Een kat tussen de duiven PANDA EN DE BRON 'WÊmmmê f' Rechter Tie en de antieke 19 Ons vervolgverhaal Een detectiveverhaal door Agatha Christie de belangrijke zebra WONDERLAND door dr. Robert van Gulik ZATERDAG 29 MEI 1965 SPELDJE Toke KTurt hoofdên cenr r seweeeuwT pe vn- (ia)ALt$)tsNEVs INGIN-ENPE DRIE KUftRTHTUINIEes woeppo WRjQFSLegPT.' r LATEN WE PAN BE 6IKINENI/ kn slag wil DIT ZAL DE CJE HOOFD KOSTEN II goed: laat de rechtszitting lifii *--> 'v•- 32) „Het spijt me, maar dat zal dan op een andere keer moeten gebeuren. „Ik ga veel en veel liever met Gi selle mee", gaf Shaista onvriendelijk ten antwoord. „Mijn oom is altijd zo vervelend, die eet en die knort maar." „Zo mag je niet praten. Dat is on ongemanierd," vermaande juffrouw Chadwick, „Je oom is maar een week je in het land, heb ik gehoord, en het spreekt vanzelf dat hij je dan bij zich verwacht". Misschien heeft hij wel een regeling, voor een ander huwelijk voor me ge maakt," opperde Shaista, terwijl haar gezichtje opkaarde. „Dat zou ik leuk vinden." „Als dat zo is, zal hij het je zonder twijfel vertellen. Maar je bent nog veel te jong om te trouwen. Je moet ook je opvoeding eerst afmaken. „Opvoeding vind ik iets onuitstaan baars," verzekerde Shasta. 2 De zondagmorgen liet zich stralend aanzien. Juffrouw Sapland was 's za terdags vrij kort na juffrouw Bulstro- de vertrokken. De dames Johnson, Rich en Blake verdwenen op zondag ochtend. De dames Vansittart, Chadwick, Rowan en Blanche waren op het Inter naat achtergebleven. „Ik hoop," zei juffrouw Chadwick, „dat de meisjes maar niet te veel kletsen over de on gelukkige juffrouw Springér." „Laten we hopen dat de hele zaak spoedig in het vergeetboek geraakt," zei juffrc uw Vansittart. „Als de ouders er tegenover mij over mochten be ginnen zal ik ze wel afschepen. Het beste zal zijn daarbij een vaste lijn te volgen." Onder geleide van juffrouw Vansit tart en juffrouw Chadwick wandelden de meisjes om 10 uur naar de kerk. Vier katholieke meisjes gingen, geës corteerd door mademoiselle Blanche, naar de mis. Daarna, zo tegen half twaalf, reden langzamerhand de wa gens voor. Elegant, waardig en gedis tingeerd stond juffrouw Vansittart in de hal. Zij begroette de moeders met een innemende glimlach, liet hun kinderen komen en wist ongewenste belangstelling voor het drama zeer handig af te leiden. „Verschrikkelijk," zei ze, „maar u begrijpt, hier praten wij er niet over. Al die jeugdige gemoederen.die behoren zich daar niet mee in te la ten." Julia stond met Jennifer voor een der klasselokalen het va-et-vient aan te zjen. „Ik viiid^da.L_tatttte-. Isabel mij ook weieens had mogen komen halen!" „Ma neemt me het volgende week end mee," vertelde Jennifer. „Deze keer krijgt papa een paar belangrij ke relaties over, daardoor kon zij niet komen." „Kijk, daar gaat Shasta onder volle tuigage naar Londen!" riep Julia uit. „Oei! Moet je die ho ge hakken eens zien. Ik wed dat Johnson dat niet goed zou vinden." Een chauffeur in livrei deed het portier van een grote Cadillac voor haar open. Shaista stapte in en weg reed ze. „Als je wilt, kun je volgende week met mij mee," bood Jennifer aan. „Ik heb Ma geschreven dat ik graag een vriendin wou meebrengen. „O, dolgraag!" zei Julia. „Moet je zien hoe Vansittart haar best doet." „Ze doet het allerminzaamst, vind je ook niet?" vroeg Jennifer. „Jawel, maar toch moet ik erom lachen," zei Julia. „Ze imiteert hele maal Bully. Maar ik moet zeggen, dat doet ze voortreffelijk." „Daar heb je de moeder van Pam", wees Jennifer. „Ze heeft alle broer tjes