ZEVEN EEUWEN DANTE 1 ïifll W sP«il DANTE EN DE KABBALA mm m m f v !<m Doorschouwer van het levenslicht a de Divina Commedia 25 Het Heelal BHHHpHH WA WOENSDAG 19 MEI 1965 VOLGENS Os* Wm^\ i >a m EMPYREUM IX KRISTALLIJNEN vnTsfËRRËflïïlTÏEZ •o *'o~v (gtp^Ssj- hFWEL i^jy^OEZOH ïtW'.(7).*«cS AARDS ~t:J PARADIJS'- LOUTERINGSBERG r"~' BOCCACCIO, aan wie wij de eerste levensbeschrijving van Dante te danken hebben, leidt de naam van de dichter af van het Latijnse werkwoord dare: geven. Dante is voor hém „de gevende". Een andere etymologie brengt de naam Dante in verband met d u r a r e: dulden. Hoe vol komen uit de lucht gegrepen deze etymologieën ook zijn, zij passen wonderwel bij de grootste der Middeleeuwse dichters die in zijn C o m m e di a de mensheid een on vergankelijk kunstwerk heeft „gegeven" en die in zijn leven veel leed heeft moeten „verduren". Door partijtwisten uit zijn geboortestad Florence verjaagd heeft hij lange jaren moeten rondzwerven en tenslotte is hij in ballingschap gestorven. Dat was in 1321 en de dichter, die in 1265, dus nu 700 jaar geleden, was geboren, was toen 56 jaar oud. In Ravenna is hij ter aarde besteld. Wel hebben de Floren- tijnen telkens het stoffelijk overschot opgeëist, maar steeds hebben die van Ravenna geantwoord: G ij hebt de levende niet willen behouden, wij zullen de dode niet afstaan. :i - fk "ik V DANTE LEEFDE in turbulente tijden, waarin partijtwisten in de vele Italiaanse stad-staatjes tot bloedige botsingen en oorlogen leidden, waarin pausen met alle middelen naar wereldlijke macht streefden en het gehele schier eiland een droevige aanblik van strijd en verdeeldheid bood. Dante meende dat de eenheid van Italië, eens voorbereid door Julius Caesar, slechts met buitenlandse hulp kon worden hersteld. In zijn ogen was de romantische, idea listische en vrome Luxemburger Hendrik VII, in 1309 te Aken tot koning van het Duitse rijk gekozen en daarna naar Italië getrokken om in Rome tot keizer te worden gekroond, de redder van het verdeelde vaderland. Maar de jonge keizer overleed reeds in 1313 en zijn dood vernietigde Dante's hooggestemde verwachtingen. Pausen als Nicolaas III en Bonifacius VIII onteerden naar zijn en veler mening de kerk door hun hebzucht die zelfs niet voor moord terug deinsde. In hen zag Dante de grootste vijanden van Italië en wij zullen hen dan ook diep in de hel terugvinden. DAAR ZIET de dichter op een be paald ogenblik iemand die met het hoofd naar beneden tot het middel is begraven en wiens benen als toortsen branden. Als Dante deze schim naar zijn naam vraagt, blijkt het Nicolaas III te zijn, die uitroept: „Ben je daar al, Bonifacius? Ik had je nog niet ver wacht; ben je nu al bezadigd van je bezit waarvoor je de Kerk hebt mis bruikt?" Men bedenke bij het lezen van deze passage dat Dante zijn ge dicht dateert in 1300 en dat Bonifacius VIII toen nog leefde en Paus was. En zoals het met deze pausen ging, ging het met velen: zij werden door Dante met name genoemd en hun plaats in de Hel werd door hem bepaald. Er zijn geslachten in Italië geweest die daaronder eeuwen hebben geleden! WIE OVER DANTE SPREEKT, denkt aan Beatrice. Beider namen ho ren bijeen zoals Tristan hoort bij Isol de, Abélard bij Héloise, Petrarca bij Laura en onze Jacques Perk bij Mathil- de. Dante was tien, Beatrice negen, toen zij elkaar voor het eerst ontmoet ten. Nadien zagen zij elkaar nog enige malen en eenmaal wisselden zij enkele woorden. Beatrice huwde en stierf kin derloos toen zij 26 was. Voor de dich ter is zij het smbool van al wat edel is; zij is de koningin aller deugden. Zo verschijnt zij ook in de Commedia het dichtstuk dat het bewonderende na geslacht Divina Commedia, God