Vriend van de apartheidspolitiek is hij niet, maar evenmin een actief bestrijder ervan HIJ LIJKT GEEN GANGMAKER TE ZIJN... Geen verzetsheld in zijn familie DONDERDAG 24 JUNI 1965 Duitse jeugd wacht af Geen verzet Avond-HBS Diplomat enschool Carrièremaker V - „Claus von Amsberg: geboren 6 september 1926 in Doetzingen by Hitzacker/EIbe. Rechtenstudie aan de universiteit van Hamburg: meester in de rechten. Intrede in de buiten landse dienst als attaché april 1957. Legatiesecretaris 1958. Legatieraad 1961. Van 1958 tot 1961: ambassade Santo Domingo (Dominicaanse Re publiek). Van 1961 tot 1963 ambas sade Abidjan (Ivoorkust). Sinds juli 1963: Buitenlandse Zaken bij de afdeling economische betrekkingen met Afrika ten zuiden van de Sa hara. (Van onze speciale verslaggever) Dit is de vertaling van het enige persbericht dat het Westduitse ministerie van Buitenlandse Zaken heeft gegeven over de man, die in het Ijpwelijk zal treden met de Nederlandse kroonprinses. De officiële bronnen in Bonn wensen zich zeer nadrukkelijk nog niet te bemoeien met enig bericht over Claus von Amsberg, zolang hij in de Bondsrepubliek nog niet meer is dan een gewone ambtenaar van Buitenlandse Zaken, die er privé-betrekkingen in het buitenland op na houdt. De portiers van het ministerie bepalen zich niet slechts tot het weigeren van inlichtingen, maar vertellen zacht gezegd misleidende en onjuiste verhalen over de plaats waar Claus von Amsberg werkt, over zijn kamer, over de inrichting daarvan. CLAUS VON AMSBERG MAAKTE SNEL CARRIERE IN DE BUITENLANDSE DIENST Op vijftienjarige leeftijd scholier op het „Duitse Eton". Wie thans het huistelefoonnummer 2253 van het plaatsvervangend hoofd van af deling B5 draait, krijgt geen antwoord. De man, die zich hoofdzakelijk bezig hield met de Engels-sprekende staten ten zui den van de Sahara is er niet. Anderen nemen zijn plaats in bij de interministe riële commissievergaderingen over deze gebieden, waar het inzicht van buiten landse zaken over de politieke en econo mische betrekkingen (lees: hulpverle ning) naar voren moet worden gebracht. Von Amsberg in zijn werk: geen vriend van de apartheidspolitiek, al gelooft hij niet dat economische dwangmaatregelen daartegen gewenst zijn. Hij beseft ten slotte dat de Bondsrepubliek jaarlijks 500 miljoen dollar aan exportgoederen aan Zuid-Afrika verdient. Hij weet ook dat juist de uitvoer naar dat land en de goe deren die er vandaan komen, ongeveer een derde tot de helft uitmaakt van de to tale Westduitse handel met heel Afrika. Von Amsberg heeft grote sympathie voor de neger, maar het lijdt geen twijfel dat zijn opvattingen duidelijk passen in de be leidslijn die op zijn ministerie wordt uit gestippeld en waarin hij geen doorslagge vende stem heeft. Maar het is ook dui delijk dat zijn persoonlijke inzichten in dit kader passen, omdat hij anders zijn func tie van plaatsvervangend afdelingschef niet zou hebben gekregen. Von Amsberg is weg, met vakantie en niemand weet of hij nog ooit zal terugke- i ren op buitenlandse zaken, terwijl het heel aannemelijk wordt gevonden, dat hij zijn ontslagbrief heeft klaar liggen om deze op de dag van zijn officiële verloving te doen bezorgen. Bonn, West-Duitsland, de Westduitse Jeugd, reageert nog nauwelijks op de be richten uit Nederland. Westduitse jonge ren bepalen zich ertoe af te wachten of de verbintenis tussen Nederlands kroon prinses en een Duitser wellicht zal leiden tot wat meer toenadering van de Neder landse jongeren tot de jeugd van dit Duitsland van na 1945. Zij durven, in het besef van de misdaden van hun vaders, die toenadering zelf niet aan, uit angst voor een afwijzing. De Nederlandse ambassade houdt zich, uiterst formeel, op de vlakte waar het de verloving betreft: de richtlijnen komen uit Den Haag en wij doen uit ons zelf niets. De ambassade heeft geen aandeel gehad in het antecedentenonderzoek. Men kent er Von Amsberg nauwelijks en Duitse journalisten die om bijzonderheden ko men ontvangen een ruim twee jaar oude biografie van prinses Beatrix. Contacten met 't ministerie van Buitenlandse Zaken heeft de ambassade over deze zaak niet gehad. Von Amsberg heeft zelf ook geen pogingen gedaan om met