CeCrn Een kat tussen de duiven PANDA EN DE BRON De jeugd volksdanst weer gretig, maar alléén „op z'n buitenlands" novinc 9 Ons vervolgverhaal Rechter Tie eo de antieke dolk door dr. Robert van Gulik A Een detectiveverhaal door Agatha Christie WOENSDAG 9 JUNI 1965 «78gr - r SI kenmerk «tor kwaliteit ■y^y V» V V gHHuHfiHSuKi OOI L1JKE NAAM BLAUWKAPEL □o> □2® a.5fS Ja, speldjes-regen bij Celwa pro- dukten. 2 garantiezegels van het zelfde produkt opsturen en u krijgt een speldje van dèt produkt. Ër zijn 5 Celwa produkten met elk 'n eigen speldjel B.v. CELWA KEUKENROL, dè keukenpiet. Gemakkelijk en sterk. Ned. Exportpapierfabriek N.V. Postbus 57 - Nijmegen v. -. ft t -ï» 36. „Dit deed ik voor uw eigen bestwil," verklaarde ie bronwachter met vriendelijk vermaan. Joris kwam duizelend overeind en drukte de deuk uit zijn hoed, die de knots daarin had achtergelaten. „Bah", zei hij ont stemd. „Het gebruik hier, om iemand steeds op het hoofd te slaan, wordt bepaald hinderlijk!" „Die slag treft ieder, die zonder toestemming naar de Bron wil," verklaarde de bronwachter. „Het brengt hen tot andere gedachten." „Welaan", zei Joris. „Dan zal ik mijn ge dachten in de gewenste vorm plooien. Geeft u mij thans toestemming om naar de Bron te gaan?" Maar de grijsaard schudde het hoofd. „Neen", sprak hij. „Uw gedachten zijn wel geplooid, doch niet zuiver. Voor uw eigen bestwil moet ik u die toestemming weigeren." „Alles voor mijn eigen bestwil..." bromde Joris bitter. „Kan ik soms zelf niet beoordelen, wat goed voor me is?" „Neen, dat kunt ge niet", antwoordde de oude. „Ge zijt nog niet rijp voor de Bron. Er huist daar namelijk een geest, die u te gronde zou richten. Slechts lieden die ontvankelijk voor de brongeest zijn, kunnen er zonder schade been. Dus ga nu, het is voor uw eigen bestwil." En hij hief vermanend zijn knots. Joris, wiens hoofd nu niet naar vermanende klappen stond, maakte dat hij weg kwam. „Een geest in de bron..." bromde hij misnoegd. „Jaja, met dat soort verhaaltjes kan hij bijgelovige dwergen op een afstand houden, maar mij niet. Ik moet en zal de Bron van alle Rijkdom berei ken..." HM..JT IS WEL VOLLEDIG ...KLEIN EN WAT GEZET.. .BLAUW KLEED «ET RODE SJERP 5 SEEN BIJZONDERE KENTEKENEN-PERSOON nuuuuuuuuuur - _„.„V üDüQDDocücjf BLAUWKAPEL?.,.TSJIAO nnnODODDOC 7 TAI ...SEEF ME DIE 60UDEN 1 □Qouyuooo HAARSPELDEN DE JE OP I BOEKHOUDER RANS'3 l V LIJK VOND A® kPO&bw»-. -tflJaöüa Kooaod *3QÜOODCIDÜDO □r/QDDnaoaoaoDO DOCJi^SSMOaDQQ n q 3 d Q Q o m DD I QOEO V %KrSftSS!anoPOO l|luTjïïDaaDOQüD .kvuaQDoaoQaoD a oao g? AlDQPQQPQOaG iVippppppppa /Tvodppdqddod él Widdppppqd r Wg?rrVr Ijnnnn -sSw IRjkj o volksdeel schijnt het moeilijk te hebben met deze vorm van vrijetijdsbesteding, zegt de heer Van Santen ervan. De dansleiding is bij „Zajednica", dat niet minder dan 360 leden telt, in goede handen. Rita Blokzijl, uit de groep voort gekomen, besteedt vrijwel al haar vrije tijd aan cursussen. Steeds weer komen volksdansleraren uit andere landen naar Nederland om daar volksdansleiders te instrueren en Rita ontbreekt daarbij nooit. KUK EENS .TSJIAO TAI.DE KNOPPEN HEBBEN CE VORM VAN VLINDERS EN DEVLEUSELS ZIJN INGELESD MET TURKOOIS...DE BLAUWKAPEL DUS,. 