WAAROM VERSTOOK IK ZOVEEL J. v. KOOTEN VELO Kapitein, beneveld na halve fles chianti, beging blunder Iets van u bij? A. R. de Boer Stranding bij goed weer Niet opvolgen van vaste order werd stuurman noodlottig Kapitein „Betty Anne S" 5 maanden geschorst Brit voer te snel en deed Belgische sleepboot zinken Kapitein en stuurman gestraft na stranding in Finse Golf Bij navigatie in scheepvaart geen gebruik van alcohol Schipper van KW 194 negeerde Schepen besluit en -wet UIT THUIS Bridgen voor het „Open graven" worden gedicht Roode Kruis „Dag, koning!" Op bezoek bij prins Bernhard VRIJDAG 21 MEI 1965 en tóch De V.V.V. vergadert Interessante enquette van „Felison" Pottebakker bij „Felison" wrrr De raad verklaart kapitein W. G. W. van de „Mare Altum" schuldig aan de stranding van zijn schip en straft hem door hem de bevoegdheid om als kapitein te varen op zeeschepen te ontnemen voor de tijd van zes maanden. Deze stranding had plaats op 3 novem ber 1964, tijdens de reis van Antwerpen naar Livorno bij de zuidelijke havendijk van Livorno. Deze stranding bij daglicht, goed weer, helder zicht en kalme zee kan niet anders dan als een blunder worden beschouwd. De kapitein van de „Mare Altum" had reeds vele jaren als stuurman en als ka pitein gevaren. Tot nu toe had hij geen ongelukken gehad. Er is dan ook geen re den om aan te nemen, dat hij onvoldoen de kundig was of te weinig ervaring had om zijn schip onder de heersende omstan digheden veilig in de haven te brengen. De enige verklaring voor deze stranding is, dat het helder inzicht van de kapitein was beneveld door gebruik van alcohol houdende drank. De kapitein heeft ver klaard. dat hij die morgen een halve fles chianti had gedronken en dat hij meende volkomen in staat te zijn tot nauwkeurig Advertentie Een belangrijke vraag, vooral als het koud gaat worden: Waar om verstook ik zoveel Heb ik wel de goede kolen en de goe de haard Heb ik wel de juiste oliehaard voor mijn kamer Stel ik de brander wel goed af Geef ik te veel lucht Allemaal vragen en nog zoveel meer, die BELANGRIJK zijn. Als ik het juiste antwoord niet weet, kan het me geld kosten., want dat kan een hele winter duren. Daarom ga ik vandaag nog naar de VAKMAN. Pres. Krugerstr. 65-90 - Tel. 5433 IJMUIDEN De Raad voor de Scheepvaart is inzake het ongeval aan boord van het motortank- ichip „John M", waarbij de stuurman tij dens werkzaamheden in de ladingpompka- mer door benzinedampvergiftiging het le ven heeft verloren, van oordeel, dat hier een ongeluk heeft plaats gehad door een samenloop van omstandigheden, namelijk door niet opvolgen van een order en het optreden van een lekkage in de zuiglei- ding na het stilzetten van de pomp. Het ongeval deed zich voor op 22 juli 1962, toen het motortankschip „John M" gemeerd lag in de haven van Felixstowe (Engeland). Bij dit ongeval is de stuur man T. Haasnoot om het leven gekomen. De vaste order op tankschepen dat, wan neer iemand zich in de pompkamer of an dere gasgevaarlijke ruimte begeeft er een man op dek aanwezig moet zijn die hem voortdurend in het oog houdt, gold ook op de „John M". Helaas heeft stuurman Haasnoot zich hiernaar niet gedragen en aan de matroos Barreiro opdracht gege ven met hem in de pompkamer te gaan. Haasnoot meende waarschijnlijk, dat het verblijf daar (om de noodzakelijke afslui ters te bedienen voor het ballasten) van zo korte duur zou zijn, dat er geen be zwaar tegen was met de vaste regel te breken. Dit is hem noodlottig