Een kat tussen de
duiven
ENGELANDS WORSTELING MET
HET KLEURLINGEN-PROBLEEM
1
PANDA EN DE BRON
BOLS
DE DODE BRUID
t
y
DeMOCKAat
Immigratie opnieuw
drastisch beperkt
DINSDAG 11 MEI 1965
11
Onjs vervolgverhaal
Een detectiveverhaal
door Agatha Christie
Rassenhaat een
getalskwestie
Door de mazen
mm
T
Smethwick-schandaal
Extremisten
Teken aan de wand
„Dit is het geheim van het
huwelijk!"
99
99
door drRobert van Gulik
17)
„Nou, je mag .toch wel oppassen,"
waarschuwde Briggs. „Het past je
ook niet met een van de jongedames
hier te staan praten. Zij wil dat hele
maal niet hebben."
„Ik heb anders niks onbehoorlijks
gezegd!"
„O, maar dat beweer ik ook niet,
jongen. Maar ik zeg je, zo'n berg
vrouwen bij mekaar en dan niet eens
een tekenleraar in de buurt om hun
aandacht bezig te houden... nou, ik
zeg je, je mag wel deksels goed uit
kijken. Meer niet. Ah, daar komt de
oude dame zelf. Die heeft weer wat,
let eens op!"
Juffrouw Bulstrode naderde met
vlugge tred. „Morgen, Briggs," begon
zij. „Morgen, eh..."
„Adam, juffrouw."
„O, ja, Adam. Nu die lap grond heb
je keurig omgespit, vind ik. Briggs,
het gaas bij de verste tennisbaan be
gint naar beneden te komen. Wil je
daar eerst eens naar kijken?"
„Komt in orde, mevrouw. Ik zal er
voor zorgen."
„Wat wou je hier vooraan zetten?"
„Wel, mevrouw, ziet u, ik had zo
gedacht..."
„Geen asters!" besliste juffrouw
Bulstrode, die hem niet liet uitspre
ken. „Pompondahlia's!" Daarop stap
te zij kwiek verder.
„Komt hier maar commandere..."
bromde Briggs. „Niet dat ze blind
is Ze ziet ook dadelijk, of je be
hoorlijk je werk hebt gedaan. Maar
onthoud wat ik je gezegd heb van
de jongedames, jongen!"
„Als ze aanmerking heeft," mop
perde Adam, „dan weet ik het wel.
Ik kan zó een andere baan krijgen."
„Och, zo praten alle jongelui tegen
woordig. Ze nemen van geen mens
wat aan. Ik zeg alleen maar: kijk
goed uit. wat je doet!"
Adam keek nijdig, maar boog zich
weer over zijn werk. Juffrouw Bul
strode liep over het tuinpad naar
school terug, maar er was een rim
peltje op haar voorhoofd verschenen.
Van de andere kant kwam juffrouw
Vansittart aan.
„Wat is het warm vanmiddag, hè?"
begon deze.
„Ja, drukkend warem!" Ander
maal verscheen op juffrouw Bulstro-
des voorhoofd een rimpeltje. „Heb je
op die nieuwe tuinman gelet... die
jongeman?"
„Nee, niet speciaal."
„Hij lijkt me... wat zal ik zeggen...
een eigenaardig slag," sprak juf
frouw Bulstrode bedachtzaam. „Niet
wat je hier in de buurt gewoonlijk
ziet."
„Misschien is hij net klaar in Ox
ford en wil hij wat geld verdienen."
„Het is een verbazend knappe jon
gen. En dat is de meisjes niet ont
gaan."
„Het bekende recept!"
Juffrouw Bulstrode glimlachte. „Je
bedoelt zeker, Eleanor, vrijheid voor
de meisjes, gecombineerd met nauw
lettend toezicht? Ja, dat lukt ons wel".
„Gelukkig maar. We hebben hier op
Meadowbank nog nooit een schandaal
tje beleefd."
„Wel een paar keer bijna!" klonk
het antwoord. Juffrouw Bulstrode
lachte erbij. „Je hoeft je nooit te ver
velen, als je er een school op na
houdt. Vind jij het leven hier ooit ver
velend, Eleanor?"
„Weineen, geen sprake van," ant
woordde juffrouw Vansittart. „Het is
bepaald stimulerend werk, dat je echt
voldoening schenkt. Jij moet je wel
erg trots en gelukkig voelen, Honoria,
dat jij dit succes hebt weten te be
reiken."