bij zich. Hoe ze allemaal in die Morris Minor kunnen, snap je niet." „Wat ga je vanmiddag doen, moet je niet eens een brief schrijven aan je moeder?" vroe Julia. „O, jee, dat heb ik je nog niet ver teld!" kwam Jennifer opeens. „Ik had tante Gina een briefje geschreven om haar te bedanken voor het mooie racket. Maar vanochtend kreeg ik haar antwoord, waarin ze zei dat ze erg blij was dat ik een nieuw tennis racket had gekregen, maar dat zij 't me helemaal niet gestuurd had!" „Zie je wel!" riep Julia triomfan- telijk uit: „Zei ik je niet dat er met dat racket iets niet in de haak was? En hadden jullie ook al niet een in breker bij jullie thuis gehad?" „Wat heeft dat er nou mee te ma ken? De man heeft trouwens niets meegenomen!" „Dat is juist het gekke. Ik vind dat er de laatste tijd veel te veel gekke dingen gebeuren," vond Julia. „Het zou bijvoorbeeld best kunnen dat er hier binnenkort wéér een moord ge beurde!" „Ajakkes, hoe kom je daar nu bij!" griezelde Jennifer. „Och, dat lees je altijd in boeken. Meestal volgt er een tweede moord. Daarom Jennifer, nu dit met jouw nieuwe racket gebeurd is, moet jij, vind ik, heel erg oppassen, dat jij 't niet bent, die vermoord wordt". „Ik?" vroeg Jennifer verwonderd. „Waarom zouden ze mij willen ver moorden?" „Omdat ik geloof dat jij op de een of andere manier bij al die gekke dingen betrokken bent." Nadenkend liet Julia erop volgen: „Volgende week moeten we het maar eens aan je moeder vragen. Misschien heeft iemand haar wel geheime stukken uit Ramat meegegeven." „Wat voor geheieme stukken dan?" „O, kind, hoe kan ik dat nou we ten?" leidde Julia's antwoord. „Mis schien wel plannen of formules voor een nieuwe atoombom. Zulk soort din gen." Jennifer keek allesbehalve over tuigd. 3 Juffrouw Vansittart en juffrouw Chadwick zaten in de conversatiezaal, toen juffrouw Rowan binnenkwam. „Waar zit Shaista?" vroeg ze. „Ik kan haar nergens vinden. De auto van de emir staat voor. Ze komen haar halen." „Wat zeg je?" Chaddy keek hoogst verwonderd. „Dat moet een ver gissing zijn. Drie kwartier geleden is Shaista al in de auto van de emir weggereden. Ik heb haar zelf zien instappen en wegrijden. Zij is een van de eersten geweest die werd ge haald." Eleanor Vansittart haalde haar schouders eens op. „Ik denk dat twee mensen allebei een auto hebben ge stuurd." Zij ging zelf naar buiten om met de chauffeur te praten. Deze keek hoogst verwonderd. „Er moet een misverstand zijn, da mes," zei hij. „Ik ben speciaal naar Meadowbank gestuurd om de jonge dame op te halen. Onze firma is altijd accuraat. Maar ja, zo'n Oosters gevolg is groot genoeg om twee men sen dezelfde opdrachten te laten geven aan twee verschillende garages. Dat zal hier dan ook wel zijn gebeurd." Hij draaide zijn grote wagen zeer behendig en verdween. Juffrouw Vansittart keek eerst nog een beetje weifelend, maar besloot zich nergens ongerust over te maken, in het heerlijke vooruitzicht van een rustige namiddag. Na de lunch gingen de enkele meis jes die thuisgebleven waren een par tijtje tennissen. Ook van het zwem bad werd druk gebruik gemaakt. Juffrouw Vansittart nam pen en schrijfpapier en ging in de schaduw van de grote ceder zitten. Toen de telefoon ging om half vier was het juffrouw Chadwick die ging luistere ren. „Met het internaat Meadowbank?" Het was de beschaafde stem van een jonge Engelsman. „Kan ik juffrouw Bulstrode even spreken?" niet aanwezig. U spreekt met juf frouw Chadwick." „O, het gaat over een van uw leer lingen. Ik bel u op namens emir Ibrahim in hotel Claridge." „O, ja, u