geworden. Het kan niet anders dan dat in de pomp kamer van de „John M" benzinedampen aanwezig zijn geweest in een levensge vaarlijke concentratie. Uit het rapport van de Scheepvaartin spectie van 30 november 1962 blijkt onder meer, dat bij het beproeven van de be wuste pomp onder 3V« atmosfeer persdruk het deksel van de voorste ingebouwde fil ter lekte en dat na het stoppen van de pomp veel lekkage ontstond aan de pak kingbussen van de pomp. Toen de bedwelming van Haasnoot en Barreiro aan boord bekend werd, zijn le den van de bemanning zonder aarzelen in de pompkamer afgedaald en hebben bei den naar boven gebracht. Dit heeft waar schijnlijk het leven van Barreiro gered. De raad heeft veel waardering voor deze spon tane hulp. Toch is een waarschuwing op zijn plaats. Het zou zeer wel mogelijk zijn geweest dat ook de redders zouden zijn bedwelmd en dat de ramp daardoor een grotere om vang zou hebben gekregen. De verklaring van machinist Bonthuis dat hij het erg be nauwd heeft gehad, wijst er op dat dit gevaar niet denkbeeldig was. Er waren gasmaskers bij de hand. Voorzichtig beleid vereiste dat deze toen zouden zijn gebruikt. Gelukkig is de redding zonder ongelukken verlopen. en oplettend navigeren. Het tegendeel is het geval gebleken. Het is niet onbegrij pelijk. dat hij bij het waarnemen van verschillende dijken zich aanvankelijk vergiste. Maar het feit, dat niet tot hem is doorgedrongen dat hij een koers van 17 graden rechtwijzend voorlag, terwijl hij moest binnenlopen met een koers van on geveer 80 graden rechtwijzend en dat de werkelijke situatie dus anders was dan hij dacht, toont aan dat zijn kritische zin en zijn gevoel voor richting waren aange- tats. Het gebruik van alcohol is hiervan ongetwijfeld de oorzaak. De kapitein heeft ter zitting verklaard dat nu ook wel aan te nemen. De raad acht dit een ernstige aangele genheid. Het schip is enige uren later met behulp van vier sleepboten vlot gekomen en de schade was gering. Maar het had ook anders kunnen zijn. Het gebruik van alcoholhoudende drank kort voordat men op wacht komt of tijdens de wacht is uit den boze. Deze stranding toont aan hoezeer de oplettendheid en het kritisch vermogen door alcoholgebruik kunnen verminderen. En dit terwijl de persoon-in-kwestie zich daarvan niet be wust is. Evenals voor de veiligheid in het wegverkeer, is ook voor de veiligheid in het scheepvaartverkeer het gebruik van alcoholhoudende drank een duidelijk ge vaar. Dat de kapitein van de „Mare Altum" schuld heeft is niet twijfelachtig. Bij het bepalen van de strafmaat houdt de raad er rekening mee, dat betrokkene blijk heeft gegeven uit het gebeurde lering te trekken. De Raad voor de Scheepvaart heeft de kapitein van de .Betty Anne S." gestraft door hem de bevoegdheid om als kapi tein te varen op zeeschepen te ontnemen voor de tijd van vijf maanden. Op 27 ok tober 1963 is het motorschip „Betty Anne S.", op reis van Swansea naar Rotter dam, in het Kanaal, 15 mijl W.Z.W. van Dungeness, in aanvaring gekomen met het Engelse motorschip „Actuality", dat ten gevolge hiervan is gezonken. Volgens het oordeel van de raad ls de aanvaring het gevolg van zorgeloze na vigatie door de betrokkene. Deze heeft bij slecht zicht, in stede van een matige vaart te lopen, zoals het Zeeaanvaringsre- glement voorschrijft, volle kracht geva ren. Toen hij op de radar de „Actuality" voorlijker dan dwars waarnam en de af stand tussen de beide schepen nog groot en misschien nog