40) Julia keek nog eens op haar horlo ge, liet zich op haar gemak naar be neden glijden op de buitenmuur, ging er schrijlings op zitten en liet zich vervolgens aan de buitenzijde eraf glijden. Dertig meter verder was een bushalte, waar binnen enkele minu ten de bus behoorde te stoppen. Dat gebeurde ook. Julia hield hem staan de en stapte in. Zij had nu een vilt- hoedje van onder haar katoenen jurk te voorschijn gehaald en over haar enigszins verwarde haardos getrok ken. Bij het station stapte zij uit en nam de eerstvolgende trein naar Lon den. Op haar slaapkamertje had zij een briefje tegen de spiegel gezet, ge richt aan juffrouw Bulstrode „Geachte juffrouw Bulstrode, Ik ben niet ontvoerd en ook niet weggelopen, maakt u zich dus maar niet ongerust. Ik kom zo spoedig mo gelijk terug. Hartelijke groeten Julia Upjohn." Op Whitehouse Mansions, nummer 228. deed Georges, de onberispelijke huisknecht van Hercule Poirot, de voordeur open. Hij keek enigszins verbaasd naar en schoolmeisje, wier gezichtje er ietwat besmeurd uitzag. „Zou ik meneer Hercule Poirot als tublieft even kunnen spreken?" Georges deed er een paar seconden langer over dan gewoonlijk, voordat hij deze vraag beantwoordde. Dit was een onverwacht bezoek. „Monsieur Poirot ontvangt nooit iemand zonder voorafgaande af spraak," luidde zijn afgemeten ant woord. „Het spijt me, maar ik heb geen tijd om daarop te wachten. Ik moet hem wérkelijk ogenblikkelijk spre ken. 'Het is zeer dringend. Het be treft twee moorden en een beroving en zo." „Ik zal even gaan horen of mon sieur Poirot u wil ontvangen," zei Georges. Hij liet haar in de vestibule staan en ging zijn heer en meester raadple gen. „Hier is een jongedame, me neer, die dringend verzoekt of u haar even wilt ontvangen." „Nou nog mooier!" zei Hercule Poi rot. „Een afspraak kan niet zo maar worden gemaakt." „Dat heb ik haar ook al gezegd, meneer." „Wat is het voor een jongedame?" „Nou, meneer, het lijkt nog wel een kind, het is een héél jong meisje." „Een heel jong meisje? Of een jon gedame? Wat bedoel je eigenlijk, Ge orges? Want dat is bepaald niet het zelfde." „Het spijt me, meneer, dat ik niet duidelijk ben. Het is nog maar een schoolmeisje. Maar al is haar jurk gescheurd en smoezelig, het is toch echt een jongedame. En zij wilde u raadplegen over twee moorden en een beroving." Nu vlogen Poirots wenkbrauwen omhoog. „Twee moorden en één be roving! Origineel. Laat het kind de jongedame binnenkomen!" Julia Upjohn trad de kamer binnen, met slechts een heel klein beetje ge brek aan zelfvertrouwen. Zij sprak beelfd maar op heel natuurlijke toon. „Dag, meneer Poirot. Mijn naam is Julia Upjohn. Ik geloof dat u een heel goede vriendin van Mammie kent. Mevrouw Summerhayes. Wij hebben vorige zomer bij haar gelo geerd, weet u, en zij heeft ons van al les van u verteld." „Mevrouw Summerhayes Poi rot zag in herinnering weer een dorp je, tegen de helling van een heuvel gebouwd. En bovenop een huisje. Hij herinnerde zich een lief gezicht met zomersproeten, een divan met een gebroken veer, een heleboel hon den en nog andere zaken, aangena me zowel als minder aangename. „Maureen Summerhayes," ant woordde hij. „O, zeker!" „Ik noem haar tante Maureen, maar zij is helemaal geen tante van me. Zij heeft ons verteld hoe wonder lijk knap u een man, die wegens moord was veroordeeld, uit de gevan genis hebt gered. En toen ik niet wist wat ik doen moest en wie ik om hulp zou kunnen vragen, heb ik dade lijk aan u gedacht." „Zeer vereerd," sprak Poirot in ernst. Hij trok een stoel voor haar naderbij. „Vertel me maar eens al les. Georges, mijn