ZEVEN EEUWEN DANTE
1
ïifll W sP«il
DANTE EN DE KABBALA
mm
m m
f v !<m
Doorschouwer van het levenslicht
a
de Divina Commedia
25
Het Heelal
BHHHpHH
WA
WOENSDAG 19 MEI 1965
VOLGENS
Os*
Wm^\
i
>a m
EMPYREUM
IX KRISTALLIJNEN
vnTsfËRRËflïïlTÏEZ
•o
*'o~v
(gtp^Ssj-
hFWEL
i^jy^OEZOH
ïtW'.(7).*«cS
AARDS ~t:J PARADIJS'-
LOUTERINGSBERG
r"~'
BOCCACCIO, aan wie wij de eerste levensbeschrijving
van Dante te danken hebben, leidt de naam van de dichter
af van het Latijnse werkwoord dare: geven. Dante is
voor hém „de gevende". Een andere etymologie brengt de
naam Dante in verband met d u r a r e: dulden. Hoe vol
komen uit de lucht gegrepen deze etymologieën ook zijn,
zij passen wonderwel bij de grootste der Middeleeuwse
dichters die in zijn C o m m e di a de mensheid een on
vergankelijk kunstwerk heeft „gegeven" en die in zijn leven
veel leed heeft moeten „verduren". Door partijtwisten uit
zijn geboortestad Florence verjaagd heeft hij lange jaren
moeten rondzwerven en tenslotte is hij in ballingschap
gestorven. Dat was in 1321 en de dichter, die in 1265, dus
nu 700 jaar geleden, was geboren, was toen 56 jaar oud. In
Ravenna is hij ter aarde besteld. Wel hebben de Floren-
tijnen telkens het stoffelijk overschot opgeëist, maar steeds
hebben die van Ravenna geantwoord: G ij hebt de
levende niet willen behouden, wij
zullen de dode niet afstaan.
:i -
fk
"ik
V
DANTE LEEFDE in turbulente tijden, waarin partijtwisten in de vele
Italiaanse stad-staatjes tot bloedige botsingen en oorlogen leidden, waarin
pausen met alle middelen naar wereldlijke macht streefden en het gehele schier
eiland een droevige aanblik van strijd en verdeeldheid bood. Dante meende
dat de eenheid van Italië, eens voorbereid door Julius Caesar, slechts met
buitenlandse hulp kon worden hersteld. In zijn ogen was de romantische, idea
listische en vrome Luxemburger Hendrik VII, in 1309 te Aken tot koning van
het Duitse rijk gekozen en daarna naar Italië getrokken om in Rome tot keizer
te worden gekroond, de redder van het verdeelde vaderland. Maar de jonge
keizer overleed reeds in 1313 en zijn dood vernietigde Dante's hooggestemde
verwachtingen. Pausen als Nicolaas III en Bonifacius VIII onteerden naar zijn
en veler mening de kerk door hun hebzucht die zelfs niet voor moord terug
deinsde. In hen zag Dante de grootste vijanden van Italië en wij zullen hen
dan ook diep in de hel terugvinden.
DAAR ZIET de dichter op een be
paald ogenblik iemand die met het
hoofd naar beneden tot het middel is
begraven en wiens benen als toortsen
branden. Als Dante deze schim naar
zijn naam vraagt, blijkt het Nicolaas
III te zijn, die uitroept: „Ben je daar
al, Bonifacius? Ik had je nog niet ver
wacht; ben je nu al bezadigd van je
bezit waarvoor je de Kerk hebt mis
bruikt?" Men bedenke bij het lezen
van deze passage dat Dante zijn ge
dicht dateert in 1300 en dat Bonifacius
VIII toen nog leefde en Paus was. En
zoals het met deze pausen ging, ging
het met velen: zij werden door Dante
met name genoemd en hun plaats in
de Hel werd door hem bepaald. Er
zijn geslachten in Italië geweest die
daaronder eeuwen hebben geleden!
WIE OVER DANTE SPREEKT,
denkt aan Beatrice. Beider namen ho
ren bijeen zoals Tristan hoort bij Isol
de, Abélard bij Héloise, Petrarca bij
Laura en onze Jacques Perk bij Mathil-
de. Dante was tien, Beatrice negen,
toen zij elkaar voor het eerst ontmoet
ten. Nadien zagen zij elkaar nog enige
malen en eenmaal wisselden zij enkele
woorden. Beatrice huwde en stierf kin
derloos toen zij 26 was. Voor de dich
ter is zij het smbool van al wat edel
is; zij is de koningin aller deugden. Zo
verschijnt zij ook in de Commedia
het dichtstuk dat het bewonderende na
geslacht Divina Commedia, God
delijke Komedie, heeft genoemd.