„Ik geloof wel dat ik erin geslaagd
ben er iets van te maken," gaf juf
frouw Bulstrode nadenkend ten ant
woord. „Hoewel niets natuurlijk pre
cies zo wordt als je dat hebt voor
gesteld."
„Vertel me eens, Eleanor," ging ze
onverwachts voort, „als jij in mijn
plaats aan het hoofd stond, wat zou
jij dan veranderen, denk je? Geneer
je niet het te zeggen. Ik luister met
belangstelling."
„O, neen, ik geloof niet dat ik ra
dicale veranderingen zou invoeren,"
verzekerde Eleanor Vansittart. „De
geest die hier heerst en de hele
inrichting zijn, naar mijn idee, nage
noeg ideaal."
„Zou je dezelfde beginselen handha
ven, bedoel je?"
„O, ja, stellig. Ik geloof niet dat
ze te verbeteren vallen."
Juffrouw Bulstrode zweeg even. Zij
dacht bij zichzelf: „Zegt ze dat nu al
leen om mij plezier te doen? Je bent
nooit helemaal zeker van een ander,
al ben je ook nog zoveel jaren ver
trouwd met elkaar. Nee, ze kan het
vast niet menen. Iedereen met een
aasje fantasie moet toch wijzigingen
willen aanbrengen? Maar ja, het is
wel een bewijs van tact, zo iets niet
te zeggen... En tact is van het groot
ste belang. Het is van belang tegen
over de ouders, tegenover de leerlin
gen en tegenover de leerkrachten. Ja,
Eleanor beschikt over bijzonder veel
tact."
Hardop zei ze: „Men moet zich toch
altijd aanpassen aan veranderende
omstandigheden."
„O, dat wel," beaamde juffrouw
Vansittart. „Je moet natuurlijk met
je tijd meegaan, zoals dat heet. Maar
het is helemaal jouw school, Honoria,
jij hebt 'm gemaakt tot wat zij ge
worden is en de door jou gevestigde
tradities vormen een onmisbaar be
standdeel ervan. Vind je traditie ook
niet van de grootste betekenis?"
Juffrouw Bulstrode gaf geen ant
woord. Zij aarzelde het woord uit te
spreken dat zij niet zou kunnen her
roepen. Het aanbod voor een deelge
nootschap. Het zweefde in de lucht.
Jaffrouw Vansittart, zich ogenschijn
lijk van niets bewust, was te beschaafd
om ook maar iets te doen blijken van
hetgeen haar ongetwijfeld duidelijk
moest zijn geworden.
Juffrouw Bulstrode zou werkelijk
niet hebben kunnen zeggen wat haar
weerhield het beslissende woord te
spreken. Waarom wilde zij zich niet
binden? Waarschijnlijk, gaf ze enigs
zins verdrietig toe, omdat zij ertegen
opzag het roer uit handen te geven.
Diep in haar hart wenste ze dat ze
kon blijven die ze was. Maar zou ze
een waardiger opvolgster kunnen vin
den dan Eleanor. Zo door en door be
trouwbaar. Je wist zo volkomen wat
je aan haar had. Wat dat betreft hoef
de je ook niet aan die goede Chaddy
te twijfelen. Maar toch zou je je Chad
dy niet kunnen voorstellen als direc
trice van een eersteklasse school.
„Wat wil ik eigenlijk?" vroeg juf
frouw Bulstrolde zich af. „Wat doe
ik toch vervelend. Tot nu toe ben ik
nooit zo besluiteloos geweest!
In de verte ging een bel. „O, mijn
Duitse les!" riep juffrouw Vansittart.
„Ik moet naar binnen!" Zij liep snel
maar waardig naar het schoolgebouw.
Juffrouw Bulstrode, die in langza
mer tempo volgde, kwam bijna in bot
sing met Eileen Rich, die uit een zij
pad kwam hollen.
„O, neemt u me niet kwalijk, juf
frouw Bulstrode, ik zag u zo gauw
niet!" Eileens haren ontsnapten, zo
als gewoonlijk, aan haar netje. Juf
frouw Bulstrode bemerkte weer hoe
lelijk eigenlijk de jukbeenderen uit
staken in het gezicht van deze eigen
aardige, onweerstaanbaar-voortvaren
de jonge vrouw.
„Moet je les geven?" informeerde
zij.
„Ja, Engels,."
„Dat doe je graag hè, lesgeven?"
„Ik vind het heerlijk. Het is het
boeiendste wat ik me denken kan".
