vooroorlogse bron van ellende - voorbeeld was voor gezagsverhouding en economie .Drie da DAF op r. ZATERDAG 15 MEI 1965 Erbij PAGINA DRIE ■jjjjjp lands fietser zalindertijd zichzelf geweld hebben moeten aandoen om die bezet tingsmacht niet althans voor deze ver lossing dankbaar te zijn. Geen goed woord dus voor het fiets plaatje. Maar ondanks alle protesten en gebleken nadelen handhaafde de voor oorlogse wetgever het koppig een tiental jaren. Hoe onbelangrijk het nu ook lijkt, het fietsplaatje is in die vooroorlogse jaren een van de markantste voorbeelden van ongewenste machtsuitoefening ge weest, waarbij de parlementariërs helaas in meerderheid de duidelijke volkswil hebben genegeerd. Zij hebben zelfs naderhand nog een verhoging van 2,50 tot 3,- stilzwijgend geaccepteerd. De waarde Uitwisseling DE INSTELLING van een bromfiets- plaatje roept bij ons, ouderen, ongetwij feld huiveringwekkende herinneringen op aan een martelwerktuig dat zich in de jaren dertig van overheidswege demon streerde: het fietsplaatje, betalingsbe wijs van een extra belasting op ieder rijwiel dat gebruik maakte van de open bare weg. Dit onzalige idee werd een bron van ellende en irritatie, zo zelfs dat het gerust een gezagsondermijnende in vloed mag worden toegeschreven. Nog tragischer dan het idee en de uitvoering zelf was het einde ervan: het was name lijk de Duitse bezettingsmacht, die dit fietsplaatje afschafte en menig Neder- mrn: De debacle van de Variomatic-bolide Public Re A Massa-inbeslagneming van rijwielen waaraan het fietsplaatje ontbrakle- leverde tonelen op als dat van een fietsenveiling op de foto links: amb tenaren bij groeiende aantallen lit de roulatie genomen fietsen 'waar mee de plaatselijke economie op een bepaalde dag zonder blikken of blo zen lamgelegd werd. Wacht straks het bromfiets-legioen hiernaasteen zelfde lot? Het fietsplaatje van averechts overheidsbeleid - dat schadelijk mmr het is ook vurig te hopen dat men nooit meer tot zulke falikant ver keerde belastingmethoden zal over gaan, want iedereen die de vooroor logse ellende met het bronzen on- heilsding heeft meegemaakt, zal in stemmen met een vierkante veroor deling van deze methode. Het ellendige ding aan het fietsstuur. HET FIETSPLAATJE kostte oorspronkelijk een rijks daalder en was verplicht voor ieder rijwiel. Het moest zichtbaar aan het stuur van de fiets bevestigd zijn en mocht dus niet in de zak worden meegedragen. Nadat het kleine bronzen ongeluksding zijn intrede had gedaan, schiep het al dadelijk conflicten in de gezinnen. Sommige huisvaders waren eenvoudig niet bij machte, voor al hun gezinsleden zo'n investering te doen. Het kostte een rijksdaalder, zoals gezegd. Wat kon men in die tijd voor een rijksdaalder kopen? EEN PAAR goedkope schoenen, tien glazen hier, zestien pakjes goedkope si garetten, vijftig sigaren, dertig prima sigaren, een tweedehands fiets, vijftig repen chocolade, een bril, vijftien bro den, vijftig ijsjes, vijfentwintig glazen limonade, een prima vulpen, een horlo ge, twee keukenklokken, een kilo bief stuk, vijf braadhaantjes, een retour met de trein yan Breda naar Amster dam, een weekend per bus van Eindho ven naar Antwerpen met hotel en diner, een dag pension in Katwijk aan Zee, een vierde gouden tientje, een aktetas van rundleer, een week huur in een klein huis, vijfentwintig liter benzine, 'een overhemd, vijftien keer knippen bij de herenkapper (met lotion), een perma nent, een roman in kunstleer gebonden, een plaats op het kerkhof voor dertig jaar, vijfentwintig pond kersen, een le ren voetbal, tien weekabonnementen voor de krant, twee warme maaltijden van vier gangenga zo maar door. De uitgave van een rijksdaalder per ge zinslid per jaar drukte ongetwijfeld zwaar op kinderrijke gezinnen, waar van de leden meestal tegen magere loontjes dagelijks naar en van hun werk moesten trappen. HET SPREEKT vanzelf dat al spoe dig een soort uitwisselingssysteem, ont stond, waarbij een heel gezin met één fietsplaatje moest zien rond te komen. Het ding werd daartoe in een leren la beltje opgeborgen, dat aan een riempje aan het stuur kon worden bevestigd. Natuurlijk kwam de jongste spruit dan op zekere dag zonder plaatje thuis: verloren of gestolen. Gestolen werd het fietsplaatje aan de lopende band. De gauwdieven maakten er een broodwinning van. Men kon het plaatje niet zo spijkervast aan het rij wiel bevestigen, of de plaatjesjagers wisten het los te wurmen. Op bijgaan de foto is een manier van bevestiging gedemonstreerd, die afdoende bleek te gen dieven. Maar