Karei de Grote in eigen omgeving Een succesrijke veroveraar Luisterrijke tentoonstelling in Aken van de Raad van Europa Marmeren troon van Karei de Grote in de Dom van Aken, Evangeliarium van Echternaeh. Northumberland, einde 17de eeuw. Voorbeeld van Angelsaksische stijl. J. R. Kist ekent an da tmaal ons voor des r ons les in egeld roept Tau- vilt u Gou- nrijn, >1 en rond- iteeds t zich n de i wel Zoals Dank 'lucht weer aven. n de van de ooral istan- werk „Ik klein I ge need, deze :n en er i niet Zij t des :n de i be- n en ij ve en. creeg :rs te sliep ve- rust voor rgens men skie- aizen die tten- :oop- reigd itraf- onze man- on- maar ;auw met :n er ble- stad maal naar :n te :nde- a de i die d en DE TIENDE TENTOONSTELLING van de Raad van Europa, „Karei de Grote, zijn werk en zijn invloed" in Aken is tot 19 september te zien. De vorige exposities waren aan bepaalde periodes van de Europese cultuur gewijd. Voor het eerst is nu een grote historische figuur als onderwerp gekozen, met de hofcultuur in Aken van 794 tot zijn dood in 814 als middelpunt. Van de elfde tentoonstelling in 1966 in Stockholm zal Christina van Zweden het centrale thema zijn. Een betrouwbaar portret van Karei de Grote bestaat er niet, maai de biografie van zijn kleine vriend Eginhard klinkt nog altijd geloofwaardig. „Zijn lichaam was breed en sterk. Hij was lang en goed geproportioneerd. (Zijn werkelijke lengte, 1 m 92, is bij de opening van zijn graf in Aken in 1861 vast gesteld). Met zijn rond hoofd, doordringende ogen, grote neus, prachtig wit haar en levendig opgewekt gezicht was hij zowel staande als zittend een waar dige, indrukwekkende figuur". Eginhard verbloemt niet dat Karei een buikje had en breedsprakig was. Hij vertelt ook dat Karei van de warme baden in Aken hield en van het jagen in de omgeving. Dat heeft misschien de doorslag gegeven toen hij in 794 daar zijn residentie vestigde. Hij was toen 52 jaar oud. Zesentwintig jaar lang had hij met zijn hofhouding rondgetrokken. Ieder jaar in mei kwam zijn leger, voor zes maanden uitgerust, bijeen. In totaal ongeveer 800 zwaarbewapenden, 2000 lichte ruiters en 5000 man voetvolk. Met deze strijdmacht kon Karei zijn befaamde tangbewegingen uitvoeren en de Saksen in het noorden, de Beieren en Avaren in het oosten, de Longobarjjjen in Italië verslaan en in zijn steeds machtiger Frankische rijk opnemen. Hij leed maar één nederlaag tegen de beter bewapende Arabieren bij Roncesvalles en uit deze veldtocht kwam uiteindelijk nog de Spaanse bufferstaat met Barcelona en het heldenepos van Roland voort. TIJDENS ZIJN EERSTE VIER rei zen naar Italië speciaal Rome en Ravenna maken een diepe indruk heeft Karei de smaak van de antieke cultuur en van het keizerschap beet gekregen. Voorbeelden zijn de Byzan tijnse keizers, Constantijn en Theodo- sius de Grote, inspiratiebronnen de klassieke litteratuur en de kloosterre gel van Benedictus. Daar is zijn bi bliotheek gevormd en de opdracht ge geven voor het eerste prachtige ma nuscript van de hofschool. Daar heb ben de beroemdste geleerden van zijn tijd, o.a. Alcuin uit York, zich bij de hofhouding aangesloten en een college van adviseurs gevormd. ALS DE GROTE veldtochten om zijn rijk te pacificeren achter de rug zijn kan hij in Aken zijn plannen verwezen lijken. Het leger helpt mee om de nieuwe residentie in snel tempo te bouwen. Van heinde en ver komen bouwstenen, kostbare zuilen, marme ren platen, relieken en kunstwerken. In een merkwaardig kleine ruimte ver rijst aan de ene kant de nog bestaan de hofkapel, aan de andere kant het paleis (op de plaats waar nu het stad huis staat) en daartussen, gedeelte lijk van hout, de regeringsgebouwen, het steeds zwaarder belaste gerechts hof, het archief, de bibliotheek, de schatkamer, de schrijfscholen en daar naast het open bad voor 100 personen. „Niemand kan beter zwemmen dan Karei" schrijft Eginhard. Tussen 794 en 798 legt Alcuin de ba sis voor de herscholing van het ver enigd Europa, een gebied dat met de E.E.G.