voldoende tijd aanwezig was om te handelen, heeft hij niet ge reageerd, zoals gesteld in het Zeeaanva- ringsreglement, doch is onverminderd vol le kracht in vrijwel dezelfde koers blij ven doorvaren. Hij heeft de motor pas ge stopt toen de aanvaring onvermijdelijk was geworden. Door het niet in acht ne men van de voorschriften betreffende mistnavigatie, is de kapitein schuldig aan de aanvaring; van zijn schip met de „Ac tuality". Bij het bepalen van de op te leggen straf neemt de raad in aanmerking dat de kapitein in de aanvaring goede zeeman schap heeft betoond, door de boeg van de „Betty Anne S" in de „Actuality" ge drukt te houden totdat de gehele beman ning van de „Actuality" was overgeno men. Ook het feit dat de kapitein zijn fouten ter zitting ruiterlijk heeft toegege ven, is een verzachtende omstandigheid. De Raad voor de Scheepvaart is van oordeel, dat de op 2 juni 1964 op de Wes- terschelde plaatsgevonden aanvaring van het Britse motorschip „Bencruachan" met het door de Nederlandse sleepboot „Leba III" gesleepte Belgische sleepboot „Poseidon III" hoofdzakelijk is veroorzaakt door te snel varen van de „Bencruachan". Ten gevolge van deze aanvaring is het sleepschip gezonken; de vrouw van de schipper kwam bij de ramp om het leven. De aanvaring vond plaats dwars van de haven van Hansweert. Bij het naderen van deze haven- kan drukker scheepverkeer verwacht worden. Bovendien wordt het vaarwater bij het uitvaren van het Zuider Gat aanzienlijk breder, zodat schepen stuurboord uit moeten gaan om hun goe de wal op te zoeken. Vaart minderen is hier mitsdien geboden. Voor de „Bencruachan" was hiervoor te meer reden, daar het zicht slechts */t mijl bedroeg en er een lage mistbank over de rivier hing. Onder deze omstandigheden acht de raad de vaart van 12 mijl per uur die de „Bencruachan" liep bepaald niet verantwoord. De loods heeft verklaard dat op de „Bencruachan" wel regelmatig de voorge schreven mistseinen zijn gegeven; op het schip is echter verzuimd het voor schrift van het lopen wan een matige vaart bij slecht zicht in acht te nemen. Anders dan de inspecteur voor de scheepvaart acht de raad de beslissing van de kapitein van de „Leba III" om reeds direct bij Hansweert middels een oversteekmanoeuvre zijn stuurboordswal op te zoeken, niet vatbaar voor kritiek. Nog afgezien van het feit dat het houden van de bakboordswal bij de lopende vloed- stroom een mogelijkheid van verzetting naar de aldaar steil oplopende aanwezige banken inhield, meent de raad dat de ka pitein zoals hij voer geen onaanvaardbare risico's heeft genomen, nu is gebleken dat hij vooraf nauwkeurig had vastgesteld dat het oversteken bij normale scheepvaart veilig kon geschieden. Op 3 augustus 1964 is het motorschip „Ali" op de reis van Hamina naar Zwolle in de Finse Golf op 9 mijl ten N. 49° O. van Kalbadagrund aan de grond gelopen. De raad voor de scheepvaart heeft de ka pitein H.H. gestraft door hem de bevoegd heid om als kapitein te varen en zee schepen te ontnemen voor de tijd van één maand en stuurman P. B. door het uit spreken van een berisping. Het lijdt geen twijfel dat een vergissing van de kapitein het vermelden van een koers in de kaart voor de route Dig- skar-Kalbadagrund, die 10° afwijkt van de koers die op dit traject gestuurd moet worden de aanleiding is geweest, dat het motorschip „Ali" aan de grond is ge lopen. Het getuigt voorts van een slecht be leid dat de kapitein de stuurman alleen op wacht heeft laten