i: Franse socialisten doen een scherpe aanval op De Gaulle Alarmtoestand in Singapore Mosje Sjarett overleden Een vraag V: J Wereldnieuws r VIVO Van dag tot dag Politieke PEN-resolutie Italianen vragen om spoedzitting van het Europees Parlement Onderonsje Churchill-postzegel vandaag verschenen <^raatótoel DONDERDAG 8 JULI 1965 Chaos Afwachten Indonesische trucbommen 0p cle i M. Mok Speel goed met speelgoed. Uk/65-speIdjes alOct.bij ruim 4500 I levensmiddelen-bedrijven Het nieuwe omroepbeleid is door minis ter Vrolijk veilig door de spitsroeden van de Kamer gevoerd een Kamer die overigens strijdensmoe bleek te zijn en zich lankmoedig heeft neergelegd bij het nieuwe bestel, dat eigenlijk niemand be vredigt. Het is een bedenkelijk verschijnsel dat de regeling, die de nieuwe omroepwet moet inleiden, zo weinig positieve tegen argumenten in de Kamer heeft losgemaakt, terwijl die toch voor de hand lagen en buiten de Kamer ook druk zijn gebruikt. De vrees voor een nieuwe kabinetscrisis heeft duidelijk de debatten beheerst, want waar werkelijk doorslaande oppositionele protesten dreigden, kon minister Vrolijk het vuurtje telkens gemakkelijk doven door zich op „afspraken bij de regerings formatie" te beroepen. Zoals al te verwachten viel, heeft de minister de pers in de hoek laten zitten waar hij haar in eerste instantie al had ingedrukt. De heftige tegenstand uit pers kringen heeft hij eenvoudig naast zich neergelegd, zodat hem zeker niet het ver wijt kan worden gemaakt dat hij als oud journalist tezeer „pers-minded" is. Het tegendeel te moeten constateren is echter voor de pers een des te grotere teleurstel ling. De openheid van het bestel, waarmee thans moet worden gewerkt, is ook in de Kamer betwijfeld. De voorkeurspositie der omroepen is wel afgezwakt, maar niet verdwenen. In de praktijk zal moeten worden afgewacht hoe andere gegadigden zich zullen kunnen handhaven in het keurslijf van condities, dat de minister heeft laten vervaardigen. Een merkwaardige uitlating deed minis ter Vrolijk naar aanleiding van opmer kingen uit de Kamer, dat het gevaar van overheidsbemoeiing met de programma- inhoud wordt gevreesd. Hij zeide letter lijk: „Dat gevaar is louter denkbeeldig. Ik krijg zelfs al opmerkingen dat de over heid te lankmoedig is mei het toestaan van bepaalde programma's." Het zou zeer interessant zijn te weten wie rondom de minister zo gebrand is op overheidseen suur van het t.v.-communicatiemiddel. Dit, gevoegd bij reeds gebleken verschijn selen van onderdanigheid aan bepaalde regeringsinzichten die zich buiten de offi ciant als regeringsuitzendingen gelanceer de programma-onderdelen demonstreren, maakt scherpe aandacht noodzakelijk. Het publiek, dat nu verwacht wat meer open heid en verscheidenheid in de ether te zullen ontmoeten, mag op dit punt zeker heid eisen, al zal die moeilijk te contro leren zijn. De zendtijd voor de CPN is door de Kamer geëist als een consequente toepas sing der democratische beginselen. Minis ter Vrolijk heeft die zendtijd toegestaan, maar de smaak bedorven door te verkla ren dat niet een democratische consequen tie daarvan de grond was, maar de vrees martelaren te maken en daarenboven vond hij dat de communistische inzichten toch al op andere manieren tot het volk konden worden gebracht, zodat uitsluiting niet langer zin had. De kans om de demo cratie eens tot troetelkind te maken, is dus niet benut. Dat die communistische inzichten daardoor nog wat meer omlij ning krijgen, wordt blijkbaar niet belang rijk geacht. Met dit al is weinig positiefs en ver heugends over de nieuwe fase van ether- beleid te zeggen, al zullen de meeste be trokkenen en de minister gaf er ook blijk van daartoe te behoren niet met zekerheid kunnen voorspellen hoe de din gen zich zullen ontwikkelen. Een punt terzijde: de uitlating in de Kamerdebatten dat het onafhankelijke