-landen overeenkomt met als opleidingscentra de schrijfscholen, die bij geen bisschopskerk of abdij mogen ontbreken. Liturgische teksten en muziek, christelijke en heidense Latijnse auteurs worden gekopieerd. Alles wat nog van de laat-antieke boe del over is en wat er aan stamrech- ten in zijn rijk bestaat wordt vastge legd. Ieder jaar spreekt en schrijft men in Aken beter Latijn. Het schrift moest uniform en makkelijk leesbaar zijn. Uit deze noodzaak is onze „mi- nuskelletter" voortgekomen. Dank zij Karel's gevoel voor systeem en nor malisatie en met behulp van zijn advi seurs spreidt de antieke cultuur en de Romeinse orde zich met een dun laag je over zijn rijk uit. Het hof in Aken, tegenwicht van Byzantium, groeit snel in aanzien en praal vooral na de kei zerskroning in Rome. In 796 komen zestien ossekarren de stad binnenrol len krakend onder het goud van de oorlogsbuit uit het Avarengebied. Ge volg is een devaluatie en een opbloei van de goudsmeedkunst. Van het stra lende goud symbool van goddelijke en wereldlijke macht van altaren, kruizen en kandelaars, is in de dom- kapel niets meer over. Bewaard bleven de prachtige bronzen hekken (oor spronkelijk verguld) vier bronzen deu ren en de nog altijd indrukwekkende marmeren troon met zes treden, die de graven en bisschoppen moesten op klimmen om zijn voet te kussen. In 802 veroorzaakt de witte olifant Abala- baz een sensatie. De joodse reiziger Mattheus uit het Evangeliarium van Adar in Trier, een hoofdwerk uit de Hofschool van Karei de Grote, omstreeks 800. Isaac heeft hem over zee en Alpen meegevoerd als geschenk van kalief Haroen-al-Raschid. Deze olifant heeft als voorbeeld gediend voor één van de initialen van een psalmenboek uit Saint-Denis. Karei was erg op hem ge steld en toen Abalabaz zes jaar later overleed, weende de keizer bitter. Dat deed deze reus wel meer. Uit alle delen van het rijk en van de buitenwereld komen kunstenaars en geleerden naar het hof gestroomd om de klassieke stijl te helpen vormen en door te geven. Longobarden, Angelsak- sers en andere vreemdelingen geven de toon aan. De hoge legerfuncties blij ven in handen van de Frankische adel. Aan het hof spelen ook de dochters van Karei, die hij nooit wilde uithuwelij ken, een rol. „Getooid met schoon heid, wijsheid en parels", maar overi gens een zwarte bladzijde in Karel's „private life" dragen zij wel tot de luister maar niet tot de waardigheid van het hof bij. ]i Het beeld van Karei de Grote, zoals we dat ons meestal voorstellen, is dat van een krachtige staats man en een succesrijke veroveraar. Hij wist aan het einde van de achtste en het begin van de negende eeuw zijn rijk naar alle kanten uit te breiden. In 774 onderwierp hij de Longobarden in Noord- Italië, hij bezette enige streken ten zuiden der Pyreneeën en formeerde hieruit de Spaanse Mark, j| hij voerde een hardnekkige strijd tegen de hei dense Friezen en Saksen, welke pas in 785 en 804 volledig waren overwonnen, hij hield een krijgs tocht tegen de roofzuchtige Avaren en stichtte in het op hen veroverde gebied de Avaarse Mark, hij keerde zich tegen de Slavische stammen aan de oost-grens van zijn rijk en tenslotte keerde hij zich tegen de Denen. Door de vereniging van Saksen. Beieren, Franken, Zwaben en Thüringers onder zijn heerschappij begon eigenlijk het ontstaan van Duitsland. In 800 werd hij uit erkentelijkheid voor de diensten aan het christendom bewezen, door paus Leo III te Rome tot keizer gekroond. En in 1165 liet Friedrich Barbarossa in Aken Karei de Grote opnemen in de rij der Heilige Koningen. Als veroveraar doet hij sterk aan Napoleon denken (het gebruiken van geweld was hem evenmin vreemd als dat bij de Franse heerser het geval