Wat de Zuidafrikanen er zelf van denken VOOR TEGEN: Een fïfht e nk „Leven" scheppen uit dode stof -muM De bevolking van Zuid-Afrika 11.9 min. Afrikanen 33.3 min. blanken 1.7 min. kleurlingen 0.52 min. virus mihoen ZATERDAG 12 JUNI 1965 Erbij PAGINA VIJF In zijn rubriek „Pro en Contra" publi ceerde de Amerikaanse krant „The Christian Science Monitor" onlangs een strikt objectieve en zeer instruc tieve uiteenzetting, samengesteld uit verklaringen van vooraanstaande fi guren in Zuid-Afrika van gevarieerde zijden, over het brandende vraagstuk van de Apartheid. Met toestemming van „The Christian Science Monitor" nemen wij dit artikel hierbij over. Onrecht toegeven V er gelijk enderwijs Machtsstrijd Historisch verband Verschil met Westen A rbeidsmogelijkheden Aandacht buitenwereld Dreigende spanning Gevoel van onmacht Biedt kerk uitkomst? V APARTHEID, VOOR EN TEGEN DE ZUIDAFRIKAANSE POLITIEK VAN APARTHEID of rassenschei ding heeft dikwijls blootgestaan aan felle critiek. Toch leidt deze vijandigheid tot consolidatie van de steun van de Zuidafrikaanse blanken aan de nationalistische regering en haar politiek. Beide reacties stellen het feit in de schaduw dat de debatten over de morali teit en de uitvoerbaarheid van „gescheiden ontwikkeling' binnen Afrika's grenzen nog steeds gaande zijn. Bijgaande artikelen geven de voor- en tegenargumenten zoals die tot uiting zijn gekomen in interviews met leden van de regering, oppositieleden, socio logen, historici en anderen. Om deze interviews te kunnen volgen is het noodzakelijk precies te weten wat apartheid is en hoe zij werkt. Doel is, de Zuidafrikaanse bevolking te verdelen in twee grote groepen en die te voorzien van een geschikt woongebied. Vervolgens zullen deze groepen in enkele jaren geleidelijk volkomen worden gescheiden in twee onafhankelijk of semi-onafhankelijke gemeenschappen. Dit proces- is nu halverwege. De basis van de apartheid werd gelegd in het Bevolkingsregister dat tot stand kwam door de volkstelling van 1950. Toen werden alle Zuidafrikanen die niet tot de Afrikanen behoorden, verplicht identiteitsbewijzen te bezitten met gegevens over hun ras. De Afrikaan draagt een boekje bij zich met inlich tingen over zijn werk, zijn gangen en zijn verblijfplaats, zodat hij onder strenge controle staat. Is de bevolking eenmaal geregistreerd, dan bepaalt de Wet op het Groeps- territorium samen met de Wet op het Grondbezit en de Wet op de Stadswijken voor Negers waar de diverse groeperingen mogen wonen, bezittingen hebben en zaken doen. Een andere peiler waarop de apartheid rust is de Bantu Laws Amendment Aot") betreffende de aanwezigheid en de tewerkstelling van Afrikanen in Zuid- Afrika buiten de reservaten. De Afrikaan mag alleen in de reservaten wonen. In de gebieden van de blanken heeft hij slechts een tijdelijke verblijfsvergunning. Afrikanen die thans in de mijn- en industriegebieden worden ingezet zijn door contractuele ver plichtingen gebonden. Hun gezinnen mogen hen niet vergezellen. Na een be paalde tijd, gewoonlijk een jaar, moeten zij terug naar de reservaten. De wet op de gereserveerde arbeid van 1956 stelt de minister in staat be paalde werkzaamheden of betrekkingen te reserveren voor mensen van een bepaald ras. Topfuncties zijn gereserveerd voor blanken. De Industrial Conciliation Act maakt het Afrikanen omnogelijk wettig er kende vakbewegingen te stichten; zij worden immers niet beschouwd als „werknemers" volgens de letter der wet. Gemengde huwelijken tussen personen van verschillend ras werden in 1927 verboden. 