WAAROM
VERSTOOK
IK ZOVEEL
J. v. KOOTEN
VELO
Kapitein, beneveld na halve
fles chianti, beging blunder
Iets van u bij?
A. R. de Boer
Stranding bij
goed weer
Niet opvolgen van
vaste order werd
stuurman noodlottig
Kapitein „Betty Anne S"
5 maanden geschorst
Brit voer te snel
en deed Belgische
sleepboot zinken
Kapitein en stuurman
gestraft na stranding
in Finse Golf
Bij navigatie in
scheepvaart geen
gebruik van alcohol
Schipper van KW 194
negeerde Schepen
besluit en -wet
UIT
THUIS
Bridgen voor het „Open graven" worden gedicht
Roode Kruis
„Dag, koning!"
Op bezoek bij prins Bernhard
VRIJDAG 21 MEI 1965
en tóch
De V.V.V. vergadert
Interessante enquette van „Felison"
Pottebakker bij „Felison"
wrrr
De raad verklaart kapitein W. G. W.
van de „Mare Altum" schuldig aan de
stranding van zijn schip en straft hem
door hem de bevoegdheid om als kapitein
te varen op zeeschepen te ontnemen voor
de tijd van zes maanden.
Deze stranding had plaats op 3 novem
ber 1964, tijdens de reis van Antwerpen
naar Livorno bij de zuidelijke havendijk
van Livorno.
Deze stranding bij daglicht, goed weer,
helder zicht en kalme zee kan niet anders
dan als een blunder worden beschouwd.
De kapitein van de „Mare Altum" had
reeds vele jaren als stuurman en als ka
pitein gevaren. Tot nu toe had hij geen
ongelukken gehad. Er is dan ook geen re
den om aan te nemen, dat hij onvoldoen
de kundig was of te weinig ervaring had
om zijn schip onder de heersende omstan
digheden veilig in de haven te brengen.
De enige verklaring voor deze stranding
is, dat het helder inzicht van de kapitein
was beneveld door gebruik van alcohol
houdende drank. De kapitein heeft ver
klaard. dat hij die morgen een halve fles
chianti had gedronken en dat hij meende
volkomen in staat te zijn tot nauwkeurig
Advertentie
Een belangrijke vraag, vooral
als het koud gaat worden: Waar
om verstook ik zoveel Heb ik
wel de goede kolen en de goe
de haard Heb ik wel de juiste
oliehaard voor mijn kamer Stel
ik de brander wel goed af
Geef ik te veel lucht Allemaal
vragen en nog zoveel meer, die
BELANGRIJK zijn.
Als ik het juiste antwoord niet
weet, kan het me geld kosten.,
want dat kan een hele winter
duren. Daarom ga ik vandaag
nog naar de VAKMAN.
Pres. Krugerstr. 65-90 - Tel. 5433
IJMUIDEN
De Raad voor de Scheepvaart is inzake
het ongeval aan boord van het motortank-
ichip „John M", waarbij de stuurman tij
dens werkzaamheden in de ladingpompka-
mer door benzinedampvergiftiging het le
ven heeft verloren, van oordeel, dat hier
een ongeluk heeft plaats gehad door een
samenloop van omstandigheden, namelijk
door niet opvolgen van een order en het
optreden van een lekkage in de zuiglei-
ding na het stilzetten van de pomp.
Het ongeval deed zich voor op 22 juli
1962, toen het motortankschip „John M"
gemeerd lag in de haven van Felixstowe
(Engeland). Bij dit ongeval is de stuur
man T. Haasnoot om het leven gekomen.
De vaste order op tankschepen dat, wan
neer iemand zich in de pompkamer of an
dere gasgevaarlijke ruimte begeeft er een
man op dek aanwezig moet zijn die hem
voortdurend in het oog houdt, gold ook op
de „John M". Helaas heeft stuurman
Haasnoot zich hiernaar niet gedragen en
aan de matroos Barreiro opdracht gege
ven met hem in de pompkamer te gaan.
Haasnoot meende waarschijnlijk, dat het
verblijf daar (om de noodzakelijke afslui
ters te bedienen voor het ballasten) van
zo korte duur zou zijn, dat er geen be
zwaar tegen was met de vaste regel te
breken. Dit is hem noodlottig geworden.
