i:
Franse socialisten doen een
scherpe aanval op De Gaulle
Alarmtoestand
in Singapore
Mosje Sjarett
overleden
Een vraag
V:
J
Wereldnieuws
r
VIVO
Van dag tot dag
Politieke PEN-resolutie
Italianen vragen om spoedzitting
van het Europees Parlement
Onderonsje
Churchill-postzegel
vandaag verschenen
<^raatótoel
DONDERDAG 8 JULI 1965
Chaos
Afwachten
Indonesische trucbommen
0p cle
i
M. Mok
Speel goed met speelgoed.
Uk/65-speIdjes alOct.bij
ruim 4500
I
levensmiddelen-bedrijven
Het nieuwe omroepbeleid is door minis
ter Vrolijk veilig door de spitsroeden van
de Kamer gevoerd een Kamer die
overigens strijdensmoe bleek te zijn en
zich lankmoedig heeft neergelegd bij het
nieuwe bestel, dat eigenlijk niemand be
vredigt.
Het is een bedenkelijk verschijnsel dat
de regeling, die de nieuwe omroepwet
moet inleiden, zo weinig positieve tegen
argumenten in de Kamer heeft losgemaakt,
terwijl die toch voor de hand lagen en
buiten de Kamer ook druk zijn gebruikt.
De vrees voor een nieuwe kabinetscrisis
heeft duidelijk de debatten beheerst, want
waar werkelijk doorslaande oppositionele
protesten dreigden, kon minister Vrolijk
het vuurtje telkens gemakkelijk doven
door zich op „afspraken bij de regerings
formatie" te beroepen.
Zoals al te verwachten viel, heeft de
minister de pers in de hoek laten zitten
waar hij haar in eerste instantie al had
ingedrukt. De heftige tegenstand uit pers
kringen heeft hij eenvoudig naast zich
neergelegd, zodat hem zeker niet het ver
wijt kan worden gemaakt dat hij als oud
journalist tezeer „pers-minded" is. Het
tegendeel te moeten constateren is echter
voor de pers een des te grotere teleurstel
ling.
De openheid van het bestel, waarmee
thans moet worden gewerkt, is ook in de
Kamer betwijfeld. De voorkeurspositie der
omroepen is wel afgezwakt, maar niet
verdwenen. In de praktijk zal moeten
worden afgewacht hoe andere gegadigden
zich zullen kunnen handhaven in het
keurslijf van condities, dat de minister
heeft laten vervaardigen.
Een merkwaardige uitlating deed minis
ter Vrolijk naar aanleiding van opmer
kingen uit de Kamer, dat het gevaar van
overheidsbemoeiing met de programma-
inhoud wordt gevreesd. Hij zeide letter
lijk: „Dat gevaar is louter denkbeeldig.
Ik krijg zelfs al opmerkingen dat de over
heid te lankmoedig is mei het toestaan
van bepaalde programma's." Het zou zeer
interessant zijn te weten wie rondom de
minister zo gebrand is op overheidseen
suur van het t.v.-communicatiemiddel.
Dit, gevoegd bij reeds gebleken verschijn
selen van onderdanigheid aan bepaalde
regeringsinzichten die zich buiten de offi
ciant als regeringsuitzendingen gelanceer
de programma-onderdelen demonstreren,
maakt scherpe aandacht noodzakelijk. Het
publiek, dat nu verwacht wat meer open
heid en verscheidenheid in de ether te
zullen ontmoeten, mag op dit punt zeker
heid eisen, al zal die moeilijk te contro
leren zijn.
De zendtijd voor de CPN is door de
Kamer geëist als een consequente toepas
sing der democratische beginselen. Minis
ter Vrolijk heeft die zendtijd toegestaan,
maar de smaak bedorven door te verkla
ren dat niet een democratische consequen
tie daarvan de grond was, maar de vrees
martelaren te maken en daarenboven
vond hij dat de communistische inzichten
toch al op andere manieren tot het volk
konden worden gebracht, zodat uitsluiting
niet langer zin had. De kans om de demo
cratie eens tot troetelkind te maken, is
dus niet benut. Dat die communistische
inzichten daardoor nog wat meer omlij
ning krijgen, wordt blijkbaar niet belang
rijk geacht.