staan, waardoor de ze tegelijk de functies van navigator, roer ganger en uitkijk moest vervullen. De kapitein heeft in menig opzicht ge faald. Buiten zijn voormelde vergissing heeft hij de stuurman geen enkele mon delinge instructie gegeven, omtrent de koers, die hij moest gaan sturen toen hij de brug verliet. De stuurman heeft eveneens schuld aan de ramp, omdat hij voor of tijdens zijn wacht de vermelde koers in de kaart niet heeft vergeleken met de getrokken koers- lijn en slecht uitkijk heeft gehouden. Advertentie Met PHILIPS TELEVISIE gezellige avonden 1 Ook voor het aller laatste sportnieuws I 100 service PHILIPS-DEALER Trompstraat 68 - Tel. S198 Vorig jaar, op 1 juni, heeft het Engelse tankschip „Opalia" op de Nieuwe Water weg ter hoogte van Hoek van Holland de motorsleepboot „Schouwenbank" aangeva ren. Ten gevolge hiervan raakten drie be manningsleden van de „Schouwenbank" overboord, waarvan er één is overleden. Volgens het oordeel van de raad, lijkt het erop, dat de kapitein van de Schou wenbank onvoldoende oplettend is geweest, dan wel te langzaam heeft gereageerd. In het proces-verbaal van de politie ko men enkele verklaringen voor welke erop zouden wijzen dat de kapitein van de Schouwenbank" in ernstige mate onder de invloed van alcoholhoudende drank ver keerde. Dit is echter niet bewezen. Slechts is komen vast te staan, dat hij tevoren enige glazen bier had gedronken. Ofschoon niet vast staat dat er verband bestaat tussen dit gebruik van alcohol en de ramp acht de raad dit niet onwaar schijnlijk. Het is bekend, dat door alcohol gebruik, zonder dat men dat zelf bemerkt, opmerkingsvermogen en reactiesnelheid verminderen. Bij het verantwoordelijke werk van sleepbootkapitein kan dit fataal zijn. De raad heeft geen kritiek op de wijze van varen van de „Opalia". Ten slotte merkt de raad het volgende op: Gelijk in het wegverkeer, zo is bij de navigatie in de scheepvaart gebruik van alcohol uit den boze. Personeel van een sleepboot hetwelk dienst heeft en waarvan dus elk ogenblik volledige oplettendheid en juist reageren moet worden geëist behoort de uiterste so berheid te betrachten waar het om gebruik van alcoholhoudende drank gaat. Een sleepbootkapitein, die in zijn dienst enige glazen bier drinkt geeft blijk van onvoldoende besef van de gevaren van zijn beroep en van een gebrek aan verantwoor delij kheidsgevoeL De Raad voor de Scheepvaart heeft uit spraak gedaan inzake de klacht van de in specteur-generaal voor de scheepvaart te gen de schipper van de motorkotter „Eben Haëzer" KW 194 wegens het niet-nakomen van het bepaalde in artikel 126 van het Schepenbesluit 1952 en artikel 9 van de Schepenwet en hem gestraft door hem de bevoegdheid om als schipper te varen op zeevissersvaartuigen te ontnemen voor de tijd van twee weken. Op 12 juni van het vorig jaar werd de KW 194 op de Noordzee aangevaren door de Deense kotter „Thorsminde" E450. Terwijl de KW 194 varende was, heeft de schipper de wacht aan dek overgelaten aan slechts één persoon, een jongen, die niet in het bezit was van het bewijs van bekendheid met de bepalingen ter voorko ming van aanvaringen op zee. Voorts heeft hij de luchtfluit niet in deugdelijke staat gehouden. Deze was niet voor on middellijk gebruik gereed, daar er geen lucht bij stond en waardoor geen attentie- seinen konden worden gegeven. Hierdoor heeft hij gezondigd tegen de hierboven ge noemde artikelen van het Schepenbesluit en de Schepenwet. De inspecteur