was), als staatsman, als coördinator, als denker en als bewonderaar van de cultuur, stond hij verre boven de man die in 1821 op St. Helena een tra gisch einde vond. De periode van Karei de Grote is een historisch roemrijke periode geworden, die èn voor de eenheid der volkeren, èn voor de op bloei van kunst en cultuur, van onschatbare bete kenis is geweest. Daarom heeft de Raad van Europa de tiende tentoonstelling aan Karei de Grote ge wijd en wel in de stad, die 1200 jaar geleden in 765 voor het eerst werd genoemd door het verblijf aldaar van Karel's vader Pepijn de Korte, in de stad Aken. HET BELANGRIJKSTE deel van de tentoonstelling in Aken zijn de verluch te manuscripten. Terecht, want de bi bliotheek was Karel's troetelkind en het uitgangspunt van zijn hervormin gen. De collectie begint met een paar laat-antieke handschriften o.a. een fragment van Vergilius, waarmee Al cuin zijn heer en meester, die goed La tijn sprak maar de grootste moeite met schrijven had, gaarne vergeleek. Van primair belang voor de latere ontwik keling zijn de manuscripten uit Ierland en Engeland. Aan het eind van de zes de eeuw begint de missionering van de Oostelijke gebieden van het Franki sche Rijk door Ierse en Angelsak sische monniken. Willebrordus en Bo- nifatius zijn de bekendsten. Zij vesti gen koosters, waar de Keltische mi niatuurstijl met vloeiende dooreenge vlochten banden en slangachtige we zens opbloeit. Daarnaast blijft de in heemse Merovingische stijl (5de tot 8ste eeuw) met vis- en vogelfiguren van Oosterse oorsprong in de meeste kloosters gehandhaafd. Deze verschil lende elementen zijn in het Psalmen boek van Corbie tot een geheel van barbaarse pracht verbonden. IN DE BONTE verscheidenheid van stijlen en lettertypes komt een dras tische verandering als Karei in 781 in Rome de monnik Godescalc uit zijn gevolg de opdracht geeft een manus cript te vervaardigen van purperper kament met gouden en zilveren letters en met de afbeeldingen van Christus, de Evangelisten en de Fontein des le vens. De Merovingische ornamentiek is nu definitief vervangen door het cal- ligrafisch vlechtwerk uit Engeland, de menselijke figuur in ere hersteld, het schrift helder en duidelijk. Het geheel krijgt de waardigheid en de beheerst heid die de hofschool zal kenmerken. Van de negen nog bewaarde in op dracht van Karei vervaardigde manus cripten zijn zes geëxposeerd onder meer het evangeliarium uit Soissons en dat van Lorsch, voor deze gelegen heid met de ivoren boekband bijeenge bracht uit Boekarest, Rome en Londen. Kort geleden is vastgesteld dat er tegelijkertijd een tweede school met minder „grandeur" aan het hof in Aken heeft gewerkt, genoemd naar het Weense kroningsevangelarium. Waar schijnlijk zijn de schilders van de Grieks-antieke figuren Byzantijnen ge weest. De versiering is in het begin heel eenvoudig. Alleen deze school vindt in de 9de eeuw navolging. Een verrassend voorbeeld van expressionis tische schilderkunst is te vinden in de Ebo-codex uit Epernay, die evenals het astronomische boek Aratus uit Lei den in Reims is gemaakt. In het Kleef - se evangeliarium uit dezelfde bijzon der fraaie groep is de uitgebalanceer- Model voor het „ideaal"-plan voor het klooster St. Gallen (gereconstrueerd op grond van vijf aan elkaar genaaide stukken perkament). De bouw van het klooster is in 830 begonnen. Gouden koningsbuste met kroon, uit de Domschatten te Aken, gemaakt in 1350 als kroningsgeschenk voor Karei IV. de bladindeling moeilijk meer te over treffen. Het verzamelen van ivoren uit het West- en Oostromeinse Rijk uit de 5de en 6de eeuw zal Karei minder moei te hebben gekost. Bezoekers uit het Oosten nemen deze makkelijk vervoer- bare sculpturen wel mee. Naar deze voorbeelden zijn boekbanden gemaakt voor de manuscripten van de hofschool. Ook de Harrach-diptiek hoort daar oorspronkelijk bij. Iets