Met dit al is weinig positiefs en ver
heugends over de nieuwe fase van ether-
beleid te zeggen, al zullen de meeste be
trokkenen en de minister gaf er ook
blijk van daartoe te behoren niet met
zekerheid kunnen voorspellen hoe de din
gen zich zullen ontwikkelen.
Een punt terzijde: de uitlating in de
Kamerdebatten dat het onafhankelijke
programmablad „Televizier" zal verdwij
nen, moet op z'n minst voorbarig worden ge
noemd. In de eerste plaats biedt de nieu
we wetgeving mogelijkheden aan groepe
ringen als die, welke gevormd worden
door de abonnees van dit blad, zij het
dan onder de wettelijke voorwaarden
Bovendien zal de bewijsvoering die door
de behandeling van het geding tussen
„Televizier" en de omroepen is geëist in
verband met de programma-publikatie,
nog jaren vergen. En dat in de ambitie
tot openheid in het bestel een onafhanke
lijk programmablad de sympathie van
een groeiend deel van het kijkerspubliek
zal behouden, mag toch voor zeker wor
den aangenomen. De omroepen zullen nu
zonder monopolie hun attractie moeten
bewijzen.
nA/tAMWinAMmMAAMAMAAAAWVVWWVMAAA/WVWVWW<
Tjjdens de slotzitting van het internati
onale PEN-Congres, dat in de Zuidslavi
sche stad Bied is gehouden, is een reso
lutie aangenomen waarin de vervolging,
waaraan schrijvers in Spanje en Portu
gal blootstaan, wordt veroordeeld. De in
de PEN-Clubs verenigde schrijvers betui
gen in deze resolutie hun steun aan „alle
pogingen van de vervolgde schrijvers om
van hun regeringen de vrijheid te krijgen
waarop ze recht hebben".
Acht schrijvers, onder wie de Span
jaard Jose Bergamin, hadden het con
gres niet kunnen bijwonen ondanks de
uitnodiging die zij hiervoor gekregen had
den. Aan het PEN-congres is deelgeno
men door ongeveer 500 schrijvers uit,een
vijftigtal landen. Het volgend congres is in
1966 in New York.
PARIJS (AFP, Reuter en AP). In scherpe bewoordingen heeft de Franse
socialistische partij de houding van de Franse regering in de jongste E.E.G.-
crisis aangevallen. Men verlangt een buitengewone vergadering van het Euro
pese parlement in Straatsburg en een bijeenkomst van de Franse Nationale Ver
gadering om de gebeurtenissen in Brussel te bespreken.
Ook de Italiaanse fractie in het Europese parlement heeft de voorzitter ver
zocht een buitengewone spoedzitting bijeen te roepen.
De Franse socialisten willen tevens op de andere vijf E.E.G.-landen een beroep
doen de zaak aanhangig te maken bij het Europese Hof van Justitie. Volgens de
Franse socialisten pleegt Frankrijk verdragsschending. Ze deden een scherpe
aanval op De Gaulle's chauvinistische nationalisme dat slechts kan leiden tot
„wedergeboorte van nationale rivaliteit en binnen elk van de afzonderlijke staten,
met name West-Duitsland, tot nationalisme van de slechtste soort".
In het jongste nummer van „Euro
pean Review" schrijft de hoofd
redacteur sir Edward Hulton dat
president De Gaulle onlangs tegen
premier Wilson zou hebben opge
merkt, dat voor Engeland de ge
meenschappelijke markt niet de
weg is naar Europa. Toen hij in
Wilson's gelaatsuitdrukking iets van
instemming meende te bespeuren,
zou de president er vertrouwelijk
op hebben laten volgen: „Het is
evenmin de weg voor Frankrijk".