de ambassade in verbinding te treden. Inlichtingen? De ambassade verzamelt knipsels uit West- Duitsland, krijgt knipsels uit Nederland en hult zich in een helaas enigszins machteloos stilzwijgen. De persdienst van de Bondsrepubliek overweegt bekend te maken dat er be trekkingen hebben bestaan tussen het of- ficierenverzet van de 20ste juli 1944 en de familie von Amsberg. Dit zou geheel pas sen in de besproken mogelijkheid om dit huwelijk niet af te schilderen als een ver bintenis tussen prinses Beatrix en een Duitser, doch als een band voor het leven tussen de Nederlandse kroonprinses en •en Europeaan, Een portret van vier jaar geleden. hand in de zak van zijn jasje en in de andere een glas. Hij is eerzuchtig, zozeer dat sommi gen hem een „Streber" noemen. Zijn car rière gaat hem voor alles. Hij doet zijn dienst zelfs op momenten dat ieder ander alleen nog maar denkt aan het komende weekeinde. Op de buitenposten in Santo Domingo en Abidjan stond hij steeds ge reed in te springen voor de ambassadeur. Hij heeft zich zonder het contact ge heel te verliezen in het dagelijkse le ven min of meer losgemaakt van zijn fa milie voortdurend vooruitziend naar nieuwe relaties. De oude vriendschappen van kort na de oorlog zijn verlopen. Het is zijn duidelijke verdienste dat hij, met een oude naam stammend uit een een voudig milieu geheel op eigen kracht zijn plaats als „Legationsrat" heeft bereikt. Verder op de volgende pag., derde kolom Zijn flat aan de Max Planckstrasse in Bad Godesberg. tisch bestaan aan te knopen bij een rian ter verleden, gelooft het nu. Stilletjes heb ben de neringdoenden van het stadje zich portretten van het Nederlandse konings huis verschaft, teneinde bijtijds doch pas send de plotselinge glorie te benadrukken die het vorstenhuwelijk van hun stadge noot Claus over zijn geboorteplaats zal uitstorten. Ze kennen hem daar zeer goed, al zijn de herinneringen aan de tenniswedstrij den en het rijden op een oude doch nog zeer snelle motorfiets niet meer van de allerlaatste jaren. Integendeel, zij stam men uit de periode kort na 1945 toen de twintigjarige Claus eerst in Lueneburg met avondcursussen zijn eindexamen middelbare school haalde en zich vervol gens aan de weer overeind gekropen universiteit van Hamburg als student in de rechten liet inschrijven. Om de studie te betalen nam hij bovendien een baan tje aan in een schroevenfabriek te Win- sen bij Hamburg. Deze jongen stond in 1947 aan de kade in Hamburg om zijn ouders af te halen. Hij woonde toen al in de havenstad en dat was maar goed ook, want in het huis van oom Julius was elke kamer bewoond door vluchtelingen uit het oosten. Claus zorgde van zijn kleine beetje geld in elk geval goed voor zijn familie. Zo nu en dan daverde hij op zijn vehikel naar Hitzacker om fruit te brengen, dat hij op de een of andere manier had „ge organiseerd". Tijdens de weekeinden speelde hij tennis, ging met zijn zusters en vrienden zwemmen in de Elbe en praatte met zijn vader over diens pogin- In een karakteristieke houding, zoals hij er nu uitziet: donkerblond haar, grijsblauwe ogen, 1 meter 83 lang. Wat het verzet van de familie von Ams berg aangaat: dat heeft niet bestaan. Oom Julius von dem Bussche-Haddenhausen, burgemeester van Hitzacker de man, die de rol van verzetsheld zou moeten spe len heeft geen aandeel gehad in de aanslag op Hitier. Lang voordien was stig, maar niet onvriendelijk, plichtsge trouw, nauwgezet en buitengewoon ge zien onder de mensen met wie hij in zijn werk zowel als daarbuiten verkeert. Kort om: een man, die uit beschrijvingen van verwanten en bekenden naar voren treedt als een onberispelijk persoon, wie een be langrijke carrière in dienst van de Duit se politiek leek te wachten. Claus von Amsberg, 38 jaar oud, heeft echter gedaan, wat zelfs zijn naaste fa milie, ondanks de meest hardnekkige ge ruchten op grond van zijn ambities, on waarschijnlijk achtte: hij zal zich ver loven met de Nederlandse kroonprinses Beatrix en eerlang als prins-gemaal zijn plaats aan de zijde van Nederlands ko ningin innemen. Hitzacker, zijn nietige geboorteplaats aan de Elbe, in het aangezicht van de Deutsche Demokratische Republik moeizaam