huisknecht, zei dat je me wilde raadplegen over een be roving en meer dan één moord? Is dat juist?" „Ja," antwoordde Julia, „juffrouw Springer en juffrouw Vansittart. En dan is er ook nog een ontvoering maar daarmee heb ik, geloof ik, niets te maken." „Je bent verbijsterend, Julia. Waar zijn al deze opwindende dingen ge beurd?" „Op school op Meadowbank!" „Meadowbank!" riep Poirot ver wonderd. „Ah!" Hij fljk keurig ks keurig stapeltje kranten, dat binnen zijn bereik lag. Hij pakte er een op en keek de voorpagina „Ik begin het te begrijpen," zei hij. „Vertel me maar eens alles, Julia, en begin maar bij het begin." Dat deed Julia. Het was een lang verhaal en vrij ingewikkeld, maar zij deed het duidelijk en in logische volg orde slechts zo nu en dan zichzelf onderbrekend, wanneer zij iets verge ten had. Zo kwam zij tenslotte bij het moment waarop zij de vorige avond op haar slaapkamer het tennisracket had opengepeuterd. „Ziet u, ik dacht aan Aladdin en het brengen van nieuwe lampen ter wille van de oude en dat er be slist iets met dat racket aan de hand moest zijn!" „En was dat zo?" „Ja." Zonder een spoortje van val se schaamte trok zij haar rok op en ro,de haar broek op tot aan haar dij been en liet daar iets zien, dat op een grijs verband leek, dat met leukop last op haar been was gehecht. Zij trok de reepjes leukoplast van haar been, onder het slaken van een smartelijk kreetje: „Au!" En nu ont waarde Poirot dat het grijze verband in werkelijkheid een plastic sponze- zakje was. Julia maakte het los en stortte, zon der een woord te zeggen, een bergje flonkerende edelgesteenten voor hem op tafel uit. „Nom d'un nom d'un nom!" liet Poirot zich fluisterend, in diep ont zag ontvallen. Hij nam de juwelen op en liet ze door zijn vingers glijden. „Nom d'un nom d'un nom!" herhaalde hij. „Die stenen zijn echt! Helemaal echt!" Julia knikte. „Dat moet ook wel. Anders zouden er geen mensen om zijn vermoord, denkt u ook niet? Maar nu begrijp ik dat iemand ertoe komen kan ..ter wille van dit!" En opeens, net als de vorige avond was het een vrouw die met de ogen van het kind naar de juwelen keek. Poirot observeerde haar scherp en knikte. „Juist jij kunt het begrijpen je voelt zelf de duivelse toverkracht. Ze kunnen ook voor jou niet louter speelgoed blijven jammer ge noeg!" „Het zijn juwelen!" riep Julia, op juichende toon. „En je hebt ze, zei je, in het ten nisracket ontdekt?" Julia voltooide haar relaas. „Heb je mij nu alles verteld?" „Ik geloof van wel. Misschien heb ik hier en daar een beetje overdre ven. Dat gebeurt me zo nu en dan. Maar bij Jennifer, mijn beste vrien din, is het net andersom. De meest opwindende dingen kan ze op een ont zettend saaie manier vertellen." An dermaal keek Julia met bewonderen de verrukking naar het flonkerende stapeltje. „Monsieur Poirot, aan wie behoren ze nu eigenlijk?" „Die vraag valt waarschijnlijk ui terst moeilijk te beantwoorden. In elk geval niet aan jou noch aan mij. Maar nu moeten we een beslissing nemen ten aanzien van onze volgen de stap." Julia zag hem vol spanning aan. „Je laat de beslissing aan mij? Best!" Hercule Poirot sloot zijn ogen. Plot seling sloeg hij ze op en kwam vlug in actie. „Dit is- een gelegenheid waar bij ik niet in mijn leunstoel kan blij ven zitten, al geef ik daaraan meest al de voorkeur. (Wordt vervolgd) (wvvwvvmAfvvvvvvmMvvvvmnfvinivvvvvmivvvvifvvifmMvvmmvmfvmfi'immfifiMvmfiiifVifv