„Stille invasie van schelmen" Engelsen woedend over acties van Hollandse palingvissers r IJmuidenaar Ruth Woning: „Ze kunnen me wel schieten" jiiiinuiiiiiiiiiiiiiwiiiiiiniiiiiiHi Oud-kath. Ver. Kinderbescherming hield jaarvergadering in IJmuiden 1 JlvE SI,000-WORTH FEW WE RS LIGHT IN PAST S—Claim i:illl!!1!IIIH!llltlilllintlll!llllll!;illlilll!llllüy[|IH!!l!itl!!nr; Belangwekkende causerie over werk van voogdijvereniging In de Vishal en op zee Yorkshire i\'ost Hull Staff m 4) YORKSHIRE EVENING POST, FRIDAY, APRIL 23, 196S aiunill! BI iiiiiiiiiiiaiiiiiiiiiiiniiii llllllilllllilillillllBI TAXI 6200 AAN DE LOSPLANK IT ZATERDAG 12 JUNI 1965 'Ti Kapers op de kust Nationale schande ]^[UCH to the annoyance of local anglers and boating enthusiasts, the party of Dutchmen who netted the River Hull laat year are back again. Starting at Hull Bridge, near Beverley, they have their nets üftaked out for a couple of miles upstream. The trapped eels Door Gé van Berkel Foto's Hans de Boer C. J. RADEMAKERS Kwaad bloed "W'l Goede besommingen Luisteren m m m m m - -«•.rmr-jsaaa-t- 1,3 ,-r- EEL-NETTERS mmmm» .uiflMlflft■agliNiii lifflwiii - -i VOOR EEN WEEKJE OVERGEWIPT uit Engeland, waar hij maanden lang de sportvissers tegen zich in het harnas joeg en zijn jacht op de vetste paling, die ooit Europese lekkerbekken deed watertanden, woedende reacties in de Britse pers uitlokte, zit de IJmuidenaar Ruth Woning, 54 jaar oud, welgedaan maar niet helemaal tevreden tegenover me in het oud-IJmuidense café van K. Veldman. Na een slok van zijn koffie te hebben genomen zegt hij met de lichte aarzeling, die de doorknede handelsman doorgaans tegenover vreemden in zijn conversatie legt: „Die Engelsen konden me wel schieten. Zelf lusten ze geen paling. Ze noemen ze slangen en zijn er vies van. Maar toen wij vorig jaar sep tember onze fuiken in hun rivieren begonnen uit te zetten, had je de poppen aan 't dansen. De gekste verhalen werden er over onze vangsten en verdiensten verteld. Nou, als er maar een tiende van waar is was ik nu miljonair. Goed, er is een tijd geweest dat de vangsten best waren, maar we zijn dit jaar te vroeg begonnen. Het weer is te koud voor de paling. Je ziet ze genoeg in de rivieren zwemmen, maar in de fuiken komen ze niet. Over een paar maandjes, man, dan weet je niet waar je ze bergen moet. En niet van die stopnaalden maar zo dik als je pols. Ik wou dat ik genoeg mannen en schepen kon krijgen om die Engel sen te laten zien hoe een Hollander paling vangt. Maar jammer genoeg ont breekt me 't geld". En met een spijtig hoofdschudden: „Daar in Engeland zit paling zoals je ze nergens op de wereld vindt. Zoveel en zo vet". Ruth Woning is in IJmuiden bepaald geen onbekende. Er is weinig waarin hij niet heeft gehandeld. In IJmuiden zeggen ze van hem „Wat hij aanpakt is goud". Nadat de Duitsers uit IJmuiden wegge trokken waren ruimde hij hun achterge laten oorlogstuig op. Zelfs in duikboten „deed" Ruth Woning en verdiende er goed mee. Over zijn voor een man nogal vreemde voornaam zegt hij: „Ik weet niet waarom ze me zo genoemd hebben. Ik kom eigen lijk van Kampen en uit een familie van vissers. We visten in het IJsselmeer maar toen die dicht ging ben ik naar IJmuiden gekomen. Zestien was ik toen. Hier langs de kust heb ik jaren gevist totdat ik aan de zuidzij een handel in scheepsartikelen begon." Het gesprek komt al gauw weer op de palingvisserij in Engeland. „Weet