Na kotterbouw-rage opmars van hektrawler
I
Moderne trawler
met vismeelfabriek
Nieuwe haring!
POLYETHER MATRASSEN,
Woninginrichting A. J BRASSER
IJmuiden
Nederland en Europa
Ondernemer en
overheid
ÏJmuider Courant
Zaterdag en zondag worden weer de
dagen van de Nederlandse Zeevisserij
gehouden. Ter gelegenheid daarvan
verschijnt de ÏJmuider Courant van
daag met drie extra pagina's, geheel
gewijd aan de visserij en direct daar
mee samenhangende problemen.
ZEEVISSERIJDAG, VANGSTPROGNOSE: „REDELIJK"
Op de 26ste mei aanstaande te 0.00 uur wordt de haringteelt 1965-1966 ge
opend. De Dag(en) van de Nederlandse Zeevisserij vroeger „Vlaggetjesdag"
de viering op de wal, die vooraf gaat aan het uitvaren van de vloot, is op zater
dag 22 en zondag 23 mei. Hoe zijn, ten aanzien van de haringvisserij, de ver
wachtingen? Voor het totaalgebied van de Noordzee: redelijk goed, minder dan
vorig seizoen. Maar voor het zuidelijk vangstgebied van de Noordzee: vrij slecht.
Wat de tong betreft, mogen vooral in de laatste maanden van dit jaar aanzienlijk
hogere vangsten worden verwacht.
i
9 cm dik, ideaal voor strandhuisjes,
caravans, etxra logeerbed enz. enz.
vanaf 32.50
Koningsplein 8 - IJmuiden - Telefoon 4540
Nog even geduld, haringliefhebbers!
Pas op 31 mei te O.OO uur is het de aan
voerders wederom toegestaan gezouten
haring in Nederland ten verkoop aan te
bieden, te verkopen en af te leveren.
De haringteelt 1965/1966 begint woens
dag 26 mei. Op die dag om twaalf uur
's nachts is het wederom toegestaan ter
zoute-haringvisserij uit te varen en deze
visserij uit te oefenen.
Dinsdag 1 juni is de laatste datum
van de periode, waarin de reder slechts
de helft van zijn haringtrawvloot ter zou-
teharingvisserij mag doen uitvaren.
Met ingang van 15 juli eindigt de perio
de waarin het slechts is toegestaan ande
re verse haring dan diepgevroren haring
te verkopen.
Gezouten haring met een maat kleiner
dan 24 centimeter dient ten minste gezou
ten te zijn in de verhouding 1:16. Gezou
ten haring die groter is moet ten minste
gezouten zijn in de verhouding 1 op 12.
Gezouten haring moet gedurende ten min
ste drie etmalen zijn gezouten.
Het aantal graden Baumé, dat de pekel
ln een vat gezouten haring ten minste
moet bedragen is voor haring kleiner
dan 24 centimeter 10 en voor grotere ha
ring 18.
Door een drijfnetvaartuig aangevoerde
haring mag gezouten haring voor mense
lijke consumptie in 1965 worden aan
geboden: van 31 mei tot en met 10 juni
200 kantjes en van 11 juni tot en met 4
juli 300 kantjes, ongeacht of de gezouten
haring afkomstig is van eigen schip, dan
wel is overgenomen van de vangst van
andere vaartuigen, waarmee tijdens die
reis de drijfnetvisserij ter zoute werd uit
geoefend.
Indien een drijfnetlogger echter de ha
ring overneemt van een trawler, dan gel
den voor de gehele aanvoer van de drijf
netlogger de voorschriften, welke gelden
voor een trawler. Voor de eerste hierbo
ven genoemde periode is dat, als de
trawler ten minste 150 brt meet, 100
kantjes en in het tweede tijdvak 175
kantjes, mits van de zelfde aanvoer te
genover elk kantje boven de 100 kantjes
gezouten haring 2 kisten verse haring te
koop worden aangeboden. Voor een vaar
tuig van minder dan 150 brt en een
motorvermogen van 400 pk en meer gel
den: 75 kantjes, 135 kantjes; voor een
vaartuig van minder dan 150 brt en een
motorvermogen van minder dan 400 pk:
50 kantjes, 90 kantjes en 50 kantjes.