pogend een bescheiden toeris- Het ministerie van buitenlandse zaken in Bonn (pijl bij het raam van Claus' werkvertrek). gen weer iets te maken van het oude fa- miliegoed Doetzingen. Eerst werd een ladderfabriek geprobeerd, nadien brach ten boomstobben goed geld op bij een ter- pentijnfabriek, en op het laatst verbouw de Von Amsberg senior tabak. Dat poog de iedereen toen in Noord-Duitsland, waar een grote sigarettenfabriek dit inlandse produkt in het groot opkocht, 's Morgens in alle vroegte ging hij zelf naar de ta baksvelden om de bodemtemperatuur te meten, opdat geen nachtvorst de oogst zou bederven. Hij overwerkte zich en stierf in 1953, 63 jaar oud, aan een hart aanval tijdens een jachtpartij, waar hij zojuist zijn zelfs in deze jagersfamilie legendarische schutterskwaliteiten had bewezen. Claus studeerde in die jaren en wist niet precies wat hij uiteindelijk wilde worden. Hij werkte enige tijd bij de we- deropbouwbank in Hamburg en liet zich tenslotte door een vriend overhalen zich aan te melden voor de buitenlandse dienst. Dat kon nog net, want ouder dan 32 jaar mocht je daarvoor niet zijn en Claus was in 1957 31 jaar. Zijn opleiding op de diplomatenschool in Speyer bij Worms was kort: één jaar. Na zijn lich ting werd de cursus met twee jaar ver lengd. Het was in die tijd gemakkelijker bij buitenlandse zaken een baan te krij gen dan tegenwoordig nu de bondsrepu bliek weer meer dan voldoende aanbod van jonge aspirant-diplomaten krijgt. Na een kwartaal in Parijs, om Frans te le ren, werd hij attaché. En daarmee was zijn carrière begonnen. Hij zou er voort varend aan verder werken. Het lijkt binnen redelijke grenzen mo gelijk om de persoonlijkheid van Von Amsberg af te palen, met behulp van de anekdotes, verhalen en herinneringen over hem. Zwijgzaam is hij, zoals zijn vader. Toen hij eens in Hitzacker was deelde hij bij voorbeeld mee, dat hij 's middags weer weg moest. De volgende dag las zijn moe der in de krant dat hij bij de bruiloft van Fürst Bismarck op „Friedrichruh" was geweest. Zijn geslotenheid tijdens de laatste ontwikkelingen rond zijn persoon is er een ander bewijs voor. Hij neemt wenig deel aan conversaties en staat bij voorkeur luisterend terzijde, met de ene Waar gesproken wordt over een riante kantoorruimte, „mit Vorzimmer" en een reusachtig bureau, blijkt de werkeiykheid anders te zyn. In een van de kale on- meteiyke gangen van het reusachtige gebouw waarin West-Duitsland zyn buitenlandse politiek bedryft, staat boven de deur van nummer 280 een bordje met „Von Amsberg". Weliswaar heeft die deur een gordyntje en dienen bezoekers zich op de kamer daar naast aan te melden doch het vertrek zelf is ten hoogste drie by vyf meter groot en volgestouwd met het meubilair dat de huishoudeiyke dienst een legatieraad en plaats vervangend hoofd van een referaat heeft toegedacht: een niet overdreven groot bureau, een eenvoudige brede kast met een brokje houten Afrikaanse negerkunst erop, drie nogal eenvoudige, niet zo erg gemakkeiyke stoelen, een kaart van Afrika aan de muur, een telefoon, vaalbruine overgordynen, geen vitrage, één venster en uitzicht op de tuin, waar zo nu en dan een verdwaald konyntje in huppelt. hij, na een tijd adjudant van generaal von Witzleben te zijn geweest, overge plaatst naar het oostfront. Toen von Witz leben als een der hoofddaders werden ge grepen, stond ook Julius von dem Bus- sche, toentertijd kapitein, onder verden king. Hij zegt letterlijk: „Ik kwam er heel goed onderuit, omdat ik er nu eenmaal niets mee te maken heb gehad en zulks kon bewijzen. Jammer eigenlijk, want het zou nu heel goed voor mij zijn na de oorlog -als ik zou kunnen zeggen dat ik erbij had gehoord Zo, haast onderhuids, houdt Bonn zich dus toch werkelijk bezig met een verlo ving, die in het raam der politiek en eco nomisch zeer nadrukkelijk bestaande Westduits-Nederlandse betrekkingen en ook aan het intermenselijk contact wat meer dimensie zou kunnen verschaffen. Zijn vrienden beschrijven hem als een zwijgzame, sportieve, gaarne aan plezie rige bijeenkomsten deelnemende man, die houdt van zeer snel autorijden. Ern-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1965 | | pagina 14