De federatie van Franse boeren, zo
meldt onze correspondent in Parijs, die
al zo vaak de regering de voet heeft
dwars gezet, is gisteren in speciale zitting
bijeengekomen. Daarna heeft men de mi
nister van Landbouw Pisani haar eisen
inzake een onmiddellijke voortzetting der
Europese politiek gepresenteerd. De mi
nister, die zelf eerder een voorstander van
de Europese landbouwpolitiek is, moest
zich niettemin wel tot tolk van zijn mees
ter, generaal De Gaulle, maken door de
volle verantwoordelijkheid van de crisis op
de ruggen van de vijf boze partners in de
Euromarkt af te schuiven.
Hij heeft als balsem op de wonde de
boeren ook nog beloofd dat de graanprij
zen iets zullen worden verhoogd, welke
verhoging door een nieuwe belasting ech
ter al weer vrijwel werd opgeheven.
Deze dubieuze tegemoetkoming heeft de
gerechtvaardigde vrees van de boeren,
dat zij in de toekomst met hun graan zul
len blijven zitten, dan ook zeker niet op
geheven. Frankrijk koestert sedert vele
jaren de ambitie de graanschuur van
Europa te worden en die hoop dreigt nu
dus in rook te vervliegen. De moeilijkheid
is bovendien, dat Pisani de boeren geen
enkel alternatief te bieden heeft, want ook
de exportmogelijkheden naar Oost-Euro
pa zijn voorlopig bijzonder bescheiden.
Ook de ongerustheid in industriële krin
gen over de gevolgen van de gaullistische
anti-Europapolitiek neemt zienderogen toe.
En ten slotte beginnen ook politieke
kringen zich wat te roeren. Senator Mar-
cilhacy, rechts-liberaal kandidaat voor het
presidentschap, heeft een open brief aan
generaal De Gaulle gestuurd om hem te
bezweren „Europa niet op te offeren".
Engeland, aldus onze Londense corres
pondent, is door de economische omstan
digheden gedwongen thans méér E.E.G.-
gezind dan ooit tevoren. Men houdt hier
echter vooral het oog gericht op een gro
ter en realistischer Europa dan dat van
de Zes. Maar men beseft dat dit grotere
Europa, dat de neutrale en wellicht ook
enkele Oosteuropese landen zou dienen te
omvatten, iets van latere zorg is.
De Franse minister van Landbouw
Pisani.
Als de E.E.G. thans zou vastlopen zou
dit voor Engeland onnoemelijke schade
meebrengen, door de algemene chaos en
onzekerheid die ervan het gevolg zouden
zijn. Engeland kan alleen werken met een
gezond Europa dat van een gezonde E.E.G.
afhangt. Door een falen van de E.E.G.
zou er van een overbruggingstactiek tus
sen Engeland en de Zes niets terechtko
men. Eenheid, of tenminste een vaste
samenhang tussen de E.E.G.-landen,
vormt de basis voor Brits-Europese sa
menwerking. Westelijke vooruitgang, spe
ciaal op defensiegebied is door De Gaulle's
negatieve houding al op losse schroeven
gezet.
Overigens weigeren de Engelsen zich
aan zwart pessimisme over te geven. In
Londen overheerst de mening dat de
Franse industrie en landbouw reeds tot
hun eigen profijt zozeer met de E.E.G.
zijn verweven, dat deze binding waar
schijnlijk sterker is dan de sympathie
voor president De Gaulle.
Onze correspondent in Bonn voegt hier
aan toe: Voor een gesprek onder vier ogen
tussen kanselier Erhard en president Sa-
ragat van Italië, was gistermiddag in het
programma van het Italiaanse staatsiebe-
zoek één uur ingeruimd. Het belangrijkste
punt van de bespreking maakte de re
cente crisis in de E.E.G. uit. „Beide lan
den willen hun vriendschap aanwenden om
Europa nieuwe impulsen te geven", zoals
het officiële communiqué na afloop luidde.
De regeringswoorvoerder Von Hase
deelde later mee dat, „beide regeringen
zich met alle kracht zullen inspannen om
de crisis binnen de E.E.G. te over
winnen".