delijke Komedie, heeft genoemd. (Met het woord Komedie duidde Dante aan dat zijn werk een blij einde heeft). Wie zich een voorstelling wil maken van Dante's grootse visioen dat de vorm heeft van een reis, moet trachten zich het heelal te verbeelden zoals de Middeleeuwer Dante zich dat dacht. De aarde is voor hem van dat heelal negen concentrische bollen, elk ge noemd naar een hemellichaam, ontast baar en doorzichtig. Dit geheel zweeft in de oneindige, onbeweeglijke ruimte, het empyreum. In het empyreum troont God, omringd door negen om Hem cirkelende engelenreien boven een onmetelijk amfitheater, de hemelroos waarin de zielen der uitverkorenen zich bevinden, opziende naar God. UIT VONDELS DRAMA LUCIFER kennen wij de tragedie die zich in de hemel afspeelt: de aartsengel Lucifer komt in opstand tegen God en wordt uit de hemel gestoten. Hij valt dóór de he melroos en de negen hemelsferen op de aarde, ja, hij dringt in de aarde door het precies het midden en blijft daar steken. Tijdens die val is de engel ver anderd in een afzichtelijke driekoppige duivel met waaiende vleermuisvlerken. Door de levenloze stof der aarde vaart een rilling. Zij vlucht als het ware voor het monster. Daardoor wordt het half rond waarop Satan neerviel, één grote zee. Op het andere ontstaan de conti nenten. Midden uit de zee rijst de Lou teringsberg op. Maar niet alleen op het aardoppervlak ontwijkt de stof het ge drocht; ook inwendig ontvlucht zij het. Daardoor ontstaat in het binnenste der aarde een kegelvormige ruimte, de hel De top van de Kegel is de zetel van Sa tan. Op de Louteringsberg rijst een boom op: de boom der Kennis van Goed en Kwaad. Wij zijn daar in het aardse paradijs. Zo kan men zeggen dat de plaats van handeling der Divina Comme- d i a niets meer, maar ook volstrekt niets minder is dan het heelal van de diepste afgrond der hel tot de oneindi ge ruimte ver buiten de hemelen en sterren. Dat de hel een deel vormt van de aarde, is een gedachte die wij ook bij andere schrijvers voor en na Dante vinden. Maar volkomen oorspronkelijk is hij als hij de hel en de louterings berg van elkaar scheidt ep de laatste tot een eigen realiteit maakt. In zijn conceptie daalt de verdoemde na zijn dood af in de hel waar hij zijn eeuwige straf ondergaat. De geredde beklimt moeizaam de louteringsberg en wordt na korter of langer vertoef op de hel lingen in een der hemelen opgenomen. Zijn verdienste beslist in welke. IN ENKELE WOORDEN gezegd verhaalt de Divina Commedia de reis die Dante maakt langs alle om gangen van de hel tot het afgrijselijke eindpunt: Satan zelf en vervolgens zijn beklimming van de louteringsberg en zijn opstijging door alle hemelen tot voor Gods aangezicht. Men kan deze gedachte op allerlei wijzen duiden: Dan te's tocht is het verhaal van zijn eigen bekering, maar ook een voorstelling van de wijze waarop de mensheid zich door boete te doen uit de staat der zon de kan verheffen tot het eeuwige heil, alsmede een schildering van de recht vaardige beloning en de rechtvaardige straf waaraan de mens onderworpen is, in zoverre hij, een schepsel met een vrije wil, goed handelt en zondigt. En tenslotte is de Divina Commedia een geschiedenis van de Kerk, van de strijd tussen pausdom en keizerschap in een reeks voorstellingen ontleend aan en dikwijls even duister als de Openba ring van Johannes. VAN DE DRIE GEDEELTEN welke het dichtwerk telt, is het eerste, de hel, het vermaardst geworden. De zonde is nu eenmaal gevarieerder dan de deugd, zij is romantischer, zij is menselijker. Aan de dichterlijke verbeeldingskracht biedt zij veel meer mogelijkheden. Het Het vermoedelijke geboortehuis van Dante in Florence. arsenaal der menselijke