programmablad „Televizier" zal verdwij nen, moet op z'n minst voorbarig worden ge noemd. In de eerste plaats biedt de nieu we wetgeving mogelijkheden aan groepe ringen als die, welke gevormd worden door de abonnees van dit blad, zij het dan onder de wettelijke voorwaarden Bovendien zal de bewijsvoering die door de behandeling van het geding tussen „Televizier" en de omroepen is geëist in verband met de programma-publikatie, nog jaren vergen. En dat in de ambitie tot openheid in het bestel een onafhanke lijk programmablad de sympathie van een groeiend deel van het kijkerspubliek zal behouden, mag toch voor zeker wor den aangenomen. De omroepen zullen nu zonder monopolie hun attractie moeten bewijzen. nA/tAMWinAMmMAAMAMAAAAWVVWWVMAAA/WVWVWW< Tjjdens de slotzitting van het internati onale PEN-Congres, dat in de Zuidslavi sche stad Bied is gehouden, is een reso lutie aangenomen waarin de vervolging, waaraan schrijvers in Spanje en Portu gal blootstaan, wordt veroordeeld. De in de PEN-Clubs verenigde schrijvers betui gen in deze resolutie hun steun aan „alle pogingen van de vervolgde schrijvers om van hun regeringen de vrijheid te krijgen waarop ze recht hebben". Acht schrijvers, onder wie de Span jaard Jose Bergamin, hadden het con gres niet kunnen bijwonen ondanks de uitnodiging die zij hiervoor gekregen had den. Aan het PEN-congres is deelgeno men door ongeveer 500 schrijvers uit,een vijftigtal landen. Het volgend congres is in 1966 in New York. PARIJS (AFP, Reuter en AP). In scherpe bewoordingen heeft de Franse socialistische partij de houding van de Franse regering in de jongste E.E.G.- crisis aangevallen. Men verlangt een buitengewone vergadering van het Euro pese parlement in Straatsburg en een bijeenkomst van de Franse Nationale Ver gadering om de gebeurtenissen in Brussel te bespreken. Ook de Italiaanse fractie in het Europese parlement heeft de voorzitter ver zocht een buitengewone spoedzitting bijeen te roepen. De Franse socialisten willen tevens op de andere vijf E.E.G.-landen een beroep doen de zaak aanhangig te maken bij het Europese Hof van Justitie. Volgens de Franse socialisten pleegt Frankrijk verdragsschending. Ze deden een scherpe aanval op De Gaulle's chauvinistische nationalisme dat slechts kan leiden tot „wedergeboorte van nationale rivaliteit en binnen elk van de afzonderlijke staten, met name West-Duitsland, tot nationalisme van de slechtste soort". In het jongste nummer van „Euro pean Review" schrijft de hoofd redacteur sir Edward Hulton dat president De Gaulle onlangs tegen premier Wilson zou hebben opge merkt, dat voor Engeland de ge meenschappelijke markt niet de weg is naar Europa. Toen hij in Wilson's gelaatsuitdrukking iets van instemming meende te bespeuren, zou de president er vertrouwelijk op hebben laten volgen: „Het is evenmin de weg voor Frankrijk". De federatie van Franse boeren, zo meldt onze correspondent in Parijs, die al zo vaak de regering de voet heeft dwars gezet, is gisteren in speciale zitting bijeengekomen. Daarna heeft men de mi nister van Landbouw Pisani haar eisen inzake een onmiddellijke voortzetting der Europese politiek gepresenteerd. De mi nister, die zelf eerder een voorstander van de Europese landbouwpolitiek is, moest zich niettemin wel tot tolk van zijn mees ter, generaal De Gaulle, maken door de volle verantwoordelijkheid van de crisis op de ruggen van de vijf boze partners in de Euromarkt af te schuiven. Hij heeft als balsem op de wonde de boeren ook nog beloofd dat de graanprij zen iets zullen worden verhoogd, welke verhoging door een nieuwe belasting ech ter al weer vrijwel werd opgeheven. Deze dubieuze tegemoetkoming heeft de gerechtvaardigde vrees van de boeren, dat zij in de toekomst met hun graan zul len blijven zitten, dan ook zeker niet op geheven. Frankrijk koestert sedert vele jaren de ambitie de