voor de scheepvaart stel de voor schipper N. van der Plas discipli nair te straffen door hem de bevoegdheid om als schipper te varen op zeevissers vaartuigen te ontnemen voor de tijd van twee weken en de Raad voor de Scheep vaart bleek het hiermee eens te zijn. Maandag 31 mei wordt in het Cultu reel Centrum aan het Moerbergplant- soen in IJmuiden voor de tiende maal een bridge-avond gehouden, waarvan dc baten weer geheel voor het Nederland- sche Roode Kruis zijn bestemd. Op de ze lustrumdrive, opnieuw georganiseerd door de sportcommissie van de afde ling Velsen-IJmuiden, wordt voor de tiende maal de persoonlijke wisselzuil en voor de negende maal de vereni- gingswisselbeker verspeeld. De tech nische leiding van deze avond is op nieuw toevertrouwd aan 't bestuur van de IJmuidense bridgeclub „De Jump". Men kan aan deze drive individueel deelnemen, of als lid van een clubteam waarvoor'men zich vóór donderdag 27 mei dient te hebben aangemeld bij de heer Th. B. van Kleef, Herculesstraat 61, IJmuiden, telefoon 4112. De in- schrijvingskosten bedragen 2,50 per persoon, onder gelijktijdige vermelding in welke klasse men wenst uit te ko men. Deze klassen zijn hoofdklasse, eerste en tweede klasse en thuisbrid- gers. De V.V.V. Velsen-IJmuiden houdt maandag 24 mei, des avonds om kwart over acht haar jaarvergadering in ta veerne „De Uilenboom" aan de Hoofd straat in Santpoort. Behalve de traditio nele jaaroverzichten van secretaris en penningmeester, vermeldt de agenda onder meer een rondvraag en een be stuursverkiezing; dit laatste noodzake lijk wegens periodiek aftreden van de heren F. W. D. C. A. van Hattum, J. van der Horst, G. A. Schoonkind en M. Roos. Deze functionarissen hebben zich echter allen weer herkiesbaar gesteld. Na behandeling van het huishoudelijk gedeelte wordt door de heer W. Neehus van n.v. Bureau Wijsmuller nog de film „Slepen met een eiland" vertoond. «aaapsywwwaMtyvv» Wij hebben de zebra's, waarvan de markering zo langzamerhand door weer en verkeer is vervaagd en uitge sleten, door een verkeersdeskun- dige niet geheel ten onrechte eens „open graven" horen noemen. Het is immers duidelijk dat dergelijke over steekplaatsen, die voor autobestuurders al niet van verre zichtbaar zijn, voor voetgangers levensgevaar kunnen ople veren. Het gemeentebestuur van Velsen heeft dit kennelijk ingezien, zodat woensdagavond op de raadsvergadering werd besloten zebra's zoals hierbij afgebeeld van een geheel nieuwe markering te voorzien. Hiervoor zal ge bruik worden gemaakt van plastic pla ten, die op het asfalt worden gelijmd, of van witte stenen met koperslakkeien. Met een en ander zal een bedrag van 9.000 zijn gemoeid, voor welke voor zieningen de voetgangers niet anders dan dankbaar zullen zijn. Het zojuist verschenen jaarverslag van „Felison", de stichting ter bevordering van beeldende kunst in de gemeente Velsen, vermeldt onder meer een lichte stijging van het ledental, namelijk van 180 naar 188. Ook de belangstelling voor de ver schillende tentoonstellingen is enigszins toegenomen; in totaal waren er 652 be zoekers aan drie exposities, hetgeen in vergelijking tot de 538 van 1962 en de 611 van 1963 voor het bestuur aanleiding was met de nodige voorzichtigheid van een gunstige tendens te spreken. Dit bestuur was 31 december 1964 als volgt samen gesteld: L. J. A. Probst, voorzitter; A. E. Dolfin, secretaris; L. van Vuuren, penning meester en de leden mevrouw J. Schiff-Donkers, G. Bas, J. Clay en