Het kan niet anders dan dat in de pomp
kamer van de „John M" benzinedampen
aanwezig zijn geweest in een levensge
vaarlijke concentratie.
Uit het rapport van de Scheepvaartin
spectie van 30 november 1962 blijkt onder
meer, dat bij het beproeven van de be
wuste pomp onder 3V« atmosfeer persdruk
het deksel van de voorste ingebouwde fil
ter lekte en dat na het stoppen van de
pomp veel lekkage ontstond aan de pak
kingbussen van de pomp.
Toen de bedwelming van Haasnoot en
Barreiro aan boord bekend werd, zijn le
den van de bemanning zonder aarzelen in
de pompkamer afgedaald en hebben bei
den naar boven gebracht. Dit heeft waar
schijnlijk het leven van Barreiro gered. De
raad heeft veel waardering voor deze spon
tane hulp.
Toch is een waarschuwing op zijn plaats.
Het zou zeer wel mogelijk zijn geweest
dat ook de redders zouden zijn bedwelmd
en dat de ramp daardoor een grotere om
vang zou hebben gekregen. De verklaring
van machinist Bonthuis dat hij het erg be
nauwd heeft gehad, wijst er op dat dit
gevaar niet denkbeeldig was. Er waren
gasmaskers bij de hand. Voorzichtig beleid
vereiste dat deze toen zouden zijn gebruikt.
Gelukkig is de redding zonder ongelukken
verlopen.
en oplettend navigeren. Het tegendeel is
het geval gebleken. Het is niet onbegrij
pelijk. dat hij bij het waarnemen van
verschillende dijken zich aanvankelijk
vergiste. Maar het feit, dat niet tot hem
is doorgedrongen dat hij een koers van
17 graden rechtwijzend voorlag, terwijl hij
moest binnenlopen met een koers van on
geveer 80 graden rechtwijzend en dat de
werkelijke situatie dus anders was dan hij
dacht, toont aan dat zijn kritische zin en
zijn gevoel voor richting waren aange-
tats. Het gebruik van alcohol is hiervan
ongetwijfeld de oorzaak. De kapitein heeft
ter zitting verklaard dat nu ook wel aan
te nemen.
De raad acht dit een ernstige aangele
genheid. Het schip is enige uren later met
behulp van vier sleepboten vlot gekomen
en de schade was gering. Maar het had
ook anders kunnen zijn.
Het gebruik van alcoholhoudende drank
kort voordat men op wacht komt of tijdens
de wacht is uit den boze. Deze stranding
toont aan hoezeer de oplettendheid en het
kritisch vermogen door alcoholgebruik
kunnen verminderen. En dit terwijl de
persoon-in-kwestie zich daarvan niet be
wust is. Evenals voor de veiligheid in het
wegverkeer, is ook voor de veiligheid in
het scheepvaartverkeer het gebruik van
alcoholhoudende drank een duidelijk ge
vaar.
Dat de kapitein van de „Mare Altum"
schuld heeft is niet twijfelachtig. Bij het
bepalen van de strafmaat houdt de raad
er rekening mee, dat betrokkene blijk
heeft gegeven uit het gebeurde lering te
trekken.
De Raad voor de Scheepvaart heeft de
kapitein van de .Betty Anne S." gestraft
door hem de bevoegdheid om als kapi
tein te varen op zeeschepen te ontnemen
voor de tijd van vijf maanden. Op 27 ok
tober 1963 is het motorschip „Betty Anne
S.", op reis van Swansea naar Rotter
dam, in het Kanaal, 15 mijl W.Z.W. van
Dungeness, in aanvaring gekomen met
het Engelse motorschip „Actuality", dat
ten gevolge hiervan is gezonken.
Volgens het oordeel van de raad ls de
aanvaring het gevolg van zorgeloze na
vigatie door de betrokkene. Deze heeft bij
slecht zicht, in stede van een matige
vaart te lopen, zoals het Zeeaanvaringsre-
glement voorschrijft, volle kracht geva
ren.
