Een kat tussen de
duiven
■na
PANDA EN DE
II®
BRON
I
?n
j
m
■iVïffll,
Ff» 'WTIN
en
Om jvervolg verhaai
Een detectiveverhaal
door Agatha Christie
PÉÜ JS^
door dr. Robert van Gulik
ZATERDAG 19 JUNI 1965
19
ÉP
mÈmÊmÊËÈJ$$^Ê^
Beste jongens
en meisjes,
Twee weken geleden
hebben wij jullie op
deze pagina gevraagd
zelf eens iets te schrij
ven, te dichten of te
tekenen. We hebben en
kele brieven en werk
stukjes ontvangen waar
van wij nu iets afdruk
ken. Sturen jullie nog
eens wat?
De Kinderkrant
Hel hertje en
de jager
De boerderij in
de bergen
Het beertje en
het veertje
De olifant uit
Amsterdam
VERZAMELING VAN
KLASSIEKE WERKEN
3 5^3
HVVVVtflfVVVVVVVW
IWVWWVWVWW
A ■->-
49)
„Officieel ben ik niet bevoegd,"
sprak hij, „alles te onthullen wat ik
weet. Ik kan u alleen de verzekering
geven dat het onderzoek goede voort
gang maakt, zodat wij ons reeds een
denkbeeld kunnen vormen wie aan
sprakelijk is voor de drie misdrijven,
die hier zijn gepleegd. Verder kan ik
nog niet gaan. Mijn vriend, monsieur
Hercule Poirot, aan wie geen ambte
lijke geheimhouding is opgelegd, is
volkomen vrij zijn eigen gedachten
daarover te ontwikkelen. Hij zal u
•nader inlichten over bijzonderheden,
die hem, dank zij zijn relaties, zijn
verstrekt. Ik ben ervan overtuigd dat
u Meadowbank en juffrouw Bulstrode
trouw zult blijven en geen ruchtbaar
heid zult geven aan allerlei dingen
die monsieur Poirot zal aanroeren en
die van geen openbaar belang zijn.
Hoe minder praatjes en beschouwin
gen hierover de ronde doen, des te
beter voor Meadowbank. Daarom wil
de ik u vragen alle bijzonderheden
die u horen zult, vóór u te houden.
Is dat afgesproken?"
„Dat spreekt vanzelf!" gaf juffrouw
Chadwick het eerst en met nadruk
ten antwoord. „Wij blijven allen trouw
aan Meadowbank, tenminste dat hoop
ik."
„Natuurlijk," zei juffrouw Johnson.
„O, ja," zeiden de jongste twee le
raressen.
„Daar ben ik het mee eens," ver
klaarde Eileen Rich.
„Wilt u dan nu misschien.. Poi
rot?"
Hercule Poirot kwam overeind, keek
zijn gehoor stralend van welwillend
heid aan, en draaide zijn snor lief
kozend op. De jongste twee lerares
sen voelden opeens neiging te gaan
giechelen en wendden deswege met
samengeperste lippen het hoofd af.
„Het is voor u allen een moeilijke
en zorgelijke tijd geweest," begon hij.
„Weest u er allereerst van verzekerd
dat ik mij dit ten volle bewust ben.
Het is natuurlijk voor juffrouw Bul
strode het allerergste geweest, maar
u hebt er allen onder geleden. In de
eerste plaats hebt u het verlies te be
treuren van drie van uw collega's,
van wie een hier een aanzienlijke tijd
werkzaam is geweest. Ik bedoel juf
frouw Vansittart. Juffrouw Springer
en mademoiselle Blanche waren in
zekere zin nieuwelingen, doch ook hun
dood zal ongetwijfeld een vreselijke
schok en een bedroevend feit voor u
zijn geweest. U zult ook bevreesd zijn
geweest voor uzelf, omdat het erop
leek dat èr een soort vendetta op het
docentencorps van Meadowbank ge
richt was. Zowel inspecteur Kelsey als
ik kan u echter de verzekering ge
ven dat zulks niet het geval is.
