Vrouwen zijn duur In Kameroen PARABEL VAN DE GROTE DROEFENIS Causa finita Volwassenen In meer over de Engeland kerk dan denken vroeger m m 4 Nederlanders een betere Kinderdoop in Engeland in strijd voor samenleving Preekcollege C. M. A. Laernoes neemt afscheid ZATERDAG 15 MEI 1965 Erbij PAGINA TWEE Vrouwen mee Zending zoekt artsen voor Semarang Publiciteitscentrum X Markt „De Hollando" Opnieuw Robinson Hardop denken Ds. D. ter Steege Vrouwen worden veel te duur, is de algemene klacht in Kameroen. Vroeger kwam men in het binnenland van deze Afrikaanse republiek met twee geiten een heel eind. Meestal nam de familie van de vrouw daar wel genoegen mee. „Maar tegenwoordig wagen ze een bruidsschat in contant geld. Omgerekend in ong geld is de gemiddelde prijs zo'n 2500 gulden. En dan moet de bruidegom nog een feest geven voor het hele dorp van zijn vrouw. In doorsnee verdienen ze hier zon 75 gulden per maand. U kunt zich voorstellen: sommige mannen werken zich meer dan twintig jaar krom om hun vrouw af te betalen". Dit vertelt mij dr. J. H. Stelma in zijn zendingshuis in Ndounge, midden in het bergland van Kameroen. Met nog een Nederlandse theoloog, dr. G. H. M. Posthumus Mevjes, en enige Ka- meroense docenten leidt hij hier jonge mannen op tot predikant. „Laatst kwam er een bij me om zijn nood te klagen. Hij zei: „Ik ben zo eenzaam. Ik heb geen familie, geen vader, geen moeder, geen broers, geen zusters. Ik zou graag een vrouw zoeken. Maar wie zal me ooit zoveel geld voorschieten voor de bruidsschat? Ik zal wel nooit kunnen trouwen". Van nog een zorg maken me deze Nederlanders in Kameroen deelgenoot, de polygamie. Wie het zich veroorloven kan trouwt een tweede vrouw. De staat houdt er rekening mee. Zij geeft kinder bijslag voor alle kinderen, ongeacht wie de moeder is. De kerk echter verbiedt polygamie. Mannen, die meer dan één vrouw hebben, mogen niet aan het avondmaal komen. Vrouwen wel, want zo redeneert de kerk: zij hebben ten slotte maar één man. Veel kerken in Kameroen zijn dan ook typische vrouwenkerken. Men ziet er weinig mannen aan het avondmaal zitten. Vroeger vonden de vrouwen het gewoon, dat ze samen één man moesten delen. Maar nu zijn er moeders wier leven gebroken is, sinds de tweede vrouw in huis kwam. Vaak is die twee de een jong meisje. Er groeit in heel Afrika verzet tegen deze huwelijksprak tijken, ook in regeringskringen. In lan den als Togo, Senegal en Guinee is polygamie reeds wettelijk verboden. Hier in Ndounge is een groot hospi taal met een babycentrum plus een kliniek. Twee jonge Nederlandse artsen, H. B. van Wijk uit Haarlem en R. Bui- mer uit Amsterdam, zien hier dagelijks voor hun spreekuur zo'n vierhonderd zieke mensen in de rij staan. Twee verloskundigen uit Nederland, zuster Kruyt en zuster Blok, helpen er dage lijks kindertjes ter wereld te brengen. Eigenaardig, de baby's worden blank geboren. Pas na enige tijd krijgen ze een donkerder kleur. Grote betekenis heeft ook de theolo gische school, waaraan dr. Stelma en dr. Posthumus Mevjes doceren. Studen ten. die al getrouwd zijn en dat zijn er heel wat brengen hun vrouwen mee. 's Morgens vroeg zag ik ze al werken in de maisveldjes en de bana nentuinen. „Zo verdienen ze in de let- Vergeefs zoekt de gereformeerde zending al enige maanden naar twee artsen in ons land, die bereid zijn te gaan werken in de kraamkliniek Panti Wilasa in Semarang op midden Java. Daardoor dreigt deze kraamkliniek in een moeilijke situatie te geraken, om dat een der daar werkzame artsen, mej. J. Bouma deze maand met verlof in Nederland arriveerde. De andere arts, die aan de kliniek in Semarang werkt, J. Bol, moet wegens gezinsomstandig heden binnen enkele maanden naar Ne derland terugkeren. De gereformeerde