„Waarom?"
Eileen Rich stond doodstil. Haar
hand streek door haar haren. Zij
fronste de wenkbrauwen bij het zoe
ken naar een antwoord. „Dat is
merkwaardig! Ik wist niet dat ik
daarover eigenlijk nog nooit heb na
gedacht! Waarom je dol bent op les
geven? Komt het doordat je jezelf dan
verheven en belangrijk voelt? Nee,
dat is 't niet.Het is net alsof je
uit vissen gaat. Je weet van tevo
ren niet wat je zult vangen, wat je
uit het water zult ophalen. Dat is de
grote verrassing, het is de weerklank,
de reactie die je opwekt. O, het is be
paald, opwindend als je die weerklank
werkelijk krijgt. Maar dat gebeurt
niet zo heel vaak, natuurlijk!"
Juffrouw Bulstrode knikte instem
mend. Zij had niet verkeerd gezien.
Dit meisje had iets in zich! „Ik denk
dat je zelf eens aan het hoofd van
een school zult staan," zei ze.
(Wordt vervolgd)
LONDEN (AP). Engeland, dat door de eeuwen heen gegolden heeft als
een bolwerk van politieke verdraagzaamheid en een toevluchtsoord voor ver
drukten, heeft tegenwoordig te kampen met rassenproblemen. De oude „tempel
der verdraagzaamheid" begint scheuren te vertonen. Er ontstaan spanningen
tussen de rassen. Sommige politici betogen, dat er een eind moet worden ge
maakt aan de massale immigratie van kleurlingen in Engeland, omdat het land
anders een sociale ramp tegemoet gaat. De essentiële vraag waarvoor Engeland
zich gesteld ziet, luidt: kan het land een uit vele rassen bestaande maatschappij
opbouwen en wil het dit? Of zal de toenemende verdeeldheid tussen blanken
en kleurlingen het land voeren naar rassenscheiding en voortdurende rassenstrijd?
ONDER DE 54 MILJOEN inwoners
van Groot-Brittannië leven naar schat
ting ongeveer een miljoen kleurlingen,
die men „het donkere miljoen" noemt.
Ofschoon zij dus maar een kleine
minderheid vormen, oefent hun aan
wezigheid groter politieke en maat
schappelijke invloed uit dan ooit te
voren. Zij bestaan hoofdzakelijk uit Pa
kistani, Jamaicanen, Indiërs en Afri
kanen.
VELE ENGELSEN uiten de vrees dat,
indien geen paal en perk wordt gesteld
aan het binnenstromen van immigranten
(op het ogenblik komen er zo'n 50.000 per
jaar) de hele levenswijze van het volk,
zijn speciale Britse karakter, verloren zul
len gaan.
De blanken, die roepen „houdt de kleur
lingen buiten de deur", zijn niet allemaal
rassen-fanatiekelingen. Het zijn niet be-
Een negervrouw in Notting Hill, wier
huisraad door blanke indringers kort
en klein geslagen werd, wapende zich
met een bijl om wraak te nemen op
de onverlaten, die toen ijlings het
hazenpad kozen.
slist mensen, die er bezwaar tegen hebben,
dat een kleurling in hetzelfde restaurant
eet of in dezelfde bus rijdt. Maar zij zijn
wel bevreesd, dat Engeland zijn aloude
eigen „persoonlijkheid" zal verliezen.
De blanken vrezen maatschappelijke
en economische druk. „Er zijn in Enge
land geen eerste- en tweedeklasse burgers
en die kunnen er ook niet zijn" verklaar
de Sir Alec Douglas Home, leider van de
Conservatieven, onlangs op een vergade
ring van zijn partij. „Maar dat dese soor
ten van maatschappelijke slagbomen er
zullen komen is zeker, tenzij wij erin sla
gen, de immigranten te doen opgaan in
het leven van de plaatselijke gemeen
schappen en, terwijl wij dat doen, het aan
tal nieuwe immigranten vast in de hand
te houden."
