4 1 KOMPELS WERKEN AAN HUN EIGEN ONDER GANG Liever vandaag dan morgen sluiten, maar wie geeft de duizenden werk? o Staatsmijnen (rH) Particuliere Mijnen Volautomatische zelf bedieningswinkel OP ELKE SCHEP KOLEN UIT DE STAATSMIJNEN MOET GELD TOE Vetkool Remedie •*- - liJifiü door onze correspondent in de mijnstreek De klok terug? Den Haag DUITSLAND STÏKSTOFB EDRIJF LABORATOR HAVEN S P0LY COKESFAB In Zuid-Limburg lijkt alles voor de wind te gaan. Van Roermond tot Valkenburg stroomt het geld binnen als goud. Het smokkelgoud van de Duitsers op boodschappenexpeditie, het vlaaien en grottengoud van de vakantiegangers. Maar bovenal het zwarte goud uit de ondergrondse uit hollingen waarop een groot gedeelte van het bronsgroene heuvelland rust. Kijk naar Heerlen. Een stadje met 75.000 inwoners. Maar met een allure als van Rotterdam. Met enorme warenhuizen waar de kassa's niet stil staan. Kijk naar de wel vaartssymbolen, de t.v.-antennes. De nieuwe auto's voor „vrije" arbeidershuizen en de smokige sky line van torens en steenhopen van de mijnen. De tastbare bron van de welvaart. concessiegebied particuliere mijnen émmmm Nederlandse mmMijnspoorwegen DE NEDERLANDSE STEENKOLENMIJNEN SCHIJNBAAR.het bestaan van Zuid-Limburg is letterlijk gebouwd op twaalf kolenmijnen: acht particuliere ondernemingen en de vier veel grotere staatsmijnen. In en rondom die vier staatsmijnen werken 25.000 mannen of wel een vijfde van de mannelijke be roepsbevolking van de mijnstreek. Op de mijnterreinen, in de kantoren en diep in de aarde werken zij al enige jaren lang nijver aan hun economische ondergang. Want op elke schep kolen die boven de grond komt moet geld worden toe gelegd. Geld dat wordt verdiend door de 12.000 man in en om de chemische industrie van de staatsmijnen. Die in dustrie komt daardoor op de lange duur wankeler te staan in de interna tionale concurrentie met concerns die niet de last van kolenmijnen hebben te dragen. Daarmee wankelt weer de rest van Zuidlimburgs bestaan. DE STAATSMIJNEN zitten in kolen- lagen die in hoofdzaak vetkool opleve ren. Vette kool, ongeschikt voor huis brand, kan alleen in de industrie wor den gebruikt. De concurrentie van olie, goedkope Amerikaanse leveranties, sub sidies in andere landen en energiebe zuiniging door moderne technieken heb ben gemaakt dat de vetkool met ver lies de deur uit gaat. Terwijl de vet kool in Europa de teruggang maakt zoals turf dat in vroeger tijden heeft gedaan, zit Zuid-Limburg aan te kij ken tegen dit beeld bij zijn staatsmij nen. Wat de particuliere mijnen natuurlijk wel bedreigt is de opmars van het aardgas in de huisverwarming, plus de steeds stijgende loonkosten. De mijn „Maurits" bij Geleen, de nieuwste en grootste van de vier, brengt uitsluitend vetkool voort. De „Emma" en de „Hendrik" bij Hoensbroek en Brunssum, die uit oog punt van rationalisatie tot een produk- tie zijn samengevoegd, leveren 50 per cent vette en 50 percent magere kool. Deze magere kool is in principe voor huisbrand, slechts de helft van de ge wonnen magere kool kan daarvoor wor den geleverd. De rest is te fijn en moet ook naar de industrie. De oudste staats mijn, de „Wilhelmina" tussen Heerlen en Kerkrade, levert 100 percent mage re kool, waarvan 70 percent voor huis brand kan worden bestemd. De „Wilhel mina" zal binnen tien jaar zijn uitge put. ZUIVER economisch gezien ligt de remedie voor de hand: zeker drie staatsmijnen moeten dicht, liever van daag dan morgen. De „Maurits" en de „Emma" en „Hendrik" die al met ver lies werken. De „Wilhelmina" speelt, gezien de betere markt, die er voor huisbrandkolen is, nog net quitte met kosten en opbrengst. Wat de acht particuliere mijnen met hun 18.000 werknemers betreft, die staan er beter voor omdat zij in de hoek van Heerlen