(Met het woord Komedie duidde Dante
aan dat zijn werk een blij einde heeft).
Wie zich een voorstelling wil maken
van Dante's grootse visioen dat de
vorm heeft van een reis, moet trachten
zich het heelal te verbeelden zoals de
Middeleeuwer Dante zich dat dacht.
De aarde is voor hem van dat heelal
negen concentrische bollen, elk ge
noemd naar een hemellichaam, ontast
baar en doorzichtig. Dit geheel zweeft
in de oneindige, onbeweeglijke ruimte,
het empyreum. In het empyreum
troont God, omringd door negen om
Hem cirkelende engelenreien boven een
onmetelijk amfitheater, de hemelroos
waarin de zielen der uitverkorenen zich
bevinden, opziende naar God.
UIT VONDELS DRAMA LUCIFER
kennen wij de tragedie die zich in de
hemel afspeelt: de aartsengel Lucifer
komt in opstand tegen God en wordt uit
de hemel gestoten. Hij valt dóór de he
melroos en de negen hemelsferen op de
aarde, ja, hij dringt in de aarde door
het precies het midden en blijft daar
steken. Tijdens die val is de engel ver
anderd in een afzichtelijke driekoppige
duivel met waaiende vleermuisvlerken.
Door de levenloze stof der aarde vaart
een rilling. Zij vlucht als het ware voor
het monster. Daardoor wordt het half
rond waarop Satan neerviel, één grote
zee. Op het andere ontstaan de conti
nenten. Midden uit de zee rijst de Lou
teringsberg op. Maar niet alleen op het
aardoppervlak ontwijkt de stof het ge
drocht; ook inwendig ontvlucht zij het.
Daardoor ontstaat in het binnenste der
aarde een kegelvormige ruimte, de hel
De top van de Kegel is de zetel van Sa
tan. Op de Louteringsberg rijst een
boom op: de boom der Kennis van
Goed en Kwaad. Wij zijn daar in het
aardse paradijs.
Zo kan men zeggen dat de plaats van
handeling der Divina Comme-
d i a niets meer, maar ook volstrekt
niets minder is dan het heelal van de
diepste afgrond der hel tot de oneindi
ge ruimte ver buiten de hemelen en
sterren. Dat de hel een deel vormt van
de aarde, is een gedachte die wij ook
bij andere schrijvers voor en na Dante
vinden. Maar volkomen oorspronkelijk
is hij als hij de hel en de louterings
berg van elkaar scheidt ep de laatste
tot een eigen realiteit maakt. In zijn
conceptie daalt de verdoemde na zijn
dood af in de hel waar hij zijn eeuwige
straf ondergaat. De geredde beklimt
moeizaam de louteringsberg en wordt
na korter of langer vertoef op de hel
lingen in een der hemelen opgenomen.
Zijn verdienste beslist in welke.
IN ENKELE WOORDEN gezegd
verhaalt de Divina Commedia
de reis die Dante maakt langs alle om
gangen van de hel tot het afgrijselijke
eindpunt: Satan zelf en vervolgens zijn
beklimming van de louteringsberg en
zijn opstijging door alle hemelen tot
voor Gods aangezicht. Men kan deze
gedachte op allerlei wijzen duiden: Dan
te's tocht is het verhaal van zijn eigen
bekering, maar ook een voorstelling
van de wijze waarop de mensheid zich
door boete te doen uit de staat der zon
de kan verheffen tot het eeuwige heil,
alsmede een schildering van de recht
vaardige beloning en de rechtvaardige
straf waaraan de mens onderworpen
is, in zoverre hij, een schepsel met een
vrije wil, goed handelt en zondigt. En
tenslotte is de Divina Commedia een
geschiedenis van de Kerk, van de
strijd tussen pausdom en keizerschap
in een reeks voorstellingen ontleend aan
en dikwijls even duister als de Openba
ring van Johannes.
VAN DE DRIE GEDEELTEN welke
het dichtwerk telt, is het eerste, de hel,
het vermaardst geworden. De zonde is
nu eenmaal gevarieerder dan de deugd,
zij is romantischer, zij is menselijker.