graanschuur van Europa te worden en die hoop dreigt nu dus in rook te vervliegen. De moeilijkheid is bovendien, dat Pisani de boeren geen enkel alternatief te bieden heeft, want ook de exportmogelijkheden naar Oost-Euro pa zijn voorlopig bijzonder bescheiden. Ook de ongerustheid in industriële krin gen over de gevolgen van de gaullistische anti-Europapolitiek neemt zienderogen toe. En ten slotte beginnen ook politieke kringen zich wat te roeren. Senator Mar- cilhacy, rechts-liberaal kandidaat voor het presidentschap, heeft een open brief aan generaal De Gaulle gestuurd om hem te bezweren „Europa niet op te offeren". Engeland, aldus onze Londense corres pondent, is door de economische omstan digheden gedwongen thans méér E.E.G.- gezind dan ooit tevoren. Men houdt hier echter vooral het oog gericht op een gro ter en realistischer Europa dan dat van de Zes. Maar men beseft dat dit grotere Europa, dat de neutrale en wellicht ook enkele Oosteuropese landen zou dienen te omvatten, iets van latere zorg is. De Franse minister van Landbouw Pisani. Als de E.E.G. thans zou vastlopen zou dit voor Engeland onnoemelijke schade meebrengen, door de algemene chaos en onzekerheid die ervan het gevolg zouden zijn. Engeland kan alleen werken met een gezond Europa dat van een gezonde E.E.G. afhangt. Door een falen van de E.E.G. zou er van een overbruggingstactiek tus sen Engeland en de Zes niets terechtko men. Eenheid, of tenminste een vaste samenhang tussen de E.E.G.-landen, vormt de basis voor Brits-Europese sa menwerking. Westelijke vooruitgang, spe ciaal op defensiegebied is door De Gaulle's negatieve houding al op losse schroeven gezet. Overigens weigeren de Engelsen zich aan zwart pessimisme over te geven. In Londen overheerst de mening dat de Franse industrie en landbouw reeds tot hun eigen profijt zozeer met de E.E.G. zijn verweven, dat deze binding waar schijnlijk sterker is dan de sympathie voor president De Gaulle. Onze correspondent in Bonn voegt hier aan toe: Voor een gesprek onder vier ogen tussen kanselier Erhard en president Sa- ragat van Italië, was gistermiddag in het programma van het Italiaanse staatsiebe- zoek één uur ingeruimd. Het belangrijkste punt van de bespreking maakte de re cente crisis in de E.E.G. uit. „Beide lan den willen hun vriendschap aanwenden om Europa nieuwe impulsen te geven", zoals het officiële communiqué na afloop luidde. De regeringswoorvoerder Von Hase deelde later mee dat, „beide regeringen zich met alle kracht zullen inspannen om de crisis binnen de E.E.G. te over winnen". Alle zes partnerstaten moesten aan de ze poging meewerken, meenden de West- duitse kanselier en de Italiaanse president. Ze waren ook van mening dat het beter was voorlopig de situatie rustig te blijven overzien en af te wachten welke voorstel len de E.E.G.-commissie in Brussel onder leiding van prof. Hallstein ter tafel zal brengen. De E.E.G.-commissie is gisteravond bij een geweest. Er is niets bekend geworden van hetgeen ze heeft besloten. Zelfs de gebruikelijke wekelijkse persconferentie van haar woordvoerder, die altijd donder dag plaatsvindt, is afgelast. Naar verluidt zou de commissie, wanneer de raad van ministers inderdaad plaats heeft, niet met schriftelijke voorstellen ter tafel komen, maar zou er zulks op uitdrukkelijke wens van minister Schroder eerder een algemene discussie plaatsvinden. SINGAPORE (AP) In drie woonwij ken van Singapore zijn woensdagavond trucbom-pakketten, gemaakt van Indone sische handgranaten, gevonden. Een van deze pakketten lag vlak bij de woning van premier Lee Koean Yew van Singapore. Een ander pakket lag op het parkeer terrein van Singapore's centrale recher chegebouw. De derde bundel handgrana ten werd gevonden in een drukke woon wijk. Na de vondsten werd voor het gehele eiland Singapore de alarmtoestand afge kondigd. JERUZALEM (AP en