bedoelt Shaista?" „Juist. De emir vindt Het bijzonder onaangenaam dat hij geen enkel be richt heeft gekregen." „Geen bericht? Wat voor bericht bedoelt u?" „Nu, dat Shaista niet kon komen vandaag." „Wat zegt u? Bedoelt u dat zij he lemaal niet is aangekomen?" „Neen, zij is niet gekomen. Is zij dan wel van Meadowbank vertrokken „Ja zeker, Omstreeks half twaalf is zij per auto afgehaald." (Wordt vervolgd) DIT IS HET VERHAAL van Silves ter. Silvester de zebra. Je weet wel, zo'n dier, dat een klein beetje op een paard lijkt en van die mooie strepen op zijn vel heeft. Silvester woonde in een dierentuin, samen met een hele boel andere zebra's. De meeste van die zebra's hadden gewone namen, zoals Zee of Bra, maar Silvester was een buitenbeentje. Hij heette Silvester en dat is een heel ongewone naam voor een zebra. Silvester was ook een beetje ver waand. Hij praatte vaak over zijn va der, zijn grootvader en zijn overgroot vader, die allemaal beroemde en defti ge zebra's waren. Silvester vond dat hij afstamde van een heel belangrijke familie en dat hij daarom zelf ook erg belangrijk was. Hij liet geen kans voor bijgaan om dat aan zijn kameraden duidelijk te maken. Omdat Silvester vond dat hij zo be langrijk was, gedroeg hij zich ook an ders dan de andere zebra's. Hij liep nooit hard, maar altijd heel langzaam en statig. En hij stak altijd zijn neus in de lucht. Daarmee wou hij laten zien hoe voornaam hij wel was. MAAR OP EEN DAG gebeurde er iets naars. Silvester kreeg pijn in zijn nek. Elke dag werd zijn nek stijver; het deed erg zeer. Tenslotte merkte Silvester tot zijn schrik dat zijn nek zó stijf was dat hij hem niet meer kon bewegen. Met andere woorden: hij kon zijn kop niet meer naar beneden krij gen. Eerst maakte Silvester zich daar niet bezorgd om. Hij dacht: „Nu kunnen alle andere dieren zien hoe belangrijk ik ben." Maar na een tijdje begon hij zich wél zorgen te maken. Omdat zijn nek zo stijf was, kon hij niet zien waar hij liep. En als het regende liep het koude water recht in zijn neus. Boven dien kreeg hij honger .Zoals je weet eten zebra's gras. En om gras te eten moeten ze hun kop naar de grond buk ken en dat kon Silvester niet meer. Zijn nek werd alsmaar stijver en hij kreeg steeds meer honger. OP EEN MIDDAG zag hij een groep je andere zebra's gras eten. Silvester kende die zebra's TVel, maar hij had nooit met ze gespeeld, want daar vond hij zichzelf veel te belangrijk voor. Maar nu hij hen zo lekker zag eten, werd hij erg bedroefd. Hij ging in een hoekje zitten en huilde dikke tranen. Omdat hij daarbij zijn kop omhoog- Advertentie t ij de lij k met 1 JAARGETIJDE yWMVWWWVWWWVWVWWVWWWWWWWVWWVWVWVWWWWWWWWWWVWWWWWWVMVWVWWWWi, EEN KLEIN, dom eendje snaterde naar Dikkie Olifant: „Waarom heb jij een staartje aan de voor- en achterkant?". EEN PAARD dat het hoorde, hinnikte: „Twéé staarten, ik lach me naar, dat is voor Dikkie Olifant toch wel een beetje naar". „NU MOET je even luisteren", zei het paard, „zeg kleine turf, vanachter zit z'n staart maar aan de voorkant, heus z'n slurf! ELKA CQC- MAïffcM TOvH«tR 28. Het land van de dwergen bleek nogal ruig te zijn. Hier en daar werd het rotsachtig terrein doorsneden door diepe ravijnen, waaruit kwade dampen opstegen of waar roofdieren brullend rondslopen. Bij een van die kloven, die gevuld was met trompettend rondstampen- de mammoets, bleven de dwergen staan en keken vra gend naar de ontdekkingsreiziger. „Gevangene hierin gooien?" vroeg een van hen hoopvol. Maar meneer Drom schudde het hoofd. „Weet veel erger straf", ant