fmMWïïwmm mm KUNST UIT SPROKKEL HOUT.. Pocketboekenhonger in Duitsland Wekelijks toege voegd aan alle edities van gblad/Oprechte II en IJ muider Co WÈÊÊÈÈÈÊÈË Lustmuziek HU door een onzer redacteuren l''Il::lf;ftl Erbij sfill ren: ik geloof niet dat er een mooier en dankbaarder hobby bestaat!' Ook in de Bondsrepubliek heeft het pocketboek een stormachtige ontwik keling doorgemaakt. Sinds in 1950 de eerste Duitse pocket verscheen, zijn er meer dan 260 miljoen exemplaren van tienduizenden titels verkocht. Bo venaan op de lijst staat nog altijd ,.Het dagboek van Anne Frank" met 829.000 verkochte exemplaren. Daar na volgen o.a. de roman „Oosten wind-westenwind" van Pearl Buck en „Draussen vor der Tür", van Wolf gang Borchert, beide met meer dan een half miljoen exemplaren, Franz Kafka's „Het oordeel", „Monpti" van Gabor de Vaszary en een kookboek „Waar mannen zo van houden", alle met ruim 400.000. Maar ook pockets van wetenschappelijke of filosofische aard brachten het tot zeer opmerke lijke oplagecijfers, zoals een Plato- vertaling (320.000), een „Kort over zicht der psychoanalyse" van Freud (243.000), en Ortega y Gasset's „Op stand der horden" (175.000). Trou wens, in deze miljoenendans der poc kets trekken de serieuzer werken nau welijks minder kopers dan de detecti ve- en liefdesromannetjes. Vandaar dan ook dat de Duitse uitgevers van plan zijn, in de komende jaren vooral de nadruk te leggen op litteratuur, kunst, wetenschap en politiek. Die plannen omvatten o.m. de uitgave van de volledige werken van Aristote- les, Augustinus, Kant, Schopenhauer, Dostojevski, Tolstoi, T. S. Elliot, Ez ra Pound en vele anderen. De Duitse pocketmarkt is op het ogenblik goeddeels in handen van ne gen grote uitgeversmaatschappijen o.a. Rowohlt, Ullstein, Fischer, Gold- mann. List en Kindier, die elk van tien tot 70 miljoen pockets per jaar omzetten. Maar ook buitenland se pockets, al of niet in Duitse ver taling, zijn in de grote steden in ruime variatie voorhanden. Uit een enquête onder het publiek is onlangs gebleken, dat het in Duits land vooral de jonge mensen zijn, die overwegend pocketboeken kopen en dit deels omdat deze goedkoper zijn, maar deels ook omdat, zoals de ondervraagde jongeren het uitdrukten „alle belangrijke werken toch vroeg of laat in zakedities verschijnen". Een proces dat de laatste jaren nog ver sneld is: soms is de wachttijd na een eerste druk-in-prachtband nog maar nauwelijks een jaar. HOE IS hij tot zijn vreemde liefheb berij gekomen? „Ik hield in de jaren vijftig een groot terrarium met allerlei reptielen. Voor de aankleding zocht ik mos, zwerfstenen en stukken boombast. Er ontbrak nog een originele klimtak voor de hagedissen. Ik trok de bossen in en kwam thuis met een hele collectie tronken en takken. Eén daarvan was het ezeltje dat u zojuist bekeken hebt. Zo is het begonnen en als het aan mij ligt dan ga ik ermee door tot mijn laat ste snik ZIJN VROUW glimlacht. „Hij is er helemaal weg van trouwens, ik ook. Soms struinen wij dagenlang door de wouden om nieuw materiaal te verza melen. De oogst bekijken wij dan bij EEN TIP die wij u gaarne ter over weging doorgeven. Sprokkelhout, dode takken en oude stronken zijn er ook in onze bossen volop te vinden en met een keukenmesje als gereedschap kunt u daarmee thuis meteen aan de slag gaan. TROUWENS: helemaal uniek is het idee niet. Reeds vele jaren geleden be gon de heer Naber, ex-theehuishouder in de Emmer Bossen, met het aanleggen van een collectie wortelmannetjes, knoestige „heksen" en andere prefabri cated kunstwerken der natuur. Die ver zameling (waarover wij hier al eens eerder schreven) is inmiddels naar het centrum van Emmen verhuisd (mu seum Naber's HofNoordeinde 21). Mocht u daar op een vrij weekeind of in de vakantie in de buurt komen, dan moet u dat familiemuseum (annex an tiekverzameling) niet verzuimen. Functionele muziek is reeds lang ge meengoed in werkplaatsen en fabrie ken, ter stimulering van de werklust. Binnenkort kunnen ook zelfbedienings winkels zich zo'n achtergrondmuziekje aanschaffen, ter stimulering van de kooplust. Op de expositie Zelfbediening, van 18 tot 20 mei in de Utrechtse Irenehal, werden afspeelapparaten, mu- ziekbandjes en toebehoren getoond, spe ciaal voor dit nobele doel vervaardigd door wetenschappelijke vorsers. Een team van psychologen en reklamemen- sen heeft het programma samenge steld: louter zoete melodietjes, die men hoort maar waarnaar niemand luis tert: de aandacht der klanten wordt dus niet van het kijk grijpen afgeleid. Beat-muziek is er niet bij, die zou zich te veel opringen. De