Reuter) Mosje Sjarett, een van de joodse leiders die in 1948 de staat Israel heeft helpen stichten, is woensdag op 71-jarige leeftijd in Jeru zalem overleden. Mosje Sjarett begon zijn politieke loop baan in 1931 bij het joods agentschap. Palestina was toen een Brits mandaatge bied. De joodse staat werd veertien mei 1948 geproclameerd. Sjarett was de eerste Israëlische minis ter van Buitenlandse Zaken, een functie die hij tot 1956 heeft bekleed. Van 1953 tot 1955 was hij tevens premier. De naam Sjarett, die „dienen" betekent, nam hij aan in 1948. De naam die hij bij zijn geboorte in 1894 in de Oekrainse stad Cherson kreeg was Mosje Sjertok. Het gezin Sjertok trok naar Palestina toen Mosje twaalf jaar was. Hoger onderwijs heeft Sjarett genoten in Istanbul en Lon den. Hij was overtuigd socialist. LONDEN (AP) Van vandaag af zijn aan de postzegelloketten van de Britse postkantoren speciale herdenkings zegels voor Winston Churchill verkrijg baar. De eerste oplaag van de zegels is 159 miljoen stuks. De deskundigen verwach ten niet dat de totale oplaag van de ko nigin Elizabeth kroningszegels van 1953 415 miljoen overtroffen zal worden. Postzegelhandelaren zijn al vroeg op stap gegaan om de zegels op de eerste dag te laten afstempelen in Bladon, het dorpje in Oxfordshire, waar Churchill begraven ligt. Meneer de hoofdcommis saris, zei de agent, ik zou u graag eens een vraag willen stellen. Het is een kwestie van maggen of niet maggen en ik kom er niet zo direct meer uit in het algemeen. Ik hou me graag aan de feiten en als ik de mensen de handboeien aan leg, zeg ik er liever maar met een duidelijk bij waarom ik dat doe. Dat bevordert de goeie verhoudingen. Wat mag, dat mag en wat niet mag, dat mag niet. Daaraan hou ik me. Maar als ik me daaraan wil blijven houen, dan moet ik weten wat mag en waarom het mag, en wat niet mag en waar om het niet mag. Ik hoop dat ik het zo duidelijk heb uitge drukt. En nu mijn vraag. Maar eerst iets anders. Ik zei dat het een kwestie is van maggen en niet maggen, maar ik weet verdraaid goed dat het zijn moet zijn: mogen en niet mogen. Maar mogen klinkt alsof de hoofdcommissa ris met permissie het zelf zegt en ik ben maar een gewone agent. In alle krantenstukjes en romannetjes zeggen gewone agenten altijd maggen in plaats van mogen. Ik mag dat wel, want dat betekent dat een agent dichter bij het volk staat. Een gewone agent staat zo dicht bij het volk, dat hij soms met zijn gummiknuppel wat ruimte moet maken om heel huids thuis te komen. Dat mag ik, maar dat doe ik niet graag. Maar als ik dat mag en wel eens móet, dan moet ik ook weten waar ik me aan te houen heb. Want de dingen lopen êen beetje door elkaar de laatste tijd, en dat vind ik vervelend. Als een buitenlan der mij de weg vraagt, dan zeg ik graag meteen dreite Strasse an Ihre linkerhand und dan gleich de Ecke um rechts, dan maakt dat een betere indruk dan dat ik onder mijn pet moet krabben en zeggen: Keiche einmaal hier, das ist nicht so machlich als es leicht. Ich weiss nicht genau ob ich nicht baussen mein büchlein gehe, als ich das somar gleich da- bofen auf erzahle. Dat maakt een rot-indruk, ein ros-Ein- druck om zo te zeggen en daar heeft niemand wat aan. Laatst vroeg een Engelsman mij heel beleefd in het Hollands of me neer de klabak zo goedgunstig zou willen wezen hem mede te delen of ergens in de stads wijk een urinatorium gevestigd was. De goede man had dat allemaal netjes in zijn woor denboek opgezocht en zelfs dat klabak stond er levensgroot in, samen met nog vier andere namen voor agenten als wij. Hij had een ongelukkige keus gedaan en dat kan voorkomen. Maar in zo'n geval is het beter dat de agent in kwestie meteen zijn woordje klaar heeft en zegt: Sir, walk what you can walk as the oiled weatherlight, this street out en that street in, en hold it. Dat wat buiten landers