A. Schouten. Hiervan vormen mevrouw Schiff en de heren Probst en Clay de tentoonstellings- i - u commissie. =si.t??etonI b aP eb tv In dit jaarverslag worden tevens de vens de had voor muziekavonden tijdens de ex- resultaten van de door „Felison" gehou- posities. Van deze jeugdige inzenders den enquête vermeld, waarvoor 322 for mulieren werden terugontvangen. Van de inzenders waren er 215 onder en 107 boven de leeftijd van 20 jaar. Van de eerstgenoemde groep bleek 16 pet met het bestaan van „Felison" op de hoogte te zijn, 82 pet had geen be zwaar lid van de stichting te worden en 41 pet gaf te kennen de een of andere vorm* van kunst te beoefenen; 24 pet hiervan volgt daarvoor een cursus. Voorts zou 92 pet een grotere culturele activiteit in Velsen bijzonder op prijs stellen, waarbij 77 pet belangstelling meldde 34 pet dat door hen geregeld tentoonstellingen werden bezocht, welk percentage voor lezingen 37 pet bedroeg. Tenslotte bezocht 63 pet de Frans Hals tentoonstelling in Haarlem, in tegenstel ling tot de expositie „Bewogen bewe ging", welke door geen van allen de moeite van een bezoek waar is ge weest. Voor de groep boven de 20 jaar wa ren de resultaten als volgt: 47 pet van Bij de Velsense politie weredn de vol gende voorwerpen als gevonden aange geven: portemonnee met inhoud, trom melstok, hond, sjaal, damesportemon nee met geld en zegels, damestas met borstel en portemonnee met geld, pro these, zwembroek met handdoek, rin getje met steenetjes, twee bankbiljetten, jupon, kindertasje, herenhorloge, rozen krans in étui, regenjas, linker dames handschoen, damesportemonnee met geld en foto's, jasje, ring met vijf sleu tels, handdoek, driewielig kinderfietsje, armbandje, twee rozenkransen, kinder- schep, kinderlakschoentje, dameshorlo ge, motor-aandrijfslinger, schildpad, portefeuille. Inlichtingen over deze voorwerpen worden dagelijks verstrekt aan het hoofdbureau van politie te Velsen, waar zij elke dinsdag en vrijdag van 16.30 tot 17.30 uur eventueel zullen worden afge geven. deze ondervraagden was reeds lid en 85 pet bleek het bestaan van „Felison" te kennen. 50 pet van deze niet-dona- teurs hadden geen bezwaar zich als zo danig op te geven. De bezoeken aan ten toonstellingen, lezingen, de Frans Hals tentoonstelling en „Bewogen beweging" bedroegen bij deze groep respectieve lijk 62 pet, 50 pet, 74 pet en 23 pet, waarbij 85 pet eveneens gaarne in Vel sen een grotere culturele actWitfltt zou zién ontwikkelt! en 61 pet zich uitsprak voor muziek tijdens de exposities. Tenslotte wordt door het bestuur nog een gedetailleerd overzicht van deze in teressante enquête aangekondigd. Vrijdag 21 mei houdt de stichting „Felison" in de expositiezaal aan de Heidestraat een korte jaarvergadering, na afloop waarvan de pottenbakker H. Zaalberg de geschiedenis van het pot tenbakken zal behandelen. Hij illustreert zijn lezing met enige films over dit handwerk bij de primitieve volken, waarbij de heer Zaalberg tevens enige oude Chinese, Japanse en Mexicaanse voorwerpen zal laten zien. Ook niet-le- den van „Felison" zijn deze avond wel kom. De 13-jarige Arthur Dekker uit de Valckenhoeflaan in Santpoort kan zich er evenals in deze omgeving Wim Moolenaar uit Bloemendaal nu al op be roemen door prins Bernhard op paleis Soestdijk te zijn ontvangen. Zij waren lid van een uit tien leerlingen (vijf meisjes en vijf jongens) samengestelde delegatie die prins Bernhard, uit hoofde van zijn functie als president van