„Meadowbank is, door een min of
meer toevallige samenloop van om
standigheden, het middelpunt van be
langstelling geweest van uiteenlopen
de ongewenste elementen. Er is hier,
zou men kunnen zeggen, een kat on
der de duiven geweest. Er zijn hier
drie moorden gepleegd en er is boven
dien een leerlinge ontvoerd. Ik zal
eerst over die ontvoering spreken,
omdat het door deze hele zaak heen
de grote moeilijkheid is geweest, de
niet bij het onderwerp behorende bij
komstigheden, misdadig op zichzelf,
uit de weg te ruimen, omdat zij de
hoofdzaak verduisteren., het optre
den van een meedogenloos en vastbe
raden moordenaar in uw midden."
Hij haalde een foto uit zijn zak. „Al
lereerst zal ik deze foto laten circu
leren."
Kelsey pakte hem aan en overhan
digde hem aan juffrouw Bulstrode, die
hem op haar beurt aan haar staf liet
zien. Tenslotte kwam hij bij Poirot
terug. Hij keek naar hun gezichten,
die echter geen enkele uitdrukking
vertoonden.
„Ik vraag u allen, hebt u dat meis
je op de foto herkend?"
Allen schudden ontkennend het
hoofd. „Dat had eigenlijk wel behoren
te gebeuren," hernam Poirot, „want
deze foto, die mij uit Genève is toege
stuurd, is het portret van prinses
Shaista."
„Maar het is beslist Shaista niet!"
riep juffrouw Chadwick uit.
„Precies!" verzekerde Poirot. „De
draden van deze zaak lopen van Ra-
mat uit, waar, zoals u weet, ongeveer
drie maanden geleden een revolutio
naire coup d'état heeft plaatsgevonden
De regerende vorst, prins Ali Yusuf,
wist te ontvluchten in een toestel dat
door zijn privé-vlieger werd bestuurd.
Het vliegtuig is echter ten noorden
van Ramat neergestort. Het is pas
naderhand ontdekt. Een zeker voor
werp van grote waarde, dat prins Ali
altijd bij zich droeg, werd toen ver
mist. Het is niet in het wrak van het
vliegtuig gevonden en het gerucht ging
dat het naar Engeland zou zijn over
gebracht. Verscheidene groepen van
personen waren begerig dit uiterst
kostbare voorwerp in handen te krij
gen. Een van de verbindingen daar
mede scheen de enig overgebleven
bloedverwante van prins Ali Yusuf te
zijn, zijn volle nicht, een meisje dat
op dat moment op een Zwitserse kost-'
school werd opgevoed. Het leek niet
onwaarschijnlijk dat wanneer het be
wuste kostbare voorwerp uit Ramat
in veiligheid was gebracht, het zou
worden overhandigd aan prinses Shai
sta of aan haar familie of voogden.
Enkele geheime agenten hadden op
dracht haar oom Emir Ibrahim in het
oog te houden terwijl weer andere
prinses Shaista zelf (moesten bespie
den. Het werd bekend dat zij dit se
mester op dit internaat, Meadowbank,
werd verwacht.
„Nu zou het logisch zijn geweest
dat men iemand had opgedragen hier
in betrekking te gaan teneinde een
wakend oog te houden op de prinses
en ieder die haar hier bezocht,
schreef of opbelde. Maar een nog
veel eenvoudiger en doeltreffender op
lossing werd bedacht, nl. Shaista te
ontvoeren en in haar plaats een hand
langster naar Meadowbank te sturen
net alsof zij prinses Shaista zelf was.
Dit kon met goed succes geschieden,
doordat Emir Ibrahim in Egypte ver
toefde en pas tegen het eind van de
zomer van plan was naar hier te ko
men. Juffrouw Bulstrode had de prin
ses nooit gezien, aangezien alle maat
regelen voor haar komst via de am
bassade te Londen waren getroffen.
„Het plan was uitermate een
voudig. Shaista heeft Zwitserland ver
laten onder geleide van een vertegen
woordiger van de ambassade te Lon
den. Althans zo heette het. In werke
lijkheid had de ambassade uit Zwit
serland bericht ontvangen dat iemand
van de Zwitserse school het meisje
naar Londen zou vergezellen. De ech
te Shaista is naar een alleraardigst
chalet in Zwitserland gebracht, waar
zij sedertdien verblijft. Een heel an
der meisje is in Londen aangekomen,
daar afgehaald door een vertegen
woordiger van de ambassade en ver
volgens hier op Meadowbank gebracht
De ondergeschoven Shaista moest
vanzelfsprekend veel ouder zijn dan
de prinses. Maar dat is bijna niet op
gevallen, omdat het bekend is dat
Oosterse meisjes veel eerder volwas
sen zijn. Een jeugdige Franse actrice,
die zich had toegelegd op het spelen
van jongemeisjes rollen, is de uitver
koren agente geweest.