Indien de haring verkregen is door span-
visserij, dan wordt de totale aanvoer van
het span gelijkelijk over beide vaartui
gen verdeeld.
Pas later in het seizoen zal worden be
sloten, wanneer de teelt zal worden ge
sloten. Het walzoutverbod geldt tot 31 ok
tober.
Dit zijn, uiteraard, geen „voorspellin
gen"; het zijn verwachtingen, die geba
seerd zijn op diepgaande bestuderingen
van de groeistand en ontwikkelingskan
sen door de biologen van het Rijksinsti
tuut voor Visserijonderzoek te IJmuiden.
Het is de bedoeling, dat het accent van
de viering dit jaar valt op Scheveningen,
landelijk en internationaal centrum van
de haringhandel.
IJmuiden, Nederlands eerste vissersha
ven, met een jaarlijkse aanvoer van rond
de negentig miljoen kilogram vis, is niet
zozeer betrokken bij de zouteharinghan-
del; verse zeevis, hoe langer hoe meer
in diepgevroren toestand, vindt van hier
uit haar weg naar het binnenland en
vrij wel. alle landen van Europa en Ame
rika. Om deze markten te kunnen behou
den, behoort de grootste zorg te worden
gewijd aan de kwaliteit van het produkt
en het is verheugend, dat ter stimulering
van de kwaliteitsverbetering de overheid
sinds enkele maanden een premiestelsel
heeft ingevoerd, voorlopig alleen voor ha
ring en makreel.
Op het terrein van wetenschappelijk
onderzoek, het visserijbedrijf betreffende,
speelt IJmuiden eveneens een belangrij
ke rol.
Vooral na de tweede wereldoorlog is de
internationale samenwerking in het vis
serijonderzoek toegenomen. Op het RIVO
in IJmuiden is het komen en gaan van
deskundigen uit alle werelddelen, die er
hun licht komen opsteken. En het zijn
niet slechts de groothandelaren in verse
vis, die regelmatig uitvliegen naar de
afzetgebieden in Europa; biologen en
technologen uit IJmuiden reizen het hele
jaar door, soms helemaal naar Moskou,
Midden- en Zuid-Amerika. Het zijn vooral
de jonge vrije landen in Afrika, die aan
kloppen bij het RIVO en TNO in IJmui
den.
Zo groot is dit jaar het gedrang bij het
TNO, dat dit instituut permanent een
team ter beschikking houdt ten behoeve
van zo genoemde ontwikkelingsgebieden,
waar om zo te zeggen de vis voor het
grijpen ligt, maar waar men de „know
how" mist om hiervan profijt te trek
ken, opdat de bevolking van de zo nood
zakelijke eiwitten kan worden voorzien.
Terugkomend op het Nederlandse visse
rijbedrijf en Europa, moet worden vast
gesteld, dat men hier nog steeds in het
ongewisse verkeert met betrekking tot
een gemeenschappelijke visserijpolitiek
in de E.E.G. Als dr. Mansholt zich aan
zijn toezegging kan houden, dan zal op
1 september aanstaande een plan voor
een E.E.G.-visserijbeleid gereed zijn. In
tussen zal hier niemand verwachten, dat
het plan zal beantwoorden aan alle wen
sen van het visserijbedrijf, al mag men
verwachten dat in Den Haag hiermee ze
ker rekening zal worden gehouden.
Het is een eerste eis, dat alle subsi
diëringsactiviteiten in de E.E.G.-landen
onder één noemer worden gebracht. Of
zo de „oneerlijke concurrentie" en
„concurrentievervalsing" spoedig uit de
(Europese visserij-) wereld zullen ver
dwijnen, valt te betwijfelen: het hangt te
zeer samen met een loon- en prijsbeleid
dat overal anders is.