zending in Baam hoopt alsnog doktoren te vinden, die in Semarang kunnen gaan werken. De vrouwelijke arts, mej. Bouma, die op het ogenblik met verlof is, komt uit Harderwijk. Voor zij naar Indonesië vertrok, heeft zij o.a. enige tijd ge werkt in het hospitaal van dr. Albert Schweitzer in Lambarene. Zij zal zich thans in ons land specialiseren in gy naecologie, mede op verzoek van het bestuur van de kliniek in Semarang. Zij hoopt na haar studie weer daar heen te gaan. Naar aanleiding van de bezwaren tegen de kinderdoop, die voor enige geestelijken uit de Church of England zo ernstig werden, dat zij hun ambt en positie er aan gaven, hield het orgaan van de kerk een snelle enquête. Ruim duizend antwoorden kwamen binnen, 341 van geestelijken en 727 van leken. De resultaten van de enquête zagen er zo uit: Vragen Acht u de huidige praktijk van het toe dienen van de kinderdoop in de Church of England goed? Meent u, dat er bijbelse gronden zijn voor de doopsbediening aan kinderen van belijdende leden? Bent u van oordeel, dat de doop alleen aan kinderen van belijdende leden bediend mag worden? Acht u het juist, dat peetouders belof ten doen ten behoeve van kinderen? Wenst u, dat de Church of England de kinderdoop geheel afschaft? Geestelijken neen ja Leken 295 46 121 155 189 42 286 201 172 47 neen 552 288 402 410 455 ja 169 402 267 269 268 terlijke zin hier de kost," vertelt me dr. Stelma. Maar er zijn ook cursussen voor die vrouwen, zodat ze later in de dorpen waar hun man dominee wordt echt iets voor de opbouw van een bete re samenleving kunnen betekenen. Het nieuwste Nederlandse project is juist in deze weken klaar gekomen in Kameroens hoofdstad Yaounde. Dat is het grote vier verdiepingen hoge publi citeitscentrum, het „Centre de littera- ture evangelique", waarvan de Fries Sytze van der Werf uit Leeuwarden de zakelijke directeur is. Zijn bedrijf be hoort tot de grote moderne zendings onderneming, waarmee de kerken in wereldwijde samenwerking thans zijn begonnen: het publiciteitswerk. Neder land nam mede het initiatief en uit de interkerkelijke campagne „Brood voor het hart", die twee. jaar geleden in ons land anderhalf miljoen gulden opbracht, werd dit centrum in Kameroen gefinan cierd. Ruim drie ton is er in geïnves teerd. Zakenman Sytze van der Werf glim lacht: „En dat geld komt er weer uit ook." Hij laat me een paar uitgaven zien. Boekjes over liefde en huwelijk. „En hier dit: een toneelstuk over de bruidsschat. Een fel protest zit er in tegen die ongelukkige traditie. Overal in Afrika voeren jeugdclubs het op. Het vliegt de deur uit. 't Is geschreven door een Kameroense student. Een jongen van 25 jaar". met dit lectuurcentrum verbonden bij belhuis. en administrateur mr. O. van Luyn uit Utrecht. Met Nederlanders werken de men sen van Kameroen graag samen. Ook in het zakenleven. Een groot deel van de import en de export is In handen van wat men hier. noemt „De Hollando", de onderneming van de Amsterdamse fa milie Fopma. In het zakenleven, in de hospitalen, in het onderwijs, in de kerk en nu ook in het uitgeversbedrijf zijn de laatste jaren bijzonder sterke relaties ontstaan tussen Nederland en Kameroen. Twee topfiguren van het Kameroense regeringsbureau voor taalkunde en volkscultuur vertelden me: „We hoeven er niet omheen te draaien. Eerst ver trouwden we die protestantse onderne ming hier niet zo erg. Maar we willen nu ronduit zeggen, dat we enthousiast zijn. Ontwikkelingshulp, zoals deze Nederlanders die hier geven is de bes te, die we krijgen kunnen. Het leek er vaak verdacht veel op dat het christen dom de godsdienst van de blanken was. Zij laten daar in het centrum zien dat het een internationale beweging is, waarin ieder mens van welke huidskleur ook zijn eigen