fabrikant ver wacht van dit alles een aanzienlijke omzetstijging in de zelfbedieningswin kels, want „wie prettig gestemd is, die besteedt zijn geld vlotter en makkelij ker. Bij geruchte verluidt, dat de achter grondmuziekgeleerden reeds aan een nieuw programma voor een andere branche begonnen zijn. Voor 's Rijks belastingburelen, ter stimulering van de betaal-lust. MET KUNST HEEFT dit misschien maar heel zijde lings iets te maken' zegt hij bescheiden. „Wèl met een verdraaid fijne hobby en dan moet je dat verdraaüT in de meest letterlijke zin des woords op vatten". Met een brede grijns gebaart hij naar de bizarre houtplastieken aan de wanden, op de werktafel en zelfs op de grond van zijn atelier grillig gevormde werkstuk ken in alle stadia van bewerking. „Je wordt er gewoon DIE KUNSTENAAR is Alfred Enge- ler. Hij woont in de buurt van Zürich en was van huis-uit schrijnwer ker. Jarenlang heeft hij met jobsgeduld „antieke kasten", dekenkisten en sier- tafels gemaakt in vele stijlen, alles met de hand en versierd met prachtig lof werk. Hij gold als een der bekwaamste houtsnijders van Zwitserland, maar slechts weinigen konden zijn produkten betalen. „Nu, met de herleving van de krullencultus, is er een betere markt voor: iedereen wil tegenwoordig barok- kerige meubelen in huis hebben als een soort statussymbool" zegt hij. „Maar ik doe niet meer mee. Een enkel stuk maak ik nog wel 's, op speciale bestel ling. Maar voor de rest ben ik woud loper geworden en het resultaat ziet u hier HIJ WIJST naar een wonderlijk mas ker op zijn werktafel: een stuk boom wortel met een dikke puist erop. Met een slöjdmesje snijdt hij, snel en zeker, een laatste wenkbrauwboog, aan een jukbeen, een paar rimpels. „Ik doe er meestal maar weinig aan, de natuur lijke vorm moet zoveel mogelijk behou den blijven. Meestal zie ik al, als ik zo'n brok hout opraap, wat het worden gaat een kromme kobold, een ver leidelijke sirene, een of ander fabel dier. Dat daér is een madonna het kopje heb ik natuurlijk zelf gesneden. Maar vaak heeft moeder natuur zelf al de grondvorm gelegd. Dat ezeltje bijvoorbeeld (een kostelijke karikatuur a la Sancho Panza) lag zo voor het op rapen: ik heb alleen de hoefjes wat aangezet." draaierig van", lacht zijn vrouw. En achter het huis ligt nog een chaotische berg „grondstoffen": knoestige takken, wortels en boomstronken, de oogst van urenlange zwerf tochten door de Zwitserse bossen. Een nieuwe variant van brandhout sprokkelen, kan men zeggen. Maar dan selectief sprokkelen met een cultureel doel. Want geen van de knoesten of takken verdwijnt in de kachel. Zij wachten op het mes van de kunstenaar. voorkeur 's nachts, bij het strijklicht van een sterke lamp. Dan zie je nog beter, onder een telkens wisselende lichtval, wat het worden moet en ook hoe ongelooflijk rijk aan vormen de natuur is. Het is geweldig boeiend werk vaak delibereren we uren over één stuk: een duel in verbeeldingskracht. Ja, misschien is dit geen creatief werk, maar we putten er in elk geval een enorme voldoening uit. Vandaar, na ai die jaren, ons onblusbare enthousias me" MAAR VAN voldoening alleen kan men niet leven. Alfred Engeler expo seert en verkoopt zijn „natuurkunst- werken" in binnen- en buitenland. Hij zou nog meer kunnen verkopen als hij een hulpje nam, maar dat wil hij niet. „Ik wil dit zelf doen, mijn eigen smaak en ideeën volgen. Maar de kopers krij gen dan ook een uniek stukje hand werk, dat nergens ter wereld gedupli ceerd kan worden. Vandaar ook dat hij onlangs een aan bod van een warenhuis, om profitabel aan de lopende band kleine plastiekjes en madonnabeeldjes te gaan vervaardi gen volgens enkele standaardontwerpen en uit nieuw hout, nogal verontwaar digd van de hand gewezen heeft. „Er is al veel te veel kitsch en massawerk" zegt hij, „en bovendien: ik wil plezier in mijn werk houden." Daarom maakt hij zelfs kleine voorwerpen als hangers voor colliers, servetringen en brief openers uitsluitend als unica en louter uit sprokkelhout. VEEL MEER tijd heeft hij niet voor ons. Het werk wacht en zijn vingers jeuken. Verwoed kerft hij alweer los op een oude wortelstronk, zwart van ouder dom, terwijl zijn vrouw een zojuist vol tooid blankhouten engeltje met schuur- linnen de finishing touch geeft. Twee gelukkige, tevreden mensen. „Wacht," roept hij als wij al afscheid genomen hebben. Wacht es even. Je moet ook schrijven dat iedereen dit kan doen; iedereen althans, die een klein beetje fantasie en een nog kleiner beet je vingervaardigheid heeft. Oók kinde-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1965 | | pagina 13