Het Nederlandse visserijbedrijf heeft te
worstelen met tal van vraagstukken. Niet
alle problemen kunnen, in een democra
tisch land als Nederland is, door de over
heid worden opgelost. Met minister Bies
heuvel is uit Den Haag een nieuwe, voor
het visserijbedrijf gunstige, wind gaan
waaien en men kan aannemen, dat waar
dit maar enigszins kan, zijn ministerie
het visserijbedrijf de helpende hand zal
bieden. Bepaalde initiatieven zullen ech
ter uit het bedrijf-zelf moeten voortko
men.
Over de organisatorische verbrokkeling
in verschillende verenigingen, de ver
scheidenheid van bedrijfsvormen, plan
ning in het bedrijf, merkwaardige opvat
tingen in de nieuwbouw om maar en
kele voorbeelden te noemen heeft on
langs, tijdens de jongste volkshogeschool
bijeenkomst voor de zeevisserij te Bergen
in Noord-Holland, de directeur der visse
rijen. ir. Th. J. Tienstra, een hartig
woordje gesproken.
Voor de structuurverbetering. ...van het
bedrijf heeft de overheid dit jaar twee
miljoen gulden uitgetrokken. Het is maar
een begin, een kasplantje, dat door geza
menlijke zorg tot ontwikkeling zou kun
nen komen. Men dient echter uit te gaan
van het principe van vrije ondernemer,
die niet verwacht dat de overheid zijn
taak overneemt.
Dat men in Den Haag niet van mening
is tot dusver het zelf zo voortreffelijk
te hebben gedaan, blijkt wel uit de in
terne reorganisatie die thans bezig is
zich op het departement te voltrekken.
Het is, onder meer, de bedoeling de
praktijk bij het visserijonderzoek te be
trekken door het instellen van een com
missie uit het visserijbedrijf. Met het in
stituut voor visserijprodukten TNO-
IJmuiden zal worden samengewerkt, als
mede met het nu nog te Utrecht geves
tigde Nederlands visserijproefstation en
laboratorium voor materialenonderzoek-
TNO, dat bij TNO-IJmuiden zal worden
gevoegd.
Advertentie
De rederij Jaczon in Scheveningen krijgt
dezer dagen de beschikking over een ul
tra-moderne hektrawler met een vismeel
fabriek aan boord, die uniek is voor de
Nederlandse visserij. Het schip is ge
bouwd door de werf Seijmonsbergen te
Amsterdam. Het heeft een lengte van 48
meter, een breedte van 8,5 meter en een
diepgang van 4 meter. Het meet 540 brt.
en wordt voortgestuwd door een dieselmo
tor van 1200 pk.
De hektrawler heeft een zeer uitgebrei
de en van de modernste hulpmiddelen
voorziene nautische installatie. Het plan
is het schip, dat woensdag of donderdag
in de Scheveningse haven zal arriveren,
vrijdag aan de rederij over te dragen. Za
terdag, op vlaggetjesdag, zal het in de ha-
von te zien ziin.
De foto hierboven geeft een beeld van
de Vissershaven in IJmuiden. De
trawlers, loggers en kotters liggen
aan de zuidzijde; rechts is het kan
toorgebouw van het Staatsvissers-
havenbedrijf en een klein deel van
de vishallen (die zich langs de ge
hele waterkant aan de noordzijde
uitstrekken) is te zien. Op de drukke
marktdagen is geen plekje aan de
kade voor de hallen vrij. Vaartuigen
uit Katwijk, Scheveningen, Vlaardin-
gen, Urk, Den Helder, Harlingen, Den
Oever, maar ook Belgen en zo af en
toe een Zweed, een Duitser of een
Frajisman, kan men er aantreffen.