Alle zes partnerstaten moesten aan de
ze poging meewerken, meenden de West-
duitse kanselier en de Italiaanse president.
Ze waren ook van mening dat het beter
was voorlopig de situatie rustig te blijven
overzien en af te wachten welke voorstel
len de E.E.G.-commissie in Brussel onder
leiding van prof. Hallstein ter tafel zal
brengen.
De E.E.G.-commissie is gisteravond bij
een geweest. Er is niets bekend geworden
van hetgeen ze heeft besloten. Zelfs de
gebruikelijke wekelijkse persconferentie
van haar woordvoerder, die altijd donder
dag plaatsvindt, is afgelast. Naar verluidt
zou de commissie, wanneer de raad van
ministers inderdaad plaats heeft, niet met
schriftelijke voorstellen ter tafel komen,
maar zou er zulks op uitdrukkelijke
wens van minister Schroder eerder een
algemene discussie plaatsvinden.
SINGAPORE (AP) In drie woonwij
ken van Singapore zijn woensdagavond
trucbom-pakketten, gemaakt van Indone
sische handgranaten, gevonden. Een van
deze pakketten lag vlak bij de woning van
premier Lee Koean Yew van Singapore.
Een ander pakket lag op het parkeer
terrein van Singapore's centrale recher
chegebouw. De derde bundel handgrana
ten werd gevonden in een drukke woon
wijk.
Na de vondsten werd voor het gehele
eiland Singapore de alarmtoestand afge
kondigd.
JERUZALEM (AP en Reuter) Mosje
Sjarett, een van de joodse leiders die in
1948 de staat Israel heeft helpen stichten,
is woensdag op 71-jarige leeftijd in Jeru
zalem overleden.
Mosje Sjarett begon zijn politieke loop
baan in 1931 bij het joods agentschap.
Palestina was toen een Brits mandaatge
bied. De joodse staat werd veertien mei
1948 geproclameerd.
Sjarett was de eerste Israëlische minis
ter van Buitenlandse Zaken, een functie
die hij tot 1956 heeft bekleed. Van 1953
tot 1955 was hij tevens premier.
De naam Sjarett, die „dienen" betekent,
nam hij aan in 1948. De naam die hij bij
zijn geboorte in 1894 in de Oekrainse
stad Cherson kreeg was Mosje Sjertok.
Het gezin Sjertok trok naar Palestina toen
Mosje twaalf jaar was. Hoger onderwijs
heeft Sjarett genoten in Istanbul en Lon
den. Hij was overtuigd socialist.
LONDEN (AP) Van vandaag af
zijn aan de postzegelloketten van de
Britse postkantoren speciale herdenkings
zegels voor Winston Churchill verkrijg
baar.
De eerste oplaag van de zegels is 159
miljoen stuks. De deskundigen verwach
ten niet dat de totale oplaag van de ko
nigin Elizabeth kroningszegels van 1953
415 miljoen overtroffen zal worden.
Postzegelhandelaren zijn al vroeg op stap
gegaan om de zegels op de eerste dag te
laten afstempelen in Bladon, het dorpje
in Oxfordshire, waar Churchill begraven
ligt.
Meneer de hoofdcommis
saris, zei de agent, ik zou
u graag eens een vraag willen
stellen. Het is een kwestie van
maggen of niet maggen en ik
kom er niet zo direct meer uit
in het algemeen. Ik hou me
graag aan de feiten en als ik
de mensen de handboeien aan
leg, zeg ik er liever maar met
een duidelijk bij waarom ik
dat doe. Dat bevordert de
goeie verhoudingen. Wat mag,
dat mag en wat niet mag, dat
mag niet. Daaraan hou ik me.
Maar als ik me daaraan wil
blijven houen, dan moet ik
weten wat mag en waarom het
mag, en wat niet mag en waar
om het niet mag. Ik hoop dat
ik het zo duidelijk heb uitge
drukt. En nu mijn vraag. Maar
eerst iets anders.