OVERAL IN NEDERLAND zijn de laatste jaren volks dansgroepen opgericht, die veel vat op de jeugd blijken te hebben. In tal van zalen klinkt 's avonds volksmuziek uit een luidspreker van pick-up of band recorder, her en der oefenen jongens en meisjes op stappen en sprongetjes, op solodansen en reidansen. Natuurlijk, het is vroeger ook zo geweest. In de glorietijd van de AJC en andere jeugdbewegingen was de volksdans een geliefkoosde ontspanning. Maar er is een kardinaal verschil: de jeugd van nu danst niet meer op de Driekusman of de Tovercirkel. De jongens en meisjes van 1965 dansen een kolo of een sopsko-oro, ze geven zich over aan de betovering van de door een tambura of balalaika voortgebrachte muziek, ze uiten even schrille kreten als de bewonderde voorbeelden uit Joegoslavië of Rusland doen. Advertentie Het volksdansen wordt een veelomvat tende beweging. Een verblijdend teken, want het werkt de internationale verbroe- WAARDOOR kan men de enorme vlucht van de volksdans uit vreemde landen ver klaren? Is het doordat de jongeren meer de grenzen overtrekken dan vroeger? Is het een gevolg van radio en televisie? Of komt het door de talrijke bezoeken, die buitenlandse danstheaters aan ons land brengen? Vraag het de heer H. van San ten, die één van de belangrijkste groepen in ons land, het Amsterdamse Zajednica, leidt: „Ik geloof dat een belangrijke fac tor ook. is het voorbeeld, dat enkele pio- niersgroepen hebben gegeven. De jeugd raakte begeesterd, richtte nieuwe vereni gingen op en zo ontstonden de clubs de laatste jaren in groten getale. Vergeet niet, dat het Joegoslavische danstheater in het begin lang geen volle zalen trok. Slechts dertig percent van de stoelen was bezet. Maar nu zijn de voorstellingen .At- verkocht. De mensen zijn de muziek en de dans gaan waarderen". Zajednica is nu een bekende groep, die ook regelmatig voor de televisie optreedt. Maar het begin was maar zeer beschei den. Twintig Amsterdamse trekkers wer den in 1959 door de ANWB uitgenodigd een lustrumavond te verzorgen. Ze stu deerden er onder meer volksdansen voor in en ze raakten er zo door geboeid dat ze besloten door te gaan. De groep werd een vereniging, die al spoedig op dins dagavonds in „Het Eiland" op Kattenburg ging oefenen. Zajednica is daar altijd ge bleven, al zijn de omstandigheden veel beter geworden, want in het begin had men nog geen bandrecorder, kostuums en een uitgebreide voorraad muziek. Daar voor ontbraken de financiën. Er kwamen echter spoedig meer leden en door het ge ven van avonden voor vrienden en ken nissen kon men wat meer financiën aan trekken. dansgroep zajednica Ambassades werden aangeschreven, reisfolders bestudeerd en buitenlandse danstheaters bekeken. Op alle mogelijke manieren trachtte men aan (vijf jaar ge leden nog vrijwel niet te krijgen) muziek te komen. En nu komen nieuwe groepen naar Zajednica om advies en om muziek. Veertig a vijftig zijn er al in Nederland, alleen Brabant en Limburg zijn er totaal van verstoken. Het rooms-katholieke Zes leden van de demonstratiegroep Zajednica studeren een Servische dans in onder het toeziend oog van Hans van Santen (onder). Bovenaan de pagina ziet u „Zajednica" in volle actie pijdens een zaaluitvoering. Vol enthousiasme voeren twee solisten de Russische „Gopak" uit. Hoeveel variatie er moge lijk is in de Joegoslavische solodansen ziet men rechts, waar drie passen