'APARTHEID is ideaal want zij geeft onderontwikkelde groepen uit het volk een unieke kans om te worden opgehe ven tot een niveau waarop zij niet on derdoen voor andere groeperingen uit de samenleving." Zo formuleerde in een interview een gematigde nationalist uit de Kaapkolo nie, een zakenman, wat hij beschouw de als de positieve aspecten van de apartheidspolitiek. In de Transkei is de eerste van de zeven of acht „bantoe stan", die gecreëerd zullen worden, in opbouw. De regering belooft hun volle dige zelfbeschikking. Reeds worden er ambtelijke functies door Afrikanen vervuld, zij doen dienst bij de wetge vende macht of worden opgeleid tot districtsbestuursambtenaren of zaken man, banen die ze vroeger nooit kon den krijgen. ONZE ZAKENMAN GAF toe dat er onrechtvaardigheden zijn voorgekomen, gezinnen raakten uit elkaar, arbeiders werden zonder geldige redenen uit de stad naar de reservaten teruggebracht of met grote willekeur door de autori teiten behandeld. „Men kan nu een maal geen omelet bakken zonder de eieren te breken," zei hij: „Wij be treuren deze gebroken eieren zeer, maar waar ter wereld vindt men vol maakte oplossingen?" De nationalisten beweren dat de wet ten en maatregelen aangaande bewe gingsvrijheid, arbeid en de woon plaats van Afrikanen ten doel hebben zowel de Afrikanen als de Europeanen te beschermen. Wanneer onbeperkte bewegingsvrij heid zou worden toegestaan, zouden er grote achterbuurten ontstaan, zeggen zij, met slechte hygiënische toestanden, veel criminaliteit en oneerlijke concur rentie met als gevolg baldadigheid in de steden. DE REGERING is van plan ook aan de economie van „bantoestans" aan dacht te besteden door te trachten de bedoelde gebieden leefbaar te maken. Enkele grensindustrieën (fabrieken bui ten de reservaten) zijn gesticht om voor dit doel arbeidsmogelijkheden te schep pen. Door deze maatregelen hoopt men de stroom van Afrikanen naar de ste den te keren. De hausse van de Zuid afrikaanse economie stimuleert echter de trek van Afrikanen naar de stad. Vroeger of later zal de regering ech ter, wil zij het gestelde doel bereiken, deze trek het hoofd moeten bieden en het getij doen keren. Een nationalistisch kamerlid zei, dat in de Verenigde Staten het rassenpro bleem een sociaal karakter heeft, ter wijl in Zuid Afrika, waar de Afrikanen een meerderheid van 4 tegen 1 op de blanken hebben, het voor ons „een zaak van bestaan of niet bestaan is." „Wij zijn geen blanke kolonisten", zei het kamerlid. „Wij hebben even veel recht op dit land als de Bantoe. Wij waren hier eerder dan hij." „Wij kunnen nergens anders heen. Ik wil hier sterven. Dit is het enige, land ter wereld dat Wij kennen. Wij zijn onder geen enkele voorwaarde be reid de macht over ons land uit handen te geven, maar wij zijn wel bereid de bantoe in zijn gebieden dezelfde rech ten te geven die wij hier hebben." grondgebied van het land zouden be slaan. Voorstanders daarentegen hou den staande dat de gebieden der in boorlingen „het beste deel van Zuid- Afrika" vormen met de hoogste pro- duktiemogelijkheden. Bovendien zouden deze terreinen groter zijn dan menig- Europees land met een dichtere bevol king. DE RECTOR van een Afrikaanse uni versiteit zei dat de apartheid een „oud principe" is in Zuid Afrika. Toen de eerste Hollandse boeren zich er in ge scheiden gemeenschappen vestigden, kort nadat Jan van Riebeeck in 1652 op de Kaap was aangekomen, werd er een scheidslijn getrokken tussen hen en het gebied van de Hottentotten. Door de eeuwen heen heeft elk Ban toevolk zijn identiteit, zijn cultuur, zijn taal en zijn erfdeel behouden. Allen le ven nog in het land hunner vaderen. In 1778 sloten de Hollanders eén ver drag met de voorhoede van Zuidwaarts trekkende Afrikanen, waarbij de Vis Rivier erkend werd als grens tussen de nederzetting aan de Kaap en het Ban