Ik zei dat het een kwestie is
van maggen en niet maggen,
maar ik weet verdraaid goed
dat het zijn moet zijn: mogen
en niet mogen. Maar mogen
klinkt alsof de hoofdcommissa
ris met permissie het zelf zegt
en ik ben maar een gewone
agent. In alle krantenstukjes
en romannetjes zeggen gewone
agenten altijd maggen in plaats
van mogen. Ik mag dat wel,
want dat betekent dat een
agent dichter bij het volk staat.
Een gewone agent staat zo
dicht bij het volk, dat hij soms
met zijn gummiknuppel wat
ruimte moet maken om heel
huids thuis te komen. Dat mag
ik, maar dat doe ik niet graag.
Maar als ik dat mag en wel
eens móet, dan moet ik ook
weten waar ik me aan te
houen heb. Want de dingen
lopen êen beetje door elkaar
de laatste tijd, en dat vind ik
vervelend. Als een buitenlan
der mij de weg vraagt, dan zeg
ik graag meteen dreite Strasse
an Ihre linkerhand und dan
gleich de Ecke um rechts, dan
maakt dat een betere indruk
dan dat ik onder mijn pet moet
krabben en zeggen: Keiche
einmaal hier, das ist nicht so
machlich als es leicht. Ich
weiss nicht genau ob ich nicht
baussen mein büchlein gehe,
als ich das somar gleich da-
bofen auf erzahle. Dat maakt
een rot-indruk, ein ros-Ein-
druck om zo te zeggen en daar
heeft niemand wat aan. Laatst
vroeg een Engelsman mij heel
beleefd in het Hollands of me
neer de klabak zo goedgunstig
zou willen wezen hem mede
te delen of ergens in de stads
wijk een urinatorium gevestigd
was. De goede man had dat
allemaal netjes in zijn woor
denboek opgezocht en zelfs dat
klabak stond er levensgroot in,
samen met nog vier andere
namen voor agenten als wij.
Hij had een ongelukkige keus
gedaan en dat kan voorkomen.
Maar in zo'n geval is het beter
dat de agent in kwestie meteen
zijn woordje klaar heeft en
zegt: Sir, walk what you can
walk as the oiled weatherlight,
this street out en that street
in, en hold it. Dat wat buiten
landers betreft, maar nou de
eigen landslieden, om zo te
zeggen.
Eerste vraag direct op de
man af: mag er een krans
worden gelegd bi.' een verzets-
monument op een dam of el
ders ja of nee? Zo ja, door wie
en wanneer. Zo nee, door wie
niet en wanneer niet, en wat
nog belangrijker is, waarom
niet. Want dat vragen ze, de
slimmelingen, in rond Hollands
vragen ze het en dan kan ik
moeilijk zeggen: Befehl ist Be-
fehl, want daar ben ik volgens
de Neurenbergse processen niet
mee gedraaid. Ik doe het nu
zó, maar ik wil weten of ik
het goed doe. Als ik kransen
zie leggen bij monumenten,
dan neem ik de kransen in be
slag en stuur de leggers naar
huis. Ik zeg dan, jongens, doe
dat liever niet en blijf rustig
thuis. Maar nou hoor ik van
mijn collega dat hij bekeurin
gen heeft moeten maken tegen
mensen die met een plaat lie
pen waarop stond: jongens,
blijf rustig thuis. Dat klopt
moeilijk. Ik zag laatst een keu
rige meneer van zestig jaren
of daaromtrent lopen, die een
plaat op een stokje droeg. Mag
dat? Er stond niets op die
plaat. Ik heb hem staande ge
houden en gevraagd waarom
hij met die plaat liep. Ik loop
niet met een plaat, zei hij, ik
heb een mattenklopper ge
kocht en die heb ik netjes
laten inpakken en die draag ik
nu naar huis. Met welke be
doelingen?, vroeg ik.
Met de bedoelingen om de
matten te gaan kloppen, zei de
meneer, of mag dat soms niet?