en Kerkrade in mage re kool zitten. Zij produceren die voor - Kif'"! SJii isiSÜ-ra verplichten dure kolen te gebruiken in- plaats van op goedkopere mogelijkhe den over te stappen. DE KLAARHEID echter waarom de mijnstreek en eigenlijk heel Zuid-Lim burg het meest verlegen zit, is die over de medewerking die het kan krijgen bij een voor Nederland unieke vrijwel totale industrieheroriëntatie. Want de mijnbouw slepend houden is geen oplos sing. Over enkele tientallen jaren zijn de lagen onverkoopbare kolen trouwens toch uitgeput en dan moet de zaak evengoed dicht. De mijnstreek moet andere werkgele genheid krijgen en de vraag is alleen maar hoe. Staatsmijnenchemie is een bloeiend bedrijf, ontstaan uit de kolen, maar intussen zelf overgescha keld op goedkopere olie en aardgas. Via kunstmest tot kunststoffenproduk- tie gekomen heeft het vestigingen tot in Amerika toe. Maar de chemie is juist niet arbeidsintensief, zoals de mijn bouw. Er moeten andere fabrieken komen, en een groep gemeenten heeft eén in dustrieschap gesticht om te ijveren voor betere wegverbindingen en industrie terreinen. Een overzicht van de mijn Maurits. gelegenheid is, dan zal ieder die kan en ongetwijfeld de besten zijn heil elders zoeken, hetzij in binnen- hetzij in het nabije buitenland. En voordat de mijnen sluiten komt er geen nieuwe werkgelegenheid, want welke onderne- mer zal zich zo vestigen in een streèk met éen zo krappe arbeidsmarkt en de concurrentie van het hoge loonpeil van de mijnen? En dat van Duitsland? De instanties in Den Haag, die moe ten bepalen hoe het dan tenslotte toch zo goed mogelijk in elkaar moet grij pen, worden in Limburg veelvuldig ge- laakt. „Den Haag" houdt de zaak op d« lange baan, zegt men. „Den Haag" zoekt niet naar nieuwe wegen die no- dig zijn voor er industrie kan komen, „Den Haag" is karig met geld voor industrieterreinen, vlak over de grens in België kunnen de ondernemingen goed koper terecht en dat doen ze ook. „Den Haag" ontbreekt het aan gedurfde visie. De mijnstreek is nu weer opgeveerd bij de verklaring van de nieuwe re gering, waarin onder meer is gezegd dat mogelijkheden tot steun aan de kolenmijnbouw worden onderzocht. Maar ook dat in overleg met alle be* trokkenen daadwerkelijk de industriële structuur van Zuid-Limburg zal wor den versterkt „teneinde op langere termijn voldoende werkgelegenheid voor de „groeiende bevolking te ver zekeren". Zuid-Limburg wacht nu met meer hoop op de gedurfde visie Kolentreinen in de mijn. 90 percent. Zestig percent is grof ge noeg en dus geschikt voor huisbrand. GOOI DE staatsmijnen dicht. Zuid- Limburg kan het niet. Het is een tegen strijdige situatie dat in een gewest met een enorme arbeidersschaarste een groot deel van de bevolking leeft op een goed betaalde soort werkver schaffing. Een werkverschaffing waar voor bovendien tot uit Joegoslavië mijnwerkers moeten worden gehaald om haar gaande te houden. MAAR sluit men de Staatsmijnen, wat gebeurt er dan? Er is nauwelijks andere werkgelegenheid. De Limburgse mijnen en haar chemische industrie bieden werk aan 55.000 personen, maar de andere bedrijfstakken in de mijn streek zijn stuk voor stuk maar schriel. In de metaalnijverheid bijvoor beeld werken 80 bedrijven met in to taal maar 3000 man. Evenveel tricota ge-bedrijfjes hebben 750 mannen in dienst en 3000 vrouwen. De landbouw telt eveneens zo'n 3000 werkkrachten. Daar vang je geen plotseling overschot van tienduizenden arbeiders mee op. Bovendien is het voorbeeld van de me taalnijverheid dubbel sprekend, want het grootste deel daarvan is toeleve ringsindustrie voor de mijnbouw. Stop pen de mijnen, dan valt ook daar een klap. DE MIJNEN hebben Zuid-Limburg tot groei gebracht. In 1900 toen de ontwik keling begon, had de hele mijnstreek 