Enkele honderden maar toch altijd
slechts een heel klein percentage van
Van de nieuwe trawlers die vorig jaar
in de vaart kwamen, waren drfe hek
trawlers.
Bij de intrede van dit jaar bestond de
zeegaande vissersvloot van Nederland
uit 880 vaartuigen, met een totale ton
nage van 87.236 brt. en een machine/
motorvermogen van 239.383 pk. Het jaar
1965 belooft, evenals vorig jaar, het jaar
van de hektrawlers te worden.
Zes nieuwgebouwde motortrawlers zijn
vorig jaar naar het buitenland verkocht:
twee naar Noorwegen en twee naar Ca
nada; naar Italië en Zuid-Afrika elk een;
voorts ging een trawler over in handen
van een buitenlandse oliemaatschappij.
Drie trawlers, die destijds in Engeland
werden aangekocht, gingen weer terug
naar het land van herkomst.
In de loop van vorig jaar werd de vloot
echter veersterkt door 16 nieuwgebouwde
-awlers, tezamen 4.090 brt. metende, met
-en motorvermogen van 13.050 pk. De
ieuwbouw was voor rekening van Kat-
- -ij k (8), Scheveningen (4), Vlaardingen
3) en Wieringen (1).
de vissersvloot die uit zee de ÏJmui
der pieren binnenvaart gaan ver
der, via de sluizen, in de richting
Amsterdam: vorig jaar waren het er
441. Zuidelijk van de Vissershaven
ligt de Haringhaven (op de foto niet
zichtbaar) waarvan de noordzijde
eveneens permanent aardig vol zit.
Tussen Vissershaven en Haringhaven
liggen de kantoren van de rederijen,
fabrieken, het Rijksinstituut voor
Visserijonderzoek, de vismeelfabriek
en nog meer bedrijven die met het
visserijbedrijf te maken hebben. In de
onmiddellijke omgeving van de Vis
sershaven liggen de ijsfabrieken en
koelhuizen.
De vloot hektrawlers werd hierdoor
uitgebreid tot negen vaartuigen, waarvan
er zes thuishoren in Katwijk, twee in
IJmuiden en een in Vlaardingen. Het ne
gental vertegenwoordigt niet minder dan
drie verschillende typen; vier zijn na
melijk voorzien van een draaibare hek
galg, drie van een vaste vismast en twee
van een zo genoemde „slipway".
Volgens het door het ministerie van
Landbouw en Visserij uitgegeven „Visse-
rijnieuws", waaraan deze gegevens zijn
ontleend, bedroeg per 1 januari 1965 de
naoorlogse nieuwbouw van motortraw
lers en -loggers meer dan de helft van
het totaal aantal vaartuigen van deze
vloot, die 225 eenheden telt. Van deze
vloot zijn 95 Katwijkers, 81 Schevenin-
gers, 25 die in Vlaardingen en 19 die in
IJmuiden thuishoren; daarna komen Den
Helder en Wieringen met elk twee en
Harlingen met één. Van de 19 IJmuide-
naren zijn net minder dan 12 na de twee
de wereldoorlog gebouwd; Katwijk en
Scheveningen hebben elk minder dan 50
percent nieuwbouw, maar van de 25
Vlaardinger motortrawlers en -loggers
zijn er 16 nieuwbouw.
De gemiddelde casco's van dit onder
deel van de zeegaande vloot bedroeg per
1 januari een kwarteeuw.
In het begin van dit jaar waren er 542
motorkotters, waarvan 110 in Urk thuis
horen. Van de motorkottervloot kunnen
rond 150 worden gerekend tot de zee
gaande garnalenvloot
Reeds vorig jaai was de „Doom" in de
kotterbouw voorbij rX u-eeg er maar
tien bij, Katwijk vijt Ir het begin van
dit jaar waren er slecht.- !5 lopende op
drachten voor nieuwbouw van Noordzee-
motorkotters, waarvan een hekkotter
voor Urk, die inmiddels in de vaart is
gebracht.