woordde hij. Joris was blij dat het niet doorging, maar aan de andere kant vervulde dit antwoord hem met onbehagen. „Spant ge hun verwachtingen niet te hoog?" fluisterde hij de ontdekkingsreiziger toe. „Ik waardeer uw reddingspoging, maar ik begin me wel af te vragen wat voor straf dit volkje straks nog zal kunnen bevredi gen". „Ja", beaamde Panda. „Nou moet u iets ergers voor Joris bedenken dan deze akelige kloof. Hoe kunt u hem dan redden?" Jullie redeneren verkeerd", ant woordde de ervaren reiziger. „Ik moet een straf beden ken, die in de ogen van deze dwergen erg is, maar niet voor ons". „Dat begrijp ik niet", zei Panda. „Als die ruwe dwergen iets erg vinden, is dat toch zeker ook zo voor ons?" „Fout", antwoordde meneer Drom. „Je moet je in de gedachtengang van dit volkje verplaatsen. Zij zouden het bijvoorbeeld heel erg vinden, om in de Bron van Rijkdom gegooid te worden, want die boe zemt hen een bijgelovige angst in. Maar de heer Goedbloed zal daar geen bezwaar tegen hebben,veronder stel ik". „Nee! Totaal geen bezwaar!" riep Joris oplevend, „wat een pracht plan! Geniaal!" „Ik zal dat evenwel niet voorstellen", hernam meneer Drom. „Want we moeten deze gelukzoeker daar juist weg houden. Ik verzin wel iets anders." „O neen", mompelde Joris. „Met een andere straf neem ik geen genoegen. hield en heel zachtjes huilde, merkten de andere zebra's niets van zijn ver driet. Als ze het wél gemerkt hadden, hadden ze hem vast wel getroost, want het waren heel aardige zebra's. Silvester huilde zachtjes voor zich heen. Dikke, warme tranen stroomden langs zijn wangen en langs zijn hals en vielen daarna op de grond. Al gauw vormden ze een plasje rond zijn poten. Bedroefd keek Silvester naar de grond. „Als ik hier blijf staan, word ik nog verkouden," zei hij treurig. EN TOEN GEBEURDE het! Opeens merkte hij dat hij naar beneden keek! Hij, Silvester, keek naar de grond! Zijn nek was niet stijf meer! De war me tranen hadden de stijfheid ver dreven! Silvester was dolblij dat hij de grond weer zag en het gras en de bloemen en alle mooie dingen die er op de grond te zien zijn. Ook was hij blij dat hij de andere zebra's weer goed kon zien. Hij dacht bij zichzelf: „Wat kan het me eigenlijk schelen hoe belangrijk mijn vader en mijn opa waren? Ik ben mezelf Silvester en ik kan spelen en lachen en zingen net als alle andere zebra's. Ik ben niks belangrijker dan zij." Toen keek hij naar de andere ze bra's, die aan het spelen waren. En weet je wat hij deed? Hij maakte een paar malle sprongen en rende toen in galop naar hen toe. „Mag ik mee doen?" riep hij. TEIT' I riA/ir rnnnni i flRMINGCte WORDEN GEBRUIKT RL3 HAMERS, b-jSIS PIEKJEN ALS BALLEN EK/ DE KAARTEN VORMEN 6e RCRTOES KL'JK ®AN KOMT De wrt, -rtewjc. NIEMAND HEM 2lET...0EH«.VE hlice... ekjter- WDL DEkÖNINGIN MRKEkJHflftKT H'J PC SMRVEL UflN Den.fiMiNOooN- HAARfc* DE KONINGIN MAAKT EEN GE WELPtGE SLRO BU KOMT PAN. MET EEKJ PLOF OP PEC3RDND! NU ZULLEN we ieT«5 l eu les ee LEVEN.' £TjKjngFe»tuf«5fndicw 'ZOJ ZE EE£5t\ NIET BERECHT KUNNEN WOR DEN..? EVEN TDE5 AAA RE BEGIN NEN.' MAAR.. MAAR LIEFDE IPE KWARTEN OM5INGCLEN ALICE EN ZE WORDT WEGGELEID NAAR DE RECHTSZAAL IW HET kasteel ZO.IK MOET ER VANDOORZEG OP, WAARD! WAT KRIJG JE VAN ME KUKDIE BROER WN MEVROUW \l|I| WEV 'NS RENNEN ...WATKUKTE NIJDIG! ZOU IK OOK ALS ZE M'N ZUSTER urr HUIS HADDEN GEPEST.... rrawWTp NOU JA...TT KAN OOKZUN CAT WEV HEM PER VERGISSING EEN LAXEER MIDDEL INPLAATS VAN EEN HOEST DRANKJE HEEFT GEGEVEN

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1965 | | pagina 19