de bevestiging op de ze wijze kostte alleen al een nieuwe rijksdaalder, aangezien er een smid aan te pas moest komen. Vernuftige lieden verborgen het plaat je in het handvat van het stuur, dat kon worden uitgetrokken als er controle op de weg was. Maar plichtsgetrouwe amb tenaren van accijnzen, beijgestaan door politiemannen, vonden dat vaak niet in overeenstemming met de bepaling „zichtbaar bevestigen" en schreven lus tig bonnen, die boetes van een rijks daalder opleverden. De rijksdaalder was inderdaad destijds een bron van ver tier voor de overheid. Ze leefde ervan. NATUURLIJK waren er altijd mas sa's vergeetachtige lieden, die hun fietsplaatje thuis lieten liggen als zij zich naar hun dagelijkse arbeid haast ten. Onderweg werden zij dan opge vangen door de ijverige ambtenaren, die de fiets in beslagnamen. Het rijwiel kon aan het bureau worden afgehaald tegen vertoning van het plaatje, plus een be keuring. Zo kreeg men in de Nederlandse ste den herhaaldelijk tonelen te zien, die al een duidelijke afspiegeling vormden van wat zich in de bezettingsjaren zou af spelen: ambtenaren die fietsen in be slagnamen en soms honderden van de ze nuttige en algemene vervoersmidde len opstapelden, bij voorkeur in de spits uren. Wat zij op die wijze aan de Ne derlandse economie voor schade heb ben veroorzaakt, is niet te becijferen. Het fietsplaatje vormde weldra in min der draagkrachtige milieus een welkom verjaars- of Sinterklaasgeschenk. Als men in juli jarig was, moest men dus een half jaar tussen de netten van de wet zien door te fietsen. Sinterklaas viel in dat opzicht heel wat gunstiger t4U>.fr r* Cf? f ff" iftt i In de herinnering aan vooroorlogse jaren vormt het fietsplaatje een on zalige en ergerniswekkende factor een voorbeeld van averechts over heidsbeleid en van storende machts- lust. Het is natuurlijk niet helemaal hetzelfde als wat ons nu ten aanzien van de brommers te wachten staat, (Door een medewerker) TERWIJL directeur Huub van Doorne voor het raam van het hoog gelegen hotel Pits het circuit van Zolder in België overzag, zei Piet Nortier: „Die heuvel heb ik erin ge maakt". Toen drie dagen later „me neer Huub" zich bukte om de defecte Cosworth-motor in zijn variomatic- renwagen te overzien, 'zei Piet Nor- tier weer iets: „Het uur der wrake komt". Tussen deze twee opmerkingen lig gen drie dagen waarin de debacle van Daf zich voltrok. Drie dagen bij Daf op Zolder: bijna de titel van een roman maar ditmaal zonder happy- ending. VORIGE WEEK vrijdag is het daar op het nieuwe circuit in het Belgische Kempenland begonnen. De tekenaar Rob Koch, in Daf-kringen bekend als de „wandelende race-encyclopedie" had keurige schema's uitgereikt: zo en zo laat vertrek naar Zolder, zo laat cou reurs aanwezig, zo laat technische keu ring Op papier klopte alles. Nadat de eerste trainingsdag om drie uur Rob Slotemaker, oranje-helm op, in de even eens oranje bolide stapte, haalden ze bij Daf de chronometers tevoorschijn. Er was aan alles gedacht: een in genieur was meegekomen, Henk van Zalinge en Rob Koch met hun race ervaring en hun kennis op gebied van motoren stonden aangetreden, race-en thousiast Martin van Doorne deelde in- «tructies uit en twee jonge monteurs uit zijn vaders fabriek sleepten nieuwe banden en nieuw gereedschap aan. Ter wijl de laconieke Rob Slotemaker zijn variomatic liet rond janken waren er velen die zich verbaasden over het hoge gegier van deze racemotor. Engelse monteurs lieten de sleutel even rusten en haalden de schouders op. Hun baas, Rob Slotemaker, hier nog vol hoop, in de oranje Daf-bolide. de coureur John Cardwell, hij zou twee dagen later uit de bocht vliegen en tweemaal over de kop slaan kwam even binnenwippen. Êen bereid willige Eindhovenaar legde het uit, waarop de Engelsman meteen maar een variomatic wilde bestellen. Hoe hij er nu over denkt is niet zeker. Aan het einde van die dag waren een paar dingen wel zeker: anti-slipdeskun- dige Slotemaker had een rondetijd ge draaid van 1:45, wat hem tot de snel sten van het veld deed behoren. Trots op dit resultaat pakten ze hyn Daf weer in, die vastgebonden op een kar retje achter een rode Jaguar Eindhoven over de gevaarlijke tweebaansweg te gemoet suisde. Alles volgens het sche ma van Rob Koch. De volgende dag zaterdag waren de oude bekenden weer compleet. George Noordhoff begon weer onverdro ten aan zijn t.v.