je," zegt Ruth Woning, „dat ik daar jaren ge leden al mee had willen beginnen? Het werd september vorig jaar. We werken met twee vletten maar dat is veel te wei nig voor wat daar te halen valt. Die En gelsen, wat waren ze nijdig toen wij ik werk met vier man samen op hun ri vieren aan de slag gingen. Welke rivie ren? Ja ik zou wel gek wezen als ik dat ging vertellen. Er zitten toch al genoeg kapers op de kust. Hier en daar duikt een Engelsman op die het ook wel eens wil proberen. Maar ze doen het zo stuntelig. Ze kennen het vak niet. Daar moet je in opgegroeid zijn. Die Engelse sportvissers moesten niks van ons hebben. Of we wel vergunning hadden. Nou ik liet een ver gunning zien van een instantie in Londen. Dat was niet voldoende. Je moet ook een vergunning hebben van het district waar je vist. Ze begonnen 't ons hoe langer hoe lastiger te maken. Toen heb ik een Engelse firma opgericht en nou mogen we overal en net zoveel vissen als we maar willen." Ruth Woning plukt een kranteknipsel uit zijn portefeuille en legt het op tafel. „Kijk, dit is uit een Engelse krant. Die schreef ronduit dat we een stelletje stro pers en schavuiten waren. Ze vonden 't een beetje een nationale schande dat die Hollanders op Engelse rivieren zo maar hun gang konden gaan." De Yorkshire Post, maar ook de gro tere Engelse kranten meldden de ver schijning van de Hollandse palingvissers, met vette koppen. Een blad had het we onze dure nylon fuiken volkomen ver nield terug. Van de autoriteiten hebben we voldoende medewerking. Het is eigen lijk vreemd dat de Engelsen zich nooit met de palingvisserij hebben bezig gehou den. Eeuwen lang zijn de Engelse rivie ren de beste kweekplaatsen voor paling geweest die je je maar denken kunt. Het is natuurlijk sneu voor de Enfelsen dat er nu een stelletje Hollanders van profi teren. Een Engelse krant schreef dat de Engelse paling nat in Holland wordt inge voerd voor 1,50 per pond en gerookt in Londen voor achtmaal die prijs wordt verkocht. Kijk, dit soort berichten maakt natuurlijk ook dat ze ons liever zien gaan dan komen." Ruth Woning heeft zijn koffie verwisseld voor een glas „jonge". Hij heft het en zegt: „Op de Engelse paling. Volgende week zien ze me weer verschijnen. Maar nog liever ging ik naar Ieland, want daar zit me een paling...!" afiJPfl aliirn 1 a-nrra. irnen hnv«e Hinlttör A VAT!Ill ISLHv ShlDDIüd tÖ Advertentie DAG en NACHT Verhuur met en zonder chauf feur voor geheel Europa. Ook uw adres voor trouwauto's, toer ritten en zittend ziekenvervoer. RIJNSTRAAT 91 - TEL. 6200 - 6285 RUTH WONING UIT IJMUIDEN: „Paling bij de vleet zit er in de Engelse rivieren". De Oud-katholieke Vereniging voor Kin derbescherming, die te Utrecht is geves tigd, hield vrijdagavond in het oud katho liek verenigingsgebouw te IJmuiden haar 57ste jaarvergadering onder voorzitter schap van pastoor J. C. M. Keman uit IJmuiden. De matige belangstelling werd geweten aan het verlate tijdstip der bijeenkomst en de vakantietij d, die er ook de oorzaak van was dat drie hoofdbestuursleden ver stek lieten gaan. Drs. J. Heslinga uit Noordwijk aan Zee, secretaris, vermelde in zijn jaarverslag het aftreden na 25 jaar van zijn voorgang ster mevrouw E. H. M. de Vrij-Rheindorf, die wegens haar buitengewone verdiens ten tot erelid werd benoemd. De vereni ging werd in 1961 lid van het Algemeen Verbond voor Kinderbescherming. Zes pupillen van de vereniging zijn