toe-gebied. Nadien heeft het Britse ko loniale bestuur het bewind erkend van de Bantoes over de gebieden waar de zen zich hadden gevestigd of die zij ver overd hadden. De boeren hebben in de negentiende eeuw nooit onderhandelingen gevoerd of verdragen gesloten met de verschil lende stammen. Men liet hun het be heer over hun eigen gebied. „Daarom", zei hij, „moet een ge scheiden ontwikkeling gezien worden als een natuurlijke evolutie". De nationalisten geven toe dat de apartheid nog niet is voltooid. Geen en kele Afrikaanse groep heeft een alge hele vrijheid verworven. Evenmin wa gen de autoriteiten zich aan voorspel lingen over de vraag wanneer de eer ste groep (de Transkei) rijp zal zijn voor de onafhankelijkheid. Een ander Afrikaans socioloog gaf toe dat de oplossing die Zuid Afrika gekozen heeft niet In de lijn was waar in de Westerse wereld in het verleden een uitweg zocht voor rassenproble men. De wereld heeft slechts twee stel sels gekend: de open klassemaatschap pij, waarin mensen kunnen vooruitko men op basis van verdienste en de so cialistische maatschappij. „Geen van beide zijn tot dusver er gens een volledig succes gebleken", verklaarde hij. „Althans theoretisch is het niet onmogelijk dat er nog een der de alternatief wordt gevonden voor dit fundamentele probleem der menselijke samenleving, een alternatief dat in overeenstemming zal zijn met de fun damentele begrippen van menselijke waardigheid, de vrijheid en de rechten van de enkeling. „DE APARTHEID ondermijnt onze morele visie op de Westerse mens. De uitwerking ervan op de blanke is dat zijn ethisch normbesef ontaardt. Het geeft hem het gevoel, dat hij een supe rieur wezen is, dat recht heeft op privi leges door zijn huidskleur en niet door zijn capaciteiten." Zo omvatte kort geleden in een inter view een jonge socioloog uit Kaapstad het effect van de apartheid samen. „De morele uitwerking op de niet blanken is zelfs nog erger", vervolgde hij. „Zij worden blijvend als minderwaardig be stempeld." „Theoretisch zou dit niet zo moeten zijn door de „gescheiden ontwikkeling", maar in feite is het wel degelijk het ge val, want de mooiste woongebieden, de beste banen en al de machtscentra zijn in handen van blanken." „Voorstanders van de apartheid zeg gen dat twee verschillende naast elkaar levende culturen spanningen veroorza ken en gescheiden moeten worden om wrijvingen te voorkomen", zei hij. „Onze oplossing is eenvoudig er een van geven en nemen." „DE NATIONALISTEN hebben zich een taak gesteld, die sociologisch ge sproken nog nooit ondernomen is", ver klaarde hij, „en elke weldenkende socio loog staat er uiterst sceptisch tegen over." Hij gaf als zijn mening te kennen dat de voorgestelde voorzieningen betref fende de bandoestans niet levensvat baar zijn. Moreel niet omdat zij 80 per cent van de bevolking zouden samen drijven op 14 percent van het land. Eco nomisch niet omdat er geen mineralen en andere grondstoffen zijn en indu striële activiteit uitgesloten is, voegde hij eraan toe. „Grensindustrieën maken de reserva ten tot grote arbeiders-woonoorden ten einde aan goedkope arbeidskrachten te komen voor de blanke fabrieken", be toogde hij. „Bovendien kan de blanke economie niet bestaan zonder de twee derde aan niet-blanke arbeidskrachten. Daarom is apartheid belachelijk." Tegenstanders van de apartheid, die proberen het contact tussen de rassen in stand te houden zeggen, dat dit werk steeds moeilijker wordt. De Zuidafri kaanse gemeenschap wordt steeds on verdraagzamer en de regering treedt hardhandig op tegen degenen die het niet met haar eens zijn. „HET STREVEN om de apartheid te „DE AFRIKANEN", zo zei hij, „be horen niet tot een en hetzelfde volk. De