Een kat tussen de
duiven
Oorlogsmisdadiger werd evangelist
rs*.
Erai
m'i mms
PUZZEL NUMMER
PANDA EN DE BRON
SPELDJES
CeCrn
D
Leider van aanval op Pearl Harbor
getuigt nu van zijn geloof in Godf
Ons vervolgverhaal
Een detectiveverhaal
door Agatha Christie
s
door drRobert van Gulik
Tl
VRIJDAG 11 JUNI 1965
■w -i
mm ®|pi
tillllli
kenmerk voor kwaliteit
V -V\<
,/\AAAAA*»A#WUUMM%A/
42)
„Maar Mammie mag ik het dan we)
vertellen, nietwaar?" vroeg Julia.
„Dat spreekt vanzelf. Dus, Julia,
dat blijft afgesproken. Je moest nu
maar gauw gaan".
Julia verliet het vertrek. Zij deed
de deur achter zich, dicht. Juffrouw
Bulstrode keek Poirot doordringend
aan. „Ik heb u goed begrepen, geloof
ik", zei ze. „Daarnet maakte u zo
veel vertoning van het sluiten van de
deur. Maarin werkelijkheid hebt
u hem expres op een kier open laten
staan".
Poirot knikte.
„Zodat kon worden afgeluisterd het
geen wij samen bespraken?"
„Ja voor het geval hier iemand
mocht zijn die daar prijs op stelt. Dit
was een voorzorgsmaatregel voor het
kind het moet hier algemeen be
kend raken dat hetgeen zij ontdekt
heeft nu op de bank in veiligheid is
gebracht en zich niet meer in haar
bezit bevindt".
Juffrouw Bulstrode keek hem even
aan. Zij klemde haar lippen vastbe
sloten opeen.
„Aan dit alles moet een eind ko
men!" sprak zij.
2
„Het is de bedoeling", verklaarde
de districtscommissaris, „dat we on
ze inzichten en inlichtingen uitwisse
len en combineren. Wij verheugen ons
zeer over uw aanwezigheid, monsieur
Poirot", liet hij erop volgen. Inspec
teur Kelsey bewaart de beste herin
neringen aan u".
„Dat is lang geleden", verzekerde
Kelsey, „hoofdinspecteur Warrender
had toen de zaak in handen en ik
was nog een jong broekje. Ik kende
mijn plaats".
„Deze heer, die voor ons aller ge
mak Adam Goodman wordt genoemd,
zult u wel niet kennen, monsieur Poi
rot. Maar u kent zijn onmiddellijke
chef. De chef Speciale Diensten".
„Kolonel Pikeaway?" vroeg Hercu-
le Poirot nadenkend. „O, zeker, al is
het een tijdje geleden dat ik hem het
laatst gesproken heb. Is hij nog
steeds even slaperig?" vroeg hij aan
Adam.
Adam schoot in de lach. „Ik merk
dat u hem goed kent, monsieur Poi
rot. Ik heb hem nog nooit klaar wak
ker gezien. Als me dat overkomt,
weet ik meteen dat het hem niet meer
interesseert wat er in de wereld
voorvalt".
„Heren", hernam de districtscom
missaris, „ter zake! Ik zal gaarne
horen wat de ambtenaren die met
het onderzoek in 'deze zaak belast zijn
mij te zeggen hebben. De zaak heeft
vele kanten. Laat ik beginnen met te
zeggen", daarbij keek hij Poirot aan,
„dat een meisje een leerlinge van
Meadowbankbij u is gekomen
met een prachtig verhaal over iets
dat zij gevonden had in het uitgehol
de handva' van een tennisracket.
Voor haar een hoogst opwinnende
ontdekking. Een verzameling, laten
we zeggen, gesteenten, fraai ge
kleurd, similidiamanten, goede imi
taties iets dergelijksof zelfs
half-edelgesteenten, die vaak even
aantrekkelijk zijn als de echte. Het
kind kan natuurlijk een overdreven
voorstelling hebben gehad van de
waarde. Zo iets is zeer wel moge
lijk, nietwaar?" De districtscommis
saris zag daarbij Hercule Poirot door
dringend aan.