betreft, maar nou de eigen landslieden, om zo te zeggen. Eerste vraag direct op de man af: mag er een krans worden gelegd bi.' een verzets- monument op een dam of el ders ja of nee? Zo ja, door wie en wanneer. Zo nee, door wie niet en wanneer niet, en wat nog belangrijker is, waarom niet. Want dat vragen ze, de slimmelingen, in rond Hollands vragen ze het en dan kan ik moeilijk zeggen: Befehl ist Be- fehl, want daar ben ik volgens de Neurenbergse processen niet mee gedraaid. Ik doe het nu zó, maar ik wil weten of ik het goed doe. Als ik kransen zie leggen bij monumenten, dan neem ik de kransen in be slag en stuur de leggers naar huis. Ik zeg dan, jongens, doe dat liever niet en blijf rustig thuis. Maar nou hoor ik van mijn collega dat hij bekeurin gen heeft moeten maken tegen mensen die met een plaat lie pen waarop stond: jongens, blijf rustig thuis. Dat klopt moeilijk. Ik zag laatst een keu rige meneer van zestig jaren of daaromtrent lopen, die een plaat op een stokje droeg. Mag dat? Er stond niets op die plaat. Ik heb hem staande ge houden en gevraagd waarom hij met die plaat liep. Ik loop niet met een plaat, zei hij, ik heb een mattenklopper ge kocht en die heb ik netjes laten inpakken en die draag ik nu naar huis. Met welke be doelingen?, vroeg ik. Met de bedoelingen om de matten te gaan kloppen, zei de meneer, of mag dat soms niet? Ik zei: dat mag niet na een bepaald uur en op de open bare weg, maar dat moet dus nog gebeuren. Dit is in ieder geval een waarschuwing en hou dat ding niet zo demon- stratief omhoog, want demon streren is in deze dagen levens gevaarlijk. Je kunt nooit weten of het niet tégen iets is dat de politie vóór moet zijn. En nu kom ik vanzelf op de vlaggen. Mag de vlag worden uitgestoken of mag dat n.et? Een vlag halfstok uitsteken mag op bepaalde dagen beslist niet, maar vlaggen die heelstok zijn uitgestoken zouden kun nen zijn uitgestoken om te demonstreren dat ze niet half stok mogen worden uitgesto ken en dat is moeilijk aan die vlaggen te zien. En dan nog wat. Een man kwam op siraat met een fiets met houten ban den. Ik weet me nog best te herinneren dat iedereen die fietste op houten banden fietste. Als er een op echte banden fietste, namen we die fiets meteen in. Dat mocht namelijk niet, maar toen mocht er eigenlijk helemaal niets dus dat was veel eenvoudiger. De mensen mochten toen zelfs geen anjers dragen. Mag dat nu eigenlijk nog wel? O ja, dat is dus in orde. Om op die man met die houten banden terug te komen, wat wou die man eigenlijk? Hij deed niks, hij stond maar te staan en zijn fiets vast te houden. Toen kwam er een kennis van hem langs en die riep hard over straat: Hé, Piet, riep hij, jij boft tenminste nog. Ik heb de mijne nog steeds niet terug. Is dat nou verboden of niet? Het is moeilijk, meneer, want die mensen zijn soms zo slim in het doen van dingen die niet mogen op een manier dat het wél mag. Maar wij zitten er mee, om zo te zeggen. Het is ook zo moeilijk om te weten of ze grapjes maken, of dat ze kwaad willen. Grapjes ma ken mocht indertijd ook niet. Ik heb toen eens een man moe ten arresteren die in mei met een bontkraag liep. Hij had de bontkraag hoog opgezet en zijn oren rood geschilderd. Hij heeft twee jaar in een kamp gezeten daarvoor. Ik heb me laten ver tellen dat ze iets achter die kraag en die oren zochten dat niet mocht. Ze zeiden dat het betekende dat het aan het oostfront zo gemeen koud was. Het gekke was, dat het dat ook was. Maar toch mocht het niet. Kijk, in dergelijke moeilijk heden zitten wij nu ook zo'n beetje. Je moet gaan uit- puzzelen wat ze ermee be doelen. Waarom doen ze dat eigenlijk? Ze kunnen toch ge woon zeggen wat ze bedoelen. Als iedereen gewoon kan zeg gen wat hij bedoelt, hebben wij het heel wat makkelijker. Misschien kunt u daar nog eens op aandringen. Ik wil niet zeggen dat het een janboel