Aan de dichterlijke verbeeldingskracht
biedt zij veel meer mogelijkheden. Het
Het vermoedelijke geboortehuis van
Dante in Florence.
arsenaal der menselijke slechtheid is
zo groot en de schakeringen zijn zo ve
le, dat er geen einde aan schijnt te
komen. Daartegenover kennen de ge
lukzalige zielen, onafhankelijk van de
plaats waar zij zich bevinden, allen
het volmaakte geluk en het is te be
grijpen dat geweldige tegenstellingen
daar ontbreken. Ook om deze redenen
zal hier verder in hoofdzaak van het
eerste deel der trilogie sprake zijn.
Dante dan verhaalt hoe hij in het
VOOR DANTE hadden getallen een mystieke betekenis. Drie is voor hem
een heilig getal, symbool der Drie-eenheid. Heiliger is natuurlijk het kwadraat
van drie, negen. En het volmaakte getal is tien. Deze kabbalistiek bepaalt de
gehele opzet der Divina Commedia. Het gedicht bestaat uit drie delen en
is geschreven in drie voudige strofen. Elk der drie gebieden die Dante
bereist, telt negen zones en elk der drie delen van het gedicht telt
33 Zangen. Dit zou dus een totaal van 99 opleveren. Maar Dante laat een
algemene inleiding voorafgaan en zo ontstaat de formule 1 33 33
33 10'. Maar ook verder spelen deze getallen een rol. Beatrice treedt d r i e-
maal op. De woorden waarmee zij zich de tweede maal kenbaar maakt,
vormen het 73ste vers van de 30ste Zang van de Louteringsberg. Deze Zang
telt 145 versregels. Let op dat 7 3 10, dat 1 4 +5 10 en dan 30
3 X 10. Het 73ste vers staat precies in het midden van de Zang: er gaan
72 versregels aan vooraf en er volgen 72 (7 2 9). Er is echter meer: De
30ste Zang van de Louteringsberg wordt voorafgegaan door 63 Zangen (34 van
de Hel en 29 van de Louteringsberg) en gevolgd door 36 Zangen (3 van de
Louteringsberg en 33 van het Paradijs). Deze getallen stemmen daarin overeen
dat de som hunner cijfers 9 is. Het is dan ook zeker geen toeval als Dante
schrijft dat Beatrice 9 jaar was en hij 10 toen zij elkaar voor het eerst ont
moetten. En deze getallensymboliek vindt men overal in Dante's werk.
jaar 1300, het pauselijk jubeljaar, in
een donker woud is verdwaald. Drie
wilde dieren over wier allegorische be
tekenis de geleerden het oneens zijn,
maar waarvan de hongerige wolvin
waarschijnlijk de verdorven Kerk sym
boliseert, versperren hem de weg, maar
Beatrice zendt hem tot hulp en leids
man de schim van de door Dante hoog
vereerde Romeinse dichter Vergilius.
Dante's portret door Giotto.
Samen treden zij de hellepoort binnen,
waarboven de befaamde woorden staan:
„Gij die hier binnentreedt laat alle
hoop varen". In de eerste omgang ont
moeten zij de grote dichters uit de
Oudheid en de Mohammedaanse we
reld, die God niet zien en zich daar
over bedroeven. In de volgende om
gang worden zij die hebben toegegeven
aan hun wellustige hartstochten, door
een felle storm voortgejaagd. In de der
de kring lijden de gulzigen honger, in
de volgende zwoegen gierigaards en ver
kwisters onder zware lasten. De toor-
nigen, wadend door een moeras, vech
ten met elkaar. Dan komen Dante en
Vergilius in de eigenlijke „stad van
Lucifer". Daar liggen de ketters in bran
dende graven; daar is het woud der zelf
moordenaars die, in bomen veranderd,
worden gekweld door afschuwelijke
harpijen die takken afbreken en daar
van nesten bouwen waaruit het bloed
druipt. In een woestijn liggen in een re
gen van vlammen zij die tegen godde
lijke wetten hebben gezondigd; zij die
ambten hebben verkocht, zoals Nico
laas III en Bonifacius VIII, staan hal
verwege begraven en hun benen branden
als fakkels. Eindelijk bereiken zij de bo
dem van de put waarin de verraders in
het ijs steken en waar de grootste aller
verraders, Lucifer, de drie grootste men
selijke verraders voortdurend verslindt.