„Zo iets ligt inderdaad zeer voor de
hand", bevestigde Hercule Poirot.
„Best," vervolgde de districtscom
missaris. „Aangezien degene die deze
gekleurde gesteenten hier heeft
ingevoerd zulks onbewust en onschul
dig heeft gedaan, behoeven we niet te
denken aan een gevoel van ontdui
king van douanevoorschriften. Maar
wel doet zich de vraag voor naar on
ze buitenlandse betrekkingen.
„Onze politieke betrekkingen zijn,
naar men mij verzekerd heeft, juist
op het ogenblikuitermate deli
caat. Wanneer het belangrijke oliebe-
langen betreft of wel bepaalde ertsla-
gen en dergelijke, hebben wij te ma
ken met regeringen die min of meer
toevallig aan het bewind zijn geko
men. Wij dienen ten koste van alles
te voorkomen dat zich onaangename
kwesties voordoen. Een moord kun
nen we natuurlijk niet buiten het
nieuws houden. Maar er is in ver
band daarmede nog geen gewag ge
maakt van zo iéts als edelgesteenten.
In ieder geval behoeft daarvan voor
lopig ook geen sprake te zijn".
„Men dient internationale verwikke
lingen altijd zoveel mogelijk te voor
komen".
„Juist, precies!" viel de districts
commissaris hem bij. „Ik geloof met
recht te kunnen zeggen dat de vroe
gere heerser van Ramat als een vriend
van Engeland mocht worden be
schouwd en dat ons tegenwoordig be
wind er dus prijs op zal stallen dat
diens wensen of beschikkingen ten
aanzien van eventuele eigendommen
van hem die zich hier te lande moch
ten bevinden stipt worden uitgevoerd.
Wat dat precies zeggen wil, weet, ge
loof ik op het ogenblik niemand.
Zou evenwel de tegenwoordige rege
ring van Ramat bepaalde eigendom
men opeisen, onder bewering dat de
ze haar toekomen en aan niemand
anders, dan lijkt het me beter dat we
ook niet eens weten dat bedoelde ei-
dendommen zich werkelijk hier te
lande bevinden".
„In de diplomatie zijn rechtstreek
se weigeringen niet gebruikelijk",
merkte Hercule Poirot op. „In plaats
daarvan zegt men dat aan de gele
genheid alle aandacht zal worden ge
schonken die zij verdient, maar dat
op het ogenblik niets met zekerheid
bekend is omtrent enig laat ons
zeggen: appeltje voor de dorst dat
aan wijlen de vroegere heerser van
Ramat zou hebben toebehoord. Het
zou zich nog in Ramat kunnen bevin
den, of wellicht onder de hoede van
een vertrouweling van wijlen prins Ali
Yusuf, dan wel uit het land kunnen
zijn gebracht door ten minste een
half dozijn lieden, of ook ergens in
Ramat kunnen zijn verstopt". Hij
haalde de schouders op. „Men weet
zo iets eenvoudig niet".
De districtscommissaris slaakte een
zucht. „Dank u," zei hij, „dat is juist
wat ik zeggen wilde. Monsieur Poirot,
u bezit relaties in de hoogste kringen.
Men stelt ook een welhaast onbeperkt
vertrouwen in u. Men zou niet of
ficieel natuurlijk zekere voorwer
pen onder uw hoede kunnen laten, in
dien u daartegen althans geen be
zwaar maakt".
„Ik maak volstrekt geen bezwaar",
verklaarde Hercule Poirot. „Laten we
er niet verder over spreken. Wij heb
ben veel ernstiger zaken aan het
hoofd, nietwaar?" Hij zag daarbij de
kring eens rond. „Of denkt iemand er
anders over? Wat is tenslotte drie
kwart miljoen of een soortgelijk be
drag tegenover kostbare mensenle
vens?"