70.000 inwoners thans 400.000. Zal de klok weer moeten worden terugge draaid? Somber klinken de woorden van president-directeur A. C. J. Rottier in zijn nieuwjaarsrede van enkele maan den geleden tot het personeel: „U kunt nu niet van de leiding de uitspraak verwachten: „We gaan voort, hoe het ook loopt". Ik hoop dat er voor de vol gende nieuwjaarsbijeenkomst meer klaarheid zal zijn gekomen". Klaarheid, over zaken als steunver lening door de Eüropese Gemeenschap voor Kolen en Staal, over het kunst-en- vliegwerk om elektrische eentrales te HET HOOFDPROBLEEM is hoe het allemaal zal moeten gaan en hoe het in elkaar kan grijpen. Thans is er een nijpend arbeidstekort. Sluit de mijnen en er is een groot overschot. Duurt het dan enige tijd voordat er nieuwe werk- Vijzelstutwerk aan het kolenfront. IN DE WESTDUITSE stad Wies- baden is begin mei een volautomati sche zelfbedieningswinkel geopend, die de grootste van zijn soort ter we reld heet. Er zijn duizend verschillen de artikelen verkrijgbaar, maar an ders dan bij de gewone supermarket haalt de klant de gewenste artikelen niet uit rekken of opstanden, maar uit automatenvakken, die zich na het inwerpen van een zogenoemde koop- munt openen. Die penning ontvangt de klant bij de ingang van de winkel door op een knop te drukken. Zonder die munt kan hij de eveneens automa tische versperring aan de winkel- ingang niet passeren. De koopmunt begeleidt de koper op zijn gehele tocht door de winkel. Élke automaat die hij „tapt" graveert de prijs van het artikel in kwestie op de penning. Bij de uitgang berekent een kassa automaat het totaalbedrag, neemt het geld, m munten of bankbiljetten, in ontvangst en geeft het wisselgeld terug. Ook hier is, net als bij de in gang, een automatische versperring ingericht, zodat niemand zonder be taald te hebben naar buiten kan. HET BELANGRIJKSTE voordeel van deze automatenwinkel boven de gewo ne zelfbedieningszaak is de perso- neelsbesparing. In Wiesbaden zijn slechts vier bedienden betrokken bij het gehele proces van verkopen en bij vullen. In een normale zelfbedienings winkel van gelijke omvang en assorti ment zouden hiervoor minstens veertien man personeel nodig zijn. Maar ook de klanten spinnen er garen bij. Zij kun nen van 's ochtends 7 tot 's avonds 10 uur inkopen doen. Vrijwel alle andere winkels sluiten om zes uur 's avonds, hetgeen voor de werkende vrouw een grote handicap is. De vakbonden zien er met grote vlijt op toe dat de slui tingsuren van winkels en supermarkten niet overschreden worden, maar tegen de verkoopautomaten staan zij machte loos. Bovendien accepteert de winkel in Wiesbaden via de betaalautomaat alle gangbare munten en bankbiljetten het geen een grote vooruitgang is boven de gangbare straatautomaten die alleen bepaalde muntstukken aanvaarden. NU ZIJN er ongetwijfeld kopers, dia het gezellige praatje van de verkoop ster, de persoonlijke relatie dus, mis sen Ook aan hen is gedacht. Er is een buffet ingericht waar een aantal serveu ses bedienen. Deze vriendelijke meisjes kunnen ook uitkomst bieden om de klant aan het eind van zijn winkeltocht zijn automatische opsluiting te bevrij den, als die klant niet voldoende geld op zak heeft om al zijn inkopen te be halen. Hij moet dan zijn inkopen natuur lijk wel in bewaring geven tot hij zijn schuld kan komen delgen. Aan inves teringskosten vergt een dergelijke vol automatische supermarkt ongeveer het dubbele van een gewone zelfbedienings winkel. De exploitanten hopen echter, dat dit verschil in korte tijd wordt ingelopen door de geringere loonkosten en de lan gere openingstijden. De verkoopautoma ten in hun zaak zijn alle van reeds lang bestaande typen en constructie. (D.K.).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1965 | | pagina 13