waarde en betekenis heeft. Weet u: zij proberen zichzelf overbodig te maken en die mensen zul len we hier nodig hebben, veel langer dan ze zelf denken." Jac. Looyen Dr. Stelma in Kameroen. De dominee hoopt dat het zo zal blijven: één man, één vrouw. Een zeker man werd door zijn Heer uitgezonden om te getuigen van waar heid en licht. En hoewel hij zijn Heer nooit had gezien, had hij Hem zeer lief en zonder morren aanvaardde hij de opdracht om te vertrekken. Vele boeken had hij gelezen, vele toespra ken gehoord en zijn leermeesters had den hem gezegd hoe hij spreken moest. „Ga in vrede" hadden zij gezegd, „want de waarheid gaat met je en zij zal al- Dominee, vader van tien kinderen, kondigt zijn kroost joviaal aan, dat er weer een nieuw broertje of zusje op komst is: „En weet iemand een mooie naam voor de nieuwe baby?" Jantje: „Amen!" (Bussumse Kerkb.). Geschreven door een jongen uit Ka meroen: „Dat is het. Dat lezen de mensen. Er zijn hier schrijvers ge noeg. Alleen, ze hebben nooit de kans gekregen. Boeken uit Europa en uit Amerika werden hier ingevoerd en ook ik doe dat, want er is nog lang niet genoeg eigen Afrikaanse lectuur. Maar neem nu die kwestie van de polygamie en van de bruidsschat; wie kan daar beter voor Afrikanen over schrijven dan een Afrikaan zelf? Die begrijpt de mensen." „Onze uitgeverij is voor heel Frans sprekend Afrika. Daarin wonen zo'n vijf miljoen Afrikaanse protestanten. Dat is meer dan het dubbele van alle Frans sprekende protestanten in Europa. Zie je, dat is de markt hier. Dagelijks wordt die groter, want miljoenen men sen leren nu lezen. Ik snap niet dat een Nederlandse uitgever deze markt nog niet ontdekt heeft," zegt Sytze van der Werf. Ook gewone romans geeft Sytze van der Werf uit. De jongeman, die de prullebakken leegmaakt en de vloeren boent in het lectuurcentrum, is een be gaafd schrijver. „Zijn eerste boek heb ben we al uitgegeven. Binnenkort komt er een bundel novellen van hem uit. Ik heb hier geen volledige werkkring voor hem, de helft van de week maakt hij daarom de kantoren schoon." In dit publiciteitscentrum gaat het er niet om van Afrika te profiteren, maar om een echte bijdrage te leveren aan de ontwikkeling vap een eigen Afri kaanse zaak. Hier krijgen Afrikaanse schrijvers de kans om zelf op de markt te komen. In de leiding van het centrum zitten reeds enkele Afrikanen. Steeds meer zullen er in komen. De Zwitserse predi kant Paul Fueter, in dienst- van de Nederlandse zending van Oegstgeest, is thans nog de algemene directeur. En verder tref ik er naast Sytze van der Werf nog drie Nederlanders aan. Ko Buitelaar uit Nunspeet, die in de boek houding werkt, Daan de Ridder uit Am sterdam, die de boekhandel zakelijk verzorgt en tevens in dienst is van het In de anglicaanse kerk van Engeland loopt het aantal jonge mensen, dat aan de belijdenis deelneemt, de laatste jaren terug. Nu is de situatie in Engeland zo dat de belijdenis alleen plaats vindt op uitgesproken verlangen van de be trokkene zelf. Zij heeft dus veel meer een persoonlijk accent dan in andere landen waar alle kinderen aan de confirmatie als afsluiting van het godsdienst onderricht deelnemen. In pas gepubliceerde cijfers over 1963 van de Church of England blijkt dat het aantal confirmaties is verminderd van 191.042 in 1961 tot 162.728 in 1963. Van de 27 miljoen gedoopte leden van deze kerk hebben er negen miljoen belijdenis gedaan en staan ongeveer drie miljoen in actieve gemeenschap met de kerk. Het onderricht voor de belijdenis ondervindt weinig belangstelling. Daarentegen hebben twaalfduizend volwassenen in 1963 om doop en confirmatie gevraagd. Voor 1962 was dat aantal ruim 10.500. Hierin ziet men een aanduiding, dat er onder de volwassenen in Engeland