Een wet van in 1962 heeft de vloedgolf
iets gestuit. Immigranten worden nu nog
slechts tóegelaten om zich bij verwanten
te voegen, een inrichtingg van onderwijs
19. Terwijl hij voldaan de duizend florijnen bevinger
de, die hij van meneer Drom had gekregen, begaf
Joris zich naar het slopersbedrijf bij de haven. Hier
wendde hij zich tot een bonkig persoon, die met een
slopershamer in de hand stond te overleggen, wat hij in
elkaar zou slaan. „Zijt gij de eigenaar van deze roestige
nering?" vroeg hij. „Dan zou ik gaarne de prijs verne
men van die oude drijvende cementmolen." De hande
laar bleek een snelle opmerker te zijn. Hij wierp een
taxerende blik op het stapeltje bankbiljetten dat Joris
nog in de hand hield en antwoordde: „Duizend florij
nen." „Ge schertst!" riep Joris geschokt. „Zoveel geld
voor een vaartuig, dat reeds lang uit de mode is en
waarschijnlijk van de scheepvaartinspectie niet meer
varen en malen mag?" „Duizend florijnen," herhaalde
de ander hardnekkig. „Komaan, wees redelijk," pleitte
Joris. „Het is voor een goed doel, moet ge weten, een
wetenschappelijk doel. De vereniging van Ontdekkings
reizigers heeft het nodig, voor een belangrijke expedi
tie. Als ge het gratis afstaat, komt uw naam in de
krant." „Duizend florijnen," hield de sloper vol. „Uw
conversatie is eentonig," zei Joris ontstemd. „Maar
goed, dan zult ge uw zin hebbenHij schreef
iets op een stukje papier en drukte dit de sloper in
de hand. „Begeef u hiermee naar de Vereniging voor
ontdekkingsreizigers," hernam hij. „Dan zult ui aldaar
de duizend florijnen ontvangen." Huhzei de hande
laar verbluft. „Wacht 's even!" Maar Joris wachtte
niet. Hij sprong aan boord van het begeerde vaartuigje
en gooide de touwen los.
te bezoeken of indien zij zeker zijn van
een betrekking en een woning. In de prak
tijk heeft dit het binnenkomen van ontwik
kelde en ongeschoolde kleurlingen uit de
landen van het Gemenebest vertraagd.
Blanke immigranten uit het Gemenebest
hebben weinig moeite om voor toelating
in aanmerkingg te komen.
Maar er zijn middelen genoeg om die
wet te omzeilen en vrijwel elke dag
komen via vliegvelden en aanlegplaatsen
van grote lijnschepen vele kleurlingen het
land binnen.
Tans eisen sommige parlementsleden
nog strengere controle. Daarom heeft de
labourregering Earl Mountbatten be
noemd tot voorzitter van een commissie
die de landen van het Gemenebest zal be
zoeken om deze aan te sporen, de emi
gratie naar Engeland tegen te gaan.
TOT 1964 heeft Engeland met zijn pro
bleem geleefd, wetende dat het bestond,
maar zonder er zich naar het schijnt al te
bezorgd over te maken.
Toen gebeurde er iets, dat het land een
schok gaf.
Dat was de „Smethwick-affaire"
Smethwick, een onogelijk industrieel dis
trict vlak bij Birmingham, had traditiege
trouw altijd een lid van de Labourpartij
naar het Lagerhuis gestuurd. Bij de ver
kiezing van einde oktober was de kandi
daat van Labour opnieuw Patrick Gordon
Walker, een van de leiders van de partij.
Een op elke twaalf van de 60.000 inwo
ners van Smethwick is een kleurling.
Bij de verkiezing wipten de blanke kie
zers Gordon Walker en kozen zij de con
servatief Peter Griffiths, die zijn campag
ne had gevoerd met een programma, dat
tegen de imigratie was gericht.
Gedurende zijn campagne waren pam
fletten verspreid, waar in werd gezegd:
„Als gij een neger als buurman wenst,
stemt dan op Labour"
Griffiths beweerde, daar niets mee te
maken te hebben, maar vele inwoners van
Smethwick stemden conservatief, omdat
zij „geen neger als buurman" wilden.
Marshall Street is het brandpunt van de
rassentegenstellingen in Smethwick. Deze
straat is ongeveer 200 meter lang en be
bouwd met eenvormige kleine huizen met
gemeenschappelijke zijmuren. Een derde
van die huizen behoort aan kleurlingen.
Een blanke vrouw met papillotten in het
haar opende haar voordeur vijf centime
ter en zei: „Ja, ik heb voor Griffiths ge
stemd. Ik heb een kleurling naast me, een
uit Jamaica. Ik ga verhuizen zo gauw als
ik een andere woning kan krijgen. Ze ko
pen de hele straat op. Dit was vroeger een
aardige straat, waar zelfs dokters en zo
woonden. Dat was voor de oorlog als u
me begrijpt."