slechtheid is zo groot en de schakeringen zijn zo ve le, dat er geen einde aan schijnt te komen. Daartegenover kennen de ge lukzalige zielen, onafhankelijk van de plaats waar zij zich bevinden, allen het volmaakte geluk en het is te be grijpen dat geweldige tegenstellingen daar ontbreken. Ook om deze redenen zal hier verder in hoofdzaak van het eerste deel der trilogie sprake zijn. Dante dan verhaalt hoe hij in het VOOR DANTE hadden getallen een mystieke betekenis. Drie is voor hem een heilig getal, symbool der Drie-eenheid. Heiliger is natuurlijk het kwadraat van drie, negen. En het volmaakte getal is tien. Deze kabbalistiek bepaalt de gehele opzet der Divina Commedia. Het gedicht bestaat uit drie delen en is geschreven in drie voudige strofen. Elk der drie gebieden die Dante bereist, telt negen zones en elk der drie delen van het gedicht telt 33 Zangen. Dit zou dus een totaal van 99 opleveren. Maar Dante laat een algemene inleiding voorafgaan en zo ontstaat de formule 1 33 33 33 10'. Maar ook verder spelen deze getallen een rol. Beatrice treedt d r i e- maal op. De woorden waarmee zij zich de tweede maal kenbaar maakt, vormen het 73ste vers van de 30ste Zang van de Louteringsberg. Deze Zang telt 145 versregels. Let op dat 7 3 10, dat 1 4 +5 10 en dan 30 3 X 10. Het 73ste vers staat precies in het midden van de Zang: er gaan 72 versregels aan vooraf en er volgen 72 (7 2 9). Er is echter meer: De 30ste Zang van de Louteringsberg wordt voorafgegaan door 63 Zangen (34 van de Hel en 29 van de Louteringsberg) en gevolgd door 36 Zangen (3 van de Louteringsberg en 33 van het Paradijs). Deze getallen stemmen daarin overeen dat de som hunner cijfers 9 is. Het is dan ook zeker geen toeval als Dante schrijft dat Beatrice 9 jaar was en hij 10 toen zij elkaar voor het eerst ont moetten. En deze getallensymboliek vindt men overal in Dante's werk. jaar 1300, het pauselijk jubeljaar, in een donker woud is verdwaald. Drie wilde dieren over wier allegorische be tekenis de geleerden het oneens zijn, maar waarvan de hongerige wolvin waarschijnlijk de verdorven Kerk sym boliseert, versperren hem de weg, maar Beatrice zendt hem tot hulp en leids man de schim van de door Dante hoog vereerde Romeinse dichter Vergilius. Dante's portret door Giotto. Samen treden zij de hellepoort binnen, waarboven de befaamde woorden staan: „Gij die hier binnentreedt laat alle hoop varen". In de eerste omgang ont moeten zij de grote dichters uit de Oudheid en de Mohammedaanse we reld, die God niet zien en zich daar over bedroeven. In de volgende om gang worden zij die hebben toegegeven aan hun wellustige hartstochten, door een felle storm voortgejaagd. In de der de kring lijden de gulzigen honger, in de volgende zwoegen gierigaards en ver kwisters onder zware lasten. De toor- nigen, wadend door een moeras, vech ten met elkaar. Dan komen Dante en Vergilius in de eigenlijke „stad van Lucifer". Daar liggen de ketters in bran dende graven; daar is het woud der zelf moordenaars die, in bomen veranderd, worden gekweld door afschuwelijke harpijen die takken afbreken en daar van nesten bouwen waaruit het bloed druipt. In een woestijn liggen in een re gen van vlammen zij die tegen godde lijke wetten hebben gezondigd; zij die ambten hebben verkocht, zoals Nico laas III en Bonifacius VIII, staan hal verwege begraven en hun benen branden als fakkels. Eindelijk bereiken zij de bo dem van de put waarin de verraders in het ijs steken en waar de grootste aller verraders, Lucifer, de drie grootste men selijke verraders voortdurend verslindt. Deze drie zijn Judas, die Jezus ver ried enBrutus en Cassius, de moordenaars van Caesar. In de ogen van Dante waren zij zulke vreselijke