meer over de kerk wordt gedacht dan voorheen. Het aantal geestelijken van de angli caanse gemeenschap in Engeland is in 1963 met vijfhonderd tot bijna 15.500 gestegen. Jaarlijks heeft de kerk zes honderd jonge geestelijken nodig. Daar er vorig jaar een aanmelding van twaalfhonderd was kon goed worden geselecteerd. Tenslotte vonden wij nog enkele ge gevens over de inkomsten van de kerk. In 1963 was het totaal aan collecten en giften 22.000.000, een stijging van 66 in vergelijking met 1956. In vele gemeenten zijn en worden acties ge voerd, omdat in Engeland geen kerke lijke belastingen bestaan. Aan 'het slagen van deze acties wordt de aanzienlijke stijging toegeschreven. Zoals wij al hebben gemeld is in En geland een nieuw boek verschenen van de bisschop van Woolwich, John A. T. Directeur Sytze van der Werf uit Leeuwarden, directeur van het publi citeitscentrum van de protestantse kerk in Kameroen. t. Robinson, de schrijver van het veelbe sproken "Honest to God". Dit nieuwe boek draagt de titel "The new Refor mation?" en handelt over de praktische toepassing van wat door de schrijver is betoogd in "Honest to God", Uitgaande van het daarin gestelde pleit hij nu voor een nieuwe hervorming, opdat de boodschap van het Evangelie ingang zal kunnen vinden bij moderne mensen. Als vervolg op het boek, dat zoveel discussie heeft teweeg gebracht, heeft ook dit nieuwe boek natuurlijk dadelijk al veel aandacht getrokken. In vrijwel al de bekende Engelse bladen zijn reeds reacties verschenen, waarvan de vol gende wel de belangrijkste zijn. Een recensent van "Church Times" zegt, dat het boek dezelfde techniek volgt als het vorige. Door revolutionaire en uitdagende overdrijvingen schokt het de lezers, maar daarna zegt het toch weer dat de schrijver het op vele pun ten met de traditionele opvattingen eens is. Weer worden er allerlei uit latingen van bekende schrijvers geci teerd, vaak uit hun verband gerukt, weer worden allerlei trefwoorden bij voorkeur gebruikt zonder die voldoende te definiëren. De conclusie van deze recensent is, dat hij het theologisch standpunt van bisschop Robinson, zoals dat nu nader is uiteengezet in de vraag over een nieuwe reformatie, maar kaal en arm vindt in vergelijking met de rijkdom van de traditionele leer. De "Times" heeft er bezwaar tegen dat dr. Robinson opnieuw zo de vuile was van de kerk buiten hangt. Als iemand in een andere positie deze din gen had geschreven zou het misschien stimulerend kunnen werken. Maar uit de mond van een bisschop lijken derge lijke uitspraken ontmoedigend voor vele christenen. De "Daily Telegraph" vroeg zich af of de bisschop wel een dienst had be wezen aan de vernieuwingsbeweging in het christendom, waaraan hij naar zijn zeggen zijn hart heeft verpand, door opnieuw hardop te gaan denken ten overstaan van een merendeels niet- begrijpend ongeschoold publiek. "Er wordt al beweerd, dat de bisschop zelf atheïst isEr zullen wel weer stemmen opgaan of het niet beter zou zijn, als dr. Robinson zijn beschouwin gen vrij van de bisschoppelijke waar digheid zou kunnen voortzetten." Een bespreking in de "Daily Mail" vindt het daarentegen juist heel goed dat de bisschop min of meer in de schoenen van een agnosticus is gaan staan. Het blad acht het overigens niet waarschijnlijk, dat de shocktherapie van "Honest to God" opnieuw succes zal hebben. De christenen hebben zich in middels daarvan .hersteld en geleerd te antwoorden op of zich te verdedigen tegen dergelijke ernstige vragen. Het grootste blad, de "Daily Mirror", meent dat de bisschop met dit nieuwe boek enkele denkbeelden heeft opge ruimd: dat het noodzakelijk is om naar de kerk te gaan als je een christen bent en dat de kerk alleen maar een gebouw is. Dit blad zegt dat het