Deze drie zijn Judas, die Jezus ver
ried enBrutus en Cassius, de
moordenaars van Caesar. In de ogen
van Dante waren zij zulke vreselijke
zondaars omdat hun aanslag op Caesar
de eenheid van Italië in de weg stond.
Van Lucifer zelf zegt de dichter: „Met
zes ogen weende hij en langs zijn drie
kinnen druppelden de tranen en het
bloederige speeksel. In iedere mond rad
braakte hij met de tanden een zon
daar zoals men vlas breekt".
LANGS LUCIFERS BEHAARDE lijf
dat met een ijskorst is bedekt, klimmen
de reizigers op. Door de gang die de
aartsengel in zijn val heeft gemaakt,
komen zij weer aan de oppervlakte der
aarde en aanschouwen het zonlicht aan
de voet van de Louteringsberg. Opnieuw
ontmoeten zij onder het bestijgen der
hellingen vele zondaars: de gulzigen
lijden ook hier honger, de wellustigen
wandelen in vlammen, de trotsen sjou
wen rotsblokken, de gierigaards zijn ge
kluisterd aan de materie. Maar er zijn
grote verschillen met de taferelen in de
hel: hier zijn de straffen tijdelijk en
zij nemen in zwaarte steeds meer af,
terwijl ze in de hel toenamen. Eindelijk
bereikt Dante het aardse paradijs.
Daar moet Vergilius, die immers geen
Christen was, hem verlaten. Maar op
nieuw verschijnt hem Beatrice en door
de kracht van haar blik wordt hij om
hooggetrokken door de negen hemelen.
Treffend is het antwoord dat de dichter
krijgt op zijn vraag aan een schim in
de laagste hemel of hij geen hogere
plaats in een andere hemel zou bege
ren. Glimlachend zegt de schim: Neen,
want als wij begeerden hoger te zijn, zou
immers onze wil in strijd zijn met de
wil van Hem die ons hier heeft geplaats
(en dat, wil hij zeggen, is onmogelijk).
Zo stijgt Dante door alle hemelsfe
ren, spreekt met velen en ziet tenslotte
in de hemelroos aangekomen, in de
ogen van Beatrice weerspiegeld, als
een lichtend punt de Drie-eenheid, om
ringd door de engelenreien. Hiermedl
eindigt het gedicht.
IN TAL VAN OPZICHTEN is de D i-
vina Commedia een hoogst be-
angrijk werk, de schrijver een intrige-
-ende persoonlijkheid. Om met het
laatste te beginnen: Dante is de schep
per van het Italiaans, zoals Luther dat
was van het Duits. Hij is een taalvirtu
oos, een man die zich vrijheden ver
oorloofde met de taal, waarvan wij
staan te kijken en de schepper van tref
fende, korte beelden op vrijwel elk ter
rein van het leven. Hij is een meester
der vrije kunsten en onbegrijpelijk
groot is zijn kennis van de natuur in al
haar geledingen, van de mens in al zijn
gedragingen. Wanneer hij wil uitdruk
ken dat een vraagstuk de moeite waard
is er diep in door te dringen, schept hij
voor dit begrip het werkwoord „door
vlezen"; wanneer hij poogt de Drie
eenheid te verklaren, vergelijkt hij zich
met de meetkunstenaar die zich afmat
om de kwadratuur van de cirkel te
meten; Italië noemt hij een ongebrei
deld paard en van twee door de stroom
meegevoerde gelieven die hem nade
ren, zegt hij dat ze neerdalen als dui
ven die, door verlangen gedreven, met
hoge en gestrekte vleugel komen naar
het zoete nest. En wanneer hij zich
bevindt te midden van de nijdigaards
wier oogleden zijn dichtgenaaid, zegt
hij: Ik had het gevoel onrecht te doen
door te kijken naar iemand die mij
niet kon zien.
Kortom, èn door zijn taal èn door de
visionaire kracht der beschrijvingen en
door de geweldige conceptie is de
DiVina Commedia een der groot
ste scheppingen van de menselijke
geest. „Dante lezen", zegt een Italiaans
geleerde, „is een plicht; hem herlezen
een noodzakelijkheid". Slechts door hem
steeds weer te bestuderen kan men het
doel benaderen dat de dichter zich stel
de: de mensheid uit de staat van ellen
de te brengen tot de staat van geluk.