Toen hij op de radar de „Actuality"
voorlijker dan dwars waarnam en de af
stand tussen de beide schepen nog groot
en misschien nog voldoende tijd aanwezig
was om te handelen, heeft hij niet ge
reageerd, zoals gesteld in het Zeeaanva-
ringsreglement, doch is onverminderd vol
le kracht in vrijwel dezelfde koers blij
ven doorvaren. Hij heeft de motor pas ge
stopt toen de aanvaring onvermijdelijk
was geworden. Door het niet in acht ne
men van de voorschriften betreffende
mistnavigatie, is de kapitein schuldig aan
de aanvaring; van zijn schip met de „Ac
tuality".
Bij het bepalen van de op te leggen
straf neemt de raad in aanmerking dat de
kapitein in de aanvaring goede zeeman
schap heeft betoond, door de boeg van de
„Betty Anne S" in de „Actuality" ge
drukt te houden totdat de gehele beman
ning van de „Actuality" was overgeno
men. Ook het feit dat de kapitein zijn
fouten ter zitting ruiterlijk heeft toegege
ven, is een verzachtende omstandigheid.
De Raad voor de Scheepvaart is van
oordeel, dat de op 2 juni 1964 op de Wes-
terschelde plaatsgevonden aanvaring van
het Britse motorschip „Bencruachan"
met het door de Nederlandse sleepboot
„Leba III" gesleepte Belgische sleepboot
„Poseidon III" hoofdzakelijk is veroorzaakt
door te snel varen van de „Bencruachan".
Ten gevolge van deze aanvaring is het
sleepschip gezonken; de vrouw van de
schipper kwam bij de ramp om het leven.
De aanvaring vond plaats dwars van de
haven van Hansweert. Bij het naderen van
deze haven- kan drukker scheepverkeer
verwacht worden. Bovendien wordt het
vaarwater bij het uitvaren van het Zuider
Gat aanzienlijk breder, zodat schepen
stuurboord uit moeten gaan om hun goe
de wal op te zoeken. Vaart minderen is
hier mitsdien geboden.
Voor de „Bencruachan" was hiervoor te
meer reden, daar het zicht slechts */t mijl
bedroeg en er een lage mistbank over de
rivier hing. Onder deze omstandigheden
acht de raad de vaart van 12 mijl per uur
die de „Bencruachan" liep bepaald niet
verantwoord.
De loods heeft verklaard dat op de
„Bencruachan" wel regelmatig de voorge
schreven mistseinen zijn gegeven; op
het schip is echter verzuimd het voor
schrift van het lopen wan een matige vaart
bij slecht zicht in acht te nemen.
Anders dan de inspecteur voor de
scheepvaart acht de raad de beslissing
van de kapitein van de „Leba III" om
reeds direct bij Hansweert middels een
oversteekmanoeuvre zijn stuurboordswal
op te zoeken, niet vatbaar voor kritiek.
Nog afgezien van het feit dat het houden
van de bakboordswal bij de lopende vloed-
stroom een mogelijkheid van verzetting
naar de aldaar steil oplopende aanwezige
banken inhield, meent de raad dat de ka
pitein zoals hij voer geen onaanvaardbare
risico's heeft genomen, nu is gebleken dat
hij vooraf nauwkeurig had vastgesteld dat
het oversteken bij normale scheepvaart
veilig kon geschieden.
Op 3 augustus 1964 is het motorschip
„Ali" op de reis van Hamina naar Zwolle
in de Finse Golf op 9 mijl ten N. 49° O.
van Kalbadagrund aan de grond gelopen.
De raad voor de scheepvaart heeft de ka
pitein H.H. gestraft door hem de bevoegd
heid om als kapitein te varen en zee
schepen te ontnemen voor de tijd van één
maand en stuurman P. B. door het uit
spreken van een berisping.
Het lijdt geen twijfel dat een vergissing
van de kapitein het vermelden van
een koers in de kaart voor de route Dig-
skar-Kalbadagrund, die 10° afwijkt van
de koers die op dit traject gestuurd moet
worden de aanleiding is geweest, dat
het motorschip „Ali" aan de grond is ge
lopen.
Het getuigt voorts van een slecht be
leid dat de kapitein de stuurman alleen
op wacht heeft laten staan, waardoor de
ze tegelijk de functies van navigator, roer
ganger en uitkijk moest vervullen.