vrijer van op vatting is het reliëf met de vloeien de opwaartse beweging van Maria en de Apostelen uit Darmstadt. NAAR MIJN SMAAK is een van de mooiste ivoren van deze expositie ver werkt in een reliekhouder uit het klooster Gandersheim, die niets met de klassieken heeft uit te staan. De dierenversiering met vlechtbanden is zeker van Engelse oorsprong. Dat is ook het geval met de ornamenten van de koperen Tassilo kelk en van de Tassilo scepter. Deze scepter hoorde tot de politiek gevaarlijke objecten, nadat Tassilo, hertog van Beieren, door neef Karei was afgezet en in een klooster opgeborgen. Er zijn toen twee niet zeer geslaagde kandelaars van gemaakt. De kunstnijverheid begint met Me rovingische grafvondsten uit de 6de eeuw. Bijzonder mooi zijn de alman- dine-sieraden met rode halfedelstenen of glas in gouden cellen gevat, een techniek van de Hunnen afkomstig. Een prachtstuk van goudsmeedkunst, de boekband van het evangeliarium van koningin Theodolinde, schonk paus Gregorius de Grote in 603 aan deze Beierse prinses, die als goed katholiek over de ketterse Longobarden regeer de. De rode almandine kleur wisselt af met een zacht groen en geel van het kleine draagaltaar uit Adélhausen. Met het hof verbonden zijn de rijk ver sierde reliekhouder uit Engen, afge sloten door vijf gouden leeuwtjes, de talisman van Karei, door keizerin Eugenie in 1919 aan de kathedraal van Reims geschonken en het Arden- nenkruis uit Neurenberg. Een collectie Merovingische munten onderstreept de noodzaak van Kareis geldzuivering. Na 804 liet hij zichzelf en profil af beelden als Romeins imperator. De exposities van de Raad van Euro pa groeien ieder jaar verder uit. Eni ge restrictie zal hard nodig zijn om het grote publiek te blijven boeien. Daarom is het jammer dat de ener gieke organisator prof. Braunfels zich niet tot de tijd van Karei en de voor geschiedenis heeft bepaald. Onder de heroïsche muurschilderingen van Charlemagne door Alfred Rethel (1816 1859) in de kroningszaal van het stad huis is behalve de kern van de expo sitie: de manuscripten, de ivoren, de goudsmeedkunst, ook nog een vrij gro te afdeling ingericht, waarin Karei, nu voorzien van baard, als legendarische held, heilige en machtige vaderlijke vorst in kronieken en beeldende kunst voortleeft. De grote afwisseling van expositieruimten is echter een voor deel. In de benedenzalen van het stad huis zijn foto's, plattegronden en mo dellen van architectuur. Prof. Walter Horn van de Californische'universiteit in Berkeley kreeg de gelegenheid een model te laten maken van het klooster van St. Gallen op grond van 5 aan elkaar genaaide stukken perkament, voorzien van toelichtingen in proza en versvorm. In dit ideaal kloosterplan (volgens de regel van Bendictus onaf hankelijk van de buitenwereld) heeft hij zich al meer dan 10 jaar verdiept. Met enige voldoening constateerde hij, dat de sanitaire voorzieningen beter waren dan in het Amerikaanse leger. Een groot deel van de ruimte (31 van de 40 gebouwen) was voor leken be stemd. Er was ook een aparte leken school en een eigen woning voor het schoolhoofd geprojecteerd. Het geheel is een wonder van rationalisatie en praktische indeling, waartoe Karei de stoot heeft gegeven. BUITEN HET STADHUIS is een tuintje ingericht met kruiden en plan ten, die volgens Karei nuttig en heil zaam zijn. In de kruisgang van de Dom zijn kleurenfoto's van muurschil deringen op ware grootte en architec tuurfragmenten opgesteld. Vier num mers van de dikke catalogus zijn in de Domkapel te vinden. Daarbij als achtergrond de „Heilquellen", waar van na de Karolingers ook Petrarca, Frederik de Grote en keizerin José- phine hebben geprofiteerd en de hele stad Aken, die naar Printen (een ver edeld Amsterdams korstje) en naar Karei de Grote ruikt.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1965 | | pagina 13