moet worden, nee, maar ge woon zeggen wat je denkt zon der de wet te overtreden, dat is de beste manier om voor je mening uit te komen. Vroeger zeiden ze: je hébt niet te menen, maar als we daar iets aan moeten dokteren heb ik liever dat meteen alles ver boden wordt, dan weten wij tenminste 'waar we aan toe zijn. Nog iets ik zag een vent op een muur schrijven dat hij verkiezingen wou. Verkiezin gen zijn volgens mij niet ver boden, maar op muren schrij ven wel, als men er geen ver gunning voor heeft. Maar die vent zei dat het zijn eigen muur was, en da* verkiezingen een democratisch recht was en dat hij bij zijn beste weten nooit bekeurd was voor het aandringen op een democra tisch recht. Wat moest ik? Toch verbieden? Ja, dat zeien ze indertijd ook en dat was duidelijk, want verkiezingen was iets waar aan die lui een allemenselijk- ste hekel hadden. Maar tegen woordig zijn ze eraan gewend om te kiezen en te stemmen, al zie ik niet in waarom er nu ineens naar stembussen ge lopen zou moeten worden. O, u wel? O, juist, dus toch een demonstratie. Ik dacht het wel. Kijk, die lui zijn zo ontiegelijk slim. En daarom wou ik eens een vraag stellen, alleen maar om eruit te komen. Ik herinner me nog prima dat ik er inder tijd ook niet meer uit kon komen, zodat ik toen zo gauw mogelijk heb geprobeerd om er helemaal onderuit te komen. Ik had een inspecteur die tuk op onderduikers was, en dat zinde me op den duur niet zo erg meer, want als 't er om gaat oranjespeldjes van revers af te trekken en de mensen dan te laten lopen, nou ja, dan denk je, ze hebben thuis nog wel een ander oranje speldje en ik kan tenminste zeggen dat ik mijn plicht gedaan heb. Maar onderduikers, nee, dat waren geen speldjes, dat waren ménsen. En ik heb als agent langzamerhand een behoorlijke eerbied voor mensen gekregen. Er zijn namelijk zo weinig échte mensen, meneer. Mensen die durven te zeggen waar het op staat, al staat het helemaal verkeerd, en die niet met alle winden meewaaien. Dat zijn de mensen waar wij de meeste hulp van hebben, meneer, en het zou me spijten als ik die tegen het hoofd zou moeten stoten als ze ergens een bloe metje leggen of een vlaggetje hangen. En wat die verkiezingen be treft, meneer, daar hebben wij om zo te zeggen geen fluit mee te maken ,maar ik hoop dat we ze nooit zullen moeten verbie den, want ik weet zeker dat een massa mensen daar ver schrikkelijk op gesteld is, al was het alleen maar omdat ze dan het gevoel hebben te kun nen zeggen wat ze wel en wat ze niet verboden willen zien, maar u en ik weten best dat ze daar natuurlijk toch weinig bij hebben in te brengen, maar het gevoel, meneer, het gevóel, daar staat en valt de mens mee en mét de mens staat of valt de orde en met de orde staat of valt de staat, en met de staat staat of valt de politie, het spijt me dat ik het zeggen moet, meneer, maar ik wil nou toch echt weten waar ik aan toe ben. Juist, meneer, daar houen we ons dan maar aan. Alle demonstraties zogezegd, alle spandoeken en vaandels en vlaggen als ze niet kloppen met de monarchie, de verloving, de NAVO en E.E.G., juist, be grepen meneer, en dan nog natuurlijk de vergunning vra gen, uiteraard. Tussen haakjes de Emmacolleete, is daar iets tegen in te brengen denkt u? O, juist, dat is dan in orde en o, ja, ik zag in een steeg een plaat voor een raam waarop stond: nu nog een Jan en com pleet is het span, en ik heb me suf lopen tenatuurlijk kunnen we niet on alles letten, daar hebt u gelijk an, maar ik wil weten waaraan ik.Juist meneer, dank u. Zwemkunst Reeds als kleuter was ik zo vervuld van het verlangen mij in water onder te dom pelen, dat het niet lang duurde'of ik hing aan de hengel van een -badmeester om mijn eerste zwemslagen te maken. Dat is lang geleden, zo lang dat ik het beheer sen van de zwemkunst ben gaan beschou wen als een natuurlijke vaardigheid. Bij