Onder de blanken van Smethwick of
van Brixton, Nottingham, Southall of
Ipswich overal waar geïmmigreerde
kleurlingen zich hebben geconcentreerd,
hoort men dezelfde klacht: „Er zijn zoveel
kleurlingen ik heb niets tegen ze, maar
er zijn te veel. Zij maken alles anders. Dit
is per slot van rekening Engeland."
Peter Thomeycroft, die in een conserva
tieve regering minister van Binnenlandse
Zaken zou zijn geworden zegt: „De naak
te waarheid is, dat de magnetische aan
trekkingskracht van een van de rijkste sa
menlevingen ter wereld met het hoogste
peil der sociale voorzieningen, onweer
staanbaar en gevaarlijk zou kunnen wor
den tenzij de controlemaatregelen op de
immigratie worden verscherpt en toege
past. In tal van districten bestaat reeds
een werkelijk gevaar voor rechtstreekse
strijd om schaarse zaken en vooral natuur
lijk om huizen". Hij bepleitte „drastische
beperking van de immigratie".
ZELFS ZONDER zijn miljoen gekleurde
immigranten zou Engeland een groot ge
brek aan woningen hebben en die woning-
schaarste, is een van de voornaamste oor
zaken van onenigheid tussen de rassen:
de vorming van wijken door kleurlingen
die elkanders gezelschap zoeken.
Volgens sommige schattingen zou het
aantal kleurlingen in Engeland, als de im
migratie onmiddellijk zou worden stopge
zet, tegen het jaar 2.000 circa drie mil
joen bedragen.
Blanke extremisten hebben een eigen op
lossing: „Zet iedere Pakistani, Indiër,
Westindiër en Afrikaan het land uit!" Dit
zou enkele van Engelands essentiële dien
sten ontwrichten. Van de doktoren in de
ziekenhuizen tot de rang van consulterend
geneesheer komt 40 percent uit het bui
tenland, hoofdzakelijk uit Indië en Pakis
tan en 17 percent van de gediplomeerde
verpleegsters in Engeland en Wales is af
komstig uit het Gemenebest. Veel onder
grondse treinen en bussen van Londen heb
ben kleurlingen als personeel en in som
mige fabrieken werken eveneens veel
kleurlingen.
Bij de politie zijn geen kleurlingen in
dienst. „Ik denk dat blanken er weinig
voor zouden voelen, gearresteerd te wor
den door een kleurling," zei een Londense
agent, die een wijk in Notting Hill heeft.
IN HET Engelse kastensysteem heeft
een arbeider als kleurling twee dingen te
gen zich: hij is kleurling en handarbeider.
Voor ontwikkelde immigranten ligt de zaak
anders. Een dokter, die kleurling, is wordt
door zijn collega's gemakkelijk als gelijke
aanvaard. „Het traditionele Brite klasse-
bewustzijn maakt ons aanvaardbaar," zei
een Indische dokter, die in een ziekenhuis
in een voorstand van Londen werkt.
Een nog onbekende factor is de politie
ke invloed van het kleurlingenvraagstuk.
Smethwick was het eerste teken van een
terugslag onder de kiezers. Als de kleur
lingenbevolking zich uitbreidt en daarmee
vijandigheid en misverstanden toenemen,
kunnen de stemmen van de kleurlingen
een machtig wapen worden in de Britse
politiek.
De Labourpartij vindt volgens de traditie
haar grootste steun onder de kleine mid
denstand en de arbeiders. Maar volgens
Ook in Engeland zijn de aanstokers
van de rassenhaat meestal te vinden
in de zelfkantwijken der grote steden,
waarbij vooral de op relletjes beluste
blanke achterbuurtjeugd zich uitput
in excessen. Deze foto werd geruime
tijd geleden gemaakt tijdens de relle
tjes in Notting Hill in Londen, waar
veel kleurlingen gemolesteerd, en hun
bezittingen vernield werden. Dankzij
het krachtdadig optreden van de po
litie zijn dergelijke excessen de laat
ste tijd niet meer voorgekomen.
Advertentie
zegt de oude Lucas Bols
Zij: een pittige, donkere koffie-
schoonheid uit Brazilië. Hij: een
blonde, aristocratische advockaat
uit mijn Lootsje. Het resultaat van
deze verbintenis: DeMOCKAat
(in nieuwe fles), een koffie-advoc-
kaat, die even temperamentvol als
romig is. Heerlijk om te drinken;
excellent om desserts zoals vla en
ijs nóg verfijnder te doen smaken.