„U hebt gelijk", zei de districts
commissaris.
„U hebt als steeds gelijk", voegde
inspecteur Kelsey eraan toe. „Wij
moeten de moordenaar op het spoor
zien te komen. Daarbij zullen wij
gaarne uw oordeel vernemen, mon
sieur Poirot, omdat we op het ogen
blik hoofdzakelijk nog slechts over
gissingen en veronderstellingen kun
nen praten. Het hele geval is trou
wens zo verward als een paar door
elkaar geraakte knotten wol".
„Een zeer juiste vergelijking!"
prees Poirot. „Uit deze warboel heb
ben wij de draad van de juiste kleur
te voorschijn te halen: de kleur van
de moordenaar. Ziet u het ook zo?"
„Precies".
„Vertelt u me dan eerst eens, als
u het tenminste niet al te vervelend
vindt, wat er tot dusver aan het licht
is gekomen". Hij ging er gemakkelijk
voor zitten en luisterde met aandacht,
achtereenvolgens naar inspecteur
Kelsey, naar Adam Goodman en naar
de samenvatting, die de districtscom
missaris daarna ten beste gaf.
„Twee moorden", zei Hercule Poi
rot tenslotte, „vrijwel onder gelijke
omstandigheden op dezelfde plaats
gepleegd. Een ontvoering van een
meisje dat de centrale figuur van het
hele geval zou kunnen zijn. Laten we
eerst zien vast te stellen om welke
reden dat meisje kan zijn ontvoerd!"
„Er is een losprijs geëist, maar..."
sprak Kelsey bedachtzaam.
„Maar u vertrouwt het niet erg, ge
loof ik? Denkt u dat die alleen maar
bedoeld is om aan de ontvoeringsthe
orie een schijn van realiteit te ge
ven?"
(Wordt vervolgd)
Eens bewierookt als apostel van de
haat, preekt Fuchida thans liefde en
Godsvertrouwen.
MITSUO FUCHIDA, een van Ja
pans meest tragische „oorlogshelden",
leidde de aanval op Pearl Harbor.
Nu gebruikt hij deze verraderlijke
daad als uitgangspunt voor zijn werk
ten bate van de zaak van het christen
dom. Zij illustreert het verhaal van
zijn bekering, zijn geloof dat zelfs de
ergste zondaar vergiffenis en ver
getelheid voor zijn euveldaden kan
vinden, als hij dat wenst. Maar deze
man wil niet vergeten. Het vereist
moed en verhouwen om duizenden
mensen eraan te herinneren dat zij
alle reden hebben om hem te haten,
en desondanks hun begrip en hun
vriendschap te vragen.
HET GEBEURT niet elke dag dat
een kind geconfronteerd wordt met
de oorlogsgeschiedenis, met een held
„van de andere zijde". Een man die
gehaat en veracht wordt: Mitsuo Fu
chida, die om 7.55 uur in de ochtend
van 7 december 1941 het bevel gaf:
„Zengun totsuggeki seyol" ten aan
val!) Zo begon de verraderlijke Ja
panse luchtaanval op Pearl Harbor,
Hawaii. Fuchida zag de zware bom
men, de torpedo's en de brandbom
men inslaan en wist dat zijn missie
„geslaagd" was. Een „missie" waarbij
rond 4.400 Amerikaanse soldaten en
officieren sneuvelden, tweeduizend
verminkt werden, twaalf oorlogs
schepen vergingen of zware schade
leden en 180 vliegtuigen op de grond
vernield werden. Dat alles gebeurde
in volle vrede, maar Fuchida had
geen last van zijn geweten.
VAN DE ZEVENTIG Japanse offi
cieren die samen met hem de lucht
aanval uitvoerden, was hij de enige
die straalde van trots en haat toen de
hel daar beneden hen in volle om
vang was losgebarsten. Hij straalde
nog toen hij naar Tokio ontboden, uit
handen van Japans opperste krijgs
heer zijn beloning, de Gouden Vlieger
voor betoonde heldenmoed, in ont
vangst nam.