De kapitein heeft in menig opzicht ge
faald. Buiten zijn voormelde vergissing
heeft hij de stuurman geen enkele mon
delinge instructie gegeven, omtrent de
koers, die hij moest gaan sturen toen hij
de brug verliet.
De stuurman heeft eveneens schuld aan
de ramp, omdat hij voor of tijdens zijn
wacht de vermelde koers in de kaart niet
heeft vergeleken met de getrokken koers-
lijn en slecht uitkijk heeft gehouden.
Advertentie
Met
PHILIPS TELEVISIE
gezellige avonden 1
Ook voor het aller
laatste sportnieuws I
100 service
PHILIPS-DEALER
Trompstraat 68 - Tel. S198
Vorig jaar, op 1 juni, heeft het Engelse
tankschip „Opalia" op de Nieuwe Water
weg ter hoogte van Hoek van Holland de
motorsleepboot „Schouwenbank" aangeva
ren. Ten gevolge hiervan raakten drie be
manningsleden van de „Schouwenbank"
overboord, waarvan er één is overleden.
Volgens het oordeel van de raad, lijkt
het erop, dat de kapitein van de Schou
wenbank onvoldoende oplettend is geweest,
dan wel te langzaam heeft gereageerd.
In het proces-verbaal van de politie ko
men enkele verklaringen voor welke erop
zouden wijzen dat de kapitein van de
Schouwenbank" in ernstige mate onder
de invloed van alcoholhoudende drank ver
keerde. Dit is echter niet bewezen. Slechts
is komen vast te staan, dat hij tevoren
enige glazen bier had gedronken.
Ofschoon niet vast staat dat er verband
bestaat tussen dit gebruik van alcohol en
de ramp acht de raad dit niet onwaar
schijnlijk. Het is bekend, dat door alcohol
gebruik, zonder dat men dat zelf bemerkt,
opmerkingsvermogen en reactiesnelheid
verminderen. Bij het verantwoordelijke
werk van sleepbootkapitein kan dit fataal
zijn.
De raad heeft geen kritiek op de wijze
van varen van de „Opalia".
Ten slotte merkt de raad het volgende
op:
Gelijk in het wegverkeer, zo is bij de
navigatie in de scheepvaart gebruik van
alcohol uit den boze.
Personeel van een sleepboot hetwelk
dienst heeft en waarvan dus elk ogenblik
volledige oplettendheid en juist reageren
moet worden geëist behoort de uiterste so
berheid te betrachten waar het om gebruik
van alcoholhoudende drank gaat.
Een sleepbootkapitein, die in zijn dienst
enige glazen bier drinkt geeft blijk van
onvoldoende besef van de gevaren van zijn
beroep en van een gebrek aan verantwoor
delij kheidsgevoeL
De Raad voor de Scheepvaart heeft uit
spraak gedaan inzake de klacht van de in
specteur-generaal voor de scheepvaart te
gen de schipper van de motorkotter „Eben
Haëzer" KW 194 wegens het niet-nakomen
van het bepaalde in artikel 126 van het
Schepenbesluit 1952 en artikel 9 van de
Schepenwet en hem gestraft door hem de
bevoegdheid om als schipper te varen op
zeevissersvaartuigen te ontnemen voor de
tijd van twee weken.
Op 12 juni van het vorig jaar werd de
KW 194 op de Noordzee aangevaren door
de Deense kotter „Thorsminde" E450.
Terwijl de KW 194 varende was, heeft
de schipper de wacht aan dek overgelaten
aan slechts één persoon, een jongen, die
niet in het bezit was van het bewijs van
bekendheid met de bepalingen ter voorko
ming van aanvaringen op zee. Voorts
heeft hij de luchtfluit niet in deugdelijke
staat gehouden. Deze was niet voor on
middellijk gebruik gereed, daar er geen
lucht bij stond en waardoor geen attentie-
seinen konden worden gegeven. Hierdoor
heeft hij gezondigd tegen de hierboven ge
noemde artikelen van het Schepenbesluit
en de Schepenwet.