Dr P. H. Schröder
HÜI
^V. V-;
R IS EEN aardige anekdote bewaard gebleven over de historie van de
postzegel. Een zekere Walker had eens woorden met zijn vrouw, die juist
met handwerk bezig was. Terwijl over en weer boze woorden vielen prikte de
vrouw met haar borduurnaald in een patroon een lange'rij gaatjes. Plotseling
scheurde zij het patroon stuk precies langs de rij gaatjes. Walker vergat de ruzie
°P slag en kreeg zijn idee: zó moest men dus doen om postzegels zuiver van
elkaar te kunnen scheuren op regelmatige wijze. De perforatie was geboren!
Tegenwoordig is die perforatie vanzelfsprekend, en niet alleen bij postzegels.
De eerste postzegels waren nog niet geperforeerd en moesten met een schaar
van het vel worden geknipt. Ilad de postmeester of loketbeambte het niet druk
dan knipte hij de zegels netjes uit, zonder het beeld te beschadigen en drukte
hij het stempel duidelijk keurig in het midden. Dan schiep hij een voorbeeldig
museumexemplaar dat tegenwoordig heel wat geld waard is. Had hij een
slechte bui, dan hakte hij er maar wat op los, tot verdriet van de huidige
eigenaars van die zeldzame stukken.
OVERIGENS behoeft een postzegel
niet oud en niet gestempeld te zijn om
waardevol te zijn. Er zijn verzame
laars die bij voorkeur ongestempelde
zegels sparen van eerste uitgaven. Op
dit gebied zijn er zelfs zeer recente
voorbeelden. De eerste Duitse postze
gels uit 1949 en 1950 worden tegen fan-
tasieprijzen verhandeld. Voor een zegel
tje van de Bundespost van twintig pfen
nig uit dat laatste jaar wordt 4280 mark
betaald, een koersstijging van... 21400
percent! Geen enkel industrie-aandeel
kan op zon koersstijging bogen. Met
zulke voorbeelden voor ogen zijn er al
tijd mensen die hun geld in postzegels
beleggen, in de verwachting over tien
of twintig jaar de zaak van hun leven
te kunnen doen. Daarin slaagt maar
een enkeling en men moet wel over
goede vakkennis beschikken om een
zaak van belang te kunnen doen. Des
tijds werden in Rusland alle postzegels
uit de tsarentijd vernietigd. In Fin
land, dat deel van het Russische rijk
had uitgemaakt, bevonden zich nog Rus
sische postzegels die in 1924 in veiling
werden gebracht. De vorig jaar over
leden Hamburgse postzegelhandelaar
Mohrmann kocht veertigduizend van die
zegels tegen een gemiddelde prijs van
tien pfennig. Tegenwoordig doen die ze
gels van dertig tot veertig gulden per
stuk
TENTIJDE van de jodenvervolging in
Duitsland werden vele joodse collecties
(vaak ook aangelegd om geld te beleg
gen) gestolen door de bruinhemden van
de FA. Het meeste hiervan werd later
onbeschadigd teruggevonden omdat
geen behoorlijke postzegelhandelaar in
het Derde Rijk zijn vingers wilde bran
den aan deze verzamelingen. Tegen het
einde van de oorlog werden in Duits-
Ein Volk
Ein Reich
Ein Führer
10 april 1938
land veel postzegels verzameld; de
waarden stegen tot onwaarschijnlijke
hoogten. Aan de andere kant werden
ook veel zegels met afbeeldingen van
Hitier vernietigd. Ten tijde van de be
zetting waren vooral de Amerikanen ac
tief op postzegelgebied. Zij hadden spe
ciale speurcommando's van min of
meer deskundige filatelisten die bij ge
arresteerde partijgangers en andere
verdachten huiszoeking deden en het
oog hadden op postzegels van waarde
De waarde van zegels met Hitler-af-
beeldingen steeg zoveel te meer, omdat
grote hoeveelheden van deze zegels op
V
last van de autoriteiten werden vernie
tigd. Er bleef altijd nog wel iets achter
in handen van militairen die souvenirs
spaarden. Merkwaardig genoeg steeg de
ene zegel meer in waarde dan de an
dere.