VEEL LATER de oorlog was toen
al ten einde begon hij te twijfelen.
Had hij er niet aan meegewerkt dat
,-w<
pJmsm- -V v-si-... -
- - V
O
Japan nu zelf verslagen was, smade
lijk verslagen zelfs en dat Hiroshi
ma en Nagasaki door een verschrik
kelijke vergelding getroffen waren?
Toen de nieuwe Japanse regering
een beroep op hem deed voor
een belangrijk „werk des vredes" on-
Ig^yyyyyyyVVVVVVVVVVVVVWWVWWWIftWW ff
In dit kruiswoordraadsel kunt u de ge
vonden oplossing van een woord niet zo
maar invullen omdat de letters door elkaar
gehaspeld zijn. Horizontaal 1 geeft bijvoor
beeld als omschrijving: godvruchtig. De
oplossing hiervan is „vroom" maar als we
deze letters nu door elkaar gaan haspelen
dan zijn er vele mogelijkheden. Om er
maar een paar te noemen: „vroom, roomv,
rovem, moorv. ,voorm, orvmo enz. U ziet 't
is er bepaald niet gemakkelijker door ge
worden maar dat hebben we bewust ge
daan om ook de „raspuzzelaars" eens een
„vette kluif" te geven. Bij juiste oplossing
kunt u op de even cijfers een spreekwoord
lezen. De omschrijvingen zijn:
Horizontaal: 1. godvruchtig, 6. deel van
het jaar, 11. holte in een muur, 14. vaar
tuig, 15. timmermansgereedschap, 16. klein
paard, 17. dichtbij, 18. zoutbak, 20. kleef-
middel, 21. familielid, 22. spinnewebdraad
24. deel van het lichaam, 26. tegenspoed
28. insect, 30. huisdier, 32. ambacht (Z.N.),
35. roodhuiden, 38. damesjapon, 39. hoon,
41. hoofddeksel, 43. deel van het gelaat,
44. muzieknoot, 45. het drukken, 48. ver
ordening van een gilde, 50. slede, 51. des
sertcrème, 53. staaf goud, 55. toet, 57. da
tum (Eng.), 59. naarstig, 62. geestelijke,
64. bestemming, 65. niet koüd, 68. uiting
van vrolijkheid, 70. stof in holle been
deren, 72. onnozel mens, 73. belemmering,
75. deel van het gelaat, 77. banier, 79. per
soonlijk voornaamwoord, 80. opperste rand
van een dak, 81. fijnmaken, 83. kraakbenige
zoetwatervis, 85. strafwerktuig, 86. trottoir,
87. mannelijk dier.
Verticaal: 1. sigaar (Eng.), 2. ligplaats
voor schepen, 3. muzieknoot, 4. vaatwerk,
5. platenmap, 6. vraagbaak, 7. persoonlijk
voornaamwoord» 8. meisjesnaam, 9. ken
teken, 10. kleine zeis, 11. kamersverhuur
ster, 12. wenk, 13. elektrisch geladen atoom,
19. Europeaan, 23. tijding, 25. zandheuvel,
27. blinkend, 29. steekwapen, 31. ontken
ning, 33. verstand, 34. gespannen, 36. be
zinksel, 37. kramp van het middenrif,
39. bode aan een universiteit, 40. deel van
het jaar, 42. kledingstuk, 46. vlug, 47. treur
nis, 49. ongekookt, 52. schapenhuid (meerv.).
der geallieerde toezicht weigerde hij:
„Ik vind geen vrede meer in mijzelf
hoe kan ik dan daarvoor werken?"
