepleitte „drastische beperking van de immigratie". ZELFS ZONDER zijn miljoen gekleurde immigranten zou Engeland een groot ge brek aan woningen hebben en die woning- schaarste, is een van de voornaamste oor zaken van onenigheid tussen de rassen: de vorming van wijken door kleurlingen die elkanders gezelschap zoeken. Volgens sommige schattingen zou het aantal kleurlingen in Engeland, als de im migratie onmiddellijk zou worden stopge zet, tegen het jaar 2.000 circa drie mil joen bedragen. Blanke extremisten hebben een eigen op lossing: „Zet iedere Pakistani, Indiër, Westindiër en Afrikaan het land uit!" Dit zou enkele van Engelands essentiële dien sten ontwrichten. Van de doktoren in de ziekenhuizen tot de rang van consulterend geneesheer komt 40 percent uit het bui tenland, hoofdzakelijk uit Indië en Pakis tan en 17 percent van de gediplomeerde verpleegsters in Engeland en Wales is af komstig uit het Gemenebest. Veel onder grondse treinen en bussen van Londen heb ben kleurlingen als personeel en in som mige fabrieken werken eveneens veel kleurlingen. Bij de politie zijn geen kleurlingen in dienst. „Ik denk dat blanken er weinig voor zouden voelen, gearresteerd te wor den door een kleurling," zei een Londense agent, die een wijk in Notting Hill heeft. IN HET Engelse kastensysteem heeft een arbeider als kleurling twee dingen te gen zich: hij is kleurling en handarbeider. Voor ontwikkelde immigranten ligt de zaak anders. Een dokter, die kleurling, is wordt door zijn collega's gemakkelijk als gelijke aanvaard. „Het traditionele Brite klasse- bewustzijn maakt ons aanvaardbaar," zei een Indische dokter, die in een ziekenhuis in een voorstand van Londen werkt. Een nog onbekende factor is de politie ke invloed van het kleurlingenvraagstuk. Smethwick was het eerste teken van een terugslag onder de kiezers. Als de kleur lingenbevolking zich uitbreidt en daarmee vijandigheid en misverstanden toenemen, kunnen de stemmen van de kleurlingen een machtig wapen worden in de Britse politiek. De Labourpartij vindt volgens de traditie haar grootste steun onder de kleine mid denstand en de arbeiders. Maar volgens Ook in Engeland zijn de aanstokers van de rassenhaat meestal te vinden in de zelfkantwijken der grote steden, waarbij vooral de op relletjes beluste blanke achterbuurtjeugd zich uitput in excessen. Deze foto werd geruime tijd geleden gemaakt tijdens de relle tjes in Notting Hill in Londen, waar veel kleurlingen gemolesteerd, en hun bezittingen vernield werden. Dankzij het krachtdadig optreden van de po litie zijn dergelijke excessen de laat ste tijd niet meer voorgekomen. Advertentie zegt de oude Lucas Bols Zij: een pittige, donkere koffie- schoonheid uit Brazilië. Hij: een blonde, aristocratische advockaat uit mijn Lootsje. Het resultaat van deze verbintenis: DeMOCKAat (in nieuwe fles), een koffie-advoc- kaat, die even temperamentvol als romig is. Heerlijk om te drinken; excellent om desserts zoals vla en ijs nóg verfijnder te doen smaken. Neem dus bij uw slijter een kijkje en dan snel bij u thuis een proefje Donald Tytler, de anglicaanse dominee van Smethwick, is juist onder deze maat schappelijke groepen de antipathie tegen de kleurlingen het sterkst. „De middenklassen zijn verdraagza mer", zegt hij. „Misschien omdat zij niet het tevoel hebben dat hun stand wordt ge degradeerd." Plannen van de regering, die op het ogenblik in voorbereiding verkeren, hebben ten doel zelfs het begin van dis criminatie tegen te houden. Maar een anti discriminatie-wet zou zich alleen kunnen uitstrekken tot openbare gelegenheden zo als resaurants, hotels en café's en niet b.v. de eigenaar van een particulier pension kunnen beletten, kleurlingen te weigeren. In tal van districten is veel vreedzame integratie tot stand gekomen. Dat zijn dis tricten, waar geen grote concentratie van kleurlingen bestaat. Daar voelen de blan ken zich of hun normen niet bedreigd. VOOR VELE immigranten is het leven in Engeland uitgelopen op ontgoocheling en teleurstelling. „De Westindiërs zijn naar Engeland gekomen met de gedachte, dat de straten met goud waren geplaveid", zei een van hen. „Maar zij komen tot de ont dekking, dat het er tenslotte niet zo'n pretje is." Sommige Engelsen zijn niet zo verdraagzaam jegens kleurlingen, als wij hadden gedacht." De huizen waarin de meeste kleurlin gen wonen, zijn vervallen huurkazernes. Vaak vallen nieuwe bewoners ten prooi aan meedogenloze huisbazen, die de wo- ningschaarste willen uitbuiten door exor bitante huren te vragen. Soms behoren die huisbazen tot hun eigen ras. Kan Engeland ontkomen aan de spannin gen en de haaterupties, die karakteristiek zijn voor de rassenproblemen van de V.S.? Zonder de hinderpalen, die de massale immigratie nu reeds in de weg zijn ge steld, zou Engeland thans voor „een grote ramp" staan, zei Thomeycroft onlangs op een vergadering van conservatieven. Vooraanstaande Britse politici geloven, dat het nog zover kan komen, tenzij de de immigranten, die er reeds zijn, volle diger integreren in het Britse leven en de- Britse gebruiken. DE CONCLUSIE van dit alles: rassenproblemen zijn in hoofdzaak een getalskwestie. Telt een land, streek of stad niet meer dan enkele kleurlingen op de duizend blanken, dan gaat alles goed. Bij vijftig op duizend dreigen er reeds moeilijkheden. En als de kleur lingen in aantal domineren, dan zijn gewelddaden zoals die in de zuidelijke Verenigde Staten blijkbaar onvermijde lijk. De situatie in Engeland is een teken aan de wand; óók voor ons land ge tuige bijvoorbeeld de recente vechtpartij tussen Ambonezen en blanke dorpe- lingen in landelijk Moordrecht. Een teken aan de wand, dat de assimilatie van blank en „bruin" méér en kracht dadiger overheidszorg (en particuliere bijstand), vereist dan alleen de ver schaffing van werk en woonruimte aan de geklemde minderheden. IC HEB JE.' EEN RINGSLANG NM'JN HUIS! JADEZE RINGSLANG NESTELDE IN DIE VERMOLMDE BALK. H'J STAK Z'JN KOP ER ,UIT, AANGETROKKEN DOOR DE WARME DAMP VAN HET KOKENDE WATER VLAK DAAR- ONDER H'J SPERDE Z'JN BEK OPEN... NET ALS NU... EN HET GIFN DRUPPELDE IN DE KOUDE THEE VAN ''DAT KAN NIETSLANGENGIF DOODT NIET) JLLS HET DOOR DE MOND "INDERDAADMAAR DÈ~" 'TANDARTS HIER IN DE STRAAT HEEFT^ /ME ZOJUIST VERTELD DAT H'J VANMIDDAG HIER ONTBODEN IS OMDAT UW DOCHTER HEVIGE KIESP'JN HAD. H'J TROK EEN KIES UIT DE ONDERKAAK... EN Z'J MOND

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1965 | | pagina 11