zondaars omdat hun aanslag op Caesar de eenheid van Italië in de weg stond. Van Lucifer zelf zegt de dichter: „Met zes ogen weende hij en langs zijn drie kinnen druppelden de tranen en het bloederige speeksel. In iedere mond rad braakte hij met de tanden een zon daar zoals men vlas breekt". LANGS LUCIFERS BEHAARDE lijf dat met een ijskorst is bedekt, klimmen de reizigers op. Door de gang die de aartsengel in zijn val heeft gemaakt, komen zij weer aan de oppervlakte der aarde en aanschouwen het zonlicht aan de voet van de Louteringsberg. Opnieuw ontmoeten zij onder het bestijgen der hellingen vele zondaars: de gulzigen lijden ook hier honger, de wellustigen wandelen in vlammen, de trotsen sjou wen rotsblokken, de gierigaards zijn ge kluisterd aan de materie. Maar er zijn grote verschillen met de taferelen in de hel: hier zijn de straffen tijdelijk en zij nemen in zwaarte steeds meer af, terwijl ze in de hel toenamen. Eindelijk bereikt Dante het aardse paradijs. Daar moet Vergilius, die immers geen Christen was, hem verlaten. Maar op nieuw verschijnt hem Beatrice en door de kracht van haar blik wordt hij om hooggetrokken door de negen hemelen. Treffend is het antwoord dat de dichter krijgt op zijn vraag aan een schim in de laagste hemel of hij geen hogere plaats in een andere hemel zou bege ren. Glimlachend zegt de schim: Neen, want als wij begeerden hoger te zijn, zou immers onze wil in strijd zijn met de wil van Hem die ons hier heeft geplaats (en dat, wil hij zeggen, is onmogelijk). Zo stijgt Dante door alle hemelsfe ren, spreekt met velen en ziet tenslotte in de hemelroos aangekomen, in de ogen van Beatrice weerspiegeld, als een lichtend punt de Drie-eenheid, om ringd door de engelenreien. Hiermedl eindigt het gedicht. IN TAL VAN OPZICHTEN is de D i- vina Commedia een hoogst be- angrijk werk, de schrijver een intrige- -ende persoonlijkheid. Om met het laatste te beginnen: Dante is de schep per van het Italiaans, zoals Luther dat was van het Duits. Hij is een taalvirtu oos, een man die zich vrijheden ver oorloofde met de taal, waarvan wij staan te kijken en de schepper van tref fende, korte beelden op vrijwel elk ter rein van het leven. Hij is een meester der vrije kunsten en onbegrijpelijk groot is zijn kennis van de natuur in al haar geledingen, van de mens in al zijn gedragingen. Wanneer hij wil uitdruk ken dat een vraagstuk de moeite waard is er diep in door te dringen, schept hij voor dit begrip het werkwoord „door vlezen"; wanneer hij poogt de Drie eenheid te verklaren, vergelijkt hij zich met de meetkunstenaar die zich afmat om de kwadratuur van de cirkel te meten; Italië noemt hij een ongebrei deld paard en van twee door de stroom meegevoerde gelieven die hem nade ren, zegt hij dat ze neerdalen als dui ven die, door verlangen gedreven, met hoge en gestrekte vleugel komen naar het zoete nest. En wanneer hij zich bevindt te midden van de nijdigaards wier oogleden zijn dichtgenaaid, zegt hij: Ik had het gevoel onrecht te doen door te kijken naar iemand die mij niet kon zien. Kortom, èn door zijn taal èn door de visionaire kracht der beschrijvingen en door de geweldige conceptie is de DiVina Commedia een der groot ste scheppingen van de menselijke geest. „Dante lezen", zegt een Italiaans geleerde, „is een plicht; hem herlezen een noodzakelijkheid". Slechts door hem steeds weer te bestuderen kan men het doel benaderen dat de dichter zich stel de: de mensheid uit de staat van ellen de te brengen tot de staat van geluk. Dr P. H. Schröder HÜI ^V. V-; R IS EEN aardige anekdote bewaard gebleven over de historie van de postzegel. Een zekere Walker had eens woorden met zijn vrouw, die juist met handwerk bezig