Maar het keerpunt in zijn leven kwam
toen een straatprediker hem een pam
fletje in de hand drukte in Tokio's
centraalstation. „Waarom haat?" luid
de het en het was geschreven door
een Amerikaanse bommenrichter ser
geant Joe Deshazer die ten tijde van
de aanval op Pearl Harbor het vrese
lijke nieuws hoorde en prompt een af
schuwelijke wraak zwoer. Later bracht
deze Amerikaan geruime tijd in Ja
panse krijgsgevangenschap door. In
het pamflet vertelde hij over zijn
vlammende haat tegen de Japanners,
maar ook over het langzaam dagend
inzicht, dat dit niet juist was. Tenslot
te beschreef hij hoe hij tenslotte „na
veel zelfonderzoek en zelfmarteling"
het antwoord op zijn vragen gevonden
had in de Bijbel - en deze teksten zijn
nu onderstreept in Mitsuo Fuchida's
eigen Japanse zakbijbel, die hem nim
mer verlaat.
MAAR INKEER en berouw waren
niet voldoende, meende Fuchida. Hij
wilde „actief" boeten", getuigen, an
deren laten delen in zijn geloof en
Godsvertrouwen. Hij werd belijdend
Christen een van de ruim 900.000
in zijn vaderland en zocht contact
met christelijke instanties. Hij treedt
nu op in Engeland als lekepreker voor
54. nette vrouw, 56. wandeldreef, 58. man
netjesbij, 60. bewustheid, 61. vis, 63. En
gels zilver, 66. muntteken, 67. royale,
69. hoofddeksel, 71. vreemde, 73. beroep,
74. vreemde munt, 76. kleine metalen staaf,
78. Nederlandse Televisie Stichting (afk.),
82. spil, 84. heilige (Lat. afk.').
Oplossingen, uitsluitend per briefkaart,
dienen voor woensdag a.s. in ons bezit te
zijn.
OPLOSSING PUZZEL NUMMER 21:
Horizontaal: 1. Bom, 4. het, 7. lama,
11. ara, 12. baret, 13. lel, 14. akal, 16. leg,
17. long, 18. mees, 20. emoe, 23. netelig,
26. maag, 28. Ede, 29. eden, 32. air, 33. krent,
35. one, 36. tra, 37. aan, 38. rei, 40. samos,
43. ode, 45. Ilse, 47. Ran, 48 gril, 49. gron
del, 53. veel, 54. Edam, 57. laar, 59 sir,
61. Saul, 63. aal, 64. medio, 65. Ari, 66. mist,
67. non, 68. brik.
Verticaal: 1. baar, 2. ork, 3. raam, 4. hal
ster, 5. ere, 6. Tegelen, 8. aloë, 9. men,
10. alge, 15. leng, 17. loge, 19. Ee, 21. mi,
22. RAI, 24. edelman, 25. ven, 26. maori,
27. Artis, 30. donor, 31. netel, 33. kas,
34. tas, 39. Els, 41. Arolsen, 42. onderin,
44. dis, 46. Eger, 48. glas, 50. re, 51. ed,
52. klam, 53. vals, 55. maar, 56. blik, 58. aai,
60. ido, 62. Uri.
PRIJSWINNAARS PUZZEL NUMMER 21:
ƒ7,50: mevr. J. P. v. d. Berg, Delftlaan
217, Haarlem.
5,mevr. W. M. Stouten, Gr. Krocht
35, Zandvoort.
2,50: C. W. Visser, Velserstraat 95,
Haarlem.
de „Pocket Testament League" en ver
vult spreekbeurten, vooral voor kinde
ren. Hij vertelt hun van zijn trieste
heldendaden in de oorlog, van zijn
haat, zijn bekering. Hij spaart zich
zelf niet, al vermijdt hij alle pathos.
Het is een fascinerend verhaal en de
jongelui, meestal leerlingen van mid
delbare scholen hangen aan zijn lippen.