Ik zei: dat mag niet na een
bepaald uur en op de open
bare weg, maar dat moet dus
nog gebeuren. Dit is in ieder
geval een waarschuwing en
hou dat ding niet zo demon-
stratief omhoog, want demon
streren is in deze dagen levens
gevaarlijk. Je kunt nooit weten
of het niet tégen iets is dat de
politie vóór moet zijn.
En nu kom ik vanzelf op de
vlaggen. Mag de vlag worden
uitgestoken of mag dat n.et?
Een vlag halfstok uitsteken
mag op bepaalde dagen beslist
niet, maar vlaggen die heelstok
zijn uitgestoken zouden kun
nen zijn uitgestoken om te
demonstreren dat ze niet half
stok mogen worden uitgesto
ken en dat is moeilijk aan die
vlaggen te zien. En dan nog
wat. Een man kwam op siraat
met een fiets met houten ban
den. Ik weet me nog best te
herinneren dat iedereen die
fietste op houten banden
fietste. Als er een op echte
banden fietste, namen we die
fiets meteen in. Dat mocht
namelijk niet, maar toen mocht
er eigenlijk helemaal niets dus
dat was veel eenvoudiger. De
mensen mochten toen zelfs
geen anjers dragen. Mag dat
nu eigenlijk nog wel? O ja,
dat is dus in orde. Om op die
man met die houten banden
terug te komen, wat wou die
man eigenlijk? Hij deed niks,
hij stond maar te staan en zijn
fiets vast te houden. Toen
kwam er een kennis van hem
langs en die riep hard over
straat: Hé, Piet, riep hij, jij
boft tenminste nog. Ik heb de
mijne nog steeds niet terug. Is
dat nou verboden of niet? Het
is moeilijk, meneer, want die
mensen zijn soms zo slim in
het doen van dingen die niet
mogen op een manier dat het
wél mag. Maar wij zitten er
mee, om zo te zeggen. Het is
ook zo moeilijk om te weten
of ze grapjes maken, of dat
ze kwaad willen. Grapjes ma
ken mocht indertijd ook niet.
Ik heb toen eens een man moe
ten arresteren die in mei met
een bontkraag liep. Hij had de
bontkraag hoog opgezet en zijn
oren rood geschilderd. Hij heeft
twee jaar in een kamp gezeten
daarvoor. Ik heb me laten ver
tellen dat ze iets achter die
kraag en die oren zochten dat
niet mocht. Ze zeiden dat het
betekende dat het aan het
oostfront zo gemeen koud was.
Het gekke was, dat het dat ook
was. Maar toch mocht het niet.
Kijk, in dergelijke moeilijk
heden zitten wij nu ook zo'n
beetje. Je moet gaan uit-
puzzelen wat ze ermee be
doelen. Waarom doen ze dat
eigenlijk? Ze kunnen toch ge
woon zeggen wat ze bedoelen.
Als iedereen gewoon kan zeg
gen wat hij bedoelt, hebben
wij het heel wat makkelijker.
Misschien kunt u daar nog
eens op aandringen. Ik wil niet
zeggen dat het een janboel
moet worden, nee, maar ge
woon zeggen wat je denkt zon
der de wet te overtreden, dat
is de beste manier om voor je
mening uit te komen. Vroeger
zeiden ze: je hébt niet te
menen, maar als we daar iets
aan moeten dokteren heb ik
liever dat meteen alles ver
boden wordt, dan weten wij
tenminste 'waar we aan toe
zijn.
Nog iets ik zag een vent
op een muur schrijven dat hij
verkiezingen wou. Verkiezin
gen zijn volgens mij niet ver
boden, maar op muren schrij
ven wel, als men er geen ver
gunning voor heeft. Maar die
vent zei dat het zijn eigen
muur was, en da* verkiezingen
een democratisch recht was en
dat hij bij zijn beste weten
nooit bekeurd was voor het
aandringen op een democra
tisch recht. Wat moest ik? Toch
verbieden?