Xhosas, Zoeloes, Matabelen of Is- wana's hebben niet alleen niets met elkaar te maken, sommigen zijn zelfs aartsvijanden van elkaar. Als we hun de macht in Zuid-Afrika zouden geven, zou dit onmiddellijk uitdraaien op een chaotische worsteling om de macht." De toekomst van de Bantoestani is enigszins onzeker. Sommige Zuidafrika nen spreken van volledige onafhanke lijkheid van de gehele oorspronkelijke bevolking, maar dr. H. F. Verwoerd, de premier, zei tijdens de lopende zit ting van het parlement dat geografi sche onafhankelijkheid minder belang rijk is dan politieke. Tegenstanders van de apartheidspoli tiek beweren dikwijls dat de Bantoes slechts 14 percent van het totale hervormen wordt nog bemoeilijkt door het feit dat de regeringsleiders de prak tijken hebben overgenomen van Hitier en Mussolini", aldus de socioloog. „Dit maakt het vrijwordingsproces nog moei lijker. Maar de onverbiddelijke voorüit- gang der mensheid kan hierdoor nooit worden tegengehouden." „Ik ben ervan overtuigd dat wij nog een hele moeilijke tijd voor ons hebben voordat deze bevrijdingsideeën zullen hebben wortelgeschoten. Tot vijf jaar geleden hadden wij naar ik meen, mis schien deze kwestie nog kunnen oplos sen, maar men is thans wel tot het in zicht gekomen dat alleen een noodtoe stand het publiek er toe zal brengen deze zaak aan te pakken. Het is goed wanneer de buitenwereld Zuid Afrika onder druk zet om het zijn politiek een meer liberaal karakter te doen geven, maar ik geloof niet dat er veel goeds te verwachten valt van een daadwerke lijke inmenging. Wij zouden graag de sympathie van Amerika winnen voor onze zaak, maar liever geen bemidde lend optreden", voegde hij er aan toe. „Wij moeten onze eigen moeilijkheden oplossen." Politiek gezien is het verzet tegen de apartheid zwak. The United Party, de grootste oppositie - partij, biédt 'geen hoopgevend alternatief, terwijl de nati onalistische partij ondanks verdeeld heid in de gelederen, vereend achter de apartheid blijft staan. Feitelijk worden steeds meer niet-Afrikaanders voor dit standpunt gewonnen. DE ENIGE STEM in het parlement- die zich met kracht tegen de apartheid verheft, is die van mrs. Helen Suzman, het enige parlementslid van de progres sieve partij. Zij verdedigt rassenver menging tegen een overweldigende meerderheid. Een professor heeft gewaarschuwd dat het wel eens tot een uitbarsting zou kunnen komen. Dit zou kunnen voort komen uit het feit dat politiek zelfstan- dig denkende Afrikanen de stad worden uitgedreven en gedwongen worden een armzalig bestaan te leiden in de voor hen vreemde omgeving van de reser vaten. „De sociale maatstaf in Afrika hangt af van het alternatief boerenkinkel of stedeling. Wie een stadsmens tot boe renkinkel maakt, komt in moeilijkhe den." „Men geeft zich geen rekenschap van de grote spanning die onder de opper vlakte heerst. De ontevredenheid is al gemeen, maar elke organisatie werd door de regering in de kiem gesmoord. Het resultaat is dat de Afrikaan weer baarder wordt, maar leert zijn mond te houden." ALS BEWIJS van de demoralisatie in Zuid-Afrika voerde de professor aan dat de meeste blanken passief de dingen over zich heen laten gaan. „Men voelt, dat er niets aan te doen is," voegde hij eraan toe. „Maar hoe het ook zij, veel mensen voelen zich eenvoudig vei liger als de Afrikaan ver weg is." Een andere hoogleraar betwijfelde of het ergens anders ter wereld voorkomt, dat mensen gedwongen worden geschei den van hun vrouw en kinderen te le ven in grote gebieden van hun eigen land, of, wanneer zij hun baan verlie zen, naar een of ander afgelegen streek te trekken. Een zegsman van een Afrikaanse godsdienstige gemeenschap zei niet te geloven in