Maar toch faalt hij. Want zelfs een
jongeman van dertien, veertien jaar
beseft, dat dit een persoonlijke zaak
is tussen de heer Fuchida en God. Zij
luisteren naar zijn woorden, beleefd,
geboeid soms, zoals zij een spannende
oorlogsroman zouden verslinden, maar
ook: objectief. Het raakt hen niet;
zijn boodschap vindt geen parallel in
hun bestaantje. Zij zijn blasé, hun be
langstelling is strikt onpersoonlijk,
ze staan erbuiten. Mitsuo Fuchide weet
en voelt aan. Hij is geen fanaticus,
geen doordraver. Eenvoudig zegt hij:
„Ik ga ermee door; ik kan niet an
ders."
Advertentie
Ja, speldjes-regen bij Celwa pro-
dukten. 2 garantiezegels van het
zelfde produkt opsturen en u krijgt
sen speldje van dèt produkt. Er
zijn 5 Celwa produkten met elk
n eigen speldje! B.v. CELWA
CANT-EN-KLAAR LUIERS,
iruimelen niet.Sterk absorberend.
Pak 45 stuks.
Ned. Exportpapierfabriek N.V.
Postbus 57 - Nijmegen
38. Bij de rand van het dorp trof Joris een houthakker
aan, die bezig was met een gouden bijl een boom te
kappen. „Welaan," mompelde hij, „als men hier wer
kelijk de waarde van het goud niet kent, zal deze wer
ker zijn gereedschap ongetwijfeld tegen een schappe
lijk prijsje willen afstaan." Hij naderde de dorpeling
en sprak glimlachend: „Het komt me voor, dat uw
werktuigje wat bot is en versleten. Doch werp het niet
weg; juist zo'n afgewerkt voorwerp is voor een tourist
een aardig souvenir. Ik bied u er een florijn voor!'
Maar nu kwam Panda, die Joris wantrouwend gevolgd
was, verontwaardigd toesnellen. „Dat is niet eerlijk!"
riep hij. „Die meneer weet niet, dat goud heel veel
waard is! Daar mag je geen misbruik van maken!"
„Ik koop geen goud, doch een eenvoudig gereedschap,"
zei Joris met een geprikkelde blik naar Panda. „Maar
komaan, ik wil er tien florijnen van maken. Dat is toch
een goede prijs." „Prijs?" herhaalde de houthakker.
„Wat is prijs?" „Dat is geld," legde Joris uit. „Het
geld, dat ik ervoor geef." „Wat is geld?" informeerde
de houthakker verder. „Dit!" riep Joris met stijgend
ongeduld. En hij duwde de ander enkele bankbiljetten
onder de neus. Deze rook er aan en keerde zich hoofd
schuddend af. „Nee," zei hij, „daar kan ik niet mee
kappen Ruil ik dus mijn bijl niet voor." Teleurgesteld
ging Joris heen. „Wat een toestand!" mompelde hij.
„Ze kennen de waarde van het kostelijke geld niet!
Hoe pak ik dit nu aan??
rK DENK DATfiANG HAAR HIEP KVET
HAAR BAGAGE DRAGEN TOEN ZU
HAAR MAN VERUET..ONDERWEG
ZUN ZE OVER/ALLEN ...RANG WERD
VERMOORD EN ZU ONTVOERD.
TgSUZSêSmü.
GA JIJ JE NU WEER VERKLEDEN ,T5J IA0
,EN GA NOG'NS DIE S0E- MEI UITHOREN;
PROBEER DAARNA DIE ROOFMOORDE
NAARS OP TE SPOREN .IK NEEM
DE Z0UTSM0KKEL VOOR MIJN RE
KENING EN GA NU DOKTOR HWA
OVER REDER LAU EN RUSTHANDE-
IAAR WANS UITHOREN ...JEKUNT
ZO VER MET
ME MEE
GAAN.
.EN DE SCHURKEN ZAGEN DE
HAAR5PELDEN DIE RANG VOOR DE
IN ZIJN SCHOEN HAD
GESTOKEN OVERT HOOFD.
n