-opnamen voor de N.C.R.V. De bedrijfsfilmploeg van Daf had zijn eigen beslommeringen om de soms verkeerde lichtval. Men lummel de wat rond en maakte eens een praat je met Rob Slotemaker en Henk van Zalinge die de gebeurtenissen rustig in hun wagen zaten af te wachten. Henk van Zalinge, gevraagd naar de kansen, gaf het wijze antwoord: Er zijn in iedere race wagens die winnen en die niet winnen, en Rob Slotemaker had een grapje. Wijzend op een man met zijn been in het gips zei hij: „Die reed verleden keer ook mee." DIE MIDDAG waren er al aanwij zingen over een toekomstig onheil. Het „mene tekel" werd door niemand be grepen. De schokbrekers bleken niet te voldoen. De bandenspanning werd ver minderd en dan weer verhoogd. Een ronde later kwam Rob in de pits met een verhaal over een vibrerend stuur en een moeilijke klim over de heuvel, waarover Piet «Nortier een dag tevoren zo trots had gesproken. Toen na nog een ronde bleek, dat er een „onbalans" in de koppeling school, werd het Martin van Doorne te gek. Eindhoven werd gebeld, Koni werd za terdag om vier uur om nieuwe schok brekers gevraagd en de renwagen werd onder het oog van de rondgierende concurrentie, die steeds sneller ging keurig onder zeildoek opgeborgen. De donkere wolken die zondagmorgen boven het Kempenland een zondvloed ontketenden, vormden de tweede aan wijzing voor het drama van die mid dag: als de baan maar niet te glad werd en als de rukwinden maar niet te veel zouden gaan duwen en trekken aan het verouderde Alexis chassis van Dafs eigen racewagen. DE ZON bracht later op de dag moed en de monteurs van Daf voor deze gelegenheid in witte overalls poets ten hun zorgenkind nog eens op. Het publiek bezette de kale stenen banken, de Nederlandse pers ging mopperend op de tochtige houten tribune zitten en in het (Frans en het Vlaams werden auto's en coureurs aan het publiek voorgesteld. De volgorde van de races: eerst twee selectieritten en dan de finale. In Bel gië heet zo'n selectierit, een ziftings reeks: we moesten er allemaal even aan wennen. Rob Slotemaker had eens door de telefoon gezegd, dat zo'n selectierit geen zware opgave zou worden. De eerste rit zou uitmaken dat dit wat voorbarig was geweest Tot vier uur die nacht had „Eindhoven" gewerkt aan de wagen. Nieuwe schokbrekers, de onbalans weg gewerkt: eigenlijk kon er niets meer mis gaan. De man op de controletoren, die voor de microfoon de variomatic- renwagen een wereldprimeur noemde, was er eveneens van overtuigd, dat er nu iets stond te gebeuren. Geen eerste plaats, dat was onmogelijk met de oude Alexis, maar toch Bij het sein „motoren starten" ronkte de Cosworth als vanouds. Bij de start deed de variomatic zijn dure plicht: Slotemaker stoof naar voren en in de pits maakten ze een prijzend gebaar. Het drama voltrok zich snel: gierend, jankend, huilend, brullend stoven veer tien wagens uit de bocht tevoorschijn en ze waren allang voorbij, toen daar hakkepuffend de vijftiende renwagen verscheen, waarin een mannetje met een oranje helm zat: nummer 26.Daf. Wanhoop en paniek bij de Nederland se kolonie. Na een ronde stopte num mer 26 by de pits.bougies verwisse len na twee 1 onden stopte 26 bij de pits. ontsteking nakjjken. na drie ronden stopte 26 bij de pits...., het werd één lange martelgang. En ieder een was Henk van Zalinge dankbaar die Rob voor de streep liet wachten, totdat de winnaar was afgevlagd. Het wonder gebeurde, dat hij alsnog in de finale mocht meeryden, als aller.allerlaat ste, Een ongewone startplaats voor Slotemaker. ER MOCHT een uur gesleuteld wor den voor de finale. Huub van Doorne gaf aanwijzingen. Henk van Zalinge greep een sleutel en draaide mee en na een kwartier juichte Martin van Doorne: de fout was gevonden, membraam in benzinepomp defect. Met een geleen de benzinepomp werd het defect her steld. Nauwelijks had de Daf zijn oranje jas weer aan of het verzamelsein klonk. Ten tweede male start. Een betere start dan zoëven werd het: vele plaat sen wipte de Daf vooruit. MAAR AL wie na de bocht tevoor schijn kwam: geen oranje helm, geen. nummer 26. Pruttelend volbracht hij een ronde, geminacht door het publiek en bij de pits stuurde Slotemaker de bolide resoluut achterom. Doek. Huub van Doorne zei een 'beetje boos „We kunnen het nog maken." Maar Rob schudde nee en legde uit, dat de lang zame wagen een gevaar voor de overige coureurs vormde. Als de wagen nu nog niet goed is, wordt ze vandaag niet meer goed. Daf pakte in en Rob stapte uit zijn raceschoenen. Hij besloot de zondag met een grapje: „Ik ken mezelf de prijs voor de meest luie piloot toe." DIRECTIE flDH1NI5TRSTlE| PERSON EtLSCHCP J SPELDJES

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1965 | | pagina 15