allen in pleeggezinnen ondergebracht. Aan leden en donateurs telt de vereniging 373 contri buanten. Teneinde een de geldmiddelen van eigen kasgeld en overheidssubsidies gescheiden te houden zal een andere struc tuur worden gevolgd. Gepoogd zal worden tot een algemene contributieverhoging over te gaan, aangezien de bijdragen nog altijd een vooroorlogse hoogte hebben en alles inmiddels aan de hogere eisen moet worden aangepast. Evenzeer zal men trachten het ledental van de vereniging, die zoveel goed werk doet, doch dat niet algemeen bekend is in de eigen kring, uit te breiden. Drs. J. Heslinga werd als secretaris herkozen, terwijl de heer J. Schenk uit Amstelveen als tweede secretaris zal fun geren in verband met de structuurwijzi ging. Met belangstelling is de causerie van de heer A. J. D. van Oosten, direc teur van de Vereniging „Kinderzorg", 's Gravenhage-Delft over het onderwerp „Het werk van een voogdij-vereniging en het werk in kindertehuizen" gevolgd. Van de voogdijkinderen zijn in ons land 63 per cent ondergebracht in pleeggezinnen en helaas 37 percent in internaten, waarvan een deel der kinderen geestelijk ge stoord zijn. Drie jaar geleden vond onder de Haagse Hervormde kinder tehuizen een reorganisatie plaats door het onderbrengen in een stichting waarin nog meer dan voorheen blijkt, dat kinderbescherming zeer uitgebreid is en de voogdij vereniging bijna niet toe komt aan preventief werk. De kinderen kunnen tegenwoordig echter aanspraak maken op een beroepmogelijkheid ten aanzien van een te volgen onderwijsinrichting, die voorheen eigenlijk niet bestond. Dit bete kent voor de kinderen een geweldige voor uitgang. Aan de hand van vertoonde kleu rendia's werd geïllustreerd, hoe zelfs voogdijkinderen tot flinke plaatsen in de maatschappij kunnen klimmen. Deze dia's toonden vertederende beelden van babies, kleuters en jonge kinderen, die bij spel en sport en allerlei leuke ideeën van verplegenden zich echt thuis voelen in in ternaten. Ook opmerkelijke adoptiegeval- len werden aangetoond. De heer Van Oos ten noemde de Rekkense inrichtingen van voogdijkinderen in deze kringen echt wel het eindpunt, omdat in deze inrichtingen vaak zeer moeilijke kinderen zijn onderge bracht. Al met al kregen de aanwezigen een soms verheffend, doch ook een triest beeld van hetgeen zich in de wereld van het niet-gewilde of verwaarloosde kind af speelt. Beelden waarvan de gemiddelde Nederlander maar heel weinig weet. Het was goed hiermede te worden geconfron teerd en het was daarom jammer, dat de afwezigen weer ongelijk hadden. Aanvoer van vrjjdag Te IJmuiden werden vrijdag aangevoerd totaal 4750 kisten vis, te weten 410 kisten tong en tarbot, 12 heilbot, 4 tongschar en schartong, 1087 schol, 840 makreel, 1050 schelvis, 395 wijting, 866 kabeljauw en gul, 28 leng, 3 haai, 10 wolf, 17 poon, 22 koolvis en 16 diversen. De prijzen van vrijdag Te IJmuiden waren vrijdag de prijzen (in guldens) per kilogram: heilbot 4,10 2,70, gr. tong 5,065,51, grm. tong 4,78— 4,65, kim. tong 5,72—5,17, kl. tong I 6,98— 6,38, kl. tong II 6,81—6,40, tarbot I 4,40— 3,60, zalm 6. Per 50 kg: tongschar 11492, kim. schol 57, kl. schol I 60, kl. schol II 4621, ma kreel 28,8014,20, gr. schelvis 56, grm. 5652, kim. schelvis 4738, kl. schelvis I 6533, kl. schelvis II 3115, wijting 28 15, gr. gul 4636, midd. gul 4027, kl, gul 35—22, kl. leng 34—25, kl. haai 28—13, kl. wolf 38, poontjes 