De inspecteur voor de scheepvaart stel
de voor schipper N. van der Plas discipli
nair te straffen door hem de bevoegdheid
om als schipper te varen op zeevissers
vaartuigen te ontnemen voor de tijd van
twee weken en de Raad voor de Scheep
vaart bleek het hiermee eens te zijn.
Maandag 31 mei wordt in het Cultu
reel Centrum aan het Moerbergplant-
soen in IJmuiden voor de tiende maal
een bridge-avond gehouden, waarvan dc
baten weer geheel voor het Nederland-
sche Roode Kruis zijn bestemd. Op de
ze lustrumdrive, opnieuw georganiseerd
door de sportcommissie van de afde
ling Velsen-IJmuiden, wordt voor de
tiende maal de persoonlijke wisselzuil
en voor de negende maal de vereni-
gingswisselbeker verspeeld. De tech
nische leiding van deze avond is op
nieuw toevertrouwd aan 't bestuur van
de IJmuidense bridgeclub „De Jump".
Men kan aan deze drive individueel
deelnemen, of als lid van een clubteam
waarvoor'men zich vóór donderdag 27
mei dient te hebben aangemeld bij de
heer Th. B. van Kleef, Herculesstraat
61, IJmuiden, telefoon 4112. De in-
schrijvingskosten bedragen 2,50 per
persoon, onder gelijktijdige vermelding
in welke klasse men wenst uit te ko
men. Deze klassen zijn hoofdklasse,
eerste en tweede klasse en thuisbrid-
gers.
De V.V.V. Velsen-IJmuiden houdt
maandag 24 mei, des avonds om kwart
over acht haar jaarvergadering in ta
veerne „De Uilenboom" aan de Hoofd
straat in Santpoort. Behalve de traditio
nele jaaroverzichten van secretaris en
penningmeester, vermeldt de agenda
onder meer een rondvraag en een be
stuursverkiezing; dit laatste noodzake
lijk wegens periodiek aftreden van de
heren F. W. D. C. A. van Hattum, J.
van der Horst, G. A. Schoonkind en M.
Roos. Deze functionarissen hebben zich
echter allen weer herkiesbaar gesteld.
Na behandeling van het huishoudelijk
gedeelte wordt door de heer W. Neehus
van n.v. Bureau Wijsmuller nog de film
„Slepen met een eiland" vertoond.
«aaapsywwwaMtyvv»
Wij hebben de zebra's, waarvan de
markering zo langzamerhand door
weer en verkeer is vervaagd en uitge
sleten, door een verkeersdeskun-
dige niet geheel ten onrechte eens
„open graven" horen noemen. Het is
immers duidelijk dat dergelijke over
steekplaatsen, die voor autobestuurders
al niet van verre zichtbaar zijn, voor
voetgangers levensgevaar kunnen ople
veren. Het gemeentebestuur van Velsen
heeft dit kennelijk ingezien, zodat
woensdagavond op de raadsvergadering
werd besloten zebra's zoals hierbij
afgebeeld van een geheel nieuwe
markering te voorzien. Hiervoor zal ge
bruik worden gemaakt van plastic pla
ten, die op het asfalt worden gelijmd,
of van witte stenen met koperslakkeien.
Met een en ander zal een bedrag van
9.000 zijn gemoeid, voor welke voor
zieningen de voetgangers niet anders
dan dankbaar zullen zijn.
Het zojuist verschenen jaarverslag van „Felison", de stichting ter bevordering
van beeldende kunst in de gemeente Velsen, vermeldt onder meer een lichte stijging
van het ledental, namelijk van 180 naar 188. Ook de belangstelling voor de ver
schillende tentoonstellingen is enigszins toegenomen; in totaal waren er 652 be
zoekers aan drie exposities, hetgeen in vergelijking tot de 538 van 1962 en de 611
van 1963 voor het bestuur aanleiding was met de nodige voorzichtigheid van een
gunstige tendens te spreken. Dit bestuur was 31 december 1964 als volgt samen
gesteld: L. J. A. Probst, voorzitter; A. E. Dolfin, secretaris; L. van Vuuren, penning
meester en de leden mevrouw J. Schiff-Donkers, G. Bas, J. Clay en A. Schouten.