een mogelijkheid om de ras sen volkomen te scheiden zonder grove onrechtvaardigheden te begaan zowel jegens blanken als niet blanken. „VOLGENS MIJ druist de apartheid wezenlijk in tegen de gehele christelij ke opvatting van menselijke waardig heid, tegen onze verantwoordelijkheid en liefde jegens onze naaste," verklaar de hij. „Dit betekent niet, dat ik tegen een natuurlijke groepering van rassen ben, als die dat zelf willen. Maar een ge dwongen scheiding kan nooit christelijk worden gerechtvaardigd. De apartheid kan geen stand houden. Ik vieet niet hoe en wanneer er ver andering in kan komen, maar ze kan. geen stand houden. De verandering moet zich geleidelijk voltrekken en met de vrijwillige medewerking van blanke en niet-blanken, anders komt het tot een of andere uitbarsting. Naar mijn mening moet de reactie op de gehele situatie allereerst van de christen komen. In beginsel weten wij wat ons te doen staat. De enige vraag is of wij bereid zijn om de dreiging het hoofd te bieden en onze opvattingen omtrent liefde en vertrouwen jegens on ze medemens in praktijk te brengen. Gebeurt dit niet, dan draagt de kerk de schuld. Door de blanken gewijzigde Bantoe- wetten. AMERIKAANSE geleerden zijn er in geslaagd, zo meldt de „Science News Letter", langs kunstmatige weg „leven" te scheppen. Het gaat hier om het zogenaamde mozaïekvirus, dat een ernstige ziekte bij de tabaks planten veroorzaakt. In het laborato rium is nu dat natuurlijke virus syn thetisch bereid en wel uit vier „dode" stoffen van ingewikkelde structuur. Dit kunstmatige virus „leeft", groeit, vermenigvuldigt zich en infecteert het tabaksblad precies zoals een normaal mozaiek-virus. NU IS HET een omstreden kwestie of de virussen (zeer kleine organismen die in talloze vormen en variëteiten voorkomen, waarvan velen, zoals b.v. het influenza-virus, schadelijk zijn voor de gezondheid van mens en dier) wel tot de levende wezens gerekend mo gen worden. In wetenschapskringen is men het daarover zeer oneens. Eén groep wijst erop, dat sommige virus sen in kristalvorm voorkomen en dat kristallisatie een typische monopo lie van niet-levende stoffen is. Ande ren voeren aan, dat virussen zich in aanwezigheid van bepaalde organische stoffen vermenigvuldigen en die laatste eigenschap is uitsluitend aan levende wezens voorbehouden. Veilig heidshalve beschouwt men virus dan ook maar als „een overgangsvorm tussen de levende stof en de dode." DIE VAGE definitie maakt althans één ding zonneklaar; dat het hele cha piter „virus" voor de wetenschap nog goeddeels uit vraagtekens bestaat. BIJ HET experiment met het mo- zaiekvirus is men als volgt tewerkge- gaan. Uit geïnfecteerde tabaksplanten werd onder hoge druk sap geperst. Grote moleculen, waarschijnlijk af- geheel met de bekende verschijnselen overeenstemden. In minder dan een half uur werden 100 miljard virus eenheden verkregen. Nu het virus dus geheel on afhankelijk van elke organische stof is verkregen en andere celfuncties het beeld niet kunnen vertroebelen,kunnen diepgaande onderzoekingen worden verricht over ontstaan van ziekte en be smetting. Mogelijk doet dit onderzoek methoden aan de hand waardoor het virus onschadelijk kan worden ge maakt: het kan leiden tot een geheel nieuwe aanpak van de bestrijding van virusziekten. txu-3? komstig uit de celkernen, werden in reageerbuisjes gedaan. In een bepaalde volgorde werden vier chemicaliën (trifosfaten) toegevoegd. Deze rang schikken zich tot langgerekte molecu len (nucleïnezuur), de basis van een nieuw, besmettelijk virus. Met de op deze wijze gevormde stof werden proe ven genomen, waarvan de resultaten

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1965 | | pagina 17