na, want af en toe hoor ik, telkens weer tot mijn verwondering, dat er mensen zijn die niet kunnen zwemmen. En dat be treft dat niet woestijnbewoners die elke druppel water voor hun keelgat moeten reserveren, maar inboorlingen van het land welks sopperige bodem wereldver maard is. Ja, het zijn Nederlanders die deze zwem- onkunde wordt aangewreven en dan nog wel Nederlanders die uit. hoofde van hun beroepwaterratten bij uitstek zouden moe ten zijn. Een groot deel van onze vissers, zo lees ik, verblijft wel veel op, maar nooit in het water. Zij krijgen misschien soms een overslaande golf tegen hun body, doch deze aanraking prikkelt hen niet tot nadere kennismaking met de baren. De klacht is overigens niet nieuw. Reeds meer dan een eeuw geleden heeft Multatuli, die geen onderwerp met rust liet, over dit verschijnsel geschreven, al had hij het dan over schippers, een verschil dat men wel mag verwaarlozen. De jaren zijn voor bijgegaan, de zwemkunst is gepropageerd, open en overdekte baden noden ons de le den uit te slaan, maar een groot deel van de varende bevolking houdt zich stug aart het vaderlijke voorbeeld en weigert het water in te stappen. Men kan zeggen: laat ze hun gang gaan; als ze, wanneer het zo uitkomt, de helden dood in het natte element willen sterven, dan is dat hun zaak. Dat is natuurlijk een ouderwetse redenering. Wij leven in een maatschappij waarin het plicht is dat wij ons met elkaar bemoeien. Wij hebben stoeten deskundigen om de bemoeizucht in verantwoorde banen te leiden. Vandaar dat wij niet in de zwemloosheid van de varensgasten mogen berusten, maar hun negatieve houding onder de sociale, econo mische, psychologische en andere geleer de loepen moeten nemen om aan de hand van de vergaarde inzichten conclusies te trekken en maatregelen te beramen. Wie niet zwemmen wil, moet voelen. Wat moet hij voelen? Dat het in onze wereld om laten wij zeggen hygiënische redenen onduldbaar is dat iemand niet wenst te zwemmen en dat het uit een oogpunt van arbeidsrisico niet aangaat zich zonder zwemvliezen voortdurend op en bij de wateren te bevinden. Het wachten is nu op de hooggeleerden die dit probleem met wetenschappelijke degelijkheid zullen oplossen. Van professo ren, die geestelijke pioniers, is immers niet aan te nemen dat zij even onverschil lig tegenover dit vraagstuk zouden staan als de varende gemeente. Ofschoon ik on langs mocht vernemen dat de hoogleraar in de Nederlandse letterkunde bij een hem overkomen auto-ongeval uit het nat ge vist moest worden, omdat hij de zwem kunst niet meester is. Dit geval kan ech ter alleen maar de uitzondering zijn die de regel bevestigt. Van alle professoren minus één kome dus de verlossende in greep die ons varende volk van zijn zwemloosheid geneest. Advertentie Poppen. Door een brand in een fabriek in Arona bij Novara, Italië, zijn 300.000 poppen verast. De schade wordt ge raamd op 2,4 miljoen gulden. De oor zaak van de brand is onbekend. Kauwgum. Een 37-jarige inwoonster van San Pedro in Californië raakte woens dag zo opgewonden toen haar zoon een goede beurt maakte in een baseballwed strijd, dat ze haar kauwgum inslikte. Ze stikte erin en overleed op weg naar het ziekenhuis. Risico. In Denemarken wordt een twintig tal nieuwe controleposten ingericht voor het registreren van de bliksem om het risico te kunnen berekenen van schade de daardoor wordt aangericht aan elek trische installaties. Brand. Een brand heeft woensdag in een distilleerderij in Auch in Zuidwest- Frankrijk voor zeven miljoen gulden schade aangericht. Er ging vooral veel cognac verloren, waaronder soorten die meer dan veertig jaar oud waren. Computer. In de noordelijke Kaukasus heeft een computer de aanwezigheid van olie aangetoond. Vooraanstaande geologen waren daarin niet geslaagd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1965 | | pagina 3