18, kl. koolvis zw. 44, kl. koolvis wit 44, kl. rode poon II 22—7. Per 125 kg: gr. kabeljauw 208100, gr. koolvis zw. 10086, gr. leng 7467, gr. wolf 11296. Besommingen Vrijdag zijn te IJmuiden de volgende besommingen (in guldens) gemaakt: HD 79 9360; KW 139 12.690; KW 150 2820; KW 29 8180; KW 195 2990; KW 94 2050; KW 134 2480; IJM 2 4790. Scheveningen De aanvoer van zaterdagmorgen in Scheveningen was: 320 kisten schelvis, 250 gul en kabeljauw, 320 stuks kabeljauw, 200 rederijkisten haring, 150 makreel, 160 wijting, 300 schol en 4800 kilogram tong en tarbot. Voorts 510 kantjes haring. Advertentie GARAGE L. v. d. LEDEN R. CLAEZENSTR. 1 DAG en NACHT over een stille invasie van Hollandse vis- stropers. De B.B.C. wijdde er een uitzen ding aan. Kort en goed kwamen die be richten er op neer dat die brutale Hol landse palingvissers, ronduit „rascals" (schelmen) genoemd, maar weer gauw hun biezen moesten pakken. De Yorkshire Post rekende uit dat de Hollanders in een paar weken tijd drieduizend pond sterling met hun paling hadden verdiend. En het blad vroeg zich met verwondering af waarom er geen ondernemende Engelsen zijn die ook de palingvisserij als brood winning kiezen. Het is, aldus het blad, in ieder geval een manier om snel rijk te worden! „Er zijn Engelse sportvissers", vertelt Ruth Woning, „die nog altijd fel op ons gebeten zijn. Zij moeten vergunning heb ben om een lijntje in het water te mo gen gooien en die Hollanders komen zo maar met grote fuiken hun rivieren op. Dat zet kwaad bloed. Niet zelden vinden Vele Engelse kranten meldden met vette koppen de verschijning van Hollandse palingvissers op hun rivie ren. In vaak scherpe taal wordt duidelijk gemaakt dat hun aanwezig heid daar niet gewenst is. (Zie ook de foto rechtsbovenaan.) Als de meest opmerkelijke gebeurtenis van de afgelopen week rond de los- lank kan het feit worden vermeld, dat slechts zes trawlers waarbij twee af- omstig van IJsland voor de dinsdagmarkt meer dan vijfhonderd kisten vis hebben afgeleverd. Bovendien bleek uit het grote verschil in lading dat de gang van zaken bij de Nederlandse visserij nog altijd het een en ander te wensen overlaat. Want niet alleen de soorten vis, maar ook de aangevoerde hoeveelheden liepen nogal sterk uiteen. Zo liep de hektrawler KW 41 met slechts 700 kisten binnen, terwijl de IJM 24 daarentegen ongeveer tweeduizend kisten in zijn ruim had meegebracht. En toch heeft de KW 41 bij vorige reizen meermalen bewezen best in staat te zijn een behoorlijk aantal visjes te verschalken. Langs de kant kan de opmerking wel eens worden beluisterd, dat waar dit schip zijn netten dan ook mag uitzetten er steeds voldoende vis wordt binnengehaald, maar dergelijke vangsten bewijzen dan toch in ieder geval een nieuwe uitzon dering op de regel. Ondanks de betrekkelijk geringe aan voer (ongeveer 20.000 kisten) is er toch van een tekort geen sprake geweest. De noteringen waren dan ook allerminst aan de hoge kant en de verschillen in prijs vorming zijn hoofdzakelijk het gevolg ge weest van waar te nemen kwaliteitsver schillen. De vis van de zogenoemde „ha ringtrekkers" was minder van kwaliteit I ■jJL. dan mocht worden verwacht en het viel duidelijk op te merken dat de grootste aandacht was besteed aan de haring die werd meegevangen. Eerst wordt namelijk de haring verwerkt en pas daarna de an dere soorten vis. Het kaken, zouten en in de ton verpakken vereist nu eenmaal