het Wereld- Natuurfonds een cheque van 80.000 kwam overhandigen. Dit bedrag is door de Nederlandse jeugd bijeengebracht door middel van een sluitzegelactie, waarmee de stichting van een dierenhospitaal in het reservaat van Kenya wordt beoogd. Deze nationale jeugdactie stond bekend als „Dierepkind". Het voorrecht in deze delegatie te worden opgenomen hadden zij te danken aan de ijver, waarmee zij zich voor de actie hadden ingezet, zodat door hen stuk voor stuk een record-aantal sluit- zegels was verkocht. Op de dag van de aanbieding ver zamelden zij zich des morgens op het station van Baarn, waar het groepje door twee leden van 't comité werd op gewacht. Hier werd hun een fraai rozet opgespeld, waarna zij gezamenlijk naar paleis Soestdijk vertrokken. Arthur Dekker, vertelde ons dat zij hier gul werden ontvangen in een impo nerende zaal, met prachtige gobelins en schilderijen, waar hun door enige la keien in een fraai livrei jus d'orange werd aangeboden. De cheque werd in een met dierenmotieven versierde siga renkist gedeponeerd en vervolgens op een plateau geplaatst met tien rood-wit- blauwe linten, zodat elk delegatielid als een soort slippendrager kon fungeren. Daarna trad prins Bernhard binnen, die de cheque uiteraard dankbaar in ontvangst nam en zich daarbij bijzon der erkentelijk toonde over de fraaie si garenkist, die als een persoonlijk ge schenk voor hem was bedoeld. Ook was hij vol lof over het enthousiasme waar mee de Nederlandse jeugd zich voor de ze actie heeft ingezet en hij stelde de leerlingen enige belangstellende vragen over het aantal zegels dat door hen was verkocht. Een der jongens was nogal onder de indruk van deze prinselijke belangstelling, zodat hij prins Bernhard begroette met een enthousiast „Dag, ko ning!" Na dit bezoek, waarbij men ook nog een vluchtige ontmoeting had met prin ses Beatrix, die het paleis aan de ach terzijde betrad, keerde de delegatie weer naar Baarn terug, waar de deelnemers nog op sandwiches en sorbets werden onthaald. Dit bezoek was voor de jeug dige delgatie een machtige ervaring, waarmee zij zich voor alle genomen moeite ruimschoots beloond achtten. Er is nog een attractie aan deze sluitzegel actie verbonden in de vorm van een lo terij, waarbij onder de jeugdige verko pers een reis naar Kenya wordt verloot, zodat de gelukkige winnaar zich per soonlijk kan gaan overtuigen van de ma nier, waarop het bijeengebrachte geld hier wordt besteed. En je zult maar zo'n uitstapje winnen, zeg! MyDOB uw* EXAMENS AMSTERDAM (Gem. Un.). Gepromo veerd tot doctor in de wiskunde en na tuurwetenschappen L. de Gallan, op een proefschrift getiteld „Partiele distribution in the D.C. carbon are". Promotor was prof. dr. W. van Tongeren. E. S. Gelsema promoveerde op een dis sertatie getiteld „A bubble chamber inves tigation of the K-resonance". Promotor was prof. dr. J. C. Kluyver. D. V. Der Vartanian promoveerde op het proefschrift „On the mechanism of action of succinate dehydrogenase". Promotor was prof. dr. E. C. Slater. LEIDEN. Doctoraal examen biologie C. J. van Kuijen (Den Haag) en Th. E. Spreij (Bennekom), J. C. van der Vlugt (Koude kerk a. d. Rijn). Doctoraal scheikunde P. W. N. M. van Leeuwen cum laude (Leiden). Doctoraal scheikunde J. Kruseman (Lei den). Doctoraal natuurkunde R. F. Wielin- ga (Leiden). Advertentie CONSTANT verlovingsringen ALLE MODELLEN LANGE NIEUWSTRAAT 413 TELEF. 6321

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1965 | | pagina 4