Ja, dat zeien ze indertijd ook
en dat was duidelijk, want
verkiezingen was iets waar
aan die lui een allemenselijk-
ste hekel hadden. Maar tegen
woordig zijn ze eraan gewend
om te kiezen en te stemmen,
al zie ik niet in waarom er nu
ineens naar stembussen ge
lopen zou moeten worden. O,
u wel? O, juist, dus toch een
demonstratie. Ik dacht het wel.
Kijk, die lui zijn zo ontiegelijk
slim. En daarom wou ik eens
een vraag stellen, alleen maar
om eruit te komen. Ik herinner
me nog prima dat ik er inder
tijd ook niet meer uit kon
komen, zodat ik toen zo gauw
mogelijk heb geprobeerd om
er helemaal onderuit te komen.
Ik had een inspecteur die tuk
op onderduikers was, en dat
zinde me op den duur niet zo
erg meer, want als 't er om
gaat oranjespeldjes van revers
af te trekken en de mensen
dan te laten lopen, nou ja, dan
denk je, ze hebben thuis nog
wel een ander oranje speldje
en ik kan tenminste zeggen dat
ik mijn plicht gedaan heb.
Maar onderduikers, nee, dat
waren geen speldjes, dat waren
ménsen. En ik heb als agent
langzamerhand een behoorlijke
eerbied voor mensen gekregen.
Er zijn namelijk zo weinig
échte mensen, meneer. Mensen
die durven te zeggen waar het
op staat, al staat het helemaal
verkeerd, en die niet met alle
winden meewaaien. Dat zijn
de mensen waar wij de meeste
hulp van hebben, meneer, en
het zou me spijten als ik die
tegen het hoofd zou moeten
stoten als ze ergens een bloe
metje leggen of een vlaggetje
hangen.
En wat die verkiezingen be
treft, meneer, daar hebben wij
om zo te zeggen geen fluit mee
te maken ,maar ik hoop dat we
ze nooit zullen moeten verbie
den, want ik weet zeker dat
een massa mensen daar ver
schrikkelijk op gesteld is, al
was het alleen maar omdat ze
dan het gevoel hebben te kun
nen zeggen wat ze wel en wat
ze niet verboden willen zien,
maar u en ik weten best dat
ze daar natuurlijk toch weinig
bij hebben in te brengen, maar
het gevoel, meneer, het gevóel,
daar staat en valt de mens mee
en mét de mens staat of valt
de orde en met de orde staat
of valt de staat, en met de
staat staat of valt de politie,
het spijt me dat ik het zeggen
moet, meneer, maar ik wil nou
toch echt weten waar ik aan
toe ben.
Juist, meneer, daar houen
we ons dan maar aan. Alle
demonstraties zogezegd, alle
spandoeken en vaandels en
vlaggen als ze niet kloppen met
de monarchie, de verloving, de
NAVO en E.E.G., juist, be
grepen meneer, en dan nog
natuurlijk de vergunning vra
gen, uiteraard. Tussen haakjes
de Emmacolleete, is daar iets
tegen in te brengen denkt u?
O, juist, dat is dan in orde en
o, ja, ik zag in een steeg een
plaat voor een raam waarop
stond: nu nog een Jan en com
pleet is het span, en ik heb
me suf lopen tenatuurlijk
kunnen we niet on alles letten,
daar hebt u gelijk an, maar ik
wil weten waaraan ik.Juist
meneer, dank u.
Zwemkunst
Reeds als kleuter was ik zo vervuld van
het verlangen mij in water onder te dom
pelen, dat het niet lang duurde'of ik hing
aan de hengel van een -badmeester om
mijn eerste zwemslagen te maken. Dat
is lang geleden, zo lang dat ik het beheer
sen van de zwemkunst ben gaan beschou
wen als een natuurlijke vaardigheid. Bij
na, want af en toe hoor ik, telkens weer
tot mijn verwondering, dat er mensen
zijn die niet kunnen zwemmen. En dat be
treft dat niet woestijnbewoners die elke
druppel water voor hun keelgat moeten
reserveren, maar inboorlingen van het
land welks sopperige bodem wereldver
maard is.