van de „Sopsko-Oro" worden getoond. In het midden de frontpagina van het clubblad van Zajednica. Het gevolg is duidelijk zichtbaar: het re pertoire van „Zajednica" is zo langzamer hand enorm groot. Als men een van de vele avonden in het land geeft (alleen al dertig in Amsterdam) kan men dansen uit vrijwel elk land tonen. De groep begon met Israel, Italië, Schotland, Zweden en Spanje, maar daarna kwamen Joego-Sla- vië, Griekenland, Hongarije en Rusland aan de beurt en sindsdien is de rij nog veel langer geworden. Vooral de Joego slavische muziek is in Nederland zeer po pulair geworden. Er is altijd een bepaal de wisselwerking met de vakantiegewoon ten, want met de groeiende populariteit van Griekenland als vakantieland stijgt ook de interesse in de volksmuziek van dit land, die heus meer omvat dan „Nooit op zondag" en die nu bijvoorbeeld in Ne derland enthousiast wordt gepropageerd door „Les Helléniques". Eén van de gro te problemen voor volksdansgroepen is altijd de muziek, want de muziek via de bandrecorder blijft altijd surrogaat, al is het bij een zaaluitvoering best bruikbaar. Vaak neemt „Zajednica" echter het or kestje Sanjar, dat onder leiding van Wou ter Swets staat, mee. Dit ensemble is ge heel op de volksdans ingesteld, al is het nooit mogelijk altijd de zuivere instrumen tatie aan te houden, omdat men dan hon derden instrumenten zou moeten kunnen bespelen. „Kinderen kunnen bij ons op negenja rige leeftijd beginnen", zegt de heer Van Santen. „Er zijn zes groepen en als het goed gaat komen ze daarna in de begin- nersgroepen, waarvan we er twee heb ben. Verder hebben we nog een gevorder- dengroep, een o^leidingsgroep en een de monstratiegroep. Die laatste groep geeft overal uitvoeringen, maar we hebben mo menteel zoveel goede dansers, dat we rustig twee of drie uitvoeringen tegelijk kunnen verzorgen. Ik vind eigenlijk het belangrijkste, dat we de kinderen een verantwoorde vrijetijdsbesteding leren. De ouders vinden het fijn, dat de kinderen bij ons zo goed onderdak zijn. We hebben een eigen clubblad „Novine", dat door de jongens en meisjes zelf wordt verzorgd. Trouwens, het gehele bestuurswerk wordt door de jongelui zelf gedaan, wij houden alleen een oogje in het -zeil. We hebben van Zajednica dat tussen haakjes Joe- goslavisch is voor „beweging" niet al leen een dansclub gemaakt. Het is een groot opgezet stuk vrijetijdsbesteding, waar de jongeren later veel aan zullen hebben". dering in de hand. Zajednica gaat regel matig naar het buitenland, won in Wenen een prijs voor de beste folkloristische groep en gaat binnenkort in Hongarije op treden. Groepen uit het buitenland komen hier. Zo is het volksdansen een van de aantrekkelijkste facetten van het steeds meer naar elkaar toe groeien van de vol keren. Maar kijkt Zajednica nu alleen naar het buitenland? Nee, want de groep studeert nu ijverig op de Nederlandse volksdansen. De Oudhollandse dansen worden met wat show gekruid, maar blij ven toch correct van vormgeving. „We zetten er alleen een paar achter elkaar voor de variatie" zegt Hans van Santen. „Dat mag wel". Zo werken de buitenland se danstheaters trouwens ook. Want voor de toeschouwer is de beleving van d« dans nu eenmaal anders dan voor de uit voerenden. Hij verlangt meer afwisseling. Een afwisseling, die hij bij Zajednica ruimschoots krijgt.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1965 | | pagina 9