Neem dus bij uw slijter een kijkje
en dan snel bij u thuis een proefje
Donald Tytler, de anglicaanse dominee
van Smethwick, is juist onder deze maat
schappelijke groepen de antipathie tegen
de kleurlingen het sterkst.
„De middenklassen zijn verdraagza
mer", zegt hij. „Misschien omdat zij niet
het tevoel hebben dat hun stand wordt ge
degradeerd." Plannen van de regering, die
op het ogenblik in voorbereiding verkeren,
hebben ten doel zelfs het begin van dis
criminatie tegen te houden. Maar een anti
discriminatie-wet zou zich alleen kunnen
uitstrekken tot openbare gelegenheden zo
als resaurants, hotels en café's en niet b.v.
de eigenaar van een particulier pension
kunnen beletten, kleurlingen te weigeren.
In tal van districten is veel vreedzame
integratie tot stand gekomen. Dat zijn dis
tricten, waar geen grote concentratie van
kleurlingen bestaat. Daar voelen de blan
ken zich of hun normen niet bedreigd.
VOOR VELE immigranten is het leven in
Engeland uitgelopen op ontgoocheling en
teleurstelling. „De Westindiërs zijn naar
Engeland gekomen met de gedachte, dat
de straten met goud waren geplaveid", zei
een van hen. „Maar zij komen tot de ont
dekking, dat het er tenslotte niet zo'n
pretje is." Sommige Engelsen zijn niet zo
verdraagzaam jegens kleurlingen, als wij
hadden gedacht."
De huizen waarin de meeste kleurlin
gen wonen, zijn vervallen huurkazernes.
Vaak vallen nieuwe bewoners ten prooi
aan meedogenloze huisbazen, die de wo-
ningschaarste willen uitbuiten door exor
bitante huren te vragen. Soms behoren
die huisbazen tot hun eigen ras.
Kan Engeland ontkomen aan de spannin
gen en de haaterupties, die karakteristiek
zijn voor de rassenproblemen van de V.S.?
Zonder de hinderpalen, die de massale
immigratie nu reeds in de weg zijn ge
steld, zou Engeland thans voor „een grote
ramp" staan, zei Thomeycroft onlangs op
een vergadering van conservatieven.
Vooraanstaande Britse politici geloven,
dat het nog zover kan komen, tenzij de
de immigranten, die er reeds zijn, volle
diger integreren in het Britse leven en de-
Britse gebruiken.
DE CONCLUSIE van dit alles:
rassenproblemen zijn in hoofdzaak een
getalskwestie. Telt een land, streek of
stad niet meer dan enkele kleurlingen
op de duizend blanken, dan gaat alles
goed. Bij vijftig op duizend dreigen
er reeds moeilijkheden. En als de kleur
lingen in aantal domineren, dan zijn
gewelddaden zoals die in de zuidelijke
Verenigde Staten blijkbaar onvermijde
lijk. De situatie in Engeland is een teken
aan de wand; óók voor ons land ge
tuige bijvoorbeeld de recente vechtpartij
tussen Ambonezen en blanke dorpe-
lingen in landelijk Moordrecht. Een
teken aan de wand, dat de assimilatie
van blank en „bruin" méér en kracht
dadiger overheidszorg (en particuliere
bijstand), vereist dan alleen de ver
schaffing van werk en woonruimte aan
de geklemde minderheden.
IC HEB JE.'
EEN RINGSLANG
NM'JN HUIS!
JADEZE RINGSLANG NESTELDE IN DIE
VERMOLMDE BALK. H'J STAK Z'JN KOP ER
,UIT, AANGETROKKEN DOOR DE WARME DAMP
VAN HET KOKENDE WATER VLAK DAAR-
ONDER H'J SPERDE Z'JN BEK
OPEN... NET ALS NU... EN HET GIFN
DRUPPELDE IN DE KOUDE THEE VAN
''DAT KAN NIETSLANGENGIF DOODT NIET)
JLLS HET DOOR DE MOND
"INDERDAADMAAR DÈ~"
'TANDARTS HIER IN DE STRAAT HEEFT^
/ME ZOJUIST VERTELD DAT H'J VANMIDDAG
HIER ONTBODEN IS OMDAT UW DOCHTER
HEVIGE KIESP'JN HAD. H'J TROK EEN
KIES UIT DE ONDERKAAK... EN Z'J
MOND