veel tijd en als wij nu bedenken dat het kui pen van de tonnen en het laten strijken in de ruimen evenmin vanzelf gaat, dan wordt het duidelijk dat deze bezigheden weinig bevorderlijk zijn voor een vlugge verwerking van de andere vis. Door dit alles zijn de besommingen van de trawlers die zich van het „haringja- gen" afzijdig hebben gehouden, bepaald niet tegengevallen. Toch hebben ook de haringjagers gemiddeld 40.000 per veer tien dagen kunnen besommen, welk resul taat stellig nog werd gedrukt door de ge ruchten, die opnieuw over de nieuwe ha ring de ronde hebben gedaan. Waarvan de strekking uiteraard door de aanvoerders wordt ontkend. Door de omschakeling van vele schepen naar de haringvisserij hebben de kotters iets meer lucht gekregen. Toch wordt door deze vissers nog altijd naar nieuwe visplekken op de Noordzee uitgezien. Nu de visserij ten westen van de Nederland se kust eenmaal is gaan draaien, worden deze dan ook steeds westelijker gezocht. Aldus werd deze week reepgevist in de omgeving van de Smith's knol, op welke plaats de mooiste partijen „Engelse wal- haring" werden gevangen. Vroeger werd aangenomen dat op deze gronden niet met een trawler kon worden gevist, vanwege de scherpe grond, maar de kotters die hier nu aan het werk zijn geweest heb ben beslist niet meer moeite gehad dan op andere plaatsen waar platvis wordt ge vangen. Met uitzondering van de tong, die weigerde zich hier te laten zien. Wel wer den er fraaie partijen kleine schol boven water gehaald, zodat deze vangplaatsen in de toekomst ongetwijfeld meer zullen wor den bezocht. Want met het wisselen van de jaargetijden zal hier ook de visstand waarschijnlijk wel de nodige wijzigingen ondergaan. DU zoeken naar visplaatsen is mede het gevolg van het opmerkzaam luisteren naar hetgeen hij voorbeeld door Engelsen en Belgen wordt buitgemaakt. Men hoort via de radio deze buitenlandse collega's dan wel hun onderlinge gesprekken hou den, maar daarmee zijn de vangplaatsen nog niet direct hekend. Het lossen in Engeland, waar in dit voorjaar nogal sprake van is geweest, kenmerkte zich door goede resultaten. Dit was ook al het gevolg van de contacten met de vissers, die hun lading eveneens in Engeland aan de markt hebben ge bracht. Halverwege de Engelse en Nederlandse kust worden door de kotters nog steeds kleine gullen gevangen. Deze week zijn hiervan enkele kleine partijen naar Frankrijk geëxporteerd, zodat hiervoor nieuwe perspectieven werden geopend. Hoewel voorts het aanbod van tong vrij zuinig is geweest, zijn de berichten over de tongvangst in de Sylt toch uiterst hoopgevend. Doordat er deze week één dag minder werd gevist bestaat de moge lijkheid dat de vangsten eerst aanstaan de maandag aan de markt zullen komen, of het zou moeten zijn dat er reeds is verkocht in Den Helder, Wieringen, Har- lingen of Urk. Ook in Duitsland wordt het een en ander gedaan aan visserij-onderzoek. Hiervoor gebruikt men de allermo dernste trawlers. Van vóór de oorlog is de naam „Frithof' al bekend. Na de oorlog kwam de „Anton Dom", toen de Duitse schepen het steeds verderop moesten zoeken. Vorig jaar werd een grote hektrawler in dienst gesteld, de „Walter Herwig". Op de foto dit schip aan de kade in de ha ven van Bremerhaven, bezig te pro vianderen voor een nieuwe reis. ■mm m m m m m m H gf - A:-' -X'-.'.'.'.-. v.-.v.■X'v-.'-v

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1965 | | pagina 4