Hiervan vormen mevrouw Schiff en de heren Probst en Clay de tentoonstellings-
i - u
commissie.
=si.t??etonI b
aP eb tv
In dit jaarverslag worden tevens de
vens de had voor muziekavonden tijdens de ex-
resultaten van de door „Felison" gehou- posities. Van deze jeugdige inzenders
den enquête vermeld, waarvoor 322 for
mulieren werden terugontvangen. Van
de inzenders waren er 215 onder en 107
boven de leeftijd van 20 jaar.
Van de eerstgenoemde groep bleek 16
pet met het bestaan van „Felison" op
de hoogte te zijn, 82 pet had geen be
zwaar lid van de stichting te worden en
41 pet gaf te kennen de een of andere
vorm* van kunst te beoefenen; 24 pet
hiervan volgt daarvoor een cursus.
Voorts zou 92 pet een grotere culturele
activiteit in Velsen bijzonder op prijs
stellen, waarbij 77 pet belangstelling
meldde 34 pet dat door hen geregeld
tentoonstellingen werden bezocht, welk
percentage voor lezingen 37 pet bedroeg.
Tenslotte bezocht 63 pet de Frans Hals
tentoonstelling in Haarlem, in tegenstel
ling tot de expositie „Bewogen bewe
ging", welke door geen van allen de
moeite van een bezoek waar is ge
weest.
Voor de groep boven de 20 jaar wa
ren de resultaten als volgt: 47 pet van
Bij de Velsense politie weredn de vol
gende voorwerpen als gevonden aange
geven: portemonnee met inhoud, trom
melstok, hond, sjaal, damesportemon
nee met geld en zegels, damestas met
borstel en portemonnee met geld, pro
these, zwembroek met handdoek, rin
getje met steenetjes, twee bankbiljetten,
jupon, kindertasje, herenhorloge, rozen
krans in étui, regenjas, linker dames
handschoen, damesportemonnee met
geld en foto's, jasje, ring met vijf sleu
tels, handdoek, driewielig kinderfietsje,
armbandje, twee rozenkransen, kinder-
schep, kinderlakschoentje, dameshorlo
ge, motor-aandrijfslinger, schildpad,
portefeuille.
Inlichtingen over deze voorwerpen
worden dagelijks verstrekt aan het
hoofdbureau van politie te Velsen, waar
zij elke dinsdag en vrijdag van 16.30 tot
17.30 uur eventueel zullen worden afge
geven.
deze ondervraagden was reeds lid en
85 pet bleek het bestaan van „Felison"
te kennen. 50 pet van deze niet-dona-
teurs hadden geen bezwaar zich als zo
danig op te geven. De bezoeken aan ten
toonstellingen, lezingen, de Frans Hals
tentoonstelling en „Bewogen beweging"
bedroegen bij deze groep respectieve
lijk 62 pet, 50 pet, 74 pet en 23 pet,
waarbij 85 pet eveneens gaarne in Vel
sen een grotere culturele actWitfltt zou
zién ontwikkelt! en 61 pet zich uitsprak
voor muziek tijdens de exposities.
Tenslotte wordt door het bestuur nog
een gedetailleerd overzicht van deze in
teressante enquête aangekondigd.
Vrijdag 21 mei houdt de stichting
„Felison" in de expositiezaal aan de
Heidestraat een korte jaarvergadering,
na afloop waarvan de pottenbakker H.
Zaalberg de geschiedenis van het pot
tenbakken zal behandelen. Hij illustreert
zijn lezing met enige films over dit
handwerk bij de primitieve volken,
waarbij de heer Zaalberg tevens enige
oude Chinese, Japanse en Mexicaanse
voorwerpen zal laten zien. Ook niet-le-
den van „Felison" zijn deze avond wel
kom.