De drie postzegels van de Nürburg Ring
uit het jaar 1939 met de racewagens
hebben in totaal een frankeerwaarde
van vijfenzestig pfennig. Tegenwoordig
zijn die drie zegels zeker twintig gul
den waard. In de jaren vóór de Duitse
geldzuivering waren postzegels een ge
liefd object. Bepaalde postzegels be
reikten fantasiewaarden. Een Hitlerver-
jaardagspostzegel uit 1940 deed wel
veertig mark (tegenwoordig nog maar
twee mark waard). Ten tijde van het
Eichmannproces werden hier en daar
goede zaken gedaan met postpakket-
kaarten en postzegels die destijds wa
ren gebruikt om de asurnen van in
concentratiekampen omgekomen men
sen terug te zenden.
Natuurlijk kan men nog altijd reke
nen op belangrijke vondsten. De laatste
jaren is Australië een waar paradijs
voor filatelisten, waar heel wat gevon
den is dat alleszins de moeite van een
reis waard was. Een pronkstuk dat vo
rig jaar uit Australië naar Europa
kwam was een zogenaamd ossenoog, de
eerste Braziliaanse postzegel, die deze
naam draagt. Merkwaardig genoeg
vond men er ook een rode drie pfennig-
zegel uit Saksen, in 1850 te Leipzig af
gestempeld. Deze postzegel bracht op
een veiling meer dan twintigduizend
gulden op. Een Amerikaanse verzame
laar werd de gelukkige eigenaar.
VELE VERZAMELAARS hebben een
abonnement bij een postzegelhandelaar
of een filatellistische dienst van P.T.T.;
ze betalen bij voorbeeld vijftig gulden
per jaar en krijgen daarvoor regelma
tig een assortiment nieuw uitgekomen
zegels thuisgestuurd. De postzegelhan-
del is blij met zulke vaste afnemers
en de verzamelaar bouwt in een jaai
of twintig een degelijke collectie op.
De waarde van Duitse postzegels is zet
verschillend. Zegels uit de jaren 1949 tol
1953 zijn vrij veel waard, zegels uit he:
Derde Rijk veel minder. De oorzaak
daarvan is gelegen in het feit, dat de
Duitse regering destijds zelf heel wat
van die series in het buitenland ver
kocht om aan deviezen te komen. Het
aanbod is nog aUijd zo groot dat van
een werkelijke waardevermeerdering
nauwelijks sprake is, al zijn de zegeli
twintig tot dertig jaar oud. Postzegel
handelaren geven zich de grootste moei
te om waarden te scheppen.
Twee jaar geleden werd in Belinzona
een postraket gelanceerd met een la
ding brieven. Er was een speciale post
zegel voor gemaakt en de Zwitserse pos
terijen leverden een bijzonder stempel
voor de vlucht van vijftien kilometer.
Postzegelhandelaren kochten de meeste
zegels op en plakten ze ijverig op brief
omslagen. Een van hen plakte in drie
dagen tijd twintigduizend postzegels met
zijn tong omdat bij het plakken met
spons en water de postzegels te nat
worden en gaan krinkelen.
Natuurlijk maken de postzegelhande
laren ook gebruik van een bepaalde
rage. Een daarvan was Europa. Onder
het motto „Europa in de tijd van de
samenwerking" organiseerden postze
gelhandelaren een actie. In 1956 beslo
ten de ministers van zes Europese lan
den op postzegelgebied iets te gaan
doen. Die postzegel moest de Europese
samenwerking demonstreren. Elk najaar
kwamen er in die zes landen postzegels
met het Europasymbool uit; zestien an
dere Europese landen doen er nu aan
mee.
Zelfs de eigenaars van de Kanaal
eilanden Herm, Lundy en Jethou kwa
men met „Europazegels". Lichtenstein
liet zijn Europazegels niet verschijnen
in een oplage tien tot twintig miljoen
zoals de zes Europese landen, maar in
een oplaag van tweehonderdduizend
stuks. Daarmee was die zegel al meteen
een zeldzaamheid. De waarde van de
Liechtensteinse Europazege] van een
halve Zwitserse frank bedraagt nu al
vijftig gulden. Portugal en IJsland vorm
den verdere „Europese" postzegellanden.
De Turkse Europazegel verscheen in
een oplage van zeshonderdduizend,
maar de handelaren en liefhebbers die
naar Ankara waren gekomen om die ze
gel te kopen, waren teleurgesteld. Er
waren nog maar een paar duizend zul
ke zegels te koop; de rest was al bij
voorbaat per post door de hele wereld
verkocht.
(Volgende aflevering: Schandaal in San
Marino)