„Ik heb de vraag gesteld," bracht
Hercule Poirot in herinnering, „of
iemand ook op haar knieën had gelet,
want knieën geven een heel juiste in
dicatie voor de leeftijd. De knieën
van een jonge vrouw van drieëntwin
tig of vierentwintig jaar zal men nooit
bij vergissing kunnen aanzien voor de
knieën van een meisje van dertien,
veertien jaar. Maar helaas had nie
mand haar knieën gezien.
„Het plan heeft evenwel niet het
verwachte succes opgeleverd. Er was
niemand die met Shaista in contact
probeerde te komen, geen brieven,
geen telefoongesprekken heeft zij ont
vangen. Maar naarmate de weken
verstreken, werd de reden voor onge
rustheid groter. Emir Ibrahim is,
naar ik gehoord heb, altijd zeer onbe
rekenbaar in zijn plannen. Op een
goede avond zegt hij bijvoorbeeld:
„Morgen ga ik naar Londen", en dan
is hij er ook de volgende dag.
„De ondergeschoven Shaista was er
zich dus van bewust dat er elk ogen
blik iemand zou kunnen opdagen die
de echte Shaista kende. Dit zou meer
in het bijzonder het geval kunnen
zijn na de moord op juffrouw Sprin
ger.
(Wordt vervolgd
1MB «fii|
X g
«Ml
ER WAS EENS een hertje dat zo
graag naar de jagers wilde gaan kij
ken. Maar telkens verbood zijn moe
der dat. Op een keer zei zijn moeder:
„Ik moet even uit. Blijf jij maar
thuis". En ze ging weg.
MAAR TOEN ZE weg was nam
het hertje de benen. Een paar uur
later kwam er een jager. Hij zag het
hertje en schoot. Mis! Nog eens! Mis!
Nog eens! Raak! Het hertje was in
zijn poot getroffen. De jager snelde
er naar toe. Hij vond het zo'n mooi
hertje dat hij het aan de koning gaf.
DIE ONDERZOCHT het en zei:
„Het is een mooi hert, maar het is
te jong. Laat het maar vrij". En de
jager liet het vrij. Wat was het hertje
blij dat hij vrijgelaten werd. En zijn
moeder was ook blij. Want zij had al
die tijd in angst gezeten.
EN NOOIT MEER is het hertje
weggelopen. En geen jager heeft het
ooit weer gevonden.
Randy Bundel (9 jaar),
Lorentzkade 166,
Haarlem.
ER WAS EENS een boerderij in
de bergen. Daar woonde een gezin
van tien: zes meisjes, twee jongens, de
vader en de moeder. Ze moesten op
ski's naar school toe. Dat vonden de
kinderen wel leuk. Toen het zomer
was ging de boer het vee verkopen.
Hij verkocht een koe en kocht er een
ander klein kalfje voor in de plaats
De kinderen waren heel erg blij.
JAN GING een keer per week met
een grote mand op zijn rug naar de
kruidenier. De kruidenier woonde
een heel eind weg en daarom kochten
ze voor een week.
DE BOER had koeien en paarden
en varkens en nog heel wat andere
dieren. Toen het zomer was gingen
ze naar het zwembad. Toen was het
verhaaltje uit.
Maarten Wasmoeth (7 jaar),
Merwedeplantsoen 32,
Heemstede.
H5-6H
45. Joris slaakte een teleurgestelde uitroep, toen hij
eindelijk behouden de KlapTrap bereikte. „Hij is dicht
gegaan; ondanks mijn betonstortingen!" prevelde hij.
Het was te veruMchten! Maar toch.Enfin, als hij
nu maar snel open gaat. Vooruit: Sesam open u! Laat
me er door!" Maar de stenen poort werkte niet op
smeekbeden of toverspreuken en dus moest Joris maar
rustig afwachten. Erg rustig was hij echter niet, want
achter hem klonk het gekrijs van de naderende dwer
gen en reeds zag hij enkele van die ventjes langs de
richels van de kloof aankomen. „Komaan, waarom gaat
de KlapTrap nu niet open?" mompelde Joris zenuwach
tig. „Het is reeds lang openingstijd.' Vooruit dan toch!"