De 13-jarige Arthur Dekker uit de Valckenhoeflaan in Santpoort kan zich er
evenals in deze omgeving Wim Moolenaar uit Bloemendaal nu al op be
roemen door prins Bernhard op paleis Soestdijk te zijn ontvangen. Zij waren lid
van een uit tien leerlingen (vijf meisjes en vijf jongens) samengestelde delegatie
die prins Bernhard, uit hoofde van zijn functie als president van het Wereld-
Natuurfonds een cheque van 80.000 kwam overhandigen. Dit bedrag is door de
Nederlandse jeugd bijeengebracht door middel van een sluitzegelactie, waarmee de
stichting van een dierenhospitaal in het reservaat van Kenya wordt beoogd. Deze
nationale jeugdactie stond bekend als „Dierepkind". Het voorrecht in deze delegatie
te worden opgenomen hadden zij te danken aan de ijver, waarmee zij zich voor
de actie hadden ingezet, zodat door hen stuk voor stuk een record-aantal sluit-
zegels was verkocht.
Op de dag van de aanbieding ver
zamelden zij zich des morgens op het
station van Baarn, waar het groepje
door twee leden van 't comité werd op
gewacht. Hier werd hun een fraai rozet
opgespeld, waarna zij gezamenlijk naar
paleis Soestdijk vertrokken.
Arthur Dekker, vertelde ons dat zij
hier gul werden ontvangen in een impo
nerende zaal, met prachtige gobelins en
schilderijen, waar hun door enige la
keien in een fraai livrei jus d'orange
werd aangeboden. De cheque werd in
een met dierenmotieven versierde siga
renkist gedeponeerd en vervolgens op
een plateau geplaatst met tien rood-wit-
blauwe linten, zodat elk delegatielid als
een soort slippendrager kon fungeren.
Daarna trad prins Bernhard binnen,
die de cheque uiteraard dankbaar in
ontvangst nam en zich daarbij bijzon
der erkentelijk toonde over de fraaie si
garenkist, die als een persoonlijk ge
schenk voor hem was bedoeld. Ook was
hij vol lof over het enthousiasme waar
mee de Nederlandse jeugd zich voor de
ze actie heeft ingezet en hij stelde de
leerlingen enige belangstellende vragen
over het aantal zegels dat door hen was
verkocht. Een der jongens was nogal
onder de indruk van deze prinselijke
belangstelling, zodat hij prins Bernhard
begroette met een enthousiast „Dag, ko
ning!"
Na dit bezoek, waarbij men ook nog
een vluchtige ontmoeting had met prin
ses Beatrix, die het paleis aan de ach
terzijde betrad, keerde de delegatie weer
naar Baarn terug, waar de deelnemers
nog op sandwiches en sorbets werden
onthaald. Dit bezoek was voor de jeug
dige delgatie een machtige ervaring,
waarmee zij zich voor alle genomen
moeite ruimschoots beloond achtten. Er
is nog een attractie aan deze sluitzegel
actie verbonden in de vorm van een lo
terij, waarbij onder de jeugdige verko
pers een reis naar Kenya wordt verloot,
zodat de gelukkige winnaar zich per
soonlijk kan gaan overtuigen van de ma
nier, waarop het bijeengebrachte geld
hier wordt besteed. En je zult maar zo'n
uitstapje winnen, zeg!
MyDOB
uw*
EXAMENS
AMSTERDAM (Gem. Un.). Gepromo
veerd tot doctor in de wiskunde en na
tuurwetenschappen L. de Gallan, op een
proefschrift getiteld „Partiele distribution
in the D.C. carbon are". Promotor was
prof. dr. W. van Tongeren.
E. S. Gelsema promoveerde op een dis
sertatie getiteld „A bubble chamber inves
tigation of the K-resonance". Promotor
was prof. dr. J. C. Kluyver.
D. V. Der Vartanian promoveerde op het
proefschrift „On the mechanism of action
of succinate dehydrogenase". Promotor
was prof. dr. E. C. Slater.
LEIDEN. Doctoraal examen biologie C.
J. van Kuijen (Den Haag) en Th. E. Spreij
(Bennekom), J. C. van der Vlugt (Koude
kerk a. d. Rijn). Doctoraal scheikunde P.
W. N. M. van Leeuwen cum laude (Leiden).
Doctoraal scheikunde J. Kruseman (Lei
den). Doctoraal natuurkunde R. F. Wielin-
ga (Leiden).
Advertentie
CONSTANT verlovingsringen
ALLE MODELLEN
LANGE NIEUWSTRAAT 413 TELEF. 6321