boek Engeland wil maken tot een christelijke samen leving en een „welvaartsstaat", zelfs al zou dit streven tot gevolg hebben, dat de kerk ln tweeën zou worden gedeeld. Over het algemeen zijn de toonaan gevende bladen in Engeland van me ning dat dit nieuwe boek niet zo'n grote invloed op het publiek zal krijgen als "Honest to God" twee jaar geleden. Men vindt dat dr. Robinson wat voor zichtiger is geworden. len vrijmaken." Zo reisde die man tot aan de uiteinden van de aarde en ver kondigde wat hem was gezegd. Hij sprak van de waarheid op de pleinen en droeg het licht in de donkerte van de huizen. Maar toen hij eindelijk zweeg, hoorde hij van alle kanten stem men, die riepen: „luistert niet naar hem, want hij brengt u een valse waar heid en het licht dat hij draagt, zal u niet verlichten. Luistert daarentegen naar ons, want ons heeft de Heer ge zonden om te getuigen van wat waar heid is." Er was een groot gedruis van stem men, van links en rechts en voor en achter, en alle stemmen riepen: „Onze waarheid is die van de grote Heer." Zij die geluisterd hadden op de plei nen en in de huizen morden en zeiden: „wat is dat voor een Heer, die ons ver warring brengt in plaats van waarheid en duisternis in plaats van licht." En zij namen stenen om hen allen te ste nigen. Toen keerde die man terug van de uiteinden van de aarde en verweet zijn leermeesters met felle woorden dat zij hem gezonden hadden tot verwarring en duisternis. Maar zij sloten hun deu ren en lieten de gordijnen neer voor hun ramen om niet door zijn ge schreeuw gestoord te worden in hun wijsheid. Die man ging heen en weende bitter. En voorwaar ik zeg u: hij, heeft zijn Heer vervloekt! (Uit M65, uitgave van Marian Hill). Dr. Buskes vertelt in het boek „Ac tuele prediking" dat Abraham Kuy- per aan de Vrije Uuiversiteit ook een aantal jaren preekcollege gegeven heeft. De studenten moesten hun preek uitschrijven en bij hem inleve ren. Bij het uitspreken van de preek mochten ze deze dan voor zich op de preekstoel hebben, maar ze mochten er niet meer dan drie keer in kijken. Deden ze het voor de vierde keer, dan werden ze door hun leermeester afgetikt en was het afgelopen. (Ev. Luth. Weekblad). Op 31 mei legt de heer G. M. A. Laer noes zijn functie neer als directeur van het algemeen bureau van de gerefor meerde kerken in Nederland te Utrecht. Op die dag wordt hij zeventig jaar. De heer Laernoes, die in Vlissingen geboren werd, werd in 1914 onderwij zer aan een christelijke lagere school in deze stad. In 1924 vertrok hij naar Indonesië, waar hij in Semarang hoofd werd van de eerste Hollands-Ja vaanse school en ook in het gerefor meerd kerkelijk leven een actief aan deel had, onder andere als scriba van de classis Batavia. In 1936 keerde hij terug naar Nederland. Zijn verzetswerk gedurende de oor log, onder andere als lid van de kring Tekening uit „Soutane an der Wasche- leine" van Fred Marcus, een verzame ling cartoons, verschenen bij de Echter uitgeverij in Würzburg. i m HUI HU»JU«JH»«ejWl der „Apostelen van Colijn" voor illega le politieke voorlichting en steun aan ontslagen journalisten, bracht hem voor een half jaar in Duitse gevangenschap. Na de oorlog was de heer Laernoes in Utrecht onder andere directeur van de gevangenis en administrateur van de politieke recherche. In kerkelijke kringen vervulde hij talrijke functies. In 1946, toen besloten werd tot de instelling van een algemeen kerkelijk bureau voor de gereformeer de kerken van ons land, werd de heer Laernoes met de leiding daarvan be last. Hij was een der oprichters van de stichting steun kerkbouw. In 1954 werd hij onderscheiden met het ridder kruis in de orde van Oranje-Nassau.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1965 | | pagina 14