En hij bonsde met zijn vuist op de wand. Toen verbleek
te hij en betastte onderzoekend de plek, waar de rots
wand vaneen behoorde te gaan. Tussen deze spleet, die
van boven tot beneden doorliep, was nu iets samenge
perst, iets dat aanvoelde als.gehard beton! En plot
seling drong het tot hem door, wat hier gebeurd was:
het beton, dat hij tussen de wanden had gestort, om ze
vaneen te houden, had ze voor altijd aan elkaar ge
cementeerd!
EEN HEEL klein beertje
Zag een veertje
Wou ermee spelen gaan
Toen juist kwam Jan de Wind eraan.
HET BEERTJE
Ging naar het veertje
Totdat het opeens verdwenen was.
HET BEERTJE was natuurlijk
niet in zijn sas
Grommend liep hij toen naar ma
En dan weer eens naar pa.
MAAR HET veertje was en bleef weg.
Toen ging het beertje van verdriet
ook weg.
Annelies Huurman (10 jaar),
EEN OLIFANT uit Amsterdam
Die wou gaan vissen in Spaarndam.
Met een hengel
Ging die bengel
In de tram.
CV'
De vijfjarige Anneke Nuysink uit de maakte deze tekening. Zij kleurde de
Denemarkenstraat 63 in Haarlem figuurtjes in lichte, vrolijke kleuren.
Och, wat een ramp,
De mensen zeiden:
„Ach heden,
Waar moet die olifant toch wezen?"
NU ZIE JE hem zitten aan de kant,
Die dikke domme olifant
Een visje aan de haak gevangen.
Maar de olifant, die bangerd,
Die zei:
„Hu, wat spartelt hij,
Ik laat hem gauw weer vrij".
Annelies Huurman (10 jaar),
Transvaalstraat 20 rood,
Haarlem.
ff AL F AUGUSTUS «TOOM
DE HETGEWAPENDe
FREGAT
uABRAHAM LINCOLN*
VAN SAN FRANCISCO UIT
OP, MET DE OPDRACHTOM
HET ZEEMONSTER OP TC
SPOREN EN IN OC GROND
TE BOREN. ALS SPECIA
LISTEN BEVONDEN ZICH
AAN BOORD VAN DIT
SCHIP PROFESSOR
PIEKRC ARONNAX EEN
AUTORITEIT OP HET GE
BIED VAN DE KENNIS PER
ZEE EN AL HAAR GEHEI
MEN, Z'JU ASSISTENT
CONSEIL EN DE MEESTW?-
HARPOENIER NED 1.AND.
lNHETOAAR. 1868 BEREIKTEN TAUOZE VREEM
DE VERHALEN EN GERUCHTEN UIT HETGROTe
ZUIDZEE GEWED DE BEWOONDE WERELD.
HET GING STEEDS WEER OVER EEN MONSTER,
DAT SCHEPEN VERNIETIGDE
De DOOR DE HEVIGE
BOTSING OVERBOORD
GESLAGEN PROFESSOR.
ARONNAX,CONSEIL. EN
NED LAND, RAGEN TOT
HUN VERSLAGEN HEID
HOE HET GETROFFEN
SCHIP AFDREEF
NA DRIE MAANDEN VRUCHTELOOS SPEUREN BC-
SLOOT DE COMMANDANT DE STEVeN HUISIVAAJ2T
TE WENDEN TOENPLOTSELING DE
„ABRAHAM LINCOLN" GERAMD WERD DOOR.
EEN MONSTEEL'JK \AOORWeRP
MAAR KAN M'J NIET
^TKAWDITNUlSCHELEN, ALS
Bü HET AANBRe
KEN VAN DE DAG
STOOTTEN DE
UITGEPUTTE
LINSEN
>ieSG
Wnti'N FT .King OjtuNt JjnJi
'JK EENS
EN
MOET HeT
VAN MEN
EN ZON.'
KLINKNA
DUIVEL
EEN ZEER FRAAI ANTIEK
STUK,DOKTOR HWA...1S
HET VAN U?...
sGmm VROUW LAAT OOK
ALLES MAAR SLINGERENGEEFT
V. U HET MIJ MAAR
gr WAAR KOMT PAT DN6.
NU WEER VANMAN?
EH...NEE'