Ja, het zijn Nederlanders die deze zwem-
onkunde wordt aangewreven en dan nog
wel Nederlanders die uit. hoofde van hun
beroepwaterratten bij uitstek zouden moe
ten zijn. Een groot deel van onze vissers,
zo lees ik, verblijft wel veel op, maar
nooit in het water. Zij krijgen misschien
soms een overslaande golf tegen hun body,
doch deze aanraking prikkelt hen niet tot
nadere kennismaking met de baren. De
klacht is overigens niet nieuw. Reeds meer
dan een eeuw geleden heeft Multatuli, die
geen onderwerp met rust liet, over dit
verschijnsel geschreven, al had hij het
dan over schippers, een verschil dat men
wel mag verwaarlozen. De jaren zijn voor
bijgegaan, de zwemkunst is gepropageerd,
open en overdekte baden noden ons de le
den uit te slaan, maar een groot deel van
de varende bevolking houdt zich stug aart
het vaderlijke voorbeeld en weigert het
water in te stappen.
Men kan zeggen: laat ze hun gang gaan;
als ze, wanneer het zo uitkomt, de helden
dood in het natte element willen sterven,
dan is dat hun zaak. Dat is natuurlijk
een ouderwetse redenering. Wij leven in
een maatschappij waarin het plicht is dat
wij ons met elkaar bemoeien. Wij hebben
stoeten deskundigen om de bemoeizucht in
verantwoorde banen te leiden. Vandaar
dat wij niet in de zwemloosheid van de
varensgasten mogen berusten, maar hun
negatieve houding onder de sociale, econo
mische, psychologische en andere geleer
de loepen moeten nemen om aan de hand
van de vergaarde inzichten conclusies te
trekken en maatregelen te beramen. Wie
niet zwemmen wil, moet voelen. Wat
moet hij voelen? Dat het in onze wereld
om laten wij zeggen hygiënische redenen
onduldbaar is dat iemand niet wenst te
zwemmen en dat het uit een oogpunt van
arbeidsrisico niet aangaat zich zonder
zwemvliezen voortdurend op en bij de
wateren te bevinden.
Het wachten is nu op de hooggeleerden
die dit probleem met wetenschappelijke
degelijkheid zullen oplossen. Van professo
ren, die geestelijke pioniers, is immers
niet aan te nemen dat zij even onverschil
lig tegenover dit vraagstuk zouden staan
als de varende gemeente. Ofschoon ik on
langs mocht vernemen dat de hoogleraar
in de Nederlandse letterkunde bij een hem
overkomen auto-ongeval uit het nat ge
vist moest worden, omdat hij de zwem
kunst niet meester is. Dit geval kan ech
ter alleen maar de uitzondering zijn die
de regel bevestigt. Van alle professoren
minus één kome dus de verlossende in
greep die ons varende volk van zijn
zwemloosheid geneest.
Advertentie
Poppen. Door een brand in een fabriek
in Arona bij Novara, Italië, zijn 300.000
poppen verast. De schade wordt ge
raamd op 2,4 miljoen gulden. De oor
zaak van de brand is onbekend.
Kauwgum. Een 37-jarige inwoonster van
San Pedro in Californië raakte woens
dag zo opgewonden toen haar zoon een
goede beurt maakte in een baseballwed
strijd, dat ze haar kauwgum inslikte.
Ze stikte erin en overleed op weg naar
het ziekenhuis.
Risico. In Denemarken wordt een twintig
tal nieuwe controleposten ingericht voor
het registreren van de bliksem om het
risico te kunnen berekenen van schade
de daardoor wordt aangericht aan elek
trische installaties.
Brand. Een brand heeft woensdag in een
distilleerderij in Auch in Zuidwest-
Frankrijk voor zeven miljoen gulden
schade aangericht. Er ging vooral veel
cognac verloren, waaronder soorten die
meer dan veertig jaar oud waren.
Computer. In de noordelijke Kaukasus
heeft een computer de aanwezigheid
van olie aangetoond. Vooraanstaande
geologen waren daarin niet geslaagd.