was. Terwijl over en weer boze woorden vielen prikte de vrouw met haar borduurnaald in een patroon een lange'rij gaatjes. Plotseling scheurde zij het patroon stuk precies langs de rij gaatjes. Walker vergat de ruzie °P slag en kreeg zijn idee: zó moest men dus doen om postzegels zuiver van elkaar te kunnen scheuren op regelmatige wijze. De perforatie was geboren! Tegenwoordig is die perforatie vanzelfsprekend, en niet alleen bij postzegels. De eerste postzegels waren nog niet geperforeerd en moesten met een schaar van het vel worden geknipt. Ilad de postmeester of loketbeambte het niet druk dan knipte hij de zegels netjes uit, zonder het beeld te beschadigen en drukte hij het stempel duidelijk keurig in het midden. Dan schiep hij een voorbeeldig museumexemplaar dat tegenwoordig heel wat geld waard is. Had hij een slechte bui, dan hakte hij er maar wat op los, tot verdriet van de huidige eigenaars van die zeldzame stukken. OVERIGENS behoeft een postzegel niet oud en niet gestempeld te zijn om waardevol te zijn. Er zijn verzame laars die bij voorkeur ongestempelde zegels sparen van eerste uitgaven. Op dit gebied zijn er zelfs zeer recente voorbeelden. De eerste Duitse postze gels uit 1949 en 1950 worden tegen fan- tasieprijzen verhandeld. Voor een zegel tje van de Bundespost van twintig pfen nig uit dat laatste jaar wordt 4280 mark betaald, een koersstijging van... 21400 percent! Geen enkel industrie-aandeel kan op zon koersstijging bogen. Met zulke voorbeelden voor ogen zijn er al tijd mensen die hun geld in postzegels beleggen, in de verwachting over tien of twintig jaar de zaak van hun leven te kunnen doen. Daarin slaagt maar een enkeling en men moet wel over goede vakkennis beschikken om een zaak van belang te kunnen doen. Des tijds werden in Rusland alle postzegels uit de tsarentijd vernietigd. In Fin land, dat deel van het Russische rijk had uitgemaakt, bevonden zich nog Rus sische postzegels die in 1924 in veiling werden gebracht. De vorig jaar over leden Hamburgse postzegelhandelaar Mohrmann kocht veertigduizend van die zegels tegen een gemiddelde prijs van tien pfennig. Tegenwoordig doen die ze gels van dertig tot veertig gulden per stuk TENTIJDE van de jodenvervolging in Duitsland werden vele joodse collecties (vaak ook aangelegd om geld te beleg gen) gestolen door de bruinhemden van de FA. Het meeste hiervan werd later onbeschadigd teruggevonden omdat geen behoorlijke postzegelhandelaar in het Derde Rijk zijn vingers wilde bran den aan deze verzamelingen. Tegen het einde van de oorlog werden in Duits- Ein Volk Ein Reich Ein Führer 10 april 1938 land veel postzegels verzameld; de waarden stegen tot onwaarschijnlijke hoogten. Aan de andere kant werden ook veel zegels met afbeeldingen van Hitier vernietigd. Ten tijde van de be zetting waren vooral de Amerikanen ac tief op postzegelgebied. Zij hadden spe ciale speurcommando's van min of meer deskundige filatelisten die bij ge arresteerde partijgangers en andere verdachten huiszoeking deden en het oog hadden op postzegels van waarde De waarde van zegels met Hitler-af- beeldingen steeg zoveel te meer, omdat grote hoeveelheden van deze zegels op V last van de autoriteiten werden vernie tigd. Er bleef altijd nog wel iets achter in handen van militairen die souvenirs spaarden. Merkwaardig genoeg steeg de ene zegel meer in waarde dan de an dere. De drie postzegels van de Nürburg Ring uit het jaar 1939 met de racewagens hebben in totaal een frankeerwaarde van vijfenzestig pfennig. Tegenwoordig zijn die drie zegels zeker twintig gul den waard. In de jaren vóór de Duitse geldzuivering waren postzegels een ge liefd object. Bepaalde postzegels be reikten fantasiewaarden. Een Hitlerver- jaardagspostzegel uit 1940 deed wel veertig mark (tegenwoordig nog maar twee mark waard). Ten tijde van het Eichmannproces werden hier en daar goede zaken gedaan met postpakket- kaarten en postzegels die destijds wa ren gebruikt om de asurnen van in concentratiekampen omgekomen men sen terug te zenden. Natuurlijk kan men nog altijd reke nen op belangrijke vondsten. De laatste jaren is Australië een waar paradijs voor filatelisten, waar heel wat gevon den is dat alleszins de moeite van een reis waard was. Een pronkstuk dat vo rig jaar uit Australië naar Europa kwam was een zogenaamd ossenoog, de eerste Braziliaanse postzegel, die deze naam draagt. Merkwaardig genoeg vond men er ook een rode drie pfennig- zegel uit Saksen, in 1850 te Leipzig af gestempeld. Deze postzegel bracht op een veiling meer dan twintigduizend gulden op. Een Amerikaanse verzame laar werd de gelukkige eigenaar. VELE VERZAMELAARS hebben een abonnement bij een postzegelhandelaar of een filatellistische dienst van P.T.T.; ze betalen bij voorbeeld vijftig gulden per jaar en krijgen daarvoor regelma tig een assortiment nieuw uitgekomen zegels thuisgestuurd. De postzegelhan- del is blij met zulke vaste afnemers en de verzamelaar bouwt in een jaai of twintig een degelijke collectie op. De waarde van Duitse postzegels is zet verschillend. Zegels uit de jaren 1949 tol 1953 zijn vrij veel waard, zegels uit he: Derde Rijk veel minder. De oorzaak daarvan is gelegen in het feit, dat de Duitse regering destijds zelf heel wat van die series in het buitenland ver kocht om aan deviezen te komen. Het aanbod is nog aUijd zo groot dat van een werkelijke waardevermeerdering nauwelijks sprake is, al zijn de zegeli twintig tot dertig jaar oud. Postzegel handelaren geven zich de grootste moei te om waarden te scheppen. Twee jaar geleden werd in Belinzona een postraket gelanceerd met een la ding brieven. Er was een speciale post zegel voor gemaakt en de Zwitserse pos terijen leverden een bijzonder stempel voor de vlucht van vijftien kilometer. Postzegelhandelaren kochten de meeste zegels op en plakten ze ijverig op brief omslagen. Een van hen plakte in drie dagen tijd twintigduizend postzegels met zijn tong omdat bij het plakken met spons en water de postzegels te nat worden en gaan krinkelen. Natuurlijk maken de postzegelhande laren ook gebruik van een bepaalde rage. Een daarvan was Europa. Onder het motto „Europa in de tijd van de samenwerking" organiseerden postze gelhandelaren een actie. In 1956 beslo ten de ministers van zes Europese lan den op postzegelgebied iets te gaan doen. Die postzegel moest de Europese samenwerking demonstreren. Elk najaar kwamen er in die zes landen postzegels met het Europasymbool uit; zestien an dere Europese landen doen er nu aan mee. Zelfs de eigenaars van de Kanaal eilanden Herm, Lundy en Jethou kwa men met „Europazegels". Lichtenstein liet zijn Europazegels niet verschijnen in een oplage tien tot twintig miljoen zoals de zes Europese landen, maar in een oplaag van tweehonderdduizend stuks. Daarmee was die zegel al meteen een zeldzaamheid. De waarde van de Liechtensteinse Europazege] van een halve Zwitserse frank bedraagt nu al vijftig gulden. Portugal en IJsland vorm den verdere „Europese" postzegellanden. De Turkse Europazegel verscheen in een oplage van zeshonderdduizend, maar de handelaren en liefhebbers die naar Ankara waren gekomen om die ze gel te kopen, waren teleurgesteld. Er waren nog maar een paar duizend zul ke zegels te koop; de rest was al bij